Nieuwe oproep van den Negus Muiterij op Porfugeesche oorlogsbodems Uit ile Lippische geschiedenis worden, dat Bernhard op de terugreis over Olden- zaal kwam en dpar de bisschopswijding ontving van zijn zoon Otto, die toentertijd bisschop van Utrecht was. De bezittingen van het geslacht zur Lippe hadden zich in den loop der jaren door erfenis, door verove ring en door samenvoeging aanzienlijk uitgebreid. In f150 kwamen zij in het bezit van Detmold, in 1322 van Schwalenberg, Biesterfeld en Weissenfeld. In 1368 werd het eerstgeboorterecht ingesteld en daar mee eigenlijk de dynastie erfelijk gegrondvest. Nadat In 1405 de toenmaals zoo schoone en rijke bezitting Sternberg tot de goederen der Lippe's was toegevoegd, kreeg het geslacht in 1528 officieel den titel van graaf. De eerste Lippische heer, die dien titel voerde, was Bernhard de achtste. Hij verbleef meestal in het slot van Detmold, evenals zijn zoon graaf Simon de zesde zur Lippe, die van 1563—1614 regeerde en niet slechts onder de Lippische heeren de eerste plaats inneemt, doch ook een rol heeft gespeeld in de Duitsche ge schiedenis. De geschiedschrijvers, die zich met deze figuur hebben bezig gehouden, schetsen hem allen als een bijzondere persoonlijkheid, die een der merkwaar digste verschijningen van zijn tijd is geweest. Zijn aan afwisselingen en avonturen zoo rijk le ven voerde hem ook naar de Nederlanden, waar hij in 1591 en 1592 vertoefde. Hij maakte toen deel uit van de in opdracht van keizer Rudolf den tweeden ondernomen bijzondere missie naar België en naar ons land, om te trachten den vrede te stichten tus schen Koning Philips den tweeden van Spanje en de in opstand gekomen Nederlanden. De eigenhandige aanteekeningen van den graaf over deze reis Avorden in het vorstelijke huisarchief van Detmold bewaard. Merkwaardig is wel, dat waar Munster en Pader- born oude bisschopssteden zijn met een overwegend katholieke bevolking, in Lippe het protestantisme, reeds van den eersten tijd der reformatie af, grooten invloed heeft gehad. Ook de graven van Lippe had den het Protestantsche geloof aanvaard. Simon de zesde, over wicn wij hierboven het een en ander mededeelden, heeft reeds in zijn jeugd den godsdienststrijd meegemaakt. Na den dood van zijn vader zond zijn moeder hem met het oog op zijn ontwikkeling naar Parijs. Ilij was daar juist in den tijd van den Bartholomeusnacht. Slechts met moeite gelukte het den jongen graaf zich verborgen te houden en op die manier aan de vervolging der protestanten te ontkomen. Op lateren leeftijd was het aan zijn bezonnenheid te danken, dat de opstand van de Lcmgo'crs, nadat de gereformeerde leer officieel ingevoerd was, zonder bloedigen strijd verliep. Zijn zoon, graaf Simon, de zevende, wordt be schouwd als de stamvader van het geslacht Lippe— Detmold, dat bijna drie eeuwen de regeerende tak in Lippe is geweest. In 1789 werden de leden van het regeerende huis tot vorsten verheven met den titel Fuerst zur Lippe. Daarnaast ontstonden twee grafelijke zijtakken: LippeBiesterfeld en LippeWeissenfeld. Als een be wijs van de vele betrekkingen, welke van de vroeg ste tijden af tusschen Lippe en Nederland bestaan hebben, kunnen wij nog vermelden, dat een der Lip pische graven, Simon Heinrich, gehuwd was met bruggravin Amalie zu Dohna, souvereirie vrouwe van Vianen en Ameiden, erfburggravin van Utrecht, waardoor de heerlijkheid Vianen in het bezit kwam van het Lippische huis. HUn zoon, Friedrïch Adolf, in 1834 naar uit bescheiden in de Lippische Landes-bi- bliotheek bleek, haar Leiden gezonden om daar met „dem Prinzen von Oraniën und andern leute von lcon- dition bekanrit gemacht zu werden". Graaf Friedrich Adolf werd echter in Leiden ziek en zijn moeder haalde hem na verblijf van een jaar in ons land weer naar Deünold terug. Ook later zou Friedrich Adolf nog met de Neder landen in contact komen zij het dan ook op een. andere wijze. De prins van Oranje deed, toen de Franschen hel J Rijnland waren binnengevallen, een beroep op den Keurvorst van Brandenburg.' Deze had een verbond met verschillende Duitsche vorsten 'gesloten en zond den prins hulptroepen. Graaf Simon Heinrich von Lippe, de vader van Friedrich Adolf, besloot een re giment ruiters te zenden om de Vereenigde Nederlan den te hulp te komen. Zijn zoon werd tot overste aangesteld en nam aan tal van veldslagen tegen de Franschen deel. Zoo wordt zijn naam genoemd en die van het Lippische regiment bij den slag van Fleuris en bij dien van Neerwinden. Naast de vorstelijke linie en de beide grafelijke linies is er nog een vierde tak, welke met Lippe verbonden is. Het is de linie Lippe-Alferdissen, wel ke in de 18de eeuw door huwelijk het graafschap Schaumburg verkreeg en sinds dien tijd Scliaum- burg-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is ook deze tak vorstelijk. In 1S95 is groot opzien gewekt in ï>uitschland door den strijd over de troonsopvolging in Lippe. Deze kwestie heeft een tijdlang in het middelpunt der Duitsche binnenlandsche politiek gestaan, mede door het persoonlijk ingrijpen van den Duitschen keizer. De kwestie trok zelfs de aandacht ver over de gren zen van het kleine land en werd aan buitenlandsclie hoven en kanselarijen besproken. De Lippische troonstrijd, die in 1895 uitbrak, is oorspronkelijk een familiestrijd tusschen de in Det mold regeerende hoofdlinie en de beide grafelijke zij takken Lippe-Biesterfeld en Lippe-Weissenfeld. Eerst toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie zonder erfgenamen zou uitsterven, nam de familiekwestie 'n staatkundig karakter aan. Als laatste regeerende vorst stierf in 1895 vorst Woldemar. Zijn eenige broeder, prins Alexander, die sinds vele jaren, in een inrichting voor geestes zieken verpleegd werd, kwam voor de troonsopvol ging niet in aanmerking. Er waren toen drie pre tendenten voor den Lippischen troon: het vorstelijk huis Schaumburg-Lippe en de grafelijke takken Biesterfeld en Weissenfeld. Het zou ons te ver voe ren de aanspraken, welke elk der pretendenten meen de te kunnen doen gelden, hier uiteen te zetten. In de Lippische archieven kan men daarover een schat van literatuur vinden. Het probleem werd bij een scheidsgerecht, onder voorzitterschap van den Ko ning van Saksen, aanhangig gemaakt en na een langdurig procedure werd de linie Lippe-Biesterfeld in het gelijk gesteld en besteeg Ernst, graaf en heer Zur Lippe-Biesterfeld, graaf van Schwalenberg en van Sternberg enz., den Lippischen troon. Hij heeft, zich een buitengewone populariteit weten te ver werven en een standbeeld in het Detmoldcr slotpark getuigt nog van de vereering, welke zijn onderdanen hem toedroegen. Ernst had twee zoons: de oudste, Leopold en de jongere, prins Bernhard. Leopold volgde hem in 1905 als vorst van Lippe op en regeerde tot 1918. De revolutie-golf, welke bij het einde van den wereldoor log over Duitschland ging en het keizerrijk en alle koninkrijken en vorstendommen wegvaagde, maakte aan zijn bestuur een einde. Thans woont hij terug getrokken en eenvoudig op het oude slot in Det mold. Zijn broeder Bernhard, is de vader van den ver loofde van onze prinses. Leopold en Bernhard gingen zooals gewoonte was bij de zoons van vorstelijke huize in militai ren dienst. Leopold werd officier bij do garde-Ulila- nen in Potsdam en Bernhard bij de huzaren. De militaire loopbaan van Leopold nam vrij spoe dig een einde, omdat hij in verband met de troons opvolging in Lippe zijn onislag nam. Prins Bernhard was en bleef officier. Na de troonsbestijging van zijn vader werd hij overge plaatst na'ar het 'huzarenregiment „Keizer Nikolaas van Rusland" in Paderborn, waardoor hij in de nabijheid van het ouderlijk huis en van het Lippi sche volk bleef. Aan het leven van dit volk, aan de landelijke ge noegens van de bewoners zoowel als aan de cultu- rcele zijde van het landsbestuur nam hij steeds met groote opgewektheid deel. Ook hij mocht zich in een groote populariteit verheugen. Zijn natuurlijke gemoedelijkheid, zijn uitgesproken sympathie voor 't Lippische volk, kwamen wel bijzonder tot uiting bij volksfeesten, waar hij steeds gaarne aan deelnam. In Detmold spraken wij menschcn, die prins Bern hard persoonlijk gekend hadden en zij vertelden ons, dat het volk nog nooit, medegemaakt had, dat een prins uit het regeerende huis danste met bet eenvoudigste meisje uit het dorp, dat hij met arbei ders en knechten een glas bier dronk. En hoe deed hij het? In alles was hij zonder pose, hij deed het als een uitdrukking van de meest na tuurlijke verbondenheid en saamhoorigheid. Dit maakte hem overal geliefd. De ouders van den jongen prins Bernhard. De mooiste tijd uit bet leven van prins Bernhard was ongetwijfeld de tijd van zijn verblijf in Pader born. Daar leerde hij ook zijn latere echtgenoote kennen, Gravin Cramm-Crievcn, die met den graaf van Oeynhausen gehuwd was geweest, doch van dezen gescheiden was. Spoedig na hun huwelijk vertrokken prins Bern hard en zijn vrouw naar hun bezitting Woynowo bij Bomst. aan den Poolschcn grens. Woynowo was een heerlijkheid, vele duizenden morgen land groot., welke tot de erfenis van de gravin Cramm-Crieven behoorde. Prins Bernhard werd grootgrondbezitter en bleef dit tot. aan het einde van zijn leven. Zijn vrouw is van haar jeugd af een enthousiaste bewonderaarster van de paardensport geweest. Deze sport in den meest edelen zin van het woord werd in Woynowo met bijzondere voorliefde be oefend. De prinses reed op alle groote concoursen in Oost-Duitschland met veel succes om de hoogste prijzen en onderscheidingen. Vele -jaren was Woynowo het middelpunt van het verkeer der adellijke families uit de omgeving, tot dat. door do Novembcr-revolutic niet alleen de Lip pische troon viel, doch ook een groot gedeelte van het familievermogen verdween. De inflatie in den na-oprlogschcn tijd kwam daar nog bij en dit alles tezamen was oorzaak, dat het eens zoo vroolijke en levensblije huis Woynowo stiller en stiller werd. In dezen onrustigen en zorgvollen tijd viel het ac cent in het leven van prins Bernhard en zijn echt genoote meer en meer op de huiselijkheid en het innige familie-leven. Zij zochten en vonden hun geluk in den omgang en in de opvoeding van hun beide zoons, de prinsen Benno en Aschvvin. Gericht tot de openbare .meening van de wereld .- - - *<e rr. Londen Naar aanleiding van de aanstaan de assemblee heeft de Negus opnieuw een op- 'proep tot de openbare meening der wereld ge richt, waarin hij vrede en gerechtigheid voor Abessinië verlangt. Hij zegt, dat meer dan twee derden van l:et land nog niet door de Italianen bezet' is en dat de voorloopige regeering in West- Ahessi- nië ongehinderd haar beheer voert. Door pro paganda tracht Italië het volk er van te over tuigen at geen Abess. regeering meer is aan den Volkenbond, aldus de oproep, is echter me- degedeeld, dat in West-Abessinië een voorloo pige regeering bestaat. Abessinië onderhoudt nog steeds betrekkin gen met andere mogendheden en ook zijn vol kenbondslidmaatschap is niet vervallen. Een oproep wordt gedaan op de volken der. wereld om de welwillendheid in daden om te zetten en het Abessijnsche volk uit de handen van den aanvaller te bevrijden. Eenige salvo's op de schepen gelost. Uit Lissabon wordt gemeld, dat een deel der bemanning van twee Portugeesche oorlogs schepen, de „Alfonso Alhuqnerque" en de „Dao" gisterochtend vroeg aan het muiten .is geslagen. De kustbatterijen hebben op bevel der regeo- ring eenige salvo's op de schepen gelost. Ver volgens zijn heide schepen de Taag opgesleept, waarna de muiters fver'den ingerekend. In het geheele land heerscht rust. Zes doodennegen gewonden. Nader uit Lissabon Bij het bombardement der muitende oorlogsschepen door de kustbat terijen zijn aan boord der schepen zes personen gedood en negen gewond. Te Lissabon zijn bijzondere voorzorgsmaatre gelen getroffen de strategische punten zijudoor troepen bezet, terwijl de departementen en an dere gebouwen door de politie worden bewaakt. Het is rustig in de stad. marine- en, oranjeveste met zeer veel enthou siasme ontvangen. Direct na het bekend worden der heugelijke tijding werden zoowel van de openbare gebouwen als van tal van particuliere woningen do vlaggen uitgestoken, in verscheidene st,raten zelfs huis aan huis. In den loop van den middag ver drongen zich de menschen bij het uitreiken van bul letins, welke de laatste bijzonderheden, van prins Bernhard vermeldden. Des avonds werd door een viertal muziekcorpsen, w.o. de Koninklijke Marinekapel een rondgang door de stad gemaakt, waaraan o.m. werd deel genomen door de Üranjc-garde. -Voor het raadhuis werd de stoet ontvangen door den burgemeester van Den Helder, den heer G. Ritmeester. Een geweldige men- schenmassa was hier bijeen. Het hoogtepunt van de- zon feestelijken dag werd gevormd door een feest avond in het Casino, onder leiding van den burge meester, door de beide Oranje-vereenigingcn georga niseerd. De zaal was tot de laatste plaats bezet. Er heersclite een buitengewone opgewekte stem ming onder de aanwezigen, welke zich uitte door het meezingen van tal van vaderlandsche liederen. Do burgemeester hield een .toespraak, welke hij besloot met het uitbrengen van een driewerf hoezeer op het Koninklijk Huis. NEDERL.-INDIË. Groote geestdrift te Batavia. Aneta seint uit Batavia: Het telegrafisch bericht, waarin de verloving van H. K. H. Prinses Juliana gemeld werd, is aanstonds door de dagbladen ge- bulletineerd en allenvege met groote geestdrift ont vangen. Het bericht kwam in den laten namiddag, en de verschijning der bulletins werd aangekondigd door het geloei van de sirene op den toren van het Aneta-gebouw. Vandaar en uit de kantoren der dag- bladbureaux werden de bulletins uitgedeeld. Stroo men voetgangers, fietsers en automobilisten verdron gen zich daar, en telkens golfde de menigte weer aan wanneer nieuw sirenegeloei aankondigde, dat nadere berichten waren ontvangen. DE VERLOVING AAN EX-KEIZER WILHELM MEEGEDEELD. De Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, heeft gistermiddag officieel namens H. M. de Koningin op „Huize Doorn" de mededceling der verloving van II. K. H. Prinses Juliana overgebracht. De vlaggen werden daarop onmiddellijk op het kasteel cn op de andere gebouwen geheschen. Ex-keizer Wilhelm heeft zich met groote ingeno menheid uitgelaten over de verloving, welke hem zeer verheugde. Een redacteur van het A.N.P., die (*migc dagen in Detmold, de hoofdstad van het voormalige vorstendom Lippe heeft ver toefd, meldt in verband met de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld het volgende: Niet. ver van de Nederlandsch-Duitsche grens, te gen het oude Westfalen aan, ligt het vorstendom Lippe, voor een groot deel bedekt door de bosschen van het Tcutoburgerwoud, dat zich van het noord westen naar het noordoosten tusschen de oude bisschopssteden Osnabrück en Paderborn uit strekt. Pi-achtige bosschen van loofboomen, hier en daar onderbroken met naaldbossphen, bedekken voor het grootste deel dezen bergketen. Het land is van een zeer bijzondere schoonheid. De heide gaat over. in beboschte heuvels, die weer door weiden van elkaar zijn gescheiden. Hier en daar ziet men dox-pjes en steden liggen, waarvan de meeste als badplaats eeix groote bekendheid hebben gekregen. Met geheele ge bied is bijzonder rijk aan geneeskrachtige bronnen en nci'gens liggen in het noordelijk deel van het Duitsche rijk de kurplaatscn zoo dicht bij elkaar als in het Lippische land. Ook voor den Nedei-lander, die zijn vacantie bui ten de grenzen doorbrengt, is Lippe en het Teuto- burgerwoud niet onbekend. Geen van hen, die in het Teutoburgenvoud vertoefd hebben, zal verzuimd hebben den Grotenburg met het geweldige Hcrmanns- dcnkmal, het symbool der Germaansche overwinning op de Romeinsche legerscharen, te bezoeken. Hier heeft liet woud ook zijn grootste bi-eedte en oefent op allen een bijzondere aantrekkingskracht uit door zijn lieflijkheid en wonderlijke schoonheid, waardoor een ieder, die eenmaal de bekoring van dit dichtbe groeide bergland heeft gekend, er steeds gaarne te rugkeert. Nauw met den Grotenburg en daardoor met het geheele Teutoburgerwoud verbonden is Detmold, de residentie van de Lippische vorsten. Weinig zullen de Nederlanders, die in Detmold en in andere badplaatsen in Lippe bekend zijn, vermoed hebben, dat de naam Lippe nog eens in de geschie denis zoo nauw met Nedeiland verbonden zal wor den als nu door de verloving cn het a.s. huwelijk van II.K.II. Prinses Juliana met Prins Bernhai-d zur Lippe-Biesterfeld staat te gebeuren. Vele betrekkingen met de Nederlanden. De geschiedenis van Lippe, zijn volk en zijn voi'sten- gcslacht, gaat tci'ug tot in het duister der vi'oege middeleeuwen. Voor de 12de eeuw is geen enkel feit met zekei-- lieid en historische nauwkeui'igheid vast te stellen. In oude kronieken wordt beschreven hoe de hoeren van Lippe reeds in de oudste tijden onder do Ger maansche. volken in gx-oot aanzien stonden en als zoogenaamde „edele heeren" gi'oote bezittingen erfe lijk bezaten. Historisch staat vast, dat de heeren van Lippe reeds Karei den Grooten met de wapenen ge diend hebben. De eerste hecrscber over Lippe, van wien met ze kerheid iets gezegd kan worden, is Bernhard, heer van Lippe, die met zijn broer Hermann in het leger fvan keizer Lothariüs diende, toen deze nog Saksisch hertog was. Beiden namen een groot aandeel in het beleg van Munster in 1121. De oudste oorkonde, waarin over Bernhard van Lippe iets te vinden is, dateert van 1123. Dc figuur van Bernhard de Tweede, die waar schijnlijk omstx-ecks 1140 geboren werd, vei'schijnt reeds in een duidelijk histoi-isch licht. Hij was een geboren krijgsman en wordt ook beschouwd als de stichter van Lippstadt en van Lemgo. Toen hij ouder werd besloot hij in een klooster te gaan, doch zijn avontuurlijke geest hield het daar niet lang uit. In 1211 toert hij reeds een grijsaard was trok hij met bisschop Albert van Riga mede op een kruis tocht tegen de Germaansche heidenen. Hij sloeg de stammen der Estcn en Russen terug en vlocht zich hij die gelegenheid nieuwe lauweren wegens zijn gi-oote dapperheid. De ovennacht der heidenen was echter groot en omdat men wel inzag, dat het onmogelijk was zonder hulp van buiten op den duur tegen hun invallen stand te houden, werd Bernhard naar Denemarken gezonden om koning Waldemar hulp te vragen. Deze werd gaarne verleend. Daarna trok Bernhard naar Rome om Paus Ilonorius den dei'den eveneens om hulp te vragen cn hem met aandrang te verzoeken dc bedreigde Christenen in het verre noorden bij te staan. De paus benoemde den grijsaai'd als blijk van waardeering voor zijn verdiensten tot Bisschop van Selburg. Als een merkwaardigheid vooral omdat ons land hierbij betrokken is kan nog vermeld Lippe-Biesterfeld in den laatsten tijd. Graaf Ernst, die in 1905 op den Lippischen troon kwam, woonde in het slot Obercassel met het daar bij behoorende oude klooster Ileisterbach. In het park van Heisterbach bevindt zich ook het mauso leum van de heeren Zur Lippe-Biesterfeld. De latere vorst Leopold en zijn broeder, prins Bernhard, werden beiden in Obercassel geboren. Hun jeugd brachten de beide prinsen voor een groot gedeelte door op het kasteel Neudorf bij Bent- schen in het tegenwoordige Polen, een bezitting der familie. GROOTER ACCOMODATIE IN DE „HINDENBURG" Berlijn Aangezien het luchtschip „Hin denburg" met zijn 50 plaatsen niet meer vol doet aan de vele aanvragen tot passage, zal het aantal cahines met 12 worden verhoogd, 10 tweepersoons en 2 eenpersoons hutten zullen worden bijgebouwd. In het vervolg zal het lucht schip dus 72 passagiers kunnen vervoeren. Beide prinsen waren in Jena geboren, Benno in 1911, Aschwin in 1914. Dc oude prins Bomhard is in Juni 1934 gestorven, In zijn laatste levensjaren heeft hij nog het geluk gesmaakt zijn beide zoons te zien opgroeien tot bij zonder begaafde menschen. Hij had dc overtuiging, dat zoowel Benno als Aschwin zich een plaats in de maatschappij zouden verwerven door eigen be kwaamheid. Zelf had hij zich in het leven veel moeten ontzeg gen. De wereldoorlog, welke hij van het begin tot bet einde medemaakte, viel in zijn beste jaren. Daar na moest hij den druk verdragen, welke na de No- vembcrrevolutie in 1918, de familie-leden van vroe gere vorstenhuizen ondervonden. En ten slotte had hij groote zorgen bij het bestuur van zijn uitgebreide goederen. In de laatste jaren werd een groot ge deelte van het Woynowo-er grondbezit verkocht, aan de familie Lippe-Biesterfeld bleef het slot, de naaste omgeving en het meer. In het thans eenzame kasteel leeft de prinses zij is 53 jaar oud een rustig en teruggeti-okken leven, in de herinneringen aan haar echtgenoot en aan ech schoon verleden, doch gelukkig met haar beide kinderen, aan wien zij al haar zorgen wijdt. Prins Benno. Prins Bernhard Benno noemen zijn vrienden hem is 29 Juli 1911 te Jena gcboi'en en is dus 25 jaar oud. Hij doorliep het gymnasium te Bei-lijn en na zijn eindexamen ging hij aan de Bex-lijnsche universiteit in de rechtswetenschappen studeeren. Hij heeft het vorige jaar' zijn randidaatsexamen gedaan. Vervolgens vei-toefde hij ecnigen tijd in Engeland cn maakte ook ccn reis naar Marokko. Daarna is hij in dieilst getreden bij dc I. G. Farben, het groote chemische wei-eldconcern. De jonge prins, die de Fransche taal volkomen behcerscht, werd geruimen. tijd gedetacheerd in Parijs bij het Fx-ansche filiaal.' Ook heeft hij later gewerkt op het hoofdkantoor der I. G. Farben in Berlijn. Den prins zelf hebben wij niet kunnen ontmoeten. Wel eenige vrienden van hem. Zij schetsten hem als een vroolijke, sportieve jongeman, die eenvoudig door het leven wenscht te gaan en wiens belang stelling vooral uitgaat naar wetenschappelijke en eultureele vraagstukken. Buitengewoon beminnelijk in den omgang als hij; is, waren zij er zeker van, dat hij zich binnen kox*- ten tijd even populair zal maken in zijn nieuwen levenskring als in den intiemen vriendenki-ing van gymnasium en universiteit. Ook uiterlijk is de lange en slanke prins een krachtige, sterke jongeman. Iemand van groote begaafdheid, van prettige om- gangsvormen, een stil en rustig, tot overpeinzing geneigd karakter, doch daarbij een vlot sportsman, een goed ruiter, een trouw vriend en boven alles een degelijke persoonlijkheid, ziedaar hoe zijn vrien den over hem spreken. Prinses Juliana en Prins Benno hebben elkaar herhaaldelijk ontmoet. Ook tijdens liet vacantievei'- blijf van de Koningin en de Prinses in Zwitserland was prins Benno eenigen tijd in hun omgeving. Thans logeert de prins in Holland bij een hem be vriende familie. Troepenverscheping naar Palestina Londen 8 September (A.N.P.) Naar boden vernomen wordt zal de troepenverscheping van de eerste divisie naar Palestina met 7 trans portschepen. worden volbracht. Hot eerste.schip zal Zaterdag a.s. de haven van Southampton verlaten en 22 September a.s. zullen alle troe pen onderweg zijn. De versterking bestaat uit drie infanterie-bri- gaden, bestaande uit 12 bataillons, alsmede een aantal pionier- en verbindingsgroepen. De nieu we opperbevelhebber voor Palestina, generaal Dill, is heden uit Londen vertrokken. Hij zal zich te Marseille aan boord van den torpedo jager „Douglas" begeven. Noodlottige aardverschuiving in Britsch Indië Zeven dorpen bedolven. Lucknow In Garhwal (United Provinces) zijn zeven dorpen door een aardverschuiving bedolven. Men vreest, dat talrijke bewoners om bet le ven zijn gekomen. ENGELSCH SCHIP GETEISTERD DOOR GIFTIGE INSECTEN Parijs Te Duinkerken is gistermorgen het Engelsche stoomschip „Sea Rumber" binnen- geloopen. Op de reis van Dakar naar Madeira heeft dit schip de helft van zijn bemanning be staande uit 24 koppen, verloren. Zeven opvarenden waren gestorven, terwijl vijf in hopeloozen toestand te Madeira aan land zijn gebracht. Men vermoedt, dat de slachtoffers te Dakar door giftige insecten zijn gestoken. Uit een onderzoek is gebleken, dat van ver giftiging door levensmiddelen of water geen sprake kan zijn. HUIS INGESTORT TE CAIRO. Dertig personen bedolven Cairo In de wijk Babel Luk is een huis van drie verdiepingen ingestort, waardoor een dertigtal personen werd bedolven. De brand weer slaagde er in allen te redden. Enkele per sonen zijn zwaar gewond. DREIGENDE BERGVERSCHUIVING IN ZWITSERLAND Bern. Sedert gisterochtend is de bevolking van het gebied Silenen in de vallei van de Reuss gewaarschuwd, dat een bergversohuiving van de Windgalle dreigt. Men vreest voor een ramp. BOSGHBRANDEN IN ZUlD-FRANKRIJK DUREN VOORT Brignoles De boschbranden in Zuid- Frankrijk duren nog voort en de mistral is toegenomen, zoodat gevaar voor uitbreiding van de branden bestaat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6