Het ongeval op de Lek Het Proefbedrijf „Achter-Geest" Joodsche emigratie naar nieuwe gebieden Olympische indrukken. IVO ROL K. dc Boer Czn. overleden Botsing tusschen tram en vrachtauto W orst vergif tiging te Alphen aan den Rijn Soefcö rnc£ wat aoedb OUD-BURGEMEESTER VAN ASSEN- DELFT. EEN BEKENDE FIGUUR IN DE LANDBOUWWERELD. Op 83-jarigen leeftijd is gistermorgen te Assendelft overleden de heer K. de Boer Czn., oud-burgemeester der gemeente Assendelft. De heer De Boer werd 10 October 1852 te Assen delft geboren. Op 26-jarigen leeftijd werd hij be noemd tot burgemeester zijner geboorteplaats. Hij bekleedde dit ambt tot 1918. In 1888 werd hij lid van do Provinciale Stalen van Noord-Holland. Als be stuurslid van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft hij in dit college de landbouwbelan gen krachtig bepleit en zijn verdiensten werden gewaardeerd door het cere-lidmaatschap dezer maat schappij. Ook in dc Tweede Kamer, waarin de overledene van 1895 tot 1911 zitting had, vond de landbouw in hem een van zijn vurigste verdedigers. Hij was de landbouwspecialist van de liberale partij. Van 1911 tot 1923 vertegenwoordigde de heer De Boer Noord- Holland in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Later ging de heer De Boer over naar de Vrijzin nig Democratische Partij. De overledene was Ridder in de Orde van den Ne- doriandschen Leeuw. Tot voor kort was hij nog Commissaris van de Vereenigde Blikfabrieken te Krommenie, de Levensverzekering Maatschappij de Groot-Noordhollandsche van 1845, de Arnhemsche Levensverzekering Maatschappij, de Nederlandsche Heide Maatschappij en President-commissaris van de Centrale Landbouw Onderlinge. De begrafenis zal plaats hebben Zaterdagmiddag 8 uur op de algemecne begraafplaats te Assendelft. De lijken nop niet gevonden. Culemborg Tot Dinsdagmiddag vijf uur is de politie met drie booten, tien dreggen en een net op de Lek bezig geweest te trachten de lijken te vinden van den dochter van den heer U. en den heer van S. uit Nijmegen, diie bij het ongeval op de Lek om het leven zijn gekomen. Men is hierin echter niet geslaagd en heeft op genoemd uur de pogingen opgegeven. Waar schijnlijk zijn de lijken met den sterken stroom van de rivier weggevoerd. Schipper Ch. Vonk van de „Meafota", welk schip met de roeiboot in botsing is gekomen, was door het gebeurde zoo getroffen, dat hii Dinsdag de reis hij was op weg van Utrecht naar Lobith niet heeft willen voortzetten en hij Gulemborg aan den wal is blijven liggen. Gis termorgen vroeg heeft hij zijn reis vervolgd. De politie had hem reeds Dinsdagmiddag toestem ming gegeven te vertrekken. daar schipper Vonk op geen enkele wijze schuldig is aan het veroor zaken van het. zoo 'noodlottige ongeval. Drie gewonden. Gistermorgen omstreeks half acht ontstond op den Westzeedijk te Rotterdam bij de Parksluizen een aanrijding tusschen een motorwagen van lijn 10 en een vrachtauto. De tram reed in de richting van Delfshaven, de vrachtauto, bestuurd door den 43- jarigen M. W. Stigler uit Schiedam, reed op den verbindingsweg tusschen de 's Gravendijkwal en den West zeedijk. Juist op het kruispunt van den West zeedijk en den verbindingsweg botste de auto tegen de tram. Beide voertuigen werden beschadigd. Een vooruit van de tram werd ingedrukt, van de vracht auto werd de carosserie aan de voorzijde ontzet. In de vrachtauto zaten behalve de chauffeur, de 21.-jarige J. van der Linden en de 42-jarige W. J. H. Geveke, beiden uit Schiedam. Van der Linden kreeg een schaafwonde aan de rechterhand en kneuzingen aan den rug. Geveke bekwam schaaf wonden aan het gelaat, terwijl hem de tanden door den bovenlip waren gegaan. Per auto van den G.G. D. werd het drietal naar het ziekenhuis te Schie dam vervoerd. Dc vrachtauto is voor remonderzoek naar het politiebureau aan de Duivenvoordestraat gebracht. Boerderij. te Sint Pancras. Nu door het geregelde bezoek van practijk-men- sen aan het bedrijf van den Heer J. Blom voldoende duidelijk blijkt dat men »ich zeer interesseert voor hetgeen daar geschiedt, lijkt het mij wel goed toe zo nu en dan mededelingen te geven waardoor men beter op dc hoogte kan blijven. Door omstandigheden buiten mijn wil is het jaar verslag over de periode Mei 1935Mei 1936 nog niet gepubliceerd, hoewel het reeds enige maanden pers klaar ligt. Nu men geen kennis heeft kunnen nemen van de resultaten van het eerste proefjaar zal ook niet zo duidelijk uitkomen welke vooruitgang wij reeds in dit tweede jaar hebben bereikt. Door af en toe een cijfer uit de le periode te noe men zal toch getracht worden iets van die vooruit gang te laten zien. Allereerst iets over de bemesting. Alle percelen ontvingen in de loop van de laatste wintermaanden .een bemesting met slakkenmeel en wel naar ongeveer 460 kg per ha. Die percelen welke verleden jaar geen gierbemes- ting hebben gehad en welke deze bemesting ook dit jaar niet krijgen, hebben wij ook met kali zo ut bemest en wel naar 250 kg kalizout 40 per ha (op de percelen 3, 6, 10 en 11). De stikstof toediening is geschied in de vorm van gier en van kunstmest. Vanaf 25 Maart is gier gegeven naar 13 m3 per ha en wel op de per celen 2 (gedeeltelijk, om in te kuilen) en 8. De stikstof als kunstmest (kalkammonsalpeter S.M.) werd het eerst gegeven op de te kuilen per celen; het strooien werd begonnen op 25 Maart j.1. en wel naar 400 kg per ha op de kuilpercelen (6 en 7) terwijl op perceel 1 bemest werd naar 350 kg per ha. Op dit laatste perceel moest het vee het eerste geweid worden, vandaar die betrekkelijk zware be mesting. De overige percelen zijn met stikstof be- mqst „naar behoefte' dat wil zeggen, daar is de stikstofgift aangepast aan het toekomstige gebruik. De percelen welke het laatste aan de beurt zouden komen met beweiden ontvingen dit voorjaar nog helemaal geen stikstof. In totaal zijn op ruim 22,5 ha dit voorjaar ver strooid 68 balen kalkammonsalpeter van 100 kg. Er was toen gerekend op een eventuele correctie van Polen wil per jaar 100.000 joden voeren". In een bespreking van het vraagstuk der Joodsche emigratie uit Polen, schrijft de officieuze Poolsche persdienst het volgende: Men moet. het Joodsche wereldcongres afwachten, dat binnenkort in Genève bijeenkomt, en waar kwesties besproken zullen worden, welke speciaal van belang zijn voor Polen, dat na de Vereenigde Staten de grootste Joodsche bevolking heeft, n.1. van 314 millioen. Polen is betrekkelijk een overbevolkt land, 50 pro cent der Joden vinden hun bestaan in den handel. Een te aanzienlijk aantal Joden oefent geen beroep uit, en daardoor heeft de economische crisis de Joodsche bevolking bet hevigst getroffen, waarvan een groot percentage geen middelen van bestaan heeft. Als land zonder kapitaal moet Polen de oplossing van zijn vraagstuk zoeken in toename der emigratie. Men heeft berekend, dat om de Joden-kwestie op t.e lossen, het aantal Joodsche emigranten uit Polen per jaar 100.000 zou moeten bedragen. Daar dc mogelijkheden voor emigratie naar Pa lestina beperkt zijn, moet de Joodsche emigratie nieuwe gebieden zoeken, welke liggen in de overzec- sche landen. De landen die bij een oplossing van het Jodenvraagstuk betrokken zijn, door de rol wel ke zij spelen in de wereldpolitiek, alsmede door de gebieden, welke zij bezitten, zijn het meest ertoe aangewezen om op krachtdadige wijze tot Ueze op lossing bij te dragen. deze bemesting in de komende zomermaanden, maar dit is, ook tengevolge van de weersomstandigheden, niet meer nodig geweest. De genoemde 68 balen zijn verstrooid tussen 25 Maart en 6 Mei. Gemiddeld is aan stikstof verstrooid over het ge hele bedrijf 2,5 baal kalkammonsalpeter per ha (te gen 3 balen per ha in 1935). De stalmest wordt op „Achter-Geest" in de zo mer en nazomer over het land gebracht. Hiermede is een begin gemaakt in Juli en wel op de percelen 3' en 10. De veebezetting was dit jaar op 8 Mei, na aan koop van de benodigde oude schapen voor kort af weiden, als volgt: 28'melk- en kalfkoeien 6 pinken 6 kalveren 46 oude schapen 10 lammeren 2 paarden 1 stier (27 in 1935) 5 (5 ^30 (30 2 1 In het algemeen dus een iets zwaardere bezetting dan in de vorige weide-periode. Door de goede grasgroei in Maart werd bet eerste vee (jongvee en drachtige koeien), op .20 Maart al naar buiten gebracht. Het eerste melkvee ging op 9 April naar buiten; de dieren werden dan wel 's nachts opgestald, maar er werd toen al duchtig geprofiteerd van het zeer eiwitrijke, jonge gras. Op 20 April liepen alle melk koeien buiten, hoewel het opstallen nog moest ge schieden tot 24 April, alleen als gevolg van de slech te weersomstandigheden. Op 11 Mei werd de maaimachine voor dit seizoen weer in gebruik genomen. Perceel 6 werd toen ge maaid om kuilgras te hebben voor silo no. I. In silo I is een hoeveelheid gras geborgen van ongeveer 71500 kg. De opbrengst van perceel 6 bedroeg onge veer 25500 kg massa per ha. De grootte van silo I is 50 m3. Voor silo no. II met een inhoud van 30 m3, is op 19 Mei perceel 7 gemaaid. Hiervan werden verkregen 37000 kg massa, welke precies in de silo gingen. De productie van perceel 7 was ongeveer 30000 kg per ha. Op 25 Mei werd gemaaid op perceel 2, voor vul ling van silo no. III. Hierin werden 30000 kg massa geborgen (eveneens in 30 m3), maar deze silo bleek naderhand niet voldoende gevuld te zijn geweest. Do productie van perceel 2 bedroeg ongeveer 26000 kg massa per ha. Het in te kuilen gras werd vrijwel steeds de avond van te voren gemaaid, dus na het melken. Het werd dan de volgende dag, in verse toestand in de silo's gereden. In silo I is gekuild onder toevoeging van 4 wei, in silo II onder toevoeging van een 0,5 gedenatureerde suiker, terwijl in silo III gekuild is volgens de „ouderwetse" koude methode. Door de grote massa's gras welke van de „kun stukken1' werden gewonnen kon niet allés wat daar voor oorspronkelijk bestemd was, in de silo s ge borgen worden. Daarom is op 27 Mei al een begin gemaakt met maaien voor hooiwinning en wol op perceel 3, terwijl het overschot van het gemaaide op perceel 2 even eens toen al tot hooi moest worden. Het weer was evenwel niet al te gunstig voor ons doel. Perceel 10 moest er af op 28 Mei; dit perceel was eerst be doeld als reserve voor een eventueel tekort aan kuil gras. Op 29 Mei werden de eerste, speciaal voor hooi winning klaar gemaakte, percelen gemaaid (12 en 13), zodat vóór 1 Juni reeds in totaal 10 ha gemaaid was. Van deze 10 ha was het gras van. 5,25 ha in de silo's geborgen. Omstreeks half Juni was van de totale oppervlakte (26 ha) reeds twee derde gedeelte gemaaid. De ongunstige invloed van de vele regens is voor een deel uitgeschakeld door bij de hooiwinning op enkele percelen gebruik te maken van vierpoot-kla- verruiters. Deze ruiters zijn gebruikt op de percelen 3, 10, 12 en 13. Hoewel dus niet van alle perceelen het hooi geruiterd is, betekende dit hulpmiddel voor ons dit jaar vrij veel, omdat daardoor de hoeveelheid hooi die op de grond gedroogd moest worden sterk werd beperkt en het eenmaal op ruiters geborgen product vrijwel geheel veilig was voor de nadelige weersinvloeden. In totaal is op Let ogenblik reeds aan kuilvoer gewonnen een hoeveelheid van ruim 100 m3, bene-> vens een hoeveelheid hooi van ongeveer 76000 kg. De grasgroei liet niets te wensen over, het was soms zelfs nog vrij lastig een enkel perceel zooda nig kaai te weiden dat men er tevreden over kon zijn. Er is momenteel nog gelegenheid om nog 1,3 ha te kuilen, terwijl van de percelen 8 en 9 op het oogenblik nog hooi wordt gewonnen. De grootste hooi-opbrengst per ba is ongeveer 6000 kg geweest en de kleinste, tot nu toe, 4000 kg. De grote koppel weide-schapen was dit jaar zeker nodig om het gewas „bij" te houden. Zoals de omstandigheden zich nu laten aanzien zal in de komende jaren zeker geen zwaardere stikt stof bemesting nodig zijn, tenzij men de veebezett ting nog sterk zou willen opvoeren, betgeen voort lopig niet in de bedoeling ligt. Nogmaals dient te worden opgemerkt, dat er na de voorjaarsbemesting in Maart-April, in deze zot mer geen overbemesting met stikstof heeft plaats gevonden; er wordt dan ook doelbewust gestreefd naar het tijdig toedienen van stikstof teneinde nadert hand op de nawerking te kunnen teren. De Rijkslandbouwconsulent voor Noord-Holland, G. LIENESCH. (Van een specialen A.N.P.-verslaggever). Berlijn. In deze dagelijksche, vluchtig neer- getikte causerie is voorwaar geen isegrim of de een of andere nurks aan het woord. Integendeel vriendelijk is mijn gemoed en ik lach bovendien graag misschien af en toe een beetje al te veel „op zijn Groningsch', maar goed ik lach dan toch maar. Het is gezond en kost bovendien niks. Maar ik ben ook een enthousiast sportbeoefenaar niet enkel in een makkelijken stoel, maar nog veel meer op het groene veld, dat mij hulde zij den ietwat zanikenden de Genestet, die dezen schoonen regel uit den ganzenveder vloeien liet heel wat beter ligt dan het groene laken. En juist omdat mij de sport zoo na aan het hart ligt, daarom betreur ik ten zeerste het besluit der heeren, om de volgende spelen niet in Hclsingfors maar in Tokio te houden. Kijkt u eens de mensch moet bescheiden zijn en dat weten de Duitschers ook, daarom hebben zij het spreekwoord in het leven geroepen: „Bescheiden- heit ist eine Zier" en menschenkenners als zij zijn daaraan toegevoegd: „doch weiter kommt man ohne ihr" dat slaat natuurlijk niet op hen zelf, maar op anderen. Goed, een sportsman moet bescheiden blijven, hij moet omdat hij hard kan loopen, hoog kan springen, ver den kogel kan stoo- ten en laten wij nou maar zeggen op een af stand van zeventig meter ervoor zorgen, dat de speer netjes met de punt in den grond komt, hij moet daarom niet gaan meenen, dat hij nu een soort van achtste wereldwonder is. Wonderen be staan er trouwens niet, want, nietwaar, wanneer ze wel bestonden, dan zouden het geen wonderen meer zijn. Wat ik hier tik, is een staaltje van typisch Groningsche logica men moet mijns inziens uit gewone menschen geen soort van goden gaan ma ken, ook zonder dat dit wordt gedaan door sport ophemelende dwazen, is de kans lang niet uitge sloten, dat sommige lieden dit al zonder anderer hulp en bijstand doen. Er wordt in deze dagen zoo veel over de Olympische gedachte gesproken, dat bij hem die destijds het genot en het voorrecht heeft genoten zich in de klassieke schrijvers te mogen verdiepen, het vertalen van Latijnsche thema's daar gelaten onwillekeurig de gedachte naar boven komt, dat hem eens werd geleerd, dat deze feesten op heel wat eenvoudiger wijze werden gevierd dan tegenwoordig het geval is. Zeker men bekranste den winnaar, men haalde hem in met trompetge schal, men spande misschien ook nog wel de paar den van zijn wagon, maar de steden die deze feesten organiseerden, maakten er geen wedstrijd van in het millioenen uitgeven en in het trachten, elkander te overtroeven in vertoon van uiterlijke pracht en praal. Laat hier dan ook al „maar" een Groning sche nuchterling aan het woord zijn maar laten wij ingrijpen voor het telaat is en in het welbegre pen belang van de sport en minstens zooveel in dat van den sportsman ophouden met een race, waarbij iedere nieuwe Olympiade de aan haar voorafgaande met stukken moet slaan. Men zie naar het verleden Amsterdam Los Angel es Berlijn en in de toekomst Tokio. Het ging crescendo. Ik wil hiermee niet zeggen, dat al les wat men hier heeft gedaan, niet den hoogsten menschelijken lof waardig is integendeel het is alles zoo prachtig, zoo voortreffelijk, zoo onge looflijk schoon, dat het eigenlijk beangstigend is. Is het een domme wensch, een antwoord te verlan gen op de toch zoo zeer voor de hand liggende vraag, waar wij op die manier naar toe gaan? Gaat het zoo door, dan z a 1 het moment komen, dat de organisatie den heeren boven het hoofd groeit niet ieder is in organisatorisch opzicht een Duit- scher en niet ieder land heeft de beschikking over zooveel millioenen, zelfs wanneer het uitgaat van het door ons wel eens een beetje te veel vergeten prin cipe, dat de „cost voor de baet dient uit te gaan". Ik voor mij en ik mag lijden dat zij die het aan gaat er eens over mogen denken ik voor mij ge loof, dat al die pracht en praal noodzakelijkerwijze een reactie moet opwekken. Een streven naar iets meer eenvoud duidelijker gezegd, een streven naar een ietwat getrouwer nabootsing der Olympische spelen. Er is in der tijden loop wel heel veel veranderd. En ook de Olympische gedachte is niet zoo zuiver i- ergonomen als menigeen het zich wel voorstelt. «vi:l.u wij eens om maar iets en niet het minst belangrijke te noemen naar de amateurzijde van het probleem. Wie lacht daar of misschien juister, wie glimlacht daar? Hartelijk lachen zou wel heel erg onbeleefd zijn een decente glimlach staat beter. De Duitscher weet het, wanneer hij zegt: „Wir la chen nicht, wir laecheln nur". Zwijgen wij verder ik wensch niet, dat wat ik heb geschreven, verkeerd wordt uitgelegd, maar het is, dunkt mij, de moeite wel waard, er eens over na te denken. Gij hebt natuurlijk de kranten tot neen, ik kan het mij van buitenstaanders zeer wel begrijpen tot vervelens toe gelezen. En toch ook u zal het hart luider hebben geslagen, toen gij daar laast dat dat kleine Nederland zich met eere heeft gemeten met het beste van het allerbeste in een op breken en buigen gevoerden strijd. Dat was goed werk, klein Nederland Dat was met eere gewonnen, maar wat nog zoo ontzettend veel moeilijker is ook met berusting verloren. Niet iedereen kan de eerste zelfs niet de tweede of derde zijn en tot een zeer eenvoudige en ook volkomen logische formule te ruggebracht, gaat nog altijd op wat eens, lang ge leden, een grootvader van schrijver dezes over een harddraverij zeide, waar hij niet naar toe wenschte te gaan: „Waarom zal ik er heen gaan? 't Eene paard loopt harder dan 't andere". Maar ik heb mij verheugd en van harte dat onze geslagen athlelen de hooge waarheid hebben begrepen van de Olympia-hymne: „Freude sei noch im erliegen" Want dat is de kern van het sportieve probleem, zonder hetwelk te begrijpen men nooit of te nim mer een goed sportsman wordt. TAL VAN INGEZETENEN HET SLACHTOFFER Te Alplien aan den Rijn is een worst vergif tiging op groote schaal geconstateerd, waarvan tal van ingezetenen, voornamelijk in de omge ving van de Raadhuisstraat en de Jonglcindt Co- ninckstraat, het slachtoffer zijn geworden. Eenige dagen geleden deden zich in ver schillende gezinnen ziekte-verschijnselen voor waaraan aanvankelijk weinig aandacht werd geschonken. Toen de toestand der pa tiënten echter met den dag ernstiger werd en tenslotte bleekdat tal van personen in genoemd deel der gemeente dezelfde ziekte verschijnselen vertoonden in een uit elf personen bestaand gezin o.a. waren niet minder dan tien personen ongesteld gin gen sommigen er toe over de hulp van een medicus in te roepen en deze constateerde een vrij ernstige vergiftiging. Een onderzoek bracht aan het licht dat deze moest worden toegeschreven aan het gebruik vaa leverworst, afkomstig van slager J. K. die zich juist in de gemeente heeft gevestigd en bij de ope ning van zijn zaak de ondeugdelijke worst af leverde Toen een en ander ter kennis kwam van de politie heeft deze onmiddellijk een diepgaand onderzoek ingesteld. Daarbij is gebleken, dat K. de worst heeft betrokken van ziin vroegeren pa troon uit Gouda, die de worst zelf had gemaakt van door den vleeschkeuringsdienst te Gouda goedgekeurde bestanddeelen. Eenige resten van de vergiftigde worst zijn in beslag genomen en voor bacteriologisch onderzoek naar Utrecht ge zonden. Hoewel tal van patiënten nog steeds het bed moeten houden is hun toestand naar omstandig heden redelijk. Cineesch dynamiet-depot in de lucht gevlogen Tweehonderd doodefL Sjanghai5 Aug. A.N.PEen opslag plaats van dynamietdat gebruikt werd bij den aanleg van een weg tusschen Szetsjoean en Hoenan, is in de lucht gevlogen. Deze ontploffing heeft 200 slachtoffers geeischt. poets dus met De Nederlandsche tandpasta DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT. Wrak van de „Cloud of Iona' gevonden Uit Cutances wordt aan de Paris Midi ge meld: Op het strana nabij Coutances, zijn wrak stukken gevonden van de vliegboot „Cloud of Iona", o.a. een stuk van den romp. Te Gef- fosses heeft een douanebeambte den linker vleugel gevonden, die nog de boordlichten droeg. Een visscher heeft de rest der wrak stukken gevonden op de vlakte van Min- quiers. Oude vrouw door den trein vermorzeld NOODLOTTIG ONGEVAL OP HET PERRON TE UITGEEST. De 70-jarige mevrouw Molenaar uit Heem stede, die Dinsdag te 9.30 uur te Uitgeest uit de richting Amsterdam ariveerde, sprong, toen zij bemerkte, dat zij in den trein rich ting Alkmaar was gezeten, aan bet einde van het perron uit den reeds snel rijdenden trein, met het gevolg, dat zij werd vermor zeld. Om half een Dinsdagnacht werd de ongelukkige gevonden. De politie stelt een onderzoek in. KINDJE IN EEN WASCHTEIL VERDRON KEN. Gisteren is het 2-jarig dochtertje van den heer Tijhus te Beek (Limburg) in een teil water gevallen Toen de moeder het ongeval bemerkte was de kleine reeds overleden MOEDER EN DOCHTER AANGEHOUDEN Wegens diefstal van winkélgoederen Wegens diefstal van winkelgoederen, gepleegd in óóR warenhuis in het centrum van Amsterdam zijn gisteren door de politie van het bureau War moesstraat een 43-jarige vrouw en haar 13-jarig dochtertje aangehouden. Nadat hun een ver hoor was afgenomen, zijn beiden heengezonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6