Opmarsch naar Bilbao Luisterrijk schouwspel in de Residentie RevolutiegevaarinFrankrijk? Zware brand te Loosduinen Dinsdag 15 September 1936. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 10063 Opening van de Staten Generaal in de aloude Ridderzaal Koningin spreekt de troonrede uit De troonrede Uit Spanje Vrouwen en kinderen blijven in het Alcazar Blum lijdt een nederlaag Nederlander te Brussel bestolen Is de daff, waarop de koningin met den tra- ditioneelen luister de nieuwe gewone zitting van de Siaten-generaal komt openen, in de aloude ridderzaal steeds een echt nationale feestdag, ditmaal stond deze feestdag niet op zichzelf, maar vormde als het ware een nieuwen schakel in het bidder gebeuren van de laatste dagen. De verloving van Prinses Juliana, die weder met de koningin zich heden naar het binnenhof be gaf, verleende een nieuwen, ongekenden glans aan de op zichzelf toch steeds aantrekkelijke plechtigheid en heeft de altijd sterke belangstel ling van Hagenaars en met-Hagenaars in het aanschouwen van den lrieurlij'ken stoet en hun begeerte om de geliefde vorstin, al is het ook maar een oogenblik, te aanschouwen en haar toe te jubelen, ditmaal zoo mogelijk vertienvou digd. Vandaar, dat bet heden in de residentie, waar sinds de vorige week zulk een vroolijke drukte heerscht drukker dan ooit tevoren Uit alle oor den des lands stroomden reeds in den vroegen ochtend de feestgangers binnen, zoodat lang voor het oogenblik van het vertrek van den ko ninklijken stoet van het paleis aan het Noord- einde. de straten van de binnenstad een buiten gewoon levendigen aanblik boden. Dat schier huis aan huis gevlagd werd. dat het geliefde Oranje op ieders borst prijkte, behoeft niet ge zegd. In dat opzicht onderscheidde de dag var heden zich niet van de dagen die vooraf gin gen. Ook de dichte menigte die in het Noodeinde, vooral1 in de onmiddellijke omgeving van het paleis, samendromde, en daar reeds uren voor het wegrijden van den stoet geduldig stond te wachten, was niets ongewoons meer. Zij was daar reeds een week lang tot laat in den avond te aanschouwen. Ditmaal was de stemming on der het overtalrijk publiek dat lang te voren in dichte rijen stond te wachten en onder de talrijke toeschouwers achter de ruiten van de gebouwen langs den weg, opgewekter dan ooit Het wachten viel zoodoende veel korter dan an ders Voor hen die bij het paleis een plaatsje had den ingenomen werd dit wachten bovendien ver goed door den aanblik van de toebereidselen voor de samenstelling en het vertrek van den stoet. Het vertrek van den stoet. Ter opening van den stoet, die onder de algemeene leiding stond van den eerste-stalmeester van de Ko ningin, ritmeester jhr. E, E. J. M. Verheyen, was een detachement aangewezen van het 2e regiment huzaren, sterk 90 ruiters, onder bevel van een rit meester, met den regiments-standaard en het mu ziekkorps der huzaren, dat gedurende den tocht marschmuziek speelde. Met dit detachement reden de regiments-commandant, kolonel Diemont, en diens adjudant mede. Nadat de zeven gala-lcoctsen waren weggereden, reed de gouden koets, met 8 paarden bespannen, voor en verlieten de koningin en de prinses het paleis. Op datzelfde oogenblik werd, door het uitsteken van vaantjes, het sein doorgegeven voor het lossen van het eerste der minuutschoten, welke, van het ver laten van het paleis door de koningin, tot Haar te rugkeer aldaar, werden afgegeven uit de op het Ma lieveld opgestelde batterij der eerste artillerie-brigade, bestaande uit vier vuurmonden. Onder het dreunen van het eerste schot presenteer de de cerewacht het geweer en zette de koninklijke militaire kapel het Wilhelmus in, terwijl de koningin en de prinses, getooid met het bredee lint van het grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw, in de gouden koets stapten, welke zich vervolgens, onder het gejubel van de menigte, rustig in beweging zette. Naast elk van de acht paarden, waarmede deze staatsiekoets bespannen was, ging een koetsier. Aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Op het Binnenhof. Daar stond aan de Ridderzaal een eere-wacht op gesteld, bestaande uit een afdeeling van het corps mariniers, met vaandel en het muziekkorps van de Koninklijke Marine, onder bevel van een kapitein. Onder de tonen van het Wilhelmus, gespeeld door het Marinie-Muziekkorps, bestegen de Koningin en de Prinses de treden, leidende naar den ingang van de Ridderzaal, waarvan de peristyle overhuifd was met, een rood fluweelen baldakijn. In de Ridderzaal. Bij het binnentreden in de Ridderzaal werden de vorstelijke personen ontvangen door de commissie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Sta- ten-Generaal. De Koningin nam plaats op den troon, linies van haar nam Prinses Juliana plaats, terwijl de leden van haar gevolg de plaatsen achter en terzijde van den troon innamen, hun in het officieele programma aangewezen. Onmiddellijk daarop ving de Koningin met het voorlezen van de troonrede aan. Terug naar het paleis. Nadat de plechtigheid in de zaal was beëindigd, werd ruim half twee, met hetzelfde eerbetoon door de eere-wacht, de terugtocht naar het paleis in het Noordeinde langs denzelfden weg ondernomen. Der traditie getrouw hadden zich bij het vertrek van den stoet van de Ridderzaal de leden van het corps diplomatique met hun dames, die de openings plechtigheid in de zaal hadden bijgewoond, nabij de middelste poort van het Binnenhof opgesteld, om de vorstelijke personen hij het voorbijtrekken een groet te brengen. Onnoodig te zeggen, dat ook op den terugweg de menigte opnieuw geestdriftige ovaties bracht aan Ko ningin en Prinses. Bij haar aankomst aan het pa leis werden dezelfde eerbewijzen gebracht als bij het vertrek. De Koningin sprak de volgende Troonrede uit: Leden der Staten-Generaal, Mij wederom in Uw midden bevindend, gevoel Ik allereerst behoefte uiting te geven aan Mijn innige vreugde over het voorgenomen huwelijk Mijner Dochter. De in verband daarmee noodzakelijke ontwerpen van wet zullen U binnenkort worden voorgelegd. De overstelpende bewijzen van belangstelling bij deze verloving door het gansche volk aan den dag gelegd, hebben Mij met warme erkentelijkheid ver vuld. Nog altijd levend in een zorgelijken tijd, erken Ik met dankbaarheid, dat Mijn volk gedurende het af- geloopen jaar zijn geestkracht heeft weten te be houden en is blijven worstelen om de moeilijkheden, waaronder wij gebukt gaan, te overwinnen. Gelukkig kan worden getuigd, dat de betoonde inspanning niet zonder vrucht is gebleven. In sommige takken van nijverheid heeft het stre ven naar aanpassing bij de sterk gewijzigde om standigheden tot resultaten geleid, die de hoop wet tigen, dat, bij verdere doorwerking, de ondervonden druk allengs zal afnemen. Zoolang de economische omstandigheden, ook in het buitenland, daartoe noodzaken, zal intusschen de bemoeienis der Overheid met het economisch leven in haar tegenwoordigen vorm en het verlee- nen van steun op menig gebied nog niet kunnen worden gemist. Wel zal worden zorg gedragen, dat in het bedrijfsleven onnoodig knellende banden zullen worden verwijderd. De toestand der openbare geldmiddelen is nog altijd zorgelijk. Zoowel voor het rijk als voor de gemeenten moet daarom de grootste voorzichtigheid het finan- cïeele beleid beheerschen. Aan de verdere doorwer king van de aanpassing en een daaruit voortvloeien- DE OPSTANDELINGEN LEGGEN MIJ NENVELDEN VOOR DE HAVEN. Nog een klein plekje grond rest de regeering in het Noorden van Spanje. Nu San Sebastian is gevallen, vereenigen de na tionalisten hun troepen voor een aanval op dit laatste stukje roode grond, waarop de havenplaatsen San tander en Bilbao zijn gelegen. Deze laatste stad schijnt het eerst aan de beurt te zullen komen, althans de bevelvoerende generaal heeft de bezetting aangezegd, dat de stad zal worden gebombardeerd en van de buitenwereld afgesloten. Daartoe zijn gisteren verscheidene oorlogsschepen der „witten" aan de Noordkust verschenen, met de be doeling mijnenvelden aan te leggen, opdat de be dreigde steden zich langs den zeekant niet van voed sel, wapentuig en troepen kunnen voorzien. Aan manschappen schijnen de roode verdedigers en de Basken anders geen gebrek te hebben, daar hun aantal volgens ooggetuigen zeker op 40.000 is te schat ten. Echter meldt men, dat zij zeer slecht of in het geheel niet bewapend zijn en dus nergens anders voor zullen kunnen dienen, dan als voedsel voor de ka nonnen en mitraileurs. Blijft men echter in het kamp der verdedigers eens gezind, dan is echter, zelfs met gebrekkige wape nen, nog een vrij goede weerstand te bieden. Maar het schijnt, dat ook hier evenals in San Sebastian Basken en communisten het niet al te best met el kaar kunnen vinden. En dat is een leelijk ding! Vrouwen en kinderen zullen het Alcazar niet verlaten. Hoewel onder leiding van den Chileenschen gezant alles is gedaan om de non-comibattanten uit de hel van het Alcazar te bevrijden, en overeenstemming met de Spaansche regeering te dien opzichte was bereikt, melden de laatste berichten, dat de aan voerders der opstandelingen de tusschenkomst - van den ambassadeur van Chili hebben verworpen. De vrouwen, kinderen en grijsaards zullen dus de met puin bedekte gewelven van de oude Moorsche vesting niet verlaten, en aan de verschrikking van het bombardement blijven blootgesteld. Hoe hevig de haat tusschen de strijdende volks groepen in wezen wel is, kan zeker uit dit voorbeeld wel blijken, waar men liever vrouw en kind offert dan van den vijand een gunst te accepteeren. 3 0 0 0 MAN ENGELSCHE TROEPEN NAAR PALESTINA VERTROKKEN Gistermiddag zijn twee schepen van Sout- hampton naar Palestina vertrokken met onge veer drieduizend man van de eerste divisie aan boord, welke ter versterking van de Britsche troepen aldaar, naar Palestina wordt gezonden. de opleving van het bedrijfsleven, mag de hoop ver bonden worden, dat zij ook een gunstigen invloed op den stand der openbare geldmiddelen zal gaan oefenen, zoodat de financieele vooruitzichten lang zamerhand minder donker zullen worden. Ook in het komende zittingjaar zal de bestrijding van de werkloosheid en van haar gevolgen de volle aandacht vragen. Op een zoo rechtvaardig en doel matig mogelijke aanwending van de daarvoor be stemde geldmiddelen, zal het streven der regeering gericht blijven. De bestrijding van de werkloosheid onder de jeugd zal met onverminderde kracht wor den voortgezet. De betrekkingen met andere mogendheden zijn vriendschappelijk. Waar nu hier, dan daar, de in ternationale verhoudingen onder zoo zwaren druk zijn gesteld, stemt zulks tot bijzondere voldoening. Aan de gedragslijn, die de regeering bij het bestuur der buitenlandsche betrekkingen pleegt te volgen, zal onveranderd worden vastgehouden. Naast de behandeling van de reeds aanhangige ontwerpen van wet zal Uwe medewerking worden gevraagd voor de totstandkoming van wetten strek kende tot het openen van de mogelijkheid tot het verbindend en onverbindend verklaren van bepa lingen uit collectieve arbeidsovereenkomsten, tot herziening van het Burgerlijk Kinderrecht en tot het geven van eenige voorschriften omtrent stich tingen. Voorts zullen U worden voorgelegd ontwer pen tot wijziging van eenige bepalingen van de La ger Onderwijswet 1920 en van de Dienstplichtwet, tot bestrijding van de lintbebouwing, tot verbetering der tertiaire wegen, tot overneming van een bedrag van 25 millioen aan Nederlandsch-Indische schuld, zoomede een ontwerp inzake de electriciteitsvoorzie- ning. Met uitzondering van Curagao, waar de toestand bevredigend is te achten, vordert de economische en financieele toestand in de overzeesche gewesten nog de voortdurende zorg der regeering. Bij sommige Europeesche bedrijven in Neder- landsch-Indië valt eenige verbetering in den toe stand waar te nemen, doch onder de inheemsche be volking van Java zijn, ondanks alle inspanning der Indische regeei^ng, de omstandigheden nog onbe vredigend. Onafgebroken wordt gezocht naar bruikbare mid delen om de economische samenwerking tusschen de verschillende deelen van het koninkrijk te be vorderen. De begrootingstoest.and in Nederlandsch-Indië geeft hoop, dat ook voor het jaar 1937 vermeerdering van schuld zal kunnen worden voorkomen. Met erkentelijkheid maak Ik gewag van de toewij ding waarmede leger en vloot, zoomede de ambte naren in burgerlijken dienst van elke geleding in het g.eheele koninkrijk hun taak blijven vervullen. Het komende zittingjaar zal ook thans weer veel van de krachten van Kamers en regeering vergen. Al is er veel, dat ernstige zorg blijft baren, een har telijke samenwerking tusschen volksvertegenwoordi ging en regeering, steunend op een eensgezinden volksgeest, zal Ons, onder de hulpe van den almach- tigen God, die ons sterkte en wijsheid moge schen ken, het volbrengen der taak, die voor ons ligt, mo gelijk maken. En hiermede verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Opnieuw een communis* tische stakingsgolf Minister-president Blum is een idealist en dat zijn in tijden van spannig zoo gevaarlijke menschen. Zijn idealisme bracht hem er toe om persoonlijk naar Rijssel te gaan, teneinde zijn invloed aan te wen den de staking der textielarbeiders bij te leggen. Kon het dommer? Hij, als hoofd der regeering, mocht zich toch niet blootstellen aan een échec! Ontmoedigd en terneergeslagen is hij Zondagavond in Parijs teruggekeerd. Waarschijnlijk weer ietwat wijzer, maar helaas met nog minder prestige be kleed dan hij alreeds bezat. Thans komen berichten' dat de regeering voorne mens is om een arbitrale uitspraak voor beide par tijen bindend te verklaren. Maar als die nu eens uitvalt in het nadeel der stakers? Zal de slappe regeering dan van haar macht ge bruik maken om de arbeiders uit de bezette fabrie ken te verjagen? Meer en meer blijkt, dat de staking zich gaat uit breiden en dat ook deze nieuwe stakingsgolf weder onder communistische leiding staat. Opnieuw jvordt loonsverhooging geeischt en weder om worden de fabrieken bezet gehouden, net zoo lang tot de fabrikanten toegeven. Deze laatsten intusschen schijnen het standpunt te gaan innemen om niet te onderhandelen, zoolang hun arbeiders de fabrieken bezetten. Het begint ook in Frankrijk hard etgen hard te gaan, temeer daar de onvermijdelijke reactie de kop gaat opsteken. Men begint genoeg te krijgen van de voortdurende ophitsing en arbeidsonrust, welke elke geregelde ar beid verhinderen. Ook de kerk gaat zich roeren. Te Straatsburg heeft gisteren een massa-betooging tegen het bolsjewisme plaats gevonden. Ongeveer 40.000 katholieken wa ren uit alle deelen van den Elzas naar Straatsburg gekomen. In de verschillende redevoeringen, en ook in een aan het slot met algemeene stemmen aange nomen resolutie, werd gezegd, dat de Elzas en ook het overige deel van Frankrijk niet zullen dulden, dat het communisme hier op dezelfde manier huis houdt als in Spanje. Mochten de godloozen de hand tegen het land opheffen., dan zullen de katholieken zich als één man daartegen te weer stellen. Dat met dat al de positie van Blum er niet sterker op wordt, is te begrijpen. De Liberté o.a. wijst er op, dat de bezetting der fa brieken, waarmede de arbeiders onder leiding der communisten, nog steeds hun sovjet-manieren de- monstreeren, duidelijk bewijst, dat Blum niet bij machte is het staatsgezag te handhaven. Er is thans maar één middel meer, om aan de sta kingsgolf een einde te maken, n.1. in naam der wet de ontruiming van alle onwettig door de communis ten bezette werkplaatsen af te dwingen. Het is nu maar de vraag, of deze regeering hiertoe nog capabel is. Een andere vraag, die iedere Fransch- man zich thans stelt is, of de regeering vastbesloten is, de dreigende revolutie te breken. Wat anders im mers beduidt dit soort stakingen, waaraan Frankrijk nu al maanden ten onder gaat, als een poging tot sovjetiseering van het land. Kan de regeering nog terug? Of is zij reeds gansch in de macht van de „straat" en moet zij voor haar eischen wijken? Dat men in arbeiderskringen op alles is voorbereid, OP HET STATION VAN ZIJty KOFFER BEROOFD DADER VERMOEDELIJK EEN GEWO NE TREINDIEF Naar de Libre Belaique" meldt, is de heer Kupers, lid der Tweede Kamer en voorzitter van het Nederlandsche Verbond van Vakvereenininaen, die met den Parij- schen trein naar Amsterdam reisde, op het N oor der station te Brussel van een koffer beroofd, welke belangrijke documenten be vatte. Naar aanleiding van het bovenstaande heb ben wij ons om nadere inlichtingen tot den beer Kupers gewend, die een en ander beves tigde. Het geval vond plaats op Zaterdagavond j.1. eenige minuten voor half acht, even voor het vertrek van den trein. De heer Kupers had des middags te Brussel een bespreking gehad, waarna hii zich per taxi naar het station had begeven. Na zijn bagage, welke slechts uit een kleine handkoffer bestond, in zijn coupé te hebben neergezet, is de heer Kupers nog even uitgestapt oon een pakje sigaretten te koopen. Toen hij eenige ©ogenblikken later in het com partiment terugkeerde, was de koffer verdwe nen. Daar de heer Kupers geen tijd meer had om persoonlijk bij de politie aangifte van den diefstal te doen, heeft hij den stationschef van het gebeurde in kennis gesteld, die de politie er van heeft verwittigd. De heer Kpers zeide niet te geloven, dat aan deze ontvreemding politieke beteekenis moet wor den toegekend, doch te meenen, dat men hier met een gewonen treindief te doen zou hebben gehad. De trein was zeer slecht bezet en de cou pé. dien de heer Kupers had uitgezocht, was leeg. De door hem ondervraagde reizigers had den van den diefstal niets bemerkt De heer Ku pers uitte de hoop. dat de dief, bemerkende, dat de inhoud van koffer voor hem waarde loos is, 't gestolene zou retourneeren. De stukken waren voor den heer Kupers vrii belangrijk, zoodat het verlies hoogst onaangenaam voor hem is. Door onbekende oorzaak is gisteravond on geveer 9 uur brand ontstaan in de woning van den bouwkundige W. Nierkens, aan den Haag- weg 279 te Loosduinen. De heer N. die de eerste en tweede etage be woont, was met zijn 9-jarig zoontje dat boven reeds te bed lag alleen thuis. Ziin vrouw was ter kerke terwijl een paar oudere kinderen zich in de stad bevonden. Hij ontdekte toen hij zich op de eersrte verdieping uit de huiskamer naar de keuken wilde begeven een hevige brandlucht op de boventrap en bracht onmiddellijk zijn kind in veiligheid, terwijl hij voorts den chauf feur in de taxi-garage van der Gaag, welke in het gelijkvloersche deel van het pand is ge vestigd. waarschuwde. De chauffeur alarmeerde de brandweer, die met de Loosduinsche baby-spuit arriveerde, ter wijl tevens de motorspuit van de archi medes straat der waarts werd gezonden. Het vuur op de tweede etage was in middels in hevigheid toegenomen, zoodat beide spuiten volop werk kregen, maar dan ook volkomen in staat bleken, den brand tot de twee verdieping te beperken. Deze brandde geheel uit, terwijl de woonvertrekken op de eerste verdieping water schade bekwamen. De garage werd bijtijds ontruimd. Verzekering dekt de schade. Omtrent de vermoedelijke oorzaak kan nog worden gemeld, dat in den namiddag eenige vriendjes van het 9-jarig zoontje op de tweede verdieping hadden gespeeld en dat kort daarna het echtpaar N. wel iets branderigs had gero ken. Zij hadden toen te ongeveer 6 uur de bo venverdieping nog nagezocht doch verder niets bespeurd. B O E R D E R IJ. DIRECTEUR VEEHOUDERIJ-CENTRALE. Eervol ontslag verleend. Een koninklijke onderscheiding. Naar van bevoegde zijde wordt medegedeeld, is aan den heer Ir. W. de Jong, rijks veeteeltconsulent te Arnhem, met ingang van 15 September 1936 door den Minister van Landbouw en Visscherij eervol ontslag verleend als bestuurslid, voorzitter en di recteur van de Nederlandsche Veehouderijcentral. Dit ontslag vindt zijn oorzaak in de door den heer de Jong te kennen gegeven wensch wederom in staat te worden gesteld, zijn functie van rijks veeteeltconsulent ten volle te kunnen waarnemen. Aan den beer de Jong, die zijn werkzaamheden ten dienste van de Veehouderycentrale met groote toe wijding heeft vervuld, is als waardeering voor zijn verdiensten de onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje-Nassau toegekend. mag blijken uit een uitlating van Sodinot, de se cretaris van den bond van textielarbeiders, die ver klaarde, dat de werkgevers het geheele land tegen over zich zullen vinden, indien zij geen regeerings- arbitrage aanvaarden. „Wij zijn in staat alduS Sodinot in twee uren alle strijdbare arbeiders te verzamelen en 100.000 man bijeen te brengen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5