Wethouder Raad van Schagen* Zaterdag 12 September 1936. SCHAGER COURANT.Vijfde blad. No. 10661 ALKMAAR als lid derS*D*A*P* geroyeerd* Ook zijn aanklagers Mevr. Helle- man-Hardebol en de heeren Bak ker en Bulens uit de partij ge- stooten. De Afd. Alkmaar der S.D.A.P. vergaderde Donder dagavond en gisteravond ter behandeling van een rapport, uitgebracht dor een Commissie, ingesteld door het Partijbestuur der S.D.A.P., tot het onder zoeken van beschuldigingen uitgebracht tegen wet houder Bonsema en betreffende andere misstanden in de af deeling. De Commissie bestond uit de heeren Reinalda, Vorrink cn Woudenberg. De vergaderingen stonden onder leiding van den heer Vorrink, Partij voorzitter. Aan het einde van de discussies vereenigde de Vergadering zich met de conclusies van de Commis sie, waarbij wordt uitgesproken, dat de h.h. Bonsema, Bakker, Bulens en Mevr. Helleman-Hardebol dienen te wor den geroyeerd als lid der S.D.A.P. Ten r aanzien van den heer Bonsema kwam de Commissie tot de conclusie, dat hij de grenzen van wat een wethouder zich kan veroorloven heeft overschreden en zich zijn politieke verantwoordelijkheid on voldoende bewust is geweest. Zij meen de, dat de heer Bonsema als vertrou wensman en als lid van de S.D.A.P. niet kan worden gehandhaafd. De conclusie van de Commissie nopens 'de heeren Bakker en Bulens en mevr. Helleman-Hardebol hield in, dat dezen niet het dienen van het partijbelang op den voorgrond hebben gesteld, maar dat zij zich hebben laten leiden door hun zucht om anderen hunner partijgenooten te treffen. Zij hebben daarbij een onorganisatorische en wantrouwende houding te genover fractie-voorzitter, afdeelingsbestuur en par tijbestuur aangenomen. Een gelukwensch aan de Prinses. - De koffiehuishouders te veel als belastingobject gebruikt. Sombere klanken laat de Burge meester over Schagen's finantieele positie hooren. De zorg voor onze nakomeling schap. - Maakt het uitvoerige prae- advies het voor de raadsleden te moeilijk? De materie niet onder de knie - de nieuwe schoolgeldverordening in nadere studie. De zekerheidsstelling van den ge meente-ontvanger. - Voortaan aan de te stellen eischen voldoenl - De straat aan de haven. De commissie voor het nieuwe rusthuis zal geen gebruik kunnen maken van den optie-termijn op den grond aan de Loet. - De moei lijkheden van de duiten. Het terrein aanstonds voor bouw terrein te koop. - Vergadering van den Raad op Vrijdag 11 September 1936, des namiddags te kwart over 7 uur. Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester; secretaris de heer A. C. Roggeveen. Alle leden zijn aanwezig. Bij den aanvang der vergadering wijdt de Voor zitter woorden aan de vreugdevolle gebeurtenis in ons Koningshuis, een gebeurtenis, waarmede zeker het overgroote cleel van ons volk meeleeft. Spr. oordeelt dat wij ons gelukkig mogen prijzen in een land te wonen waar ons Vorstenhuis zulk een hooge opvatting van zijn taak heeft en wij dee- len dan ook van harte in de vreugde over de voor genomen verbintenis. De Prins heeft in deze wei nige. dagen ongetwijfeld onze sympathie verwor ven. Applaus. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten een telegram van gelukwensch aan de Prinses te zenden. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Mededeelingen. Door den Voorzitter wordt medegedeeld: 1. Uw voorzitter heeft de politie opgedragen te let ten op het te snel rijden met motorrijtuigen. 2. Eveneens heeft Uw voorzitter de politie opgedra gen te verhinderen, dat wordt voortgegaan met het vastbinden van een paard aan een deurknop op Don derdagochtend aan een huis in de Regentenstraat, Ingekomen stukken en adressen. De heer N. Hoogschagen berichtte de aanneming van zijn benoeming tot havenmeester. DeCommissaris der Koningin deed mededeeling betreffende de goedkeuring van de veldwachtersvèr- ordëning. Ged. Staten keurden goed het raadsbesluit.tot aan vaarding van f 100 van Jacob' Blom voor onderhoud van een graf; als voren van raadsbesluit tot aankoop van grond van G. N. M. Becker te Haarlem. Over het tweede kwartaal 1936 .kwamen rapporten inzake de.controle over de administratie der bedrij ven in van het accountantskantoor J. J. de Vries. De controle gaf aanleiding tot enkele opmerkingen, o.a. dat in de boeken van het G.E.B. nog nimmer de rente van obligaties Middenstandswonin'gen. .voor komt '(obligaties eigendomgeworden 1 Juli 1935, 'te gen 4 'sjaars). - - Door den heer De Vries wordt gewezen op de wehschelijkheid dat de inning van, de huur-koöp- contractcn regelmatig geschiedt, waarop de heer Schoorl antwoordt, dat de huurkoopcontracten waar het hierover, gaat niet het lichtbedrijf betreft, maar van particuliere leveranciers, met welke inning het bedrijf zich belast. De heer Van Erp informeert naar de rente der obligaties Middenstandswoningen, waarop de Voor zitter mededeelt dat door hem niet altijd de coupons onmiddelijk worden geknipt. Daar verloopt wel eens eenigen tijd over, doch spr. had het beter ge vonden, dat de accountant er den directeur der licht- bedrijven eens op had gewezen. Door den heer Van Erp wordt voorts gewezen op de z. i. niet juiste manier dat de directeur van het eierveilingbedrijf gelden leent aan dat bedrijf. De heer Schoorl licht toe dat dit van zeer tijdelij- lijken aard is geweest. Ook de heer De Vries acht het zeer ongewenscht en uit de mededeelingen van den heer Schoorl blijkt wel dat dit ook de meening is van de commissie voor de eierveiling. Al deze stukken worden voor kennisgeving aan genomen. De huurwaarde van koffiehuislokalen en belasting der biljarten. De afdeeling Schagen e.o. van den Nederl. Bond van kofifehuis-, restauranthouders en slijters verzoe ken: le. om voor de personeele belasting de huur waarde van koffiehuislokalen voor 1/3 gedeelte te be lasten en 2e. om voor de personeele belasting den grondslag biljarten te doen verdwijnen of de be lastingbedragen te verminderen. B. en W. herinneren er aan, dat de huurwaarde van koffiehuislokalen in deze gemeente voor 2/3 belast is, en ofschoon het wel billijk zou zijn de caféhouders in deze nog eenigszins tegemoet te komen, de ongun stige finantieele toestand der gemeente laat zulks niet toe. Immers een belastingverhooging voor het sluitend maken van de begrooting 1937 zal niét uit blijven. Onder deze omstandigheden is het inwilli gen van de verzoeken of het gedeeltelijk inwilligen niet wel mogelijk. Allereerst wijst de heer Van Erp op het feit dat voor l September deze adressen behandeld moes ten zijn, wilde een verlaging, indien daartoe was besloten, nog voor het jaar 1937 van kracht kunnen zijn. Uitvoerig wijst spr. op de groote onbillijkheid dat deze categorie van menschen zoo zwaar wordt be last en door rijk, provincie en gemeente als belas tingobject gebruikt wordt. Deze menschen toch wor- den niet alleen getroffen in den vorm van het beta len van hooge personeele belasting maar door de hooge lasten op het bedrijf wordt ook de verkoop- waai'de dier bedrijven sterk gedrukt. Dat de gemeen te deze belastinggelden niet kan missen, is geen maatstaf en spi\ stelt dan ook voor de huurwaarde van 2/3 op 1/3 terug te brengen. De Voorzitter doet uitkomen, dat B. en W. het in vele opzichten met den heer Van Erp eens zijn, maai bij het opmaken van de ontwerp-begrooting is geble ken, dat niettègenstaande de grootst mogelijke zui nigheid is betracht, de begrooting op geen stukken na, sluitende was te krijgen. Spr. vreest dan ook voor 1937 het ergste, wat de zelfstandigheid van de gemeente betreft. Om uit de handen der regeering te blijven, zullen de belastingen zoo hoog mogelijk moeten worden opgevoerd. Wij kunnen daarom niet aan de verzoeken voldoen.. De heer Stam vreest dat de biljarts, als ze zoo zwaar belast blijven, zullen verdwijnen cn spr. acht het daarom beter den grondslag van f 20 op f 10 te brengen. Juist de opcenten zijn ooi-zaak van de te zware, heffing. De heer De Vries erkent dat het een ellendige ge schiedenis is. Wij allen zouden de menschen willen helpen, maar de consequentie die eraan verbonden zit ontneemt je den moed om aan de verzoeken te voldoen. Wordt de toestand iets beter, laten wij dan spoedig aan de kasteleins denken. De heer Van Erp wijst in tweede instantie op het feit dat als straks de belasting dus nog hooger zal worden, dat in ernstige mate ook weer op de kaste leins zal drukken. De heer De Vries: Wij gaan er allemaal aan. De heer Van Erp tot den heer De Vries: Maar niet in Uw portefeuille. De heer De Vries: Laten we het daar nu maar niet over hebben. De heer Mr. Dr. Buiskool betoogt ook dat we dicht bij de grens van noodlijdendheid zijn en is het een maal zoo ver, dan worclt het ook voor de verzoekers nog slechter en zal ook de 1/3 ontheffing van de huurwaarde wel komen te vervallen. Het is dus ook voor de verzoekers gewenscht dat we zoo lang mo gelijk van het noodlijdend-zijn af blijven. De heer Van Erp: Dus aan deze groep van bur gers komt de primeur toe, dat zij de gemeente behoe den voor noodlijdendheid. Straks zullen ze dus een mooie brief van het gemeentebestuur krijgen, maar geen geld. De heer Mr. Dr. Buiskool wijst ook op andere groe pen, die door bijzondere belastingen worden getrof fen, bijv. autobozitters. Het resultaat van de verdere besprekingen is dat zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel .van B. en W. wordt besloten. Parkeeren op Slotplein en Torenplein be last. Naar aanleiding van een schrijven van den Voor zitter van Ged. Staten stellen B. en W. voor de ver ordening op de heffing van staangeld voor motorrij tuigen zoodanig te wijzigen, dat het parkeeren op het Slotplein en het Torenplein wordt belast, in af wijking dan van de thans geldende bepaling, dat belast wordt het parkeeren op de door B. en W. aan gewezen gedeelten van den openbaren weg. Aldus wordt besloten. De Voorzitter merkte op dat het niet practisch is deze wijziging, zij bevordert de soepelheid niet en uit het schrijven van hoogerhand blijkt dat men niet met den toestand op de hoogte is. Heffing van leges. Ged. Staten geven in overweging de verordening op de heffing van secretarieleges zoodanig vast te stel len, dat de kosten van een abonnement niet per op gave in de verordening wordt vermeld, doch het be drag van de voor het geheele 'abonnement verschul digde leges wordt bepaald. B. en W. hebben tegen een dergelijke wijziging geen bezwaar en stellen tot bedoelde wijziging voor. Allen voor. De geldleening ad f 56823.80. B. en W. ontvingen'van 3 bankinstellingen een aan bieding voor de aan te gane annuïteitsleening tot een bedrag van f56823.80, voor de verstrekking aan hetl R.K; schoolbestuur alhier van de geschatte waarde van het schoolgebouw en terrein en stellen voor in' te 'gaan'.opi'dè1 aanbieding van cle.Ned.' Middenstands-; bank N.V.,-kantoor Schagen,die de' lecning-wil ver strekken tegen eenrentepercentage van 4 3/8%..për i jaar a' pari," provisie '1/8' en met een verbod,'van conv.ersic gedurende de eerste-5 jaren, terwijl; hét restant, der leerling na 35 jaren opcischbaar 'zal zijn. De heer «De-Vries heeft het getroffen; dat B; en' W. geen bezwaar, hebben gezien in. de bepaling dat,na: 35 'jaren liét: restant der leening, dus 15/50. opéisch- baar zal'zijn. Dat. kan een groot": bezwaar voor het nageslacht ibeteékenen. De heer Mr.,D'r. Buiskool 'wijst 'er op 'dat in de prajetijk .is gebleken dat nagenoeg alle leien ingqn binnen-.35- jaren geconverteerd worden. 'Overeenkomstig liet. voorstel van B. en- W. wordt zonder .hoofdèlijke stemming besloten. Besloten wordt tot wijziging van de gemeentebe- grooting voor het jaar 1936. De gemeenterekening 1935 en die der be drijven. B. en W. bieden ter voorloopige vaststelling aan de gemeenterekening 1935 en die der bedrijven. Ze sluiten als volgt: Gemeenterekening: nacleelig saldo van f 7643.36; electriciteitsbedrijf winstsaldo van f 3838.54, nadat aan de gemeente een retributie van f 145.000 was uitgekeerd; gasbedrijf, verliessaldo f 4083.53; eierveilingbedrijf, verliessaldo van f 530.45; grondbedrijf, winstsaldo f 106.81. De commissie van onderzoek had in haar rapport enkele opmerkingen gemaakt, welke opmerkingen door B. en W. werden beantwoord. (Zie het nummer van Dinsdag 1.1.) De heer Stam acht het niet juist dat, wat de bij drage voor het onderhoud van den Lagedijker weg en de Snevert betreft den raad een fautieve begroo ting is voorgedraaicl. Een verschil van f 780 op f 1400 raakt kant noch wal. Door den Voorzitter wordt opgemerkt dat men als no. 1 moet zien het groote belang voor Schagen van het hebben van goede toegangswegen. Spr. vindt in dit geval die extra kosten niet zoo erg. De wegen zijn nu in uitstekenden toestand. De heer Stam: Ze zijn goecl, maar uitstekend is de Snevert niet, De heer De Vries: De Lagedijker weg is in uitste kenden staat. De heer Stam denkt dat als de raad de werkelij ke kosten had geweten, hij niet besloten had de bij drage te verleenen. De heer Van Erp is het met die opvatting eens, en in de toekomst zal spr. er dan ook nauwlettend op toezien, dat in het te nemen raadsbesluit een clausule voorkomt waardoor dergelijk gevaar wordt voorkomen. De heer Mr. Dr. Buiskool zegt dat de raad voor .Zich zelf er op .vertrouwd heeft, dat het verschil in kosten niet zoo groot zou zijn; het groote belang voor Schagen is het hebben van goede toegangswe gen, is oorzaak geweest dat de raad over de vaag heid heen is gestapt. De heer De Veer wijst er op, dat bedoelde wegen misbruikt zijn. om de nieuwe provinciale wegen te maken. Spr. vertrouwt dat als de provinciale wegen klaar zijn. de Lagedijker weg dermate zal worden ontlast, dat met een matig onderhoud kan worden volstaan en de gemiddelde kosten daardoor niet hoo ger zullen worden dan aanvankelijk was geraamd. Ook de heer Schoorl wijst op het drukke verkeer, waardoor een extra toevoeging van split moest plaats vinden, een verkeer dat waarschijnlijk in die mate niet zal doorgaan. De heer Stam herinnert aan het plan van het Hoog heemraadschap. Als dat was uitgevoerd, zouden de wegen beter zijn geweest en niet duurder dan nu. het geval is geweest, De heer Mr. Dr. Buiskool onderschrijft die mo gelijkheid, maar nu is het napraten. In verband met -de opmerking der commissie over de levering van uniformkleeding voor de veldwach ters en over de aflossing der tuindersvoorschotten, gaat de Raad in comité. Na heropening zegt de heer Stam, dat de commissie t.a.v. de politiekleeding accoord gaat met de door den Voorzitter gedane toezegging. De rekeningen worden vervolgens voorloopig vast gesteld. Nieuwe verordening op de heffing en in vordering van schoolgeld. In verband met de wijziging van de lager onder wijswet 1920, stellen B. en W. voor een nieuwe ver ordening op de heffing en invordering van school geld vast te stellen. Zij meenen daarbij een tarief te moeten voorstel len, waarvan de opbrengst naar raming dezelfde of iets hooger zal zijn dan in 1935. De heffing zal evenwel beginnen bij een zuiver in komen van f 800 (bij de thans geldende verorde ning f 1C00). De Voorzitter bejammert het dat de heer Bakker de raadsstukken niet heeft gelezen, want hoewel spr. andere stukken heeft gelezen, met dit geweldig prae- advies, is dat niet mogelijk. De heer De Vries zegt, dat hij de stukken wel heeft gezien en dit prae-aclvies tweemaal heeft gelezen, doch nog geen voldoende inzicht in de zaak heeft ge kregen. Spr. vindt het jammer dat de leden een der gelijk prae-advies niet hebben thuis gekregen. De Voorzitter antwoordt dat het ontzettend druk is geweest op de secretarie; de heer Holtrop heeft dit keurige prae-advies samengesteld, de secretaris was met verlof en de heer Rus is, door de werkzaamheden die hij voor de eierenveiling verricht, ook een dag afwezig. Spr. wil deze zaak echter wel tot de volgen de vergadering uitstellen. De heer Schoorl wijst op het bezwaar daartegen, omdat de begrooting afgewerkt moet worden. De heer De Vries zou uitstel toch zeer op prijs stel len. Spr. beheerscht deze zaak niet voldoende en wel licht ook andere leden niet. De heer Stam merkt op, dat volgens het prae-advies de uitkomst toch vrijwel dezelfde is als bij de oude verordening, het is alleen volgens B. en W. een bil lijker verdeeling. Voor de verdere samenstelling van de begrooting door B. en W. is er dan z.i. geen be zwaar tegen uitstel. De heer Schoorl weerspreekt dit, de Raad kan wel een heel ander stelsel aannemen. De heer Stam: Een reden te meer om de zaak nauwkeurig te bestudeeren. Ook de heer Bijlsma bepleit uitstel. De Voorzitter zegt, dat men het nu niet als een standje moet beschouwen, maar het is van sommige raadsleden toch ook niet de juiste methode om op 't nippertje de stukken te komen inzien. De heer Van Erp geeft in overweging deze zaak voor de leden ter inzage te leggen, want de mogelijk heid die de heer Schoorl oppert, is voor spr. aanlei ding om de zaak goed te bekijken. De meeste men schen, vooral die met de laagste inkomens, zullen meer moeten betalen. De Voorzitter is van oordeel, dat de heer Van Erp achter de woorden van den heer Schoorl niet méér moet zoeken dan er achter zit, de heer Schoorl is geen waarzegger. De heer Schoorl verbaast zicli over de bespreking die hier plaats vindt. Het is. geen nieuwe zaak die hier door B. en W. ter tafel word gebracht; het voor stelt-in ontstaan omdat de heffing niet meer anoet plaats vinden naar den grondslag van het inkomen, doch naar den grondslag der gem-fondsbelasting en vermogensbelasting. En spr. meent zich te herinneren dat; dé Raad; unaniem/dit "een groote verbetering, vond. 'Spr.'-is persoonlijkrih'gén;verschuiving naar een an- dere'.vérga.derjrig; De-:-héér Mr. Br. Buiskool vindt het moeilijk hier ,een; standpunt -in. te jnemen-, het hangt hier af van de •/capaciteit: d'ér ri'eden' en ook van den tijd die de léden '.hebben. 'Het:bezwaar door den .heer'Schoorl ge noemd, .is '\yer klemmend ,en wie èegt, .dat .wanneer de behandeling >tot>lé /volgende/ vergadering word-t -uit gesteld, 'we; op* tïjd de /Koninklijke goedkeuring zul len'hébben'.'. i - - In-de. derde,plaats wijsty'.spr.^erop dat-B. em\y.. met dit' voorstel;'sl'eclits. de', voorschriften,;-hebbenopge volgd, alleen*'over' dé 'kwestie'van de- schaal 'kan wo'rdén •gesproken. Het- voorstel van dén' -héér.-,De .Vries, omhet -punt aan te houden tot' de. volgende vergadering, .wordt aangenomen* met* 8''tegen 3'stemmen, tegen stem den'de heeren Mr. Dr. Buiskool, Schoorl en De Veer. Na eenigc bespreking wordt toegezegd dat. deze stukken gedurende 14 dagen voor de raadsleden ter inzage zullen liggen. Naar aanleiding van een schrijven van Ged. Sta ten t.a.v. de op 15 Mei jl. vastgestelde wijziging der Algemeene Politieverordening (betrekking hebbende op het lossen en laden van vaartuigen) stellen B. en W. opnieuw wijziging voor. Allen voor. B. en W. stellen, voor, het bedrag van de te stellen zekerheid door den gemeente-ontvanger vast te stel len op f 6000. Ged. Staten hadden daartegen geen bezwaar, mits een verzekering tegen fraude tot een bedrag van f 6000 zal zijn gesteld. Dit laatste is echter niet noo- dig, daar een fraude-ver zekering bestaat. De raad gaat in comité. Na heropening zegt de heer Van Erp noodgedwon gen aan het voorstel van B. en W. zijn stem te zul len geven, maar hij acht het wenschelijk dat in de toekomst de sollicitanten zullen kunnen voldoen aan de gestelde voorwaarden. De bij de sollicitatie ge stelde voorwaarde kan voor andere sollicitanten een handicap zijn geweest en dan is het niet billijk nu Van die voorwaarden af te wijken. De heer Dekker sluit zich bij dit betoog aan. De heer Schoorl noemt dit een theoretische rede neering, omdat, de borgstellingkwestie wel uit de wet zal worden gelicht en wat de heeren willen, dus geen rol meer zal spelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. De rondvraag. De heer Van Erp dringt opnieuw aan op verbete ring van de straat aan de haven en wijst op hetgeen het publiek des Donderdags hiervan zegt. Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat de straat tusschen 30 Sept. en 14 October in orde zal worden gemaakt.; gedurende 14 dagen zal de weg zijn afgseloten; de aannemer was voor afsluiting voor een maand, doch B. cn W. vonden die termijn te lang. De heer Mr. Dr. Buiskool, doet uitkomen dat B. en W. in deze zaak niets hadden te zeggen, de opleve ringstermijn was op 1 November bepaald. Opgemerkt wordt, dat het goed geweest, dat de weg hu zoo ingereden is. Het nieuwe Rusthuis. De zaak niet voor elkaar te krijgen. De heer De Vries zegt, dat de datum van 1 Octo ber nadert, de termijn die de commissie voor de stich ting van eé.n rusthuis heeft, gekregen voor optie op het terrein van de oude school. Spr. vraagt of over deze plannen nadere mededeelingen kunnen worden gedaan. De Voorzitter acht 't beter het woord te geven aan den- jo^gsten wethouder. De heer Mr. Dr. Buiskool zegt over deze zaak de jammerlijke mededeeling te kunnen doen, dat de commissie de zaak niet voor el kaar heeft kunnen krijgen. De commissie was klaar om de leening uit te schrijven, doch de hoofddirectie van de bankinstelling trok zich terug. Er is overwogen om steun uit het Werkfonds te krijgen, maar in het werk zit te weinig loon om subsidie er voor te krij gen. Van den optietermijn zal de commissie dus geen gebruik kunnen maken. Toch zijn de plannen niet heelemaal van de baan. Er is een brief naar een stichting in Den Haag, die zich voor dergelijke zaken interesseert. Het bezwaar is natuurlijk dat het heele kapi taal in obligaties belegd moet worden en na de stichting de waarde is verminderd. De heer De Vries vindt het buitengewoon jammer. De Voorzitter: We zullen er een bord plaatsen dat het terrein te koop is. De heer De Vries vraagt of, met het oog op de kosten voor het U.L.O.-onderwijs met de gemeente Winkel al overleg heeft plaats gehad over een even- tueele gemeenschappelijke regeling. Spr. wijst op de geringe bijdrage door de buitengemeenten cn nu in middels de finantieele toestand van de gemeente Winkel veranderd is, kan misschien een gemeen schappelijke regeling worden aangegaan. De Voorzitter zegt, het te hebben genoteerd. Nadat een paar inlichtingen zijn gevraagd, brengt de heer Bijlsma de verslechtering van de steunrege ling ter sprake. Spr. en ook de heer Dekker hadden gewild, dat B. en W. in Den Haag bezwaar tegen de nieuwe regeling hadden gemaakt. Bij de uitvoerige bespreking over dit punt, wordt door B. en W. gewezen op de weinige resultaten, die de conferentie met de wethouders der groote ge meenten mocht hebben, terwijl het niet wenschelijk wordt geoordeeld dat elke gemeente afzonderlijk ageert, immers de Vereeniging van Ned. Gemeenten houdt zich met deze zaak bezig. Bovendien wijst de heer Schoorl er op dat wel gebleken is dat de be wuste circulaire van den Minister niet altijd juist gelezen is geworden. Door den heer De Veer wordt gewezen op de nivel- leering, vooral het platteland dient daar aandacht aan te schenken en spr. heeft zich daarom over de houding van verschillende plattelandsgemeenten verwonderd. Uit de bespreking blijkt dat een tweetal requesten over de steunregeling bij B. en W. zijn ingekomen en B. en W. zullen nagaan welke invloed de nieuwe regeling voor de Schager betrokkenen zal hebben, om daarna deze requesten in den raad ter tafel te brengen. 1 Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 17