Scherpe woorden aan het
adres der N S B.
Interview met
Twee tramtreinen
op elkaar geloopen
Autobus tegen
een boom
KIJKEn is KOOPEn bij CLOECK
Maarschalk Badoglio
Roosevelt strijdt
voor de democratie
Maandag 29 Juni 1936.
Postrekening
No. 23330
SCHAGER
79ste Jaargang. No. 10007
COURANT.
Int. Telel.
No. 20
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij inzending tot
fs morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen
8 PAGINA'S.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, Iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
ERNSTIGE BOTSING OP HET
BAANVAK VAN DE GOOSCHE
STOOMTRAM. OP EEN PUNT,
WAAR DE BESTUURDERS EL
KAAR NIET KONDEN ZIEN.
DE BOTSING WAS ONDANKS DE
GERINGE SNELHEID ZEER HE
VIG.
Geweldig gegil steeg uit tal
van wagons op
AMSTERDAM. Twee tramtreinen van de
Gooische stoomtram zijn gistermiddag op het
baanvak achter de Vrolikstraat op elkaar ge
reden. In beide treinen zaten tusschen de 100
en 150 passagiers.
Er waren 12 gewonden, van wie 6 op het
terrein zijn verbonden en dadelijk naar huis
gingen. Zes werden door den G.G.D. naar het
Ned. Isr. iZekenhuis vervoerd, waar zij wer
den verbonden en naar huis vervoerd.
De twee tramtreinen bestonden ieder uit drie wa
gens. De tramtrein, die van de Weesperpoort ver
trok, in de richting van Diemen, moest de uit de
richting komende tramtrein passeeren aan de
Linnaeusstraat. Deze laatste is echter door den wissel
gereden naar de Weesperpoort.
Indien beide tramtreinen elkaar zouden ontmoet
hebben aan het lange einde achter de Vrolikstraat,
zou er vermoedelijk niets zijn gebeurd, maar beide
trams ontmoetten elkaar juist op het punt waar de
Vrolikstraat zicht ombuigt en de wagenbestuurders
elkaar niet konden zien.
De bestuurder van de tram uit de richting van de
Linnaeusstraat zou nog tweemaal hebben gefloten.
Ofschoon niet harder werd gereden dan met
een vaart van 12 a 15 K.M., was de botsing
hevig en de slag geweldig.
Van alle kanten kwamen de bewoners uit
de huizen van de Vrolikstraat toesnellen,
vooral toen ook uit alle wagens een gewel
dig gegil opsteeg. Zij klommen over de hekken
van hun tuintjes en verleenden dadelijk alle
mogelijke hulp.
De schrik had de meeste passagiers te pak
ken en met een glas water kwamen de meeste
passagiers weer op hun verhaal.
Er bleken echter ook gewonden te zijn. Het
waren de passagiers uit de eerste wagens van
de beide trams. Treinen, waarvan enkele rui
ten braken en de banken van' haar plaatsen
werden gerukt en de bodems werden ver
hogen.
De passagiers van deze wagens werden als
kegels door elkaar geworpen, waardoor dan
ooh de passagiers, die gewond werden, meest
hoofdwonden hadden.
Allo passagiers van beide tramtreinen verlieten
zoo spoedig mogelijk de rijtuigen en werden door de
bewoners van de Vrolikstraat in hun huizen opge
nomen.
Een lid van het Roode Kruis, die in de huurt
woont, verleende de eerste hulp.
Weldra was ook de- geneeskundige dienst met vier
ziekenauto's in de Vrolikstraat aanwezig. De gewon
den, een twaalftal, werden geholpen in het leeg
staande perceel no. 68 door dr. de Haas van den ge
neeskundigen dienst.
Zes van de gewonden, die hoofdzakelijk snij- en
schaafwonden hadden, konden daarna te voet naar
huis keeren.
De zes overigen werden naar het Ned. Israël. Zie
kenhuis gebracht.
Ook zij werden allen, na verhonden te zijn, naar
huis vervoerd.
De rijtuigen van de beide tramtreinen 'hadden
schade. Vooral de beide eerste wagons waren, zooals
we reeds zeiden, het meest beschadigd. Van alle an
dere wagons waren de koppelingen gebroken en
stonden de bordessen stijf tegen elkaar.
Een drietal wagons stond eveneens naast de rails.
Zooals vanzelf spreekt, was door dit ongeluk de
clienst van de Gooische tram in de war, omdat de
weg versperd was.
De passagiers uit de richting Diemen konden niet
Verder worden vervoerd, dan tot aan de Linnaeus
straat en van de Weesperpoort kon geen tram ver
trekken.
De passagiers in de richting Diemen werd ge
zegd, op eigen gelegenheid naar de Linnaeusstraat
te gaan, vanwaar de trams vertrokken in de richting
Diemen.
CHAUFFEUR TRACHTTE UIT TE
WIJKEN VOOR ENKELE' PERSO
NEN DIE ONDER DEN INVLOED
VAN STEgKEN DRANK WAREN
EN NAAR HET MIDDEN VAN
DEN WEG UITWEKEN.
Twaalf personen gewond
Eindhoven 29 Juni. Zondagavond omstreeks elf
uur heeft op den Boschdijk ter hoogte van de grens
tusschen de gemeenten Eindhoven en Best een vrij
ernstig autobusongeluk plaats gehad.
Een autobus van den heer Jac. Verhagen uit
Gilze-Rijen, bestuurd door den heer G. Piere, kwam
van de richting Deurne en reed in de richting Best.
De inzittenden keerden terug van een Priesterfeest
te Deurne. Op de grens van de gemeente Eindhoven
liepen eenige personen, die min of meer onder den
invloed van sterken drank verkeerden, op den rij
weg. Toen de buis naderde, week een dezer perso
nen naar'het midden van den rijweg. Een aanrijding
was onvermijdelijk.
De voetganger E. Sukkel uit Eindhoven
liep daarbij een beenbreuk op. Tengevolge
van de plotselinge zwenking van het stuur,
waarmede de chauffeur een aanrijding had
getracht te vermijden, verloor deze de macht
over het stuur. De auto reed met een vaart
van 40 a 45 K.M. tegen een boom, waardoor
de bus grootendeels werd vernield.
Van de veertien inzittenden liepen twaalf
verwondingen op. De chauffeur bleef onge
deerd. Acht gewonden zijn naar het katho
lieke Binnengasthuis te Eindhoven overge
bracht, de anderen naar het St. Joseph's Zie
kenhuis te Eindhoven.
Van de acht gewonden, die in het Binnen Gasthuis
zijn overgebracht, konden er denzelfden avond vijf
worden ontslagen, om thu/is te worden verpleegd,
drie dames, alle licht gewond, blijven voorloopig ter
observatie opgenomen.
Erger zijn de vier gewonden er aan toe, die naar
het St. Joshephs ziekenhuis zijn overgebracht.
De geneeskundige hulp werd verleend door vijf
doctoren.
De wagen, die grootendeels vernield is, is naar het
politiebureau te Eindhoven gesleept, terwijl door de
verkeersrecherche van Eindhoven e.en onderzoek is
ingesteld naar de schuldvraag.
Alle inzittenden van de autobus waren afkomstig
van Gilze-Rijen.
Jaarfeest van Eenheid door Democratie.
Druk bezochte vergadering op Fran-
kendael.
De Nederlandsche beweging voor „Eenheid door
Democratie", heeft Zaterdagavond een zeer drukbe
zochte bijeenkomst gehouden in het openluchttheater
van Frankendael, ter viering van het feit, dat zij een
jaar geleden werd opgericht.
De algemeene voox-zitter der beweging, dr. H. Fa-
ber, memoreerde in zijn openingswoord, dat deze be
weging, die een jaar geleden werd in het leven ge
roepen door 71 Nederlanders, thans reeds 3600 leden
telt. Er is alle reden, vervolgde spr., zich hierover
te verheugen, omdat er uit blijkt, dat ons volk zich
de gevaren die ons land bedreigen, bewust begint te
worden en bereid blijkt, voor zijn toekomst offers, te
brengen. Spr. uitte zijn dank jegens allen, die door
hun toewijding tot dit resultaat hebben bijgedragen
en leidde uit de activiteit van het afgelöopen jaar
af, dat met aller medewerking de toekomst van de
beweging verzekerd is. (Applaus.)
Spr. besloot zijn rede met een opwekking aan de
leden, de kracht der beweging te versterken door
een geest van onbaatzuchtigheid en enthousiasme.
Hij eindigde met de woorden: „Als het in de naaste
toekomst voor Nederlands vrijheid erop of er onder
gaat, dan zullen wij zorgen dat zij erop komt. (Luid
en langdurig applaus.)
Dr. A. J. van Leusen zette uiteen, dat de beweging
E.D.D. strijdt op twee fronten, in de eerste plaats
tegen de machten, die de geeselijke vrijheid willen
knotten en allen willen onderwerpen aan den wil
van den leider, in de tweede plaats tegen alles in
eigen gelederen wat de democratie ontheiligt.
Het doel der beweging is niet tekortkomin
gen en fonten te verdoezelen, maar deze aan
het licht te brengen en te verbeteren. „De
dag zal komen", zoo ging spr. voort, „waarop
duizenden in grootere snelheid dan zij geko
men zijn de N.S.B.-gelederen zullen verlaten,
als de schellen hun van de oogen vallen. Zij
zullen zeggen: Wij walgen van de verdacht
makingen, van het on-Nederlandsche gedoe,
van de beloften, die in de lucht hangen van
de persoonsverheerlijking en onwaarachtig
heid". Het „Mussert wint", is de Coué-metho-
de waarmede de wankelmoedigen op de been
worden gehouden. Maar Mussert zal niet win
nen. (Applaus.) Mussert zal geen volkseen
heid kunnen bevestigen, want wij, na een jaar
bestaan eenige duizenden sterk, maar dage
lijks in invloed en getal groeiende, wij zullen
de laatste, onneembare veste der democratie
vormen. Mussert kan het niet winnen. Wij
straks gegroeid tot een leger van honderddui
zenden, wij zullen blijven weigeren aan zoo'n
soort eenheid deel te nemen. Wij zullen de
machtsdroom van Mussert en de zijnen ver
storen. Onze Nederlandsche grond duit geen
dwingelandij. Ons Nederlands hart buigt zich
niet voor een dictator. (Daverende toejuichin
gen.)
Na de pauze werd het woord gevoerd door den
heer N. G. Weisz, voorzitter van de afdeeling Den
Haag. Deze vatte nogmaals in korte woorden samen
wat de saamhoorigheid, welke de N.S.B. propageert,
geheel iets anders is dan de saamhoorigheid, die be
rust op vrijheid.
Tenslotte sprak de heer N. M. Duykers, voorzit
ter der afdeeling Amsterdam, die op dezen histori-
schen dag de beweging wenschte te karakteriseeren
als de bewustwording der ontzaglijke beteekenis van
onzen tijd als schakel tusschen verleden en toe
komst en als een bewijs van de bereidheid gemeen
schappelijk de taak tot bewustmaking te aanvaar
den.
President Roosevelt heeft bij zijn aanvaarding der
candidaatstelling voor het presidentschap voor een
auditorium van ruim 100.000 personen een redevoe
ring uitgesproken, waarin hij een overzicht gaf over
de economische ontwikkeling met name van de
Vereenigde Staten. De president zette uiteen, dat na
de feodaliteit het economische royalisme aan de
macht is gekomen. Nieuwe Koninkrijken, zoo zeide
hij, werden gesticht, dank zij de concentratie der rijk
dommen en deze economische machten vormden
weldra de basis van ons moderne leven.
Voortgaande, zeide Roosevelt:
Een industrieele dictatuur heeft de wetten
gemaakt, die de bedrijvigheid, ja zelfs het
leven van den Amerikaanschen burger be
sturen. Wij beweren thans, dat men ten aan
zien van de vrijheid geen halve maatrege
len kan nemen. Wanneer de burgers gelijke
rechten genieten bij de stembus, moeten zij
ook gelijke kansen hebben in het economi
sche leven van het land."
Spr. keerde zich tegen het conservatisme der repu
blikeinen, waartegenover hij het ideaal der democra--
ten stelde, waarna hij zijn rede als volgt besloot: „In
andere landen bestaan zekere volken, die vroeger
voor hun vrijheid hébben gestreden, maar die er ge
noeg van schijnen te hebben nog te strijden. Zij heb
ben hun democratie in pand gegeven. Alleen ons
succes kan hun weer hoop geven. Zij beginnen te
zien, dat wij hier in de Vereenigde Staten een groo-
ten veldslag voor de vrijheid leveren. Het is vooral
een veldslag om het voortbestaan van de democra
tie. Wij strijden voor het behoud van deze prachtige
en onschatbare regeeringsvorm, ten voordeele van
ons zelf en van de geheele wereld."
Over de ontwikkeling van Abes
sinië
Londen - Be correspondent van de „Sunday
Express" Ignatius PhaVre, heeft een onderhoud
gehad met maarschalk Badoglio. De maarschalk
begon met te zeggen, dathij over politiek niet
wenschte te spreken, aangezien die hem niet
aanging. Evenmin wenschte hij iets te hooren
over „den goudmijn het dorado Abessinië", aan
gezien dat alles illusie is, zoolang de bewijzen
nog niet zijn geleverd. Weliswaar is de oorlog
voorbij, maar de -zuivering blijft nog, en daarna
moet de „overwinning" komen.
„Voordat wij in Octoher j.1. de Mareb over
trokken^ aldus ging de maarschalk voort, dacht
de duce, dat de veldslagen een half jaar zouden
kunnen duren en de rest misschien een halve
eeuw. Alles moet er nog gedaan worden. In
Abessinië hebben wij een „vraagteeken", dat drie
of vier maal het gebied van Italië zou kunnen
beslaan. Abessinië tot ontwikkeling te brengen
is een zoo veelomvattend en ingewikkeld pro
bleem, dat het tot het uiterste het genie van ons
ras op de proef zal stellen, maar de geheele we
reld zal zien, hoe wij opgewassen zullen raken
tegen deze crisis in de geschiedenis. Er moet
geen ongepaste haast gemaakt worden bij deze
taak, want Italië kan zich niet veroorloven ern
stige fouten daarbij te maken. Zij die critiek
op ons uitoefenen moeten er zich van bewust
zijn, dat dit maagdelijke land nog 'een chaos
is van wildheid, waar alleen nog maar in het
centrum een vernisje is opgelegd van bescha-
vingsteekenen.
Badoglio.
„In de eerste plaats zullen wij het land moeten
verkennen en kaarten maken. Voorts moeten wij de
rechten en tradities eerbiedigen van de inboorlingen,
die de Arabische veroveraars van oudsher geclassi
ficeerd hebben als Habeshi, d.w.z. een mengelmoes
van volken. Maar onze Romeinsche vrede zal de
overhand houden en zich uitbreiden als een roem
rijke morgen over een land van duisternis. Eerst
zullen wij voor water zorgen, dan voor wegen en
daarna voor gebouwen. Dat zijn de symbolen van het
Romeinsche fascisme, die gij in Tripolitana en Cy-
renaica met eigen oogen hebt kunnen zien.
Wanneer onze Duce dit tot stand heeft kunnen
brengen als een verzamelaar van woestijnen, wat
kan hij dan niet in Abessinië verrichten?
„Wij hebben daar artsen noodig aldus vervolgde
Badoglio na een oogenblik een medisch centrum
trekt dé inboorlingen onmiddellijk aan. Een blanke
rechtspraak moet door allen worden gevonden, even
als in Engcland's eigen gebied in Azie en Afrika.
Wat scholen betreft, telegraaf, radiostations, burger
luchtvaart enz. die helpers van de vooruitgang zul
len spoedig komen.
„En dit alles heeft betrekking op wat ik de „pe
riode der penetratie" zou kunnen noemen. Naar mijn
meenïng zal die vier of vijf jaar heslaan. Let wel,
niet dat zich voordien geen kolonisten in
Abessinie zouden kunnen vestigen. Tienduizenden
Italianen zijn reeds ter plaatse en zijn niet voorne
mens terug te keeren.
„De tweede periode zou ik, „het tijdperk der ont
wikkeling" willen noemen", Badoglio gaf hier rus
tig en krachtig de verzekering, dat de Buitenland-
sche critici, die de Italiaansche doeleinden omlaag
halen en de mislukking daarvan voorspellen, teleur
gesteld zullen wordenevenals de buitenlandsche
strategen datz ijn in den loop van den oorlog.
„Afgescheiden van overdreven verwachtingen, zie
ik niet in, zoo ging Badogio voort, waarom Abessi
nië niet 'n tweede Italië geschapen kan worden. Mil-
lioenen emigranten zijn misschien te overdadig. De
tijd zal het uitwijzen."
Op de vraag van den journalist, hoe spoedig het
bezettingsleger teruggetrokken zou kunnen worden,
antwoordde Badoglio:
„Dat weten wij niet. Daadwerkelijk bezit te nemen
van zoo'n vaag gebied vrijwel geheel zonder we-
f?en is een taak, die niet overhaast kan worden."
Ten aanzien van de economische mogelijkheden
gaf de maarschalk als zijn meening te kennen, dat
Abessinië zeker de kosten der verovering in de
eerstvolgende paar jaar honderdvoudig zou .terug
betalen: „Onze kans is gekomen, een onontgonnen
rijk van onberekenbare waarde is nu in onze handen
En geheel Italië is zich daarvan bewust. Onze jonge
mannen staan te trappelen om er op uit te gaan en
dit land te regeeren en tot ontwikkeling te brengen."
„Het is een land van ongeloofelijke contrasten. Een
aardrijkskundige gril op fabuleuze schaal. Een hel,
misschien, maar met vele paradijzen in zijn woeste
ruimtenWij schenken geen aandacht aan de
klandyke-verhalen over schatten, ruimte om produc
ten te verbouwen, die zoeken wij. Alles zal men er
kunnen lcweeken, dank zij de groote verschillen in
hoogte. Toch zijn er ook goud, platina en duidelijke
sporen van petroleum. Maar de land bouwmogelijk
heden staan bovenaan, voor katoen bijv. zijn er uit
stekende mogelijkheden, evenals voor rubber. Italië
zal in veel opzichten profijt trekken van de Britsche
koloniale methodes.
Op een vraag van den interviewer, waar Italië het
geld voor al deze plannen vandaan wilde halen, ant
woordde de maarschalk: „de jeugd van Italië zal
daarin voorzien. Ons voornaamste actief is dc jeugd.
„Maak plannen, heeft de Duce tot mij gezegd, vraag
alles wat gij noodig hebt en gij zult het krijgen,"