Het ongeval op
de Lek
Het Proefbedrijf
„Achter-Geest"
Joodsche emigratie naar
nieuwe gebieden
Olympische
indrukken.
IVO ROL
K. dc Boer Czn. overleden
Botsing tusschen tram
en vrachtauto
W orst vergif tiging
te Alphen aan den Rijn
Soefcö rnc£ wat aoedb
OUD-BURGEMEESTER VAN ASSEN-
DELFT. EEN BEKENDE FIGUUR IN
DE LANDBOUWWERELD.
Op 83-jarigen leeftijd is gistermorgen te Assendelft
overleden de heer K. de Boer Czn., oud-burgemeester
der gemeente Assendelft.
De heer De Boer werd 10 October 1852 te Assen
delft geboren. Op 26-jarigen leeftijd werd hij be
noemd tot burgemeester zijner geboorteplaats. Hij
bekleedde dit ambt tot 1918. In 1888 werd hij lid van
do Provinciale Stalen van Noord-Holland. Als be
stuurslid van de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw heeft hij in dit college de landbouwbelan
gen krachtig bepleit en zijn verdiensten werden
gewaardeerd door het cere-lidmaatschap dezer maat
schappij.
Ook in dc Tweede Kamer, waarin de overledene
van 1895 tot 1911 zitting had, vond de landbouw in
hem een van zijn vurigste verdedigers. Hij was de
landbouwspecialist van de liberale partij. Van 1911
tot 1923 vertegenwoordigde de heer De Boer Noord-
Holland in de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Later ging de heer De Boer over naar de Vrijzin
nig Democratische Partij.
De overledene was Ridder in de Orde van den Ne-
doriandschen Leeuw. Tot voor kort was hij nog
Commissaris van de Vereenigde Blikfabrieken te
Krommenie, de Levensverzekering Maatschappij de
Groot-Noordhollandsche van 1845, de Arnhemsche
Levensverzekering Maatschappij, de Nederlandsche
Heide Maatschappij en President-commissaris van
de Centrale Landbouw Onderlinge.
De begrafenis zal plaats hebben Zaterdagmiddag
8 uur op de algemecne begraafplaats te Assendelft.
De lijken nop niet gevonden.
Culemborg Tot Dinsdagmiddag vijf uur is
de politie met drie booten, tien dreggen en een
net op de Lek bezig geweest te trachten de lijken
te vinden van den dochter van den heer U. en
den heer van S. uit Nijmegen, diie bij het ongeval
op de Lek om het leven zijn gekomen.
Men is hierin echter niet geslaagd en heeft op
genoemd uur de pogingen opgegeven. Waar
schijnlijk zijn de lijken met den sterken stroom
van de rivier weggevoerd.
Schipper Ch. Vonk van de „Meafota", welk
schip met de roeiboot in botsing is gekomen,
was door het gebeurde zoo getroffen, dat hii
Dinsdag de reis hij was op weg van Utrecht
naar Lobith niet heeft willen voortzetten en
hij Gulemborg aan den wal is blijven liggen. Gis
termorgen vroeg heeft hij zijn reis vervolgd. De
politie had hem reeds Dinsdagmiddag toestem
ming gegeven te vertrekken. daar schipper Vonk
op geen enkele wijze schuldig is aan het veroor
zaken van het. zoo 'noodlottige ongeval.
Drie gewonden.
Gistermorgen omstreeks half acht ontstond op den
Westzeedijk te Rotterdam bij de Parksluizen een
aanrijding tusschen een motorwagen van lijn 10 en
een vrachtauto. De tram reed in de richting van
Delfshaven, de vrachtauto, bestuurd door den 43-
jarigen M. W. Stigler uit Schiedam, reed op den
verbindingsweg tusschen de 's Gravendijkwal en den
West zeedijk. Juist op het kruispunt van den West
zeedijk en den verbindingsweg botste de auto tegen
de tram. Beide voertuigen werden beschadigd. Een
vooruit van de tram werd ingedrukt, van de vracht
auto werd de carosserie aan de voorzijde ontzet.
In de vrachtauto zaten behalve de chauffeur, de
21.-jarige J. van der Linden en de 42-jarige W. J. H.
Geveke, beiden uit Schiedam. Van der Linden
kreeg een schaafwonde aan de rechterhand en
kneuzingen aan den rug. Geveke bekwam schaaf
wonden aan het gelaat, terwijl hem de tanden door
den bovenlip waren gegaan. Per auto van den G.G.
D. werd het drietal naar het ziekenhuis te Schie
dam vervoerd. Dc vrachtauto is voor remonderzoek
naar het politiebureau aan de Duivenvoordestraat
gebracht.
Boerderij.
te Sint Pancras.
Nu door het geregelde bezoek van practijk-men-
sen aan het bedrijf van den Heer J. Blom voldoende
duidelijk blijkt dat men »ich zeer interesseert voor
hetgeen daar geschiedt, lijkt het mij wel goed toe zo
nu en dan mededelingen te geven waardoor men
beter op dc hoogte kan blijven.
Door omstandigheden buiten mijn wil is het jaar
verslag over de periode Mei 1935Mei 1936 nog niet
gepubliceerd, hoewel het reeds enige maanden pers
klaar ligt. Nu men geen kennis heeft kunnen nemen
van de resultaten van het eerste proefjaar zal ook
niet zo duidelijk uitkomen welke vooruitgang wij
reeds in dit tweede jaar hebben bereikt.
Door af en toe een cijfer uit de le periode te noe
men zal toch getracht worden iets van die vooruit
gang te laten zien.
Allereerst iets over de bemesting.
Alle percelen ontvingen in de loop van de laatste
wintermaanden .een bemesting met slakkenmeel
en wel naar ongeveer 460 kg per ha.
Die percelen welke verleden jaar geen gierbemes-
ting hebben gehad en welke deze bemesting ook dit
jaar niet krijgen, hebben wij ook met kali zo ut
bemest en wel naar 250 kg kalizout 40 per ha (op
de percelen 3, 6, 10 en 11).
De stikstof toediening is geschied in de vorm
van gier en van kunstmest. Vanaf 25 Maart
is gier gegeven naar 13 m3 per ha en wel op de per
celen 2 (gedeeltelijk, om in te kuilen) en 8.
De stikstof als kunstmest (kalkammonsalpeter
S.M.) werd het eerst gegeven op de te kuilen per
celen; het strooien werd begonnen op 25 Maart j.1.
en wel naar 400 kg per ha op de kuilpercelen (6 en
7) terwijl op perceel 1 bemest werd naar 350 kg per
ha. Op dit laatste perceel moest het vee het eerste
geweid worden, vandaar die betrekkelijk zware be
mesting. De overige percelen zijn met stikstof be-
mqst „naar behoefte' dat wil zeggen, daar is de
stikstofgift aangepast aan het toekomstige gebruik.
De percelen welke het laatste aan de beurt zouden
komen met beweiden ontvingen dit voorjaar nog
helemaal geen stikstof.
In totaal zijn op ruim 22,5 ha dit voorjaar ver
strooid 68 balen kalkammonsalpeter van 100 kg. Er
was toen gerekend op een eventuele correctie van
Polen wil per jaar 100.000 joden
voeren".
In een bespreking van het vraagstuk der Joodsche
emigratie uit Polen, schrijft de officieuze Poolsche
persdienst het volgende:
Men moet. het Joodsche wereldcongres afwachten,
dat binnenkort in Genève bijeenkomt, en waar
kwesties besproken zullen worden, welke speciaal
van belang zijn voor Polen, dat na de Vereenigde
Staten de grootste Joodsche bevolking heeft, n.1.
van 314 millioen.
Polen is betrekkelijk een overbevolkt land, 50 pro
cent der Joden vinden hun bestaan in den handel.
Een te aanzienlijk aantal Joden oefent geen beroep
uit, en daardoor heeft de economische crisis de
Joodsche bevolking bet hevigst getroffen, waarvan
een groot percentage geen middelen van bestaan
heeft.
Als land zonder kapitaal moet Polen de oplossing
van zijn vraagstuk zoeken in toename der emigratie.
Men heeft berekend, dat om de Joden-kwestie op
t.e lossen, het aantal Joodsche emigranten uit Polen
per jaar 100.000 zou moeten bedragen.
Daar dc mogelijkheden voor emigratie naar Pa
lestina beperkt zijn, moet de Joodsche emigratie
nieuwe gebieden zoeken, welke liggen in de overzec-
sche landen. De landen die bij een oplossing van
het Jodenvraagstuk betrokken zijn, door de rol wel
ke zij spelen in de wereldpolitiek, alsmede door de
gebieden, welke zij bezitten, zijn het meest ertoe
aangewezen om op krachtdadige wijze tot Ueze op
lossing bij te dragen.
deze bemesting in de komende zomermaanden, maar
dit is, ook tengevolge van de weersomstandigheden,
niet meer nodig geweest. De genoemde 68 balen zijn
verstrooid tussen 25 Maart en 6 Mei.
Gemiddeld is aan stikstof verstrooid over het ge
hele bedrijf 2,5 baal kalkammonsalpeter per ha (te
gen 3 balen per ha in 1935).
De stalmest wordt op „Achter-Geest" in de zo
mer en nazomer over het land gebracht. Hiermede
is een begin gemaakt in Juli en wel op de percelen
3' en 10.
De veebezetting was dit jaar op 8 Mei, na aan
koop van de benodigde oude schapen voor kort af
weiden, als volgt:
28'melk- en kalfkoeien
6 pinken
6 kalveren
46 oude schapen
10 lammeren
2 paarden
1 stier
(27 in 1935)
5
(5
^30
(30
2
1
In het algemeen dus een iets zwaardere bezetting
dan in de vorige weide-periode.
Door de goede grasgroei in Maart werd bet eerste
vee (jongvee en drachtige koeien), op .20 Maart al
naar buiten gebracht.
Het eerste melkvee ging op 9 April naar buiten;
de dieren werden dan wel 's nachts opgestald, maar
er werd toen al duchtig geprofiteerd van het zeer
eiwitrijke, jonge gras. Op 20 April liepen alle melk
koeien buiten, hoewel het opstallen nog moest ge
schieden tot 24 April, alleen als gevolg van de slech
te weersomstandigheden.
Op 11 Mei werd de maaimachine voor dit seizoen
weer in gebruik genomen. Perceel 6 werd toen ge
maaid om kuilgras te hebben voor silo no. I. In
silo I is een hoeveelheid gras geborgen van ongeveer
71500 kg. De opbrengst van perceel 6 bedroeg onge
veer 25500 kg massa per ha. De grootte van silo I
is 50 m3.
Voor silo no. II met een inhoud van 30 m3, is op 19
Mei perceel 7 gemaaid. Hiervan werden verkregen
37000 kg massa, welke precies in de silo gingen. De
productie van perceel 7 was ongeveer 30000 kg per
ha.
Op 25 Mei werd gemaaid op perceel 2, voor vul
ling van silo no. III. Hierin werden 30000 kg massa
geborgen (eveneens in 30 m3), maar deze silo bleek
naderhand niet voldoende gevuld te zijn geweest.
Do productie van perceel 2 bedroeg ongeveer 26000
kg massa per ha.
Het in te kuilen gras werd vrijwel steeds de avond
van te voren gemaaid, dus na het melken. Het werd
dan de volgende dag, in verse toestand in de silo's
gereden. In silo I is gekuild onder toevoeging van
4 wei, in silo II onder toevoeging van een 0,5
gedenatureerde suiker, terwijl in silo III gekuild is
volgens de „ouderwetse" koude methode.
Door de grote massa's gras welke van de „kun
stukken1' werden gewonnen kon niet allés wat daar
voor oorspronkelijk bestemd was, in de silo s ge
borgen worden.
Daarom is op 27 Mei al een begin gemaakt met
maaien voor hooiwinning en wol op perceel 3, terwijl
het overschot van het gemaaide op perceel 2 even
eens toen al tot hooi moest worden. Het weer was
evenwel niet al te gunstig voor ons doel. Perceel
10 moest er af op 28 Mei; dit perceel was eerst be
doeld als reserve voor een eventueel tekort aan kuil
gras.
Op 29 Mei werden de eerste, speciaal voor hooi
winning klaar gemaakte, percelen gemaaid (12 en
13), zodat vóór 1 Juni reeds in totaal 10 ha
gemaaid was. Van deze 10 ha was het gras van.
5,25 ha in de silo's geborgen.
Omstreeks half Juni was van de totale
oppervlakte (26 ha) reeds twee derde
gedeelte gemaaid.
De ongunstige invloed van de vele regens is voor
een deel uitgeschakeld door bij de hooiwinning op
enkele percelen gebruik te maken van vierpoot-kla-
verruiters. Deze ruiters zijn gebruikt op de percelen
3, 10, 12 en 13. Hoewel dus niet van alle perceelen het
hooi geruiterd is, betekende dit hulpmiddel voor ons
dit jaar vrij veel, omdat daardoor de hoeveelheid
hooi die op de grond gedroogd moest worden sterk
werd beperkt en het eenmaal op ruiters geborgen
product vrijwel geheel veilig was voor de nadelige
weersinvloeden.
In totaal is op Let ogenblik reeds aan kuilvoer
gewonnen een hoeveelheid van ruim 100 m3, bene->
vens een hoeveelheid hooi van ongeveer 76000 kg.
De grasgroei liet niets te wensen over, het was
soms zelfs nog vrij lastig een enkel perceel zooda
nig kaai te weiden dat men er tevreden over kon
zijn.
Er is momenteel nog gelegenheid om nog 1,3 ha
te kuilen, terwijl van de percelen 8 en 9 op het
oogenblik nog hooi wordt gewonnen.
De grootste hooi-opbrengst per ba is ongeveer
6000 kg geweest en de kleinste, tot nu toe, 4000 kg.
De grote koppel weide-schapen was dit jaar zeker
nodig om het gewas „bij" te houden.
Zoals de omstandigheden zich nu laten aanzien
zal in de komende jaren zeker geen zwaardere stikt
stof bemesting nodig zijn, tenzij men de veebezett
ting nog sterk zou willen opvoeren, betgeen voort
lopig niet in de bedoeling ligt.
Nogmaals dient te worden opgemerkt, dat er na
de voorjaarsbemesting in Maart-April, in deze zot
mer geen overbemesting met stikstof heeft plaats
gevonden; er wordt dan ook doelbewust gestreefd
naar het tijdig toedienen van stikstof teneinde nadert
hand op de nawerking te kunnen teren.
De Rijkslandbouwconsulent
voor Noord-Holland,
G. LIENESCH.
(Van een specialen A.N.P.-verslaggever).
Berlijn. In deze dagelijksche, vluchtig neer-
getikte causerie is voorwaar geen isegrim of de een
of andere nurks aan het woord. Integendeel
vriendelijk is mijn gemoed en ik lach bovendien
graag misschien af en toe een beetje al te veel „op
zijn Groningsch', maar goed ik lach dan toch
maar. Het is gezond en kost bovendien niks. Maar ik
ben ook een enthousiast sportbeoefenaar niet
enkel in een makkelijken stoel, maar nog veel meer
op het groene veld, dat mij hulde zij den ietwat
zanikenden de Genestet, die dezen schoonen regel
uit den ganzenveder vloeien liet heel wat beter
ligt dan het groene laken. En juist omdat mij de
sport zoo na aan het hart ligt, daarom betreur ik
ten zeerste het besluit der heeren, om de volgende
spelen niet in Hclsingfors maar in Tokio te houden.
Kijkt u eens de mensch moet bescheiden zijn en
dat weten de Duitschers ook, daarom hebben zij
het spreekwoord in het leven geroepen: „Bescheiden-
heit ist eine Zier" en menschenkenners als zij
zijn daaraan toegevoegd: „doch weiter kommt
man ohne ihr" dat slaat natuurlijk niet op hen
zelf, maar op anderen. Goed, een sportsman moet
bescheiden blijven, hij moet omdat hij hard kan
loopen, hoog kan springen, ver den kogel kan stoo-
ten en laten wij nou maar zeggen op een af
stand van zeventig meter ervoor zorgen, dat de
speer netjes met de punt in den grond komt, hij
moet daarom niet gaan meenen, dat hij nu een
soort van achtste wereldwonder is. Wonderen be
staan er trouwens niet, want, nietwaar, wanneer ze
wel bestonden, dan zouden het geen wonderen meer
zijn. Wat ik hier tik, is een staaltje van typisch
Groningsche logica men moet mijns inziens uit
gewone menschen geen soort van goden gaan ma
ken, ook zonder dat dit wordt gedaan door sport
ophemelende dwazen, is de kans lang niet uitge
sloten, dat sommige lieden dit al zonder anderer
hulp en bijstand doen. Er wordt in deze dagen zoo
veel over de Olympische gedachte gesproken, dat bij
hem die destijds het genot en het voorrecht heeft
genoten zich in de klassieke schrijvers te mogen
verdiepen, het vertalen van Latijnsche thema's daar
gelaten onwillekeurig de gedachte naar boven
komt, dat hem eens werd geleerd, dat deze feesten
op heel wat eenvoudiger wijze werden gevierd dan
tegenwoordig het geval is. Zeker men bekranste
den winnaar, men haalde hem in met trompetge
schal, men spande misschien ook nog wel de paar
den van zijn wagon, maar de steden die deze feesten
organiseerden, maakten er geen wedstrijd van in
het millioenen uitgeven en in het trachten, elkander
te overtroeven in vertoon van uiterlijke pracht en
praal. Laat hier dan ook al „maar" een Groning
sche nuchterling aan het woord zijn maar laten
wij ingrijpen voor het telaat is en in het welbegre
pen belang van de sport en minstens zooveel in
dat van den sportsman ophouden met een race,
waarbij iedere nieuwe Olympiade de aan haar
voorafgaande met stukken moet slaan.
Men zie naar het verleden Amsterdam Los
Angel es Berlijn en in de toekomst Tokio. Het
ging crescendo. Ik wil hiermee niet zeggen, dat al
les wat men hier heeft gedaan, niet den hoogsten
menschelijken lof waardig is integendeel het
is alles zoo prachtig, zoo voortreffelijk, zoo onge
looflijk schoon, dat het eigenlijk beangstigend is.
Is het een domme wensch, een antwoord te verlan
gen op de toch zoo zeer voor de hand liggende
vraag, waar wij op die manier naar toe gaan? Gaat
het zoo door, dan z a 1 het moment komen, dat de
organisatie den heeren boven het hoofd groeit
niet ieder is in organisatorisch opzicht een Duit-
scher en niet ieder land heeft de beschikking over
zooveel millioenen, zelfs wanneer het uitgaat van het
door ons wel eens een beetje te veel vergeten prin
cipe, dat de „cost voor de baet dient uit te gaan".
Ik voor mij en ik mag lijden dat zij die het aan
gaat er eens over mogen denken ik voor mij ge
loof, dat al die pracht en praal noodzakelijkerwijze
een reactie moet opwekken. Een streven naar iets
meer eenvoud duidelijker gezegd, een streven naar
een ietwat getrouwer nabootsing der Olympische
spelen.
Er is in der tijden loop wel heel veel veranderd.
En ook de Olympische gedachte is niet zoo zuiver
i- ergonomen als menigeen het zich wel voorstelt.
«vi:l.u wij eens om maar iets en niet het minst
belangrijke te noemen naar de amateurzijde van
het probleem. Wie lacht daar of misschien juister,
wie glimlacht daar? Hartelijk lachen zou wel heel erg
onbeleefd zijn een decente glimlach staat beter.
De Duitscher weet het, wanneer hij zegt: „Wir la
chen nicht, wir laecheln nur".
Zwijgen wij verder ik wensch niet, dat wat ik
heb geschreven, verkeerd wordt uitgelegd, maar het
is, dunkt mij, de moeite wel waard, er eens over na
te denken.
Gij hebt natuurlijk de kranten tot neen, ik kan
het mij van buitenstaanders zeer wel begrijpen
tot vervelens toe gelezen. En toch ook u zal het
hart luider hebben geslagen, toen gij daar laast
dat dat kleine Nederland zich met eere heeft gemeten
met het beste van het allerbeste in een op breken
en buigen gevoerden strijd. Dat was goed werk,
klein Nederland Dat was met eere gewonnen, maar
wat nog zoo ontzettend veel moeilijker is ook
met berusting verloren. Niet iedereen kan de eerste
zelfs niet de tweede of derde zijn en tot een zeer
eenvoudige en ook volkomen logische formule te
ruggebracht, gaat nog altijd op wat eens, lang ge
leden, een grootvader van schrijver dezes over een
harddraverij zeide, waar hij niet naar toe wenschte
te gaan: „Waarom zal ik er heen gaan? 't Eene
paard loopt harder dan 't andere".
Maar ik heb mij verheugd en van harte dat
onze geslagen athlelen de hooge waarheid hebben
begrepen van de Olympia-hymne: „Freude sei noch
im erliegen"
Want dat is de kern van het sportieve probleem,
zonder hetwelk te begrijpen men nooit of te nim
mer een goed sportsman wordt.
TAL VAN INGEZETENEN HET
SLACHTOFFER
Te Alplien aan den Rijn is een worst vergif
tiging op groote schaal geconstateerd, waarvan
tal van ingezetenen, voornamelijk in de omge
ving van de Raadhuisstraat en de Jonglcindt Co-
ninckstraat, het slachtoffer zijn geworden.
Eenige dagen geleden deden zich in ver
schillende gezinnen ziekte-verschijnselen
voor waaraan aanvankelijk weinig aandacht
werd geschonken. Toen de toestand der pa
tiënten echter met den dag ernstiger werd
en tenslotte bleekdat tal van personen in
genoemd deel der gemeente dezelfde ziekte
verschijnselen vertoonden in een uit elf
personen bestaand gezin o.a. waren niet
minder dan tien personen ongesteld gin
gen sommigen er toe over de hulp van een
medicus in te roepen en deze constateerde
een vrij ernstige vergiftiging.
Een onderzoek bracht aan het licht dat deze
moest worden toegeschreven aan het gebruik vaa
leverworst, afkomstig van slager J. K. die zich
juist in de gemeente heeft gevestigd en bij de ope
ning van zijn zaak de ondeugdelijke worst af
leverde Toen een en ander ter kennis kwam van
de politie heeft deze onmiddellijk een diepgaand
onderzoek ingesteld. Daarbij is gebleken, dat K.
de worst heeft betrokken van ziin vroegeren pa
troon uit Gouda, die de worst zelf had gemaakt
van door den vleeschkeuringsdienst te Gouda
goedgekeurde bestanddeelen. Eenige resten van
de vergiftigde worst zijn in beslag genomen en
voor bacteriologisch onderzoek naar Utrecht ge
zonden.
Hoewel tal van patiënten nog steeds het bed
moeten houden is hun toestand naar omstandig
heden redelijk.
Cineesch dynamiet-depot in
de lucht gevlogen
Tweehonderd doodefL
Sjanghai5 Aug. A.N.PEen opslag
plaats van dynamietdat gebruikt werd bij
den aanleg van een weg tusschen Szetsjoean
en Hoenan, is in de lucht gevlogen. Deze
ontploffing heeft 200 slachtoffers geeischt.
poets dus met
De Nederlandsche tandpasta
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
Wrak van de „Cloud of Iona'
gevonden
Uit Cutances wordt aan de Paris Midi ge
meld:
Op het strana nabij Coutances, zijn wrak
stukken gevonden van de vliegboot „Cloud
of Iona", o.a. een stuk van den romp. Te Gef-
fosses heeft een douanebeambte den linker
vleugel gevonden, die nog de boordlichten
droeg. Een visscher heeft de rest der wrak
stukken gevonden op de vlakte van Min-
quiers.
Oude vrouw door den trein
vermorzeld
NOODLOTTIG ONGEVAL OP HET
PERRON TE UITGEEST.
De 70-jarige mevrouw Molenaar uit Heem
stede, die Dinsdag te 9.30 uur te Uitgeest
uit de richting Amsterdam ariveerde, sprong,
toen zij bemerkte, dat zij in den trein rich
ting Alkmaar was gezeten, aan bet einde
van het perron uit den reeds snel rijdenden
trein, met het gevolg, dat zij werd vermor
zeld. Om half een Dinsdagnacht werd de
ongelukkige gevonden. De politie stelt een
onderzoek in.
KINDJE IN EEN WASCHTEIL VERDRON
KEN.
Gisteren is het 2-jarig dochtertje van den
heer Tijhus te Beek (Limburg) in een teil water
gevallen Toen de moeder het ongeval bemerkte
was de kleine reeds overleden
MOEDER EN DOCHTER AANGEHOUDEN
Wegens diefstal van winkélgoederen
Wegens diefstal van winkelgoederen, gepleegd
in óóR warenhuis in het centrum van Amsterdam
zijn gisteren door de politie van het bureau War
moesstraat een 43-jarige vrouw en haar 13-jarig
dochtertje aangehouden. Nadat hun een ver
hoor was afgenomen, zijn beiden heengezonden.