Nieuwe oproep van
den Negus
Muiterij op Porfugeesche
oorlogsbodems
Uit ile Lippische geschiedenis
worden, dat Bernhard op de terugreis over Olden-
zaal kwam en dpar de bisschopswijding ontving van
zijn zoon Otto, die toentertijd bisschop van Utrecht
was.
De bezittingen van het geslacht zur Lippe hadden
zich in den loop der jaren door erfenis, door verove
ring en door samenvoeging aanzienlijk uitgebreid. In
f150 kwamen zij in het bezit van Detmold, in 1322
van Schwalenberg, Biesterfeld en Weissenfeld. In
1368 werd het eerstgeboorterecht ingesteld en daar
mee eigenlijk de dynastie erfelijk gegrondvest.
Nadat In 1405 de toenmaals zoo schoone en rijke
bezitting Sternberg tot de goederen der Lippe's was
toegevoegd, kreeg het geslacht in 1528 officieel den
titel van graaf.
De eerste Lippische heer, die dien titel voerde, was
Bernhard de achtste. Hij verbleef meestal in het slot
van Detmold, evenals zijn zoon graaf Simon de zesde
zur Lippe, die van 1563—1614 regeerde en niet slechts
onder de Lippische heeren de eerste plaats inneemt,
doch ook een rol heeft gespeeld in de Duitsche ge
schiedenis. De geschiedschrijvers, die zich met deze
figuur hebben bezig gehouden, schetsen hem allen als
een bijzondere persoonlijkheid, die een der merkwaar
digste verschijningen van zijn tijd is geweest.
Zijn aan afwisselingen en avonturen zoo rijk le
ven voerde hem ook naar de Nederlanden, waar hij
in 1591 en 1592 vertoefde. Hij maakte toen deel uit
van de in opdracht van keizer Rudolf den tweeden
ondernomen bijzondere missie naar België en naar
ons land, om te trachten den vrede te stichten tus
schen Koning Philips den tweeden van Spanje en de
in opstand gekomen Nederlanden. De eigenhandige
aanteekeningen van den graaf over deze reis Avorden
in het vorstelijke huisarchief van Detmold bewaard.
Merkwaardig is wel, dat waar Munster en Pader-
born oude bisschopssteden zijn met een overwegend
katholieke bevolking, in Lippe het protestantisme,
reeds van den eersten tijd der reformatie af, grooten
invloed heeft gehad. Ook de graven van Lippe had
den het Protestantsche geloof aanvaard.
Simon de zesde, over wicn wij hierboven het een
en ander mededeelden, heeft reeds in zijn jeugd den
godsdienststrijd meegemaakt. Na den dood van zijn
vader zond zijn moeder hem met het oog op zijn
ontwikkeling naar Parijs. Ilij was daar juist in den
tijd van den Bartholomeusnacht.
Slechts met moeite gelukte het den jongen graaf
zich verborgen te houden en op die manier aan de
vervolging der protestanten te ontkomen. Op lateren
leeftijd was het aan zijn bezonnenheid te danken, dat
de opstand van de Lcmgo'crs, nadat de gereformeerde
leer officieel ingevoerd was, zonder bloedigen strijd
verliep.
Zijn zoon, graaf Simon, de zevende, wordt be
schouwd als de stamvader van het geslacht Lippe—
Detmold, dat bijna drie eeuwen de regeerende tak in
Lippe is geweest.
In 1789 werden de leden van het regeerende huis
tot vorsten verheven met den titel Fuerst zur Lippe.
Daarnaast ontstonden twee grafelijke zijtakken:
LippeBiesterfeld en LippeWeissenfeld. Als een be
wijs van de vele betrekkingen, welke van de vroeg
ste tijden af tusschen Lippe en Nederland bestaan
hebben, kunnen wij nog vermelden, dat een der Lip
pische graven, Simon Heinrich, gehuwd was met
bruggravin Amalie zu Dohna, souvereirie vrouwe van
Vianen en Ameiden, erfburggravin van Utrecht,
waardoor de heerlijkheid Vianen in het bezit kwam
van het Lippische huis. HUn zoon, Friedrïch Adolf,
in 1834 naar uit bescheiden in de Lippische Landes-bi-
bliotheek bleek, haar Leiden gezonden om daar met
„dem Prinzen von Oraniën und andern leute von lcon-
dition bekanrit gemacht zu werden". Graaf Friedrich
Adolf werd echter in Leiden ziek en zijn moeder
haalde hem na verblijf van een jaar in ons land weer
naar Deünold terug.
Ook later zou Friedrich Adolf nog met de Neder
landen in contact komen zij het dan ook op een.
andere wijze.
De prins van Oranje deed, toen de Franschen hel J
Rijnland waren binnengevallen, een beroep op den
Keurvorst van Brandenburg.' Deze had een verbond
met verschillende Duitsche vorsten 'gesloten en zond
den prins hulptroepen. Graaf Simon Heinrich von
Lippe, de vader van Friedrich Adolf, besloot een re
giment ruiters te zenden om de Vereenigde Nederlan
den te hulp te komen.
Zijn zoon werd tot overste aangesteld en nam aan
tal van veldslagen tegen de Franschen deel. Zoo
wordt zijn naam genoemd en die van het Lippische
regiment bij den slag van Fleuris en bij dien van
Neerwinden.
Naast de vorstelijke linie en de beide grafelijke
linies is er nog een vierde tak, welke met Lippe
verbonden is. Het is de linie Lippe-Alferdissen, wel
ke in de 18de eeuw door huwelijk het graafschap
Schaumburg verkreeg en sinds dien tijd Scliaum-
burg-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is ook deze
tak vorstelijk.
In 1S95 is groot opzien gewekt in ï>uitschland door
den strijd over de troonsopvolging in Lippe. Deze
kwestie heeft een tijdlang in het middelpunt der
Duitsche binnenlandsche politiek gestaan, mede door
het persoonlijk ingrijpen van den Duitschen keizer.
De kwestie trok zelfs de aandacht ver over de gren
zen van het kleine land en werd aan buitenlandsclie
hoven en kanselarijen besproken.
De Lippische troonstrijd, die in 1895 uitbrak, is
oorspronkelijk een familiestrijd tusschen de in Det
mold regeerende hoofdlinie en de beide grafelijke zij
takken Lippe-Biesterfeld en Lippe-Weissenfeld. Eerst
toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie zonder
erfgenamen zou uitsterven, nam de familiekwestie 'n
staatkundig karakter aan.
Als laatste regeerende vorst stierf in 1895 vorst
Woldemar. Zijn eenige broeder, prins Alexander,
die sinds vele jaren, in een inrichting voor geestes
zieken verpleegd werd, kwam voor de troonsopvol
ging niet in aanmerking. Er waren toen drie pre
tendenten voor den Lippischen troon: het vorstelijk
huis Schaumburg-Lippe en de grafelijke takken
Biesterfeld en Weissenfeld. Het zou ons te ver voe
ren de aanspraken, welke elk der pretendenten meen
de te kunnen doen gelden, hier uiteen te zetten. In
de Lippische archieven kan men daarover een schat
van literatuur vinden. Het probleem werd bij een
scheidsgerecht, onder voorzitterschap van den Ko
ning van Saksen, aanhangig gemaakt en na een
langdurig procedure werd de linie Lippe-Biesterfeld
in het gelijk gesteld en besteeg Ernst, graaf en heer
Zur Lippe-Biesterfeld, graaf van Schwalenberg en
van Sternberg enz., den Lippischen troon. Hij heeft,
zich een buitengewone populariteit weten te ver
werven en een standbeeld in het Detmoldcr slotpark
getuigt nog van de vereering, welke zijn onderdanen
hem toedroegen.
Ernst had twee zoons: de oudste, Leopold en de
jongere, prins Bernhard. Leopold volgde hem in
1905 als vorst van Lippe op en regeerde tot 1918. De
revolutie-golf, welke bij het einde van den wereldoor
log over Duitschland ging en het keizerrijk en alle
koninkrijken en vorstendommen wegvaagde, maakte
aan zijn bestuur een einde. Thans woont hij terug
getrokken en eenvoudig op het oude slot in Det
mold.
Zijn broeder Bernhard, is de vader van den ver
loofde van onze prinses.
Leopold en Bernhard gingen zooals gewoonte
was bij de zoons van vorstelijke huize in militai
ren dienst. Leopold werd officier bij do garde-Ulila-
nen in Potsdam en Bernhard bij de huzaren.
De militaire loopbaan van Leopold nam vrij spoe
dig een einde, omdat hij in verband met de troons
opvolging in Lippe zijn onislag nam.
Prins Bernhard was en bleef officier. Na de
troonsbestijging van zijn vader werd hij overge
plaatst na'ar het 'huzarenregiment „Keizer Nikolaas
van Rusland" in Paderborn, waardoor hij in de
nabijheid van het ouderlijk huis en van het Lippi
sche volk bleef.
Aan het leven van dit volk, aan de landelijke ge
noegens van de bewoners zoowel als aan de cultu-
rcele zijde van het landsbestuur nam hij steeds met
groote opgewektheid deel. Ook hij mocht zich in
een groote populariteit verheugen. Zijn natuurlijke
gemoedelijkheid, zijn uitgesproken sympathie voor 't
Lippische volk, kwamen wel bijzonder tot uiting bij
volksfeesten, waar hij steeds gaarne aan deelnam.
In Detmold spraken wij menschcn, die prins Bern
hard persoonlijk gekend hadden en zij vertelden
ons, dat het volk nog nooit, medegemaakt had, dat
een prins uit het regeerende huis danste met bet
eenvoudigste meisje uit het dorp, dat hij met arbei
ders en knechten een glas bier dronk.
En hoe deed hij het? In alles was hij zonder pose,
hij deed het als een uitdrukking van de meest na
tuurlijke verbondenheid en saamhoorigheid. Dit
maakte hem overal geliefd.
De ouders van den jongen prins Bernhard.
De mooiste tijd uit bet leven van prins Bernhard
was ongetwijfeld de tijd van zijn verblijf in Pader
born. Daar leerde hij ook zijn latere echtgenoote
kennen, Gravin Cramm-Crievcn, die met den graaf
van Oeynhausen gehuwd was geweest, doch van
dezen gescheiden was.
Spoedig na hun huwelijk vertrokken prins Bern
hard en zijn vrouw naar hun bezitting Woynowo bij
Bomst. aan den Poolschcn grens. Woynowo was een
heerlijkheid, vele duizenden morgen land groot.,
welke tot de erfenis van de gravin Cramm-Crieven
behoorde. Prins Bernhard werd grootgrondbezitter
en bleef dit tot. aan het einde van zijn leven.
Zijn vrouw is van haar jeugd af een enthousiaste
bewonderaarster van de paardensport geweest. Deze
sport in den meest edelen zin van het woord
werd in Woynowo met bijzondere voorliefde be
oefend. De prinses reed op alle groote concoursen
in Oost-Duitschland met veel succes om de hoogste
prijzen en onderscheidingen.
Vele -jaren was Woynowo het middelpunt van het
verkeer der adellijke families uit de omgeving, tot
dat. door do Novembcr-revolutic niet alleen de Lip
pische troon viel, doch ook een groot gedeelte van
het familievermogen verdween. De inflatie in den
na-oprlogschcn tijd kwam daar nog bij en dit alles
tezamen was oorzaak, dat het eens zoo vroolijke en
levensblije huis Woynowo stiller en stiller werd.
In dezen onrustigen en zorgvollen tijd viel het ac
cent in het leven van prins Bernhard en zijn echt
genoote meer en meer op de huiselijkheid en het
innige familie-leven. Zij zochten en vonden hun
geluk in den omgang en in de opvoeding van hun
beide zoons, de prinsen Benno en Aschvvin.
Gericht tot de openbare .meening
van de wereld
.- - - *<e rr.
Londen Naar aanleiding van de aanstaan
de assemblee heeft de Negus opnieuw een op-
'proep tot de openbare meening der wereld ge
richt, waarin hij vrede en gerechtigheid voor
Abessinië verlangt.
Hij zegt, dat meer dan twee derden van l:et
land nog niet door de Italianen bezet' is en
dat de voorloopige regeering in West- Ahessi-
nië ongehinderd haar beheer voert. Door pro
paganda tracht Italië het volk er van te over
tuigen at geen Abess. regeering meer is aan
den Volkenbond, aldus de oproep, is echter me-
degedeeld, dat in West-Abessinië een voorloo
pige regeering bestaat.
Abessinië onderhoudt nog steeds betrekkin
gen met andere mogendheden en ook zijn vol
kenbondslidmaatschap is niet vervallen.
Een oproep wordt gedaan op de volken der.
wereld om de welwillendheid in daden om te
zetten en het Abessijnsche volk uit de handen
van den aanvaller te bevrijden.
Eenige salvo's op de schepen
gelost.
Uit Lissabon wordt gemeld, dat een deel der
bemanning van twee Portugeesche oorlogs
schepen, de „Alfonso Alhuqnerque" en de „Dao"
gisterochtend vroeg aan het muiten .is geslagen.
De kustbatterijen hebben op bevel der regeo-
ring eenige salvo's op de schepen gelost. Ver
volgens zijn heide schepen de Taag opgesleept,
waarna de muiters fver'den ingerekend.
In het geheele land heerscht rust.
Zes doodennegen gewonden.
Nader uit Lissabon Bij het bombardement
der muitende oorlogsschepen door de kustbat
terijen zijn aan boord der schepen zes personen
gedood en negen gewond.
Te Lissabon zijn bijzondere voorzorgsmaatre
gelen getroffen de strategische punten zijudoor
troepen bezet, terwijl de departementen en an
dere gebouwen door de politie worden bewaakt.
Het is rustig in de stad.
marine- en, oranjeveste met zeer veel enthou
siasme ontvangen. Direct na het bekend worden der
heugelijke tijding werden zoowel van de openbare
gebouwen als van tal van particuliere woningen do
vlaggen uitgestoken, in verscheidene st,raten zelfs
huis aan huis. In den loop van den middag ver
drongen zich de menschen bij het uitreiken van bul
letins, welke de laatste bijzonderheden, van prins
Bernhard vermeldden.
Des avonds werd door een viertal muziekcorpsen,
w.o. de Koninklijke Marinekapel een rondgang door
de stad gemaakt, waaraan o.m. werd deel genomen
door de Üranjc-garde. -Voor het raadhuis werd de
stoet ontvangen door den burgemeester van Den
Helder, den heer G. Ritmeester. Een geweldige men-
schenmassa was hier bijeen. Het hoogtepunt van de-
zon feestelijken dag werd gevormd door een feest
avond in het Casino, onder leiding van den burge
meester, door de beide Oranje-vereenigingcn georga
niseerd. De zaal was tot de laatste plaats bezet.
Er heersclite een buitengewone opgewekte stem
ming onder de aanwezigen, welke zich uitte door het
meezingen van tal van vaderlandsche liederen. Do
burgemeester hield een .toespraak, welke hij besloot
met het uitbrengen van een driewerf hoezeer op het
Koninklijk Huis.
NEDERL.-INDIË.
Groote geestdrift te Batavia.
Aneta seint uit Batavia: Het telegrafisch bericht,
waarin de verloving van H. K. H. Prinses Juliana
gemeld werd, is aanstonds door de dagbladen ge-
bulletineerd en allenvege met groote geestdrift ont
vangen. Het bericht kwam in den laten namiddag,
en de verschijning der bulletins werd aangekondigd
door het geloei van de sirene op den toren van het
Aneta-gebouw. Vandaar en uit de kantoren der dag-
bladbureaux werden de bulletins uitgedeeld. Stroo
men voetgangers, fietsers en automobilisten verdron
gen zich daar, en telkens golfde de menigte weer
aan wanneer nieuw sirenegeloei aankondigde, dat
nadere berichten waren ontvangen.
DE VERLOVING AAN EX-KEIZER WILHELM
MEEGEDEELD.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, heeft gistermiddag officieel namens H. M.
de Koningin op „Huize Doorn" de mededceling der
verloving van II. K. H. Prinses Juliana overgebracht.
De vlaggen werden daarop onmiddellijk op het
kasteel cn op de andere gebouwen geheschen.
Ex-keizer Wilhelm heeft zich met groote ingeno
menheid uitgelaten over de verloving, welke hem
zeer verheugde.
Een redacteur van het A.N.P., die (*migc
dagen in Detmold, de hoofdstad van het
voormalige vorstendom Lippe heeft ver
toefd, meldt in verband met de verloving
van Prinses Juliana met Prins Bernhard
zur Lippe-Biesterfeld het volgende:
Niet. ver van de Nederlandsch-Duitsche grens, te
gen het oude Westfalen aan, ligt het vorstendom
Lippe, voor een groot deel bedekt door de bosschen
van het Tcutoburgerwoud, dat zich van het noord
westen naar het noordoosten tusschen de oude
bisschopssteden Osnabrück en Paderborn uit
strekt.
Pi-achtige bosschen van loofboomen, hier en daar
onderbroken met naaldbossphen, bedekken voor het
grootste deel dezen bergketen. Het land is van een
zeer bijzondere schoonheid. De heide gaat over. in
beboschte heuvels, die weer door weiden van elkaar
zijn gescheiden. Hier en daar ziet men dox-pjes en
steden liggen, waarvan de meeste als badplaats eeix
groote bekendheid hebben gekregen. Met geheele ge
bied is bijzonder rijk aan geneeskrachtige bronnen
en nci'gens liggen in het noordelijk deel van het
Duitsche rijk de kurplaatscn zoo dicht bij elkaar
als in het Lippische land.
Ook voor den Nedei-lander, die zijn vacantie bui
ten de grenzen doorbrengt, is Lippe en het Teuto-
burgerwoud niet onbekend. Geen van hen, die in het
Teutoburgenvoud vertoefd hebben, zal verzuimd
hebben den Grotenburg met het geweldige Hcrmanns-
dcnkmal, het symbool der Germaansche overwinning
op de Romeinsche legerscharen, te bezoeken. Hier
heeft liet woud ook zijn grootste bi-eedte en oefent
op allen een bijzondere aantrekkingskracht uit door
zijn lieflijkheid en wonderlijke schoonheid, waardoor
een ieder, die eenmaal de bekoring van dit dichtbe
groeide bergland heeft gekend, er steeds gaarne te
rugkeert.
Nauw met den Grotenburg en daardoor met het
geheele Teutoburgerwoud verbonden is Detmold, de
residentie van de Lippische vorsten.
Weinig zullen de Nederlanders, die in Detmold en
in andere badplaatsen in Lippe bekend zijn, vermoed
hebben, dat de naam Lippe nog eens in de geschie
denis zoo nauw met Nedeiland verbonden zal wor
den als nu door de verloving cn het a.s. huwelijk
van II.K.II. Prinses Juliana met Prins Bernhai-d zur
Lippe-Biesterfeld staat te gebeuren.
Vele betrekkingen met de Nederlanden.
De geschiedenis van Lippe, zijn volk en zijn voi'sten-
gcslacht, gaat tci'ug tot in het duister der vi'oege
middeleeuwen.
Voor de 12de eeuw is geen enkel feit met zekei--
lieid en historische nauwkeui'igheid vast te stellen.
In oude kronieken wordt beschreven hoe de hoeren
van Lippe reeds in de oudste tijden onder do Ger
maansche. volken in gx-oot aanzien stonden en als
zoogenaamde „edele heeren" gi'oote bezittingen erfe
lijk bezaten. Historisch staat vast, dat de heeren van
Lippe reeds Karei den Grooten met de wapenen ge
diend hebben.
De eerste hecrscber over Lippe, van wien met ze
kerheid iets gezegd kan worden, is Bernhard, heer
van Lippe, die met zijn broer Hermann in het leger
fvan keizer Lothariüs diende, toen deze nog Saksisch
hertog was. Beiden namen een groot aandeel in het
beleg van Munster in 1121. De oudste oorkonde,
waarin over Bernhard van Lippe iets te vinden is,
dateert van 1123.
Dc figuur van Bernhard de Tweede, die waar
schijnlijk omstx-ecks 1140 geboren werd, vei'schijnt
reeds in een duidelijk histoi-isch licht. Hij was een
geboren krijgsman en wordt ook beschouwd als de
stichter van Lippstadt en van Lemgo. Toen hij ouder
werd besloot hij in een klooster te gaan, doch zijn
avontuurlijke geest hield het daar niet lang uit.
In 1211 toert hij reeds een grijsaard was trok
hij met bisschop Albert van Riga mede op een kruis
tocht tegen de Germaansche heidenen. Hij sloeg de
stammen der Estcn en Russen terug en vlocht zich
hij die gelegenheid nieuwe lauweren wegens zijn
gi-oote dapperheid.
De ovennacht der heidenen was echter groot en
omdat men wel inzag, dat het onmogelijk was zonder
hulp van buiten op den duur tegen hun invallen
stand te houden, werd Bernhard naar Denemarken
gezonden om koning Waldemar hulp te vragen. Deze
werd gaarne verleend. Daarna trok Bernhard naar
Rome om Paus Ilonorius den dei'den eveneens om
hulp te vragen cn hem met aandrang te verzoeken
dc bedreigde Christenen in het verre noorden bij te
staan.
De paus benoemde den grijsaai'd als blijk van
waardeering voor zijn verdiensten tot Bisschop van
Selburg. Als een merkwaardigheid vooral omdat
ons land hierbij betrokken is kan nog vermeld
Lippe-Biesterfeld in den laatsten tijd.
Graaf Ernst, die in 1905 op den Lippischen troon
kwam, woonde in het slot Obercassel met het daar
bij behoorende oude klooster Ileisterbach. In het
park van Heisterbach bevindt zich ook het mauso
leum van de heeren Zur Lippe-Biesterfeld.
De latere vorst Leopold en zijn broeder, prins
Bernhard, werden beiden in Obercassel geboren.
Hun jeugd brachten de beide prinsen voor een
groot gedeelte door op het kasteel Neudorf bij Bent-
schen in het tegenwoordige Polen, een bezitting der
familie.
GROOTER ACCOMODATIE IN DE
„HINDENBURG"
Berlijn Aangezien het luchtschip „Hin
denburg" met zijn 50 plaatsen niet meer vol
doet aan de vele aanvragen tot passage, zal het
aantal cahines met 12 worden verhoogd, 10
tweepersoons en 2 eenpersoons hutten zullen
worden bijgebouwd. In het vervolg zal het lucht
schip dus 72 passagiers kunnen vervoeren.
Beide prinsen waren in Jena geboren, Benno in
1911, Aschwin in 1914.
Dc oude prins Bomhard is in Juni 1934 gestorven,
In zijn laatste levensjaren heeft hij nog het geluk
gesmaakt zijn beide zoons te zien opgroeien tot bij
zonder begaafde menschen. Hij had dc overtuiging,
dat zoowel Benno als Aschwin zich een plaats in
de maatschappij zouden verwerven door eigen be
kwaamheid.
Zelf had hij zich in het leven veel moeten ontzeg
gen. De wereldoorlog, welke hij van het begin tot
bet einde medemaakte, viel in zijn beste jaren. Daar
na moest hij den druk verdragen, welke na de No-
vembcrrevolutie in 1918, de familie-leden van vroe
gere vorstenhuizen ondervonden. En ten slotte had
hij groote zorgen bij het bestuur van zijn uitgebreide
goederen. In de laatste jaren werd een groot ge
deelte van het Woynowo-er grondbezit verkocht, aan
de familie Lippe-Biesterfeld bleef het slot, de naaste
omgeving en het meer.
In het thans eenzame kasteel leeft de prinses
zij is 53 jaar oud een rustig en teruggeti-okken
leven, in de herinneringen aan haar echtgenoot en
aan ech schoon verleden, doch gelukkig met haar
beide kinderen, aan wien zij al haar zorgen wijdt.
Prins Benno.
Prins Bernhard Benno noemen zijn vrienden
hem is 29 Juli 1911 te Jena gcboi'en en is dus
25 jaar oud.
Hij doorliep het gymnasium te Bei-lijn en na zijn
eindexamen ging hij aan de Bex-lijnsche universiteit
in de rechtswetenschappen studeeren. Hij heeft het
vorige jaar' zijn randidaatsexamen gedaan.
Vervolgens vei-toefde hij ecnigen tijd in Engeland
cn maakte ook ccn reis naar Marokko. Daarna is
hij in dieilst getreden bij dc I. G. Farben, het groote
chemische wei-eldconcern. De jonge prins, die de
Fransche taal volkomen behcerscht, werd geruimen.
tijd gedetacheerd in Parijs bij het Fx-ansche filiaal.'
Ook heeft hij later gewerkt op het hoofdkantoor der
I. G. Farben in Berlijn.
Den prins zelf hebben wij niet kunnen ontmoeten.
Wel eenige vrienden van hem. Zij schetsten hem als
een vroolijke, sportieve jongeman, die eenvoudig
door het leven wenscht te gaan en wiens belang
stelling vooral uitgaat naar wetenschappelijke en
eultureele vraagstukken.
Buitengewoon beminnelijk in den omgang als hij;
is, waren zij er zeker van, dat hij zich binnen kox*-
ten tijd even populair zal maken in zijn nieuwen
levenskring als in den intiemen vriendenki-ing van
gymnasium en universiteit.
Ook uiterlijk is de lange en slanke prins een
krachtige, sterke jongeman.
Iemand van groote begaafdheid, van prettige om-
gangsvormen, een stil en rustig, tot overpeinzing
geneigd karakter, doch daarbij een vlot sportsman,
een goed ruiter, een trouw vriend en boven alles
een degelijke persoonlijkheid, ziedaar hoe zijn vrien
den over hem spreken.
Prinses Juliana en Prins Benno hebben elkaar
herhaaldelijk ontmoet. Ook tijdens liet vacantievei'-
blijf van de Koningin en de Prinses in Zwitserland
was prins Benno eenigen tijd in hun omgeving.
Thans logeert de prins in Holland bij een hem be
vriende familie.
Troepenverscheping naar
Palestina
Londen 8 September (A.N.P.) Naar boden
vernomen wordt zal de troepenverscheping van
de eerste divisie naar Palestina met 7 trans
portschepen. worden volbracht. Hot eerste.schip
zal Zaterdag a.s. de haven van Southampton
verlaten en 22 September a.s. zullen alle troe
pen onderweg zijn.
De versterking bestaat uit drie infanterie-bri-
gaden, bestaande uit 12 bataillons, alsmede een
aantal pionier- en verbindingsgroepen. De nieu
we opperbevelhebber voor Palestina, generaal
Dill, is heden uit Londen vertrokken. Hij zal
zich te Marseille aan boord van den torpedo
jager „Douglas" begeven.
Noodlottige aardverschuiving
in Britsch Indië
Zeven dorpen bedolven.
Lucknow In Garhwal (United Provinces)
zijn zeven dorpen door een aardverschuiving
bedolven.
Men vreest, dat talrijke bewoners om bet le
ven zijn gekomen.
ENGELSCH SCHIP GETEISTERD DOOR
GIFTIGE INSECTEN
Parijs Te Duinkerken is gistermorgen het
Engelsche stoomschip „Sea Rumber" binnen-
geloopen. Op de reis van Dakar naar Madeira
heeft dit schip de helft van zijn bemanning be
staande uit 24 koppen, verloren.
Zeven opvarenden waren gestorven, terwijl
vijf in hopeloozen toestand te Madeira aan land
zijn gebracht.
Men vermoedt, dat de slachtoffers te Dakar
door giftige insecten zijn gestoken.
Uit een onderzoek is gebleken, dat van ver
giftiging door levensmiddelen of water geen
sprake kan zijn.
HUIS INGESTORT TE CAIRO.
Dertig personen bedolven
Cairo In de wijk Babel Luk is een huis
van drie verdiepingen ingestort, waardoor een
dertigtal personen werd bedolven. De brand
weer slaagde er in allen te redden. Enkele per
sonen zijn zwaar gewond.
DREIGENDE BERGVERSCHUIVING IN
ZWITSERLAND
Bern. Sedert gisterochtend is de bevolking
van het gebied Silenen in de vallei van de
Reuss gewaarschuwd, dat een bergversohuiving
van de Windgalle dreigt. Men vreest voor een
ramp.
BOSGHBRANDEN IN ZUlD-FRANKRIJK
DUREN VOORT
Brignoles De boschbranden in Zuid-
Frankrijk duren nog voort en de mistral is
toegenomen, zoodat gevaar voor uitbreiding van
de branden bestaat.