Wethouder
Raad van
Schagen*
Zaterdag 12 September 1936. SCHAGER COURANT.Vijfde blad. No. 10661
ALKMAAR
als lid derS*D*A*P*
geroyeerd*
Ook zijn aanklagers Mevr. Helle-
man-Hardebol en de heeren Bak
ker en Bulens uit de partij ge-
stooten.
De Afd. Alkmaar der S.D.A.P. vergaderde Donder
dagavond en gisteravond ter behandeling van een
rapport, uitgebracht dor een Commissie, ingesteld
door het Partijbestuur der S.D.A.P., tot het onder
zoeken van beschuldigingen uitgebracht tegen wet
houder Bonsema en betreffende andere misstanden
in de af deeling. De Commissie bestond uit de heeren
Reinalda, Vorrink cn Woudenberg. De vergaderingen
stonden onder leiding van den heer Vorrink, Partij
voorzitter.
Aan het einde van de discussies vereenigde de
Vergadering zich met de conclusies van de Commis
sie, waarbij wordt uitgesproken,
dat de h.h. Bonsema, Bakker, Bulens en
Mevr. Helleman-Hardebol dienen te wor
den geroyeerd als lid der S.D.A.P. Ten
r aanzien van den heer Bonsema kwam de
Commissie tot de conclusie, dat hij de
grenzen van wat een wethouder zich kan
veroorloven heeft overschreden en zich
zijn politieke verantwoordelijkheid on
voldoende bewust is geweest. Zij meen
de, dat de heer Bonsema als vertrou
wensman en als lid van de S.D.A.P. niet
kan worden gehandhaafd.
De conclusie van de Commissie nopens 'de heeren
Bakker en Bulens en mevr. Helleman-Hardebol hield
in, dat dezen niet het dienen van het partijbelang
op den voorgrond hebben gesteld, maar dat zij zich
hebben laten leiden door hun zucht om anderen
hunner partijgenooten te treffen. Zij hebben daarbij
een onorganisatorische en wantrouwende houding te
genover fractie-voorzitter, afdeelingsbestuur en par
tijbestuur aangenomen.
Een gelukwensch aan de Prinses. -
De koffiehuishouders te veel als
belastingobject gebruikt.
Sombere klanken laat de Burge
meester over Schagen's finantieele
positie hooren.
De zorg voor onze nakomeling
schap. - Maakt het uitvoerige prae-
advies het voor de raadsleden te
moeilijk?
De materie niet onder de knie - de
nieuwe schoolgeldverordening in
nadere studie.
De zekerheidsstelling van den ge
meente-ontvanger. - Voortaan aan
de te stellen eischen voldoenl - De
straat aan de haven.
De commissie voor het nieuwe
rusthuis zal geen gebruik kunnen
maken van den optie-termijn op
den grond aan de Loet. - De moei
lijkheden van de duiten.
Het terrein aanstonds voor bouw
terrein te koop. -
Vergadering van den Raad op Vrijdag 11 September
1936, des namiddags te kwart over 7 uur.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester;
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Alle leden zijn aanwezig.
Bij den aanvang der vergadering wijdt de Voor
zitter woorden aan de vreugdevolle gebeurtenis in
ons Koningshuis, een gebeurtenis, waarmede zeker
het overgroote cleel van ons volk meeleeft.
Spr. oordeelt dat wij ons gelukkig mogen prijzen
in een land te wonen waar ons Vorstenhuis zulk
een hooge opvatting van zijn taak heeft en wij dee-
len dan ook van harte in de vreugde over de voor
genomen verbintenis. De Prins heeft in deze wei
nige. dagen ongetwijfeld onze sympathie verwor
ven. Applaus.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten
een telegram van gelukwensch aan de Prinses te
zenden.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Mededeelingen.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld:
1. Uw voorzitter heeft de politie opgedragen te let
ten op het te snel rijden met motorrijtuigen.
2. Eveneens heeft Uw voorzitter de politie opgedra
gen te verhinderen, dat wordt voortgegaan met het
vastbinden van een paard aan een deurknop op Don
derdagochtend aan een huis in de Regentenstraat,
Ingekomen stukken en adressen.
De heer N. Hoogschagen berichtte de aanneming
van zijn benoeming tot havenmeester.
DeCommissaris der Koningin deed mededeeling
betreffende de goedkeuring van de veldwachtersvèr-
ordëning.
Ged. Staten keurden goed het raadsbesluit.tot aan
vaarding van f 100 van Jacob' Blom voor onderhoud
van een graf;
als voren van raadsbesluit tot aankoop van grond
van G. N. M. Becker te Haarlem.
Over het tweede kwartaal 1936 .kwamen rapporten
inzake de.controle over de administratie der bedrij
ven in van het accountantskantoor J. J. de Vries.
De controle gaf aanleiding tot enkele opmerkingen,
o.a. dat in de boeken van het G.E.B. nog nimmer de
rente van obligaties Middenstandswonin'gen. .voor
komt '(obligaties eigendomgeworden 1 Juli 1935, 'te
gen 4 'sjaars). - -
Door den heer De Vries wordt gewezen op de
wehschelijkheid dat de inning van, de huur-koöp-
contractcn regelmatig geschiedt, waarop de heer
Schoorl antwoordt, dat de huurkoopcontracten waar
het hierover, gaat niet het lichtbedrijf betreft, maar
van particuliere leveranciers, met welke inning het
bedrijf zich belast.
De heer Van Erp informeert naar de rente der
obligaties Middenstandswoningen, waarop de Voor
zitter mededeelt dat door hem niet altijd de coupons
onmiddelijk worden geknipt. Daar verloopt wel
eens eenigen tijd over, doch spr. had het beter ge
vonden, dat de accountant er den directeur der licht-
bedrijven eens op had gewezen.
Door den heer Van Erp wordt voorts gewezen op
de z. i. niet juiste manier dat de directeur van het
eierveilingbedrijf gelden leent aan dat bedrijf.
De heer Schoorl licht toe dat dit van zeer tijdelij-
lijken aard is geweest.
Ook de heer De Vries acht het zeer ongewenscht
en uit de mededeelingen van den heer Schoorl blijkt
wel dat dit ook de meening is van de commissie
voor de eierveiling.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aan
genomen.
De huurwaarde van koffiehuislokalen en
belasting der biljarten.
De afdeeling Schagen e.o. van den Nederl. Bond
van kofifehuis-, restauranthouders en slijters verzoe
ken: le. om voor de personeele belasting de huur
waarde van koffiehuislokalen voor 1/3 gedeelte te be
lasten en 2e. om voor de personeele belasting den
grondslag biljarten te doen verdwijnen of de be
lastingbedragen te verminderen.
B. en W. herinneren er aan, dat de huurwaarde van
koffiehuislokalen in deze gemeente voor 2/3 belast is,
en ofschoon het wel billijk zou zijn de caféhouders
in deze nog eenigszins tegemoet te komen, de ongun
stige finantieele toestand der gemeente laat zulks
niet toe. Immers een belastingverhooging voor het
sluitend maken van de begrooting 1937 zal niét uit
blijven. Onder deze omstandigheden is het inwilli
gen van de verzoeken of het gedeeltelijk inwilligen
niet wel mogelijk.
Allereerst wijst de heer Van Erp op het feit dat
voor l September deze adressen behandeld moes
ten zijn, wilde een verlaging, indien daartoe was
besloten, nog voor het jaar 1937 van kracht kunnen
zijn. Uitvoerig wijst spr. op de groote onbillijkheid
dat deze categorie van menschen zoo zwaar wordt be
last en door rijk, provincie en gemeente als belas
tingobject gebruikt wordt. Deze menschen toch wor-
den niet alleen getroffen in den vorm van het beta
len van hooge personeele belasting maar door de
hooge lasten op het bedrijf wordt ook de verkoop-
waai'de dier bedrijven sterk gedrukt. Dat de gemeen
te deze belastinggelden niet kan missen, is geen
maatstaf en spi\ stelt dan ook voor de huurwaarde
van 2/3 op 1/3 terug te brengen.
De Voorzitter doet uitkomen, dat B. en W. het in
vele opzichten met den heer Van Erp eens zijn, maai
bij het opmaken van de ontwerp-begrooting is geble
ken, dat niettègenstaande de grootst mogelijke zui
nigheid is betracht, de begrooting op geen stukken
na, sluitende was te krijgen. Spr. vreest dan ook
voor 1937 het ergste, wat de zelfstandigheid van de
gemeente betreft. Om uit de handen der regeering
te blijven, zullen de belastingen zoo hoog mogelijk
moeten worden opgevoerd. Wij kunnen daarom niet
aan de verzoeken voldoen..
De heer Stam vreest dat de biljarts, als ze zoo
zwaar belast blijven, zullen verdwijnen cn spr. acht
het daarom beter den grondslag van f 20 op f 10 te
brengen. Juist de opcenten zijn ooi-zaak van de te
zware, heffing.
De heer De Vries erkent dat het een ellendige ge
schiedenis is. Wij allen zouden de menschen willen
helpen, maar de consequentie die eraan verbonden
zit ontneemt je den moed om aan de verzoeken te
voldoen. Wordt de toestand iets beter, laten wij dan
spoedig aan de kasteleins denken.
De heer Van Erp wijst in tweede instantie op het
feit dat als straks de belasting dus nog hooger zal
worden, dat in ernstige mate ook weer op de kaste
leins zal drukken.
De heer De Vries: Wij gaan er allemaal aan.
De heer Van Erp tot den heer De Vries: Maar niet
in Uw portefeuille.
De heer De Vries: Laten we het daar nu maar
niet over hebben.
De heer Mr. Dr. Buiskool betoogt ook dat we dicht
bij de grens van noodlijdendheid zijn en is het een
maal zoo ver, dan worclt het ook voor de verzoekers
nog slechter en zal ook de 1/3 ontheffing van de
huurwaarde wel komen te vervallen. Het is dus ook
voor de verzoekers gewenscht dat we zoo lang mo
gelijk van het noodlijdend-zijn af blijven.
De heer Van Erp: Dus aan deze groep van bur
gers komt de primeur toe, dat zij de gemeente behoe
den voor noodlijdendheid. Straks zullen ze dus een
mooie brief van het gemeentebestuur krijgen, maar
geen geld.
De heer Mr. Dr. Buiskool wijst ook op andere groe
pen, die door bijzondere belastingen worden getrof
fen, bijv. autobozitters.
Het resultaat van de verdere besprekingen is dat
zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel .van B. en W. wordt besloten.
Parkeeren op Slotplein en Torenplein be
last.
Naar aanleiding van een schrijven van den Voor
zitter van Ged. Staten stellen B. en W. voor de ver
ordening op de heffing van staangeld voor motorrij
tuigen zoodanig te wijzigen, dat het parkeeren op
het Slotplein en het Torenplein wordt belast, in af
wijking dan van de thans geldende bepaling, dat
belast wordt het parkeeren op de door B. en W. aan
gewezen gedeelten van den openbaren weg.
Aldus wordt besloten.
De Voorzitter merkte op dat het niet practisch is
deze wijziging, zij bevordert de soepelheid niet en
uit het schrijven van hoogerhand blijkt dat men
niet met den toestand op de hoogte is.
Heffing van leges.
Ged. Staten geven in overweging de verordening op
de heffing van secretarieleges zoodanig vast te stel
len, dat de kosten van een abonnement niet per op
gave in de verordening wordt vermeld, doch het be
drag van de voor het geheele 'abonnement verschul
digde leges wordt bepaald.
B. en W. hebben tegen een dergelijke wijziging
geen bezwaar en stellen tot bedoelde wijziging voor.
Allen voor.
De geldleening ad f 56823.80.
B. en W. ontvingen'van 3 bankinstellingen een aan
bieding voor de aan te gane annuïteitsleening tot een
bedrag van f56823.80, voor de verstrekking aan hetl
R.K; schoolbestuur alhier van de geschatte waarde
van het schoolgebouw en terrein en stellen voor in'
te 'gaan'.opi'dè1 aanbieding van cle.Ned.' Middenstands-;
bank N.V.,-kantoor Schagen,die de' lecning-wil ver
strekken tegen eenrentepercentage van 4 3/8%..për i
jaar a' pari," provisie '1/8' en met een verbod,'van
conv.ersic gedurende de eerste-5 jaren, terwijl; hét
restant, der leerling na 35 jaren opcischbaar 'zal zijn.
De heer «De-Vries heeft het getroffen; dat B; en' W.
geen bezwaar, hebben gezien in. de bepaling dat,na:
35 'jaren liét: restant der leening, dus 15/50. opéisch-
baar zal'zijn. Dat. kan een groot": bezwaar voor het
nageslacht ibeteékenen.
De heer Mr.,D'r. Buiskool 'wijst 'er op 'dat in de
prajetijk .is gebleken dat nagenoeg alle leien ingqn
binnen-.35- jaren geconverteerd worden.
'Overeenkomstig liet. voorstel van B. en- W. wordt
zonder .hoofdèlijke stemming besloten.
Besloten wordt tot wijziging van de gemeentebe-
grooting voor het jaar 1936.
De gemeenterekening 1935 en die der be
drijven.
B. en W. bieden ter voorloopige vaststelling aan de
gemeenterekening 1935 en die der bedrijven.
Ze sluiten als volgt: Gemeenterekening: nacleelig
saldo van f 7643.36; electriciteitsbedrijf winstsaldo van
f 3838.54, nadat aan de gemeente een retributie van
f 145.000 was uitgekeerd; gasbedrijf, verliessaldo
f 4083.53; eierveilingbedrijf, verliessaldo van f 530.45;
grondbedrijf, winstsaldo f 106.81.
De commissie van onderzoek had in haar rapport
enkele opmerkingen gemaakt, welke opmerkingen
door B. en W. werden beantwoord. (Zie het nummer
van Dinsdag 1.1.)
De heer Stam acht het niet juist dat, wat de bij
drage voor het onderhoud van den Lagedijker weg
en de Snevert betreft den raad een fautieve begroo
ting is voorgedraaicl. Een verschil van f 780 op
f 1400 raakt kant noch wal.
Door den Voorzitter wordt opgemerkt dat men als
no. 1 moet zien het groote belang voor Schagen van
het hebben van goede toegangswegen. Spr. vindt in
dit geval die extra kosten niet zoo erg. De wegen zijn
nu in uitstekenden toestand.
De heer Stam: Ze zijn goecl, maar uitstekend is de
Snevert niet,
De heer De Vries: De Lagedijker weg is in uitste
kenden staat.
De heer Stam denkt dat als de raad de werkelij
ke kosten had geweten, hij niet besloten had de bij
drage te verleenen.
De heer Van Erp is het met die opvatting eens,
en in de toekomst zal spr. er dan ook nauwlettend
op toezien, dat in het te nemen raadsbesluit een
clausule voorkomt waardoor dergelijk gevaar wordt
voorkomen.
De heer Mr. Dr. Buiskool zegt dat de raad voor
.Zich zelf er op .vertrouwd heeft, dat het verschil in
kosten niet zoo groot zou zijn; het groote belang
voor Schagen is het hebben van goede toegangswe
gen, is oorzaak geweest dat de raad over de vaag
heid heen is gestapt.
De heer De Veer wijst er op, dat bedoelde wegen
misbruikt zijn. om de nieuwe provinciale wegen te
maken. Spr. vertrouwt dat als de provinciale wegen
klaar zijn. de Lagedijker weg dermate zal worden
ontlast, dat met een matig onderhoud kan worden
volstaan en de gemiddelde kosten daardoor niet hoo
ger zullen worden dan aanvankelijk was geraamd.
Ook de heer Schoorl wijst op het drukke verkeer,
waardoor een extra toevoeging van split moest
plaats vinden, een verkeer dat waarschijnlijk in die
mate niet zal doorgaan.
De heer Stam herinnert aan het plan van het Hoog
heemraadschap. Als dat was uitgevoerd, zouden de
wegen beter zijn geweest en niet duurder dan nu. het
geval is geweest,
De heer Mr. Dr. Buiskool onderschrijft die mo
gelijkheid, maar nu is het napraten.
In verband met -de opmerking der commissie over
de levering van uniformkleeding voor de veldwach
ters en over de aflossing der tuindersvoorschotten,
gaat de Raad in comité.
Na heropening zegt de heer Stam, dat de commissie
t.a.v. de politiekleeding accoord gaat met de door den
Voorzitter gedane toezegging.
De rekeningen worden vervolgens voorloopig vast
gesteld.
Nieuwe verordening op de heffing en in
vordering van schoolgeld.
In verband met de wijziging van de lager onder
wijswet 1920, stellen B. en W. voor een nieuwe ver
ordening op de heffing en invordering van school
geld vast te stellen.
Zij meenen daarbij een tarief te moeten voorstel
len, waarvan de opbrengst naar raming dezelfde of
iets hooger zal zijn dan in 1935.
De heffing zal evenwel beginnen bij een zuiver in
komen van f 800 (bij de thans geldende verorde
ning f 1C00).
De Voorzitter bejammert het dat de heer Bakker
de raadsstukken niet heeft gelezen, want hoewel spr.
andere stukken heeft gelezen, met dit geweldig prae-
advies, is dat niet mogelijk.
De heer De Vries zegt, dat hij de stukken wel heeft
gezien en dit prae-aclvies tweemaal heeft gelezen,
doch nog geen voldoende inzicht in de zaak heeft ge
kregen. Spr. vindt het jammer dat de leden een der
gelijk prae-advies niet hebben thuis gekregen.
De Voorzitter antwoordt dat het ontzettend druk is
geweest op de secretarie; de heer Holtrop heeft dit
keurige prae-advies samengesteld, de secretaris was
met verlof en de heer Rus is, door de werkzaamheden
die hij voor de eierenveiling verricht, ook een dag
afwezig. Spr. wil deze zaak echter wel tot de volgen
de vergadering uitstellen.
De heer Schoorl wijst op het bezwaar daartegen,
omdat de begrooting afgewerkt moet worden.
De heer De Vries zou uitstel toch zeer op prijs stel
len. Spr. beheerscht deze zaak niet voldoende en wel
licht ook andere leden niet.
De heer Stam merkt op, dat volgens het prae-advies
de uitkomst toch vrijwel dezelfde is als bij de oude
verordening, het is alleen volgens B. en W. een bil
lijker verdeeling. Voor de verdere samenstelling van
de begrooting door B. en W. is er dan z.i. geen be
zwaar tegen uitstel.
De heer Schoorl weerspreekt dit, de Raad kan wel
een heel ander stelsel aannemen.
De heer Stam: Een reden te meer om de zaak
nauwkeurig te bestudeeren.
Ook de heer Bijlsma bepleit uitstel.
De Voorzitter zegt, dat men het nu niet als een
standje moet beschouwen, maar het is van sommige
raadsleden toch ook niet de juiste methode om op
't nippertje de stukken te komen inzien.
De heer Van Erp geeft in overweging deze zaak
voor de leden ter inzage te leggen, want de mogelijk
heid die de heer Schoorl oppert, is voor spr. aanlei
ding om de zaak goed te bekijken. De meeste men
schen, vooral die met de laagste inkomens, zullen
meer moeten betalen.
De Voorzitter is van oordeel, dat de heer Van Erp
achter de woorden van den heer Schoorl niet méér
moet zoeken dan er achter zit, de heer Schoorl is
geen waarzegger.
De heer Schoorl verbaast zicli over de bespreking
die hier plaats vindt. Het is. geen nieuwe zaak die
hier door B. en W. ter tafel word gebracht; het voor
stelt-in ontstaan omdat de heffing niet meer anoet
plaats vinden naar den grondslag van het inkomen,
doch naar den grondslag der gem-fondsbelasting en
vermogensbelasting. En spr. meent zich te herinneren
dat; dé Raad; unaniem/dit "een groote verbetering, vond.
'Spr.'-is persoonlijkrih'gén;verschuiving naar een an-
dere'.vérga.derjrig;
De-:-héér Mr. Br. Buiskool vindt het moeilijk hier
,een; standpunt -in. te jnemen-, het hangt hier af van
de •/capaciteit: d'ér ri'eden' en ook van den tijd die de
léden '.hebben. 'Het:bezwaar door den .heer'Schoorl ge
noemd, .is '\yer klemmend ,en wie èegt, .dat .wanneer de
behandeling >tot>lé /volgende/ vergadering word-t -uit
gesteld, 'we; op* tïjd de /Koninklijke goedkeuring zul
len'hébben'.'. i - -
In-de. derde,plaats wijsty'.spr.^erop dat-B. em\y.. met
dit' voorstel;'sl'eclits. de', voorschriften,;-hebbenopge
volgd, alleen*'over' dé 'kwestie'van de- schaal 'kan
wo'rdén •gesproken.
Het- voorstel van dén' -héér.-,De .Vries, omhet -punt
aan te houden tot' de. volgende vergadering, .wordt
aangenomen* met* 8''tegen 3'stemmen, tegen stem
den'de heeren Mr. Dr. Buiskool, Schoorl en De Veer.
Na eenigc bespreking wordt toegezegd dat. deze
stukken gedurende 14 dagen voor de raadsleden
ter inzage zullen liggen.
Naar aanleiding van een schrijven van Ged. Sta
ten t.a.v. de op 15 Mei jl. vastgestelde wijziging der
Algemeene Politieverordening (betrekking hebbende
op het lossen en laden van vaartuigen) stellen B. en
W. opnieuw wijziging voor.
Allen voor.
B. en W. stellen, voor, het bedrag van de te stellen
zekerheid door den gemeente-ontvanger vast te stel
len op f 6000.
Ged. Staten hadden daartegen geen bezwaar, mits
een verzekering tegen fraude tot een bedrag van
f 6000 zal zijn gesteld. Dit laatste is echter niet noo-
dig, daar een fraude-ver zekering bestaat.
De raad gaat in comité.
Na heropening zegt de heer Van Erp noodgedwon
gen aan het voorstel van B. en W. zijn stem te zul
len geven, maar hij acht het wenschelijk dat in de
toekomst de sollicitanten zullen kunnen voldoen aan
de gestelde voorwaarden. De bij de sollicitatie ge
stelde voorwaarde kan voor andere sollicitanten een
handicap zijn geweest en dan is het niet billijk nu
Van die voorwaarden af te wijken.
De heer Dekker sluit zich bij dit betoog aan.
De heer Schoorl noemt dit een theoretische rede
neering, omdat, de borgstellingkwestie wel uit de wet
zal worden gelicht en wat de heeren willen, dus geen
rol meer zal spelen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van B. en W. besloten.
De rondvraag.
De heer Van Erp dringt opnieuw aan op verbete
ring van de straat aan de haven en wijst op hetgeen
het publiek des Donderdags hiervan zegt.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat de
straat tusschen 30 Sept. en 14 October in orde zal
worden gemaakt.; gedurende 14 dagen zal de weg
zijn afgseloten; de aannemer was voor afsluiting voor
een maand, doch B. cn W. vonden die termijn te lang.
De heer Mr. Dr. Buiskool, doet uitkomen dat B. en
W. in deze zaak niets hadden te zeggen, de opleve
ringstermijn was op 1 November bepaald.
Opgemerkt wordt, dat het goed geweest, dat de
weg hu zoo ingereden is.
Het nieuwe Rusthuis. De zaak niet
voor elkaar te krijgen.
De heer De Vries zegt, dat de datum van 1 Octo
ber nadert, de termijn die de commissie voor de stich
ting van eé.n rusthuis heeft, gekregen voor optie op
het terrein van de oude school. Spr. vraagt of over
deze plannen nadere mededeelingen kunnen worden
gedaan.
De Voorzitter acht 't beter het woord te geven aan
den- jo^gsten wethouder.
De heer Mr. Dr. Buiskool zegt over deze
zaak de jammerlijke mededeeling te kunnen
doen, dat de commissie de zaak niet voor el
kaar heeft kunnen krijgen. De commissie was
klaar om de leening uit te schrijven, doch
de hoofddirectie van de bankinstelling trok
zich terug. Er is overwogen om steun uit het
Werkfonds te krijgen, maar in het werk zit
te weinig loon om subsidie er voor te krij
gen. Van den optietermijn zal de commissie
dus geen gebruik kunnen maken. Toch zijn
de plannen niet heelemaal van de baan. Er
is een brief naar een stichting in Den Haag,
die zich voor dergelijke zaken interesseert.
Het bezwaar is natuurlijk dat het heele kapi
taal in obligaties belegd moet worden en na
de stichting de waarde is verminderd.
De heer De Vries vindt het buitengewoon jammer.
De Voorzitter: We zullen er een bord plaatsen dat
het terrein te koop is.
De heer De Vries vraagt of, met het oog op de
kosten voor het U.L.O.-onderwijs met de gemeente
Winkel al overleg heeft plaats gehad over een even-
tueele gemeenschappelijke regeling. Spr. wijst op de
geringe bijdrage door de buitengemeenten cn nu in
middels de finantieele toestand van de gemeente
Winkel veranderd is, kan misschien een gemeen
schappelijke regeling worden aangegaan.
De Voorzitter zegt, het te hebben genoteerd.
Nadat een paar inlichtingen zijn gevraagd, brengt
de heer Bijlsma de verslechtering van de steunrege
ling ter sprake. Spr. en ook de heer Dekker hadden
gewild, dat B. en W. in Den Haag bezwaar tegen de
nieuwe regeling hadden gemaakt.
Bij de uitvoerige bespreking over dit punt, wordt
door B. en W. gewezen op de weinige resultaten, die
de conferentie met de wethouders der groote ge
meenten mocht hebben, terwijl het niet wenschelijk
wordt geoordeeld dat elke gemeente afzonderlijk
ageert, immers de Vereeniging van Ned. Gemeenten
houdt zich met deze zaak bezig. Bovendien wijst de
heer Schoorl er op dat wel gebleken is dat de be
wuste circulaire van den Minister niet altijd juist
gelezen is geworden.
Door den heer De Veer wordt gewezen op de nivel-
leering, vooral het platteland dient daar aandacht
aan te schenken en spr. heeft zich daarom over de
houding van verschillende plattelandsgemeenten
verwonderd.
Uit de bespreking blijkt dat een tweetal requesten
over de steunregeling bij B. en W. zijn ingekomen
en B. en W. zullen nagaan welke invloed de nieuwe
regeling voor de Schager betrokkenen zal hebben,
om daarna deze requesten in den raad ter tafel te
brengen.
1 Hierna sluiting.