Raad Winkel Ct et huis met de !>üi Zaterdag 18 Juli 1936. SCHAGER COURANT. Vijfde Blad. No. 10021 Vergadering van den Raad op Donderdag 16 Juli 1936, 's middags om kwart voor twee. Voorzitter de heer J. H. Zwart, burgemeester, te- yens secretaris. De Raad is voltallig. Na opening volgt vaststelling der notulen. Ingekomen stukken, mededeelingen en verslagen. Ingekomen is o.a. een schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring van de gemeentebegrooting 1935 en één houdende goedkeuring van het besluit tot het aangaan van een geldlcening, groot f535. voor uitbreiding van de begraafplaats. Proces-verbaal van opname van kas en boeken. Goedgekeurd werd het besluit tot wijziging van de hondenbelasting. Eenige verslagen liggen ter inzage voor de leden. Medegedeeld wordt dat tijdelijk tot kweekeling met akte wiskunde aan de school voor U.L.O. is benoemd de heer N. J. van Gorselen te Den Helder. Vaststelling pensioengrondslagen. B. en W. stellen voor de pensioengrondslagen voor den Burgemeester vast te stellen op f1900.—; als secretaris f1500.als ambtenaar van den Burg. Stand f 17.—; voor den Ambtenaar ter Secretarie f 1500.—, als Ambtenaar Burg. Stand f 83.als Agent Arb.bcmid- deling f75.—. Aldus wordt besloten. Vergoeding voor het houden van een con sultatiebureau. De gemeentegeneesheer, de heer Broekens meent, clat hem voor het gebruik van een lokaliteit, de noo- dige verwarming en verlichting voor het Consultatie bureau een jaarlijksche vergoeding van f25.toe komt. Voor de jaren 1934 en 1935 heeft hij zich tot de Afdeeling Winkel van het Witte Kruis gewend om deze vergoeding. Deze afdeeling stelt zich op het standpunt, dat bet consultatiebureau een gemeente lijke instelling is en derhalve een verzoek om ver goeding bij het gemeentebestuur moet worden gedaan. Om deze reden verzoekt adressant hem ook voor deze jaren een vergoeding van f25.toe te kennen. De Voorzitter deelt mede, dat waar deze quaestie of door Dr. Doyer of door Dr. ten Bruggencate in den Raad zou worden toegelicht' geen van beide heeren aanwezig is en spr. stelt daarom voor deze zaak weer in handen te stellen van B. en W., opdat dit college schriftelijke toelichting kan vragen. De heer Kamp merkt op, dat zooals uit de toelich ting op de agenda is te lezen, het niet de bedoeling yan Het Witte Kruis is geweest. Herhaaldelijk is door Dr. Broekens aan Het Witte Kruis om vergoe ding voor de verwarming van het consultatiebureau gevraagd, maar Het Witte Kruis oordeelde, daarop niet te moeten ingaan, doch dat Dr. Broekens zich daarvoor tot de gemeente moest wenden. Tenslotte is deze quaestie besproken met Dr. Doyer en Dr. ten Bruggencate en de wcnschelijkhcid is besproken dat Dr. Doyer of Dr! ten Bruggencate in den Raad zou komen om uit een te zetten waarom deze zaak bij Het. Witte Kruis behoort en niet bij de gemeente. De Raad moet dus niet worden ingelicht over de vraag of door de gemeente aan den dokter al of niet vergoe ding voor de verwarming moet worden gegeven, doch over de vraag tot wiens taak deze zaak behoort. De Voorzitter zegt, dat na deze toelichting van den heer Kamp hem nu ook duidelijk wordt het eer ste schrijven van Dr. Doyei\ De heer Engel heeft de instructie van den dok ter nageslagen. In die instructie staat niet waar het consultatiebureau gevestigd moet zijn en op wiens kosten het in stand wordt gehouden. Er is verschil van opvatting tussclien B. en W. en den dokter en in dat geval moet de Raad beslissen, gehoord den Inspecteur van de Volksgezondheid. Nu Dr. Doyer er niet is, is het wel gewcnscht het punt terug te nemen en schriftelijke toelichting te vragen. De Voorzitter merkt op, dat er nog geen verschil van opvatting bestaat, want de Raad heeft nog geen uitspraak gedaan. Eerst als de Raad een besluit heeft genomen, kan er verschil van opvatting bestaan. Besloten wordt het punt aan te houden en schrif telijke toelichting te vragen. Leening ten behoeve van een nieuwe oven. De Commissie van Beheer der Gasfabriek der ge meenten Winkel en Nieuwe Nicdorp heeft besloten voor het opnieuw inbouwen van een acht-rctorts- oven den Raden der beide gemeenten voor te stel len daarvoor een leening aan te gaan in totaal f 4000 tegen een rente van ten hoogste 43/4 en af te lossen in 10 jaar. B. enW. stellen voor dit verzoek in te willigen, voor het genoemde doel een bedrag van f2000 te leenen tegen een rente van ten hoogste 4%. pet. en af te lossen in 10 jaar. Een gelijk besluit werd reeds door den Raad van Nieuwe Niedorp in zijn vergadering van 4 Juli jl. genomen. Inmiddels is van de Commissie van beheer een nieuw schrijven ingekomen, waarin gevraagd wordt de leening voor iedere gemeente op f 2050 te bepalen. De heer Engel vraagt nadere toelichting op dit tweede schrijven. De Voorzitter deelt mede, dat de hier zittende 3 leden der gascoinmissie er niets van weten. Spr. denkt, dat een nadere berekening heeft aangetoond dat. er in totaal f100 meer moest zijn. Goedgevonden een geldlcening van f 2050 aan te gaan. Vastgesteld wordt een suppletoire begrooting 1935. De raad hecht zijn goedkeuring aan het doen yan af- en overschrijvingen. Voor het A.A..Z.A. In verband met het genomen besluit tot het doen van bijdrage in de kosten van contributie voor het A.A.Z.A. stellen B. en W. voor daarvoor voor den dienst 1936 suppletoir te ramen een bedrag van f300.—. De heer Engel vraagt, of het genomen raadsbe sluit is goedgekeurd en of aan de hand van de be schikbare gegevens het bedrag van f 300 voldoen de is. De Voorzitter deelt mede, dat het genomen be sluit niet ter goedkeuring aan Ged. Staten is ge zonden, omdat er geen geld mee gemoeid ging. Nu vragen B. en W. cle beschikking over een bepaald bedrag en zal het besluit aan Ged. Staten moeten worden toegezonden. Wat de hoe grootheid van het bedrag betreft, het is voor B. en W. ook een raming, maar met het oog op het vergevorderd zijn van het jaar 1936 het wordt misschien September of la ter eer het besluit is goedgekeurd, denken B. en W., dat genoemd bedrag voldoende is. De heer Engel zegt, dat er dus nog geen vergade ring met den dokter en vertegenwoordigers van de verzekerden heeft plaats gehad. Feitelijk had in de vorige vergadering direct een post uitgetrokken moeten worden. De Voorzitter: Dan was het vlugger gegaan. De heer Engel: Dan moet het voorloopig zóó maar blijven. Conform het voorstel van B. en W. wordt beslo ten. De veldwachtersverordenïng. De ingezonden veldwachtersverordening heeft aanleiding gegeven tot eenige opmerkingen. Zoo wordt o.a. opgemerkt, dat het salaris te laag moet worden geacht. Bij een wedde van f 1250 toch, waarop 10 we gens verhaal van pensioensbijdrage in mindering komt, is een van derden onafhankelijk bestaan van den veldwachter niet gewaarborgd en wordt een jaarwedderegeling aanbevolen, overeenkomstig de normen, aangegeven in een schrijven van 13 Maart 1935. Het normsalaris in dat schrijven bedraagt f1300, f 1700, verhoogd met toelagen voor bezit diploma etc. De Minister is van oordeel, dat, indien tot invoe ring van het algemeen normsalaris wordt besloten, er geen aanleiding bestaat om den veldwachter, die alsdan reeds een hoogere bezoldiging zal gaan ge nieten, dan hij thans heeft voor de functies van dienaar van politie en gemeentebode tezamen, bo vendien nog een bclooning to verleenen voor het waarnomen van het bodeschap. Bij de invoering van het normsalaris ware derhalve den veldwachter de verplichting op te leggen de nevenfunctie van bode, zonder vergoeding waar te nemen. Verder worden nog eenige minder belangrijke be merkingen gemaakt. Een en ander was voor B. en W. aanleiding voor te stellen een salarisregeling vast te stellen van f1300 tot f1700 met acht jaar lijksche verhoogingen van f50.benevens f50. voor het bezit van het diploma met aanteekening, benevens f25.voor het gebruik van een rijwiel, vrije kleeding en schoeisel en vrije geneeskundige hulp volgens het Ambtenarenreglement, terwijl bo vendien voorgesteld wordt de nevenfunctie van bode waar te laten nemen zonder vergoeding door den veldwachter en voorts te voldoen aan de vorige opmerkingen. De heer Kamp vraagt of de andere dingen dus blijven zooals ze waren, bijv. het schoonhouden van raadhuis enz. Opgemerkt wordt dat die dingen onder het bode schap vallen, maar in het besluit zullen dan wor den opgenomen de woorden „zoomede conciërge van het gemeentehuis". Na deze toevoeging wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Nota van opmerkingen over de gemeente begrooting 1936. Van Ged. Staten is een uitvoerige nota van op merkingen over de gemeentebegrooting 1936 inge komen. Zij geven verschillende posten aan, die naar hunne mecning verlaagd kunnen worden, doch B. en W. oordoelen dat verschillende van die posten gehandhaafd dienen te worden, weer andere pos ten kunnen aan de hand van de inmiddels ver strekte gegevens verlaagd worden. Het is de heer Dekker, die bezwaar maakt tegen verlaging van posten, onderhoud gebouwen, want z.i. zal bezuiniging daarop zich naderhand wreken. Door den Voorzitter wordt toegelicht,, dat B. en W. geen architect tot hun beschikking hebben en het dus ook voor B. en W. een raming is. De raad moet toch wat doen om aan de opmerkingen van Ged. Staten tegemoet te komen. Het is gebleken dat met het opnieuw uitgetrokken bedrag rondgekomen kan worden. Ged. Satcn geven dan o.m. in overweging om de wijkverpleegster, die in dienst der gemeente is, over te doen gaan bij Het Witte Kruis. Aan deze vereeniging kan een subsidie verleend worden, ongeveer gelijk aan het loon dat zij ontvangt. B. en W. staan hier, zegt de Voorzitter, voor een moeilijke kwestie en willen, nu het jaar zoo ver is gevorderd, aan Ged. Staten verzoeken den post op de begrooting 1936 te handhaven, om dan voor de bcgrooting 1937 onderhandelingen aan te knoopen met de Vereeniging „Het Witte Kruis". Het Bestuur van „Het Witte Kruis" is reeds op de hoogte gesteld. Ook voor Het Witte Kruis is het een moeilijke kwestie, in verband met eten finam cieelen kant, die er aan vastzit. De heer Engel is er voorstander van dat dexe zaak onder de gemeente blijft. Het betreft hier z.i. een gemeentelijke taak. Het is een afschuiven, ter wijl toch betaald moet worden. En als.de gemeente dat doet, geschiedt het op de billijkste wijze, beter dan wanneer door bijdragen de gelden bijeen moe ten worden gebracht, zie maar naar het ziekenfonds De Voorzitter zegt dat over deze kwestie al meer is gesproken, ook met Dr. Doyer. Wat de posten „riadeelig slot gewonen dienst f 10429.79" en „bijdrage van het Rijk in de kosten der gemeentehuishouding f4400" betreft, maken Ged. Staten er bezwaar tegen, dien post geheel ten laste van den dienst 1936 te brengen, doch geven zij in overweging een bedrag van f 6000 naar den kapitaaldienst over te brengen en een leening tot dit bedrag te sluiten. Zal aan worden voldaan. Waarom salarisverhooging? Ged. Staten vragen uitvoerige mededeeling waar om het salaris van den ambtenaar ter secretarie met f 4Ö0 is verhoogd. In hun schriftelijk advies declen B. en W. mede: Dato 19 Juli 1934 bereikte het toenmalig College van B. en W. een verzoek van den Ned. Bond van Gemeente-Ambtenaren een verzoek om het salaris van den Ambtenaar ter Secretarie te verhoogen. Aan de hand van verschillende circulaires van de Regeering en het Rapport Schouten werd aange toond, dat dit salaris onvoldoende was voor een Ambtenaar met een leeftijd van 25 jaar, die in het bezitw as van een diploma M.U.L.Ö. B en het Di ploma Gemeente-Administratie A, tevens studee- rende voor het Diploma Gemeente-Financiën. Gevraagd werd een salaris van f 1300.opklim mende met vier jaarlijksche verhoogingen tot f1700 en een diplomatoelagc van f100 voor Diploma A Gemeente-Administratie, Gemeente-Financiën en hooger vakexamen. In het College waren de mecningcn hierover ver deeld. Eenerzijds meende tmen, gezien de capaci teiten van den ambtenaar, de gevraagde verhooging te moeten toestaan, anderzijds was men bereid het salaris met f 100.te verhoogen, terwijl een derde, ofschoon erkennende de capaciteiten van den amb tenaar en de onvoldoende salarieering, zich op het standpunt plaatste, dat een gemeente als Winkel zich de weelde niet kon verdragen om naast den Burgemeester en den Secretaris iemand met jaren lange ervaring en kennis der Gemeente-administratie een ambtenaar een salaris te geven, dat eenigszins in overeenstemming zou zijn met de capaciteiten van den betrokken ambtenaar. Na besprekingen werd aan den Raad voorgesteld een verhooging van f 100.zonder meer. De Raad vereenigde zich hier mede, ofschoon ook daar de onvoldoende salari eering naar voren werd gebracht. Sindsdien is de toestand echter gewijzigd. De Secretaris met zijn jarenlange ervaring en kennis van Gemeente-administratie is overleden en de Raad meende in den Ambtenaar, den heer P. .T. Korver, een alleszins geschikt opvolger te hebben gevonden en benoemde hem dan ook met alge- meene stemmen tot secretaris. Dit besluit is, zooals bekend kan worden geacht, vernietigd op gronden, die ontleend zouden zijn aan het algemeen belang en is als Secretaris aangewezen Burgemeester Zwart, die tot den datum zijner be noeming nimmer in de gemeente-administratie is werkzaam geweest. Hierdoor reeds zal meer dan voorheen, toen de heer de Ridder secretaris was, gevraagd worden van den ambtenaar en meent de Raad, dat thans het oogenblik was gekomen, het salaris van den ambtenaar te bepalen op 1500 gulden met vier jaar lijksche verhoogingen van f50.— tot f1700.waar door dit meer in overeenstemming wordt gebracht BlIMEBANDINfl mm Mö 1 FEUILLETON Naar het Engelsch door A. E. W. Mason 42. Zij leek te veel op het theatrale. Er zou een soort van herhalingsvoorstelling plaats vinden van het door Ann Upcott beschreven tafereel, ongetwijfeld met de bedoeling, haar oprechtheid op de proef te stellen. Het beloofde meer een op de proefstelling van de zenuwen dan een op de proefstelling van de geloofwaardigheid te wor den, en derhalve was zij voor Jim noch betrouw baar, noch leek zij hem eerlijk spel. Hij bleef in de deuropening staan, om Ann een woord van aanmoediging toe te roepen, doch het meisje stond met dienzelfden blik zonderlinge verwar ring naar de pendule op het ingelegd kabinet te kijken. „Je behoeft je nergens ongerust over té ma ken, Ann", zeide hij, en zij wendde de oogen van de pendule af. Zij dansten, terwijl zij ze op Frohisher vestigde. „Ik had mij reeds afgevraagd, of ik je mij ooit mijn naam zou hooren noemen", zeide zij met een glimlachje „Ik ben je zeer erkentelijk Jim!" Zij aarzelde, en het bloed steeg haar eens klaps naar de wangen. „Ik moet je eerlijk be kennen, dat ik een beetje jaloersc.h was", liet zij zachtjes en wederom me een lachje volgen als schaamde zij zich voor deze bekentenis. Gelukkig werd Jim in zijn verlegenheid voor het geven van een antwoord gespaard, door de verschijning van Hanaud in de deuropening. „Ik moet even storen, mijnheer Frohisher", zei de hij lachend, „doch het is waarlijk van belang dat mademoiselle goed luistert, zonder dat iets haar kan afleiden. Jim volgde Hanaud naar het slaapvertrek en was verbaasd over hetgeen hij zag. De Commis saris en zijn secretaris en monsieur Bex stonden in een groepje afzonderlijk hij een van de ven sters. Betty Harlowe lag op het bed van me vrouw Harlowe uitgestrekt: Francine Rollard stond tegen den wand, dicht hij de deur, blijk baar in doodelijken angst en van tijd tot tijd een zijdelingschen blik uit haar oogen werpende, met de onrust van de half getemde. Doch het was niet zoozeer dit eigenaardige schouwspel, wat op Jim Frohisher zulk een geweldigen indruk maakte, doch iets vreemds, iets bijna ergerlijks, dat uit het voorkomen van Betty sprak. Zij leunde op een van haar ellebogen en hield de oogen geves tigd op de deuropening.' met den eigen aardig- sten, ondoorgrondelijksten blik daarin, die hij er ooit in had gezien. Zij scheen haar geheele om geving volstrekt te hebben vergelen. De proefne ming, waarvoor Francine zoo heftig had terug gedeinsd, scheen voor haar niet de minste betee- kenis te hebben. Zij was behekst deze oude uitdrukking kwam Jim in de gedachten hoe wel haar gezicht zoo onbewegelijk was als een masker van bevroren hartstochtein. Deze aan grijpende gemoedstoestand scheen evenwel niet langer te duren dan een seconde. Er vertoonde zich een reactie op het gelaat van Betty; zij liet zich op het bed terugvallen met haar oogen op Hanaud, als iemand, die verdere aanwijzingen afwacht. Door met den vinger te wijzen, wees Hanaud Jim zijn plaats aan bij de anderen aan het ven ster. Hij plaatste zich zelf ter zijde van het bed, en gaf Francine een wenk. Zeer langzaam na derde deze het voeteneind van 't bed. en op de zelfde zwijgende manier beduidde hij haar dat zij aan de andere zijde van het ledikant tegenover hem moest gaan staan. Eén oogenblik weigerde Francine. Hardnekkig het hoofd schuddende, bleef zij aan 't voeteneinde van het bed staan. Zij vreesde den éen of anderen strik en toen zij eindelijk na een hoofdbeweging van Betty, de aangewezen plaats ging innemen, schoof zij zoo aarzelend daarheen, als vreesde zij bij iederen stap, dat de grond voor haar zou openen. Ha naud gaf een ander teeken, en zij sloeg de oogen op een reepje papier, waarop Hanaud een paar woorden had geschreven. Dit papier en haar in structies, had zij waarschijnlijk ontvangen ter wijl Jim Frohisher met Ann Upcott had staan spreken. Francine wist wat zij doen moest, doch haar achterdochtige boerenaard scheen zich daartegen tot het uiterste te verzetten. Hanaud gaf haar opnieuw een wenk. zijn oogen strak op haar gevestigd en tegen haar wil bukte zij zich voorover over het bed en over de gestalte van Betty Harlowe. Thans wederom een knik van Hanaud. en in een zacht, helder gefluister, sprak zij de woor den: „Zoo is het genoeg". En nauwelijks waren deze weinige woorden, die Ann Upcott gezegd had. in den nacht van den dood van mevrouw Harlowe te hebben ge hoord, Francine over de lippen gekomen, of Hanaud moest ze herhalen eveneens in een ge fluister. Zoodra hij gefluisterd had, riep hij met zijn natuurlijke stem luid in de richting van de deur opening: „Heeft u het gehoord, mademoiselle? Was dit het gefluister, dat uw ooren bereikte in den nacht toen mevrouw stierf?" Allen, die in het slaapvertrek tegenwoordig waren, wachtten in spanning het antwoord af. Francine Rollard, bijvoorbeeld, met deoogen op Hanaud gevestigd, als in een doodsangst van onzekerheid En het antwoord kwam. „Ja, doch hoe ook gefluisterd, ditmaal werd het twee malen gefluisterd. In den nacht waarin ik in het donker beneden in de schatkamer kwam, werden zij slechts éénmaal gefluisterd" „En was het dezelfde stem, die de woorden twee malen fluisterde, mademoiselle?" „Ja.ik geloof van wel.ecnig verschil viel mij niet opja". Met een vermakelijk gebaar van wanhoop, strekte Hanaud zijn armen omhoog en richtte hij zich tot de aanwezigen. „Thans zult u mijn kleine proefneming begre pen hebben Een fluisterende stem! Hoe kan meu deze van een andere fluisterende stem onder scheiden! Er zit geen klank, geen diepte, geen kracht in. Men kan van een fluisterende stem zelfs niet zeggen of zij van een man of van een vrouw afkomstig is. Wij hebben niets geen be wijs neen niet het geringste omtrent de iden titeit van den persoon door wien in den nacht van den dood van mevrouw Harlowe. gefluisterd werd „zoo is het genoeg". Met zijn hand maakte hij een beweging naar monsieur Bex. „Het zou mij aangenaam zijn. indien u deze kasten wildet openen, terwijl mademoiselle Harlowe ons vol gens haar beste weten vertellen zal, of er iets weg of van zijn plaats genomen is". Hanaud keerde naar de schatkamer terug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 17