GEEN SAMENVOEGING
van Zijpe en Callantsoog
GecL Staten achten de samen
voeging niet wenschelijk
Donderdag 17 September 1936.
SCHAGER COURANT.
Tweede Blad. No. 10065
Behandeling in een
openbare zitting
van Ged. Staten.
Het voor en tegen breed uitgeme
ten. - De eisch van Zijper raad,
dat het Rijk de wachtgelden voor
zijn rekening moet nemen, in 't ge
ding. - Voor welke gemeente pleit
burgemeester Breebaart?
Gister Woensdagmiddag om 2 uur, werd in open
bare zitting van Ged. Staten ter Provinciale Griffie,
behandeld het indertijd door den Raad van Callants
oog gedane verzoek om te onderzoeken de wensche
lijkheid tot samenvoeging van de gemeenten Zijpe en
Callantsoog, over welke samenvoeging een uitvoerig
rapport van de gemeentebesturen van Zijpe en Cal
lantsoog was verschenen, daarna gevolgd door een.
aanvullend rapport van het gemeentebestuur van
Zijpe en een contra-rapport van den Nevenraad van'
Callantsoog.
Over deze stukken hebben wij reeds eerder uitvoe
rige mededeelingen gedaan.
In deze openbare zitting was het college van Ged.
Staten voltallig aanwezig; van de gemeente Zijpe wa
ren aanwezig Burgemeester en Wethouders, benevens
de Secretaris, terwijl de gemeente Callantsoog werd
vertegenwoordigd woor den heer Kooger, Wethouder,
den gemachtigde, den heer Mr. Dr. J. A. E. Buiskool,
den heer M. Vries, lid van den Raad, den heer P. de
Haan, lid van den Nevenraad.
Op de publieke tribune hebben nog enkele leden
van den Raad en van den Nevenraad van Callants
oog zitting genomen, benevens de heer J. de Moor,
oud-burgemeester van Zijpe, P. Doorn, lid van den
Raad van Zijpe en enkele belangstellenden.
De bijeenkomst wordt gepresideerd door den heer
Commissaris der Koningin in dit gewest.
Na opening door den Voorzitter, brengt deze in
herinnering, het verloop' van de heden aanhangige"
zaak, de benoeming van den heer Breebaart tot bur
gemeester van Zijpe, de brief met de 16 punten,'
waarin om onderzoek naar de wenschelijkheid van sa
menvoeging der beide gemeenten werd gevraagd, de
ingekomen rapporten enz., enz. Ook wordt mededee-
ling gedaan van het tusschenspel, dat op S Mei een
adres van ingezetenen van Callantsoog, wonende in
den polder Koegras, en waarin te kennen werd gege
ven dat dit gedeelte van de gemeente Callantsoog
beter bij de gemeente Den I-Ieldcr zou kunnen worden
ondergebracht. Werd aan dien wensch niet voldaan,
dan verklaarde men zich zonder voorbehoud voor
aansluiting bij Zijpe.
De Voorzitter deelt dan verder mede, hoe aan ra
den, nevenraden enz. advies is gevraagd en herinnert
er aan, dat raad en nevenraad van Zijpe als eisch
stelden dat de wachtgelden voor rekening van het
Rijk zouden komen. Gebeurt dat niet, dan zou Zijpe
zijn standpunt nader bepalen. Raad en nevenraad
van Callantsoog spraken zich met algemeene stem
men uit tegen cventueele samenvoeging.
Spreker geeft nu allereerst het woord aan den ver
tegenwoordiger van Callantsoog, omdat deze gemeen
te aanvankelijk het verzoek deed tot onderzoek van
de wenschelijkheid tot samenvoeging.
Rede van Mr. Dt. Buiskool
De gemachtigde van Callantsoog aan het
woord.
De heer Mr. D. A. J. E. Buiskool, gemachtigde van
Callantsoog, zegt van deze gelegenheid gaarne gebruik
te maken.
Algemeene opmerkingen.
Spr. behandelt in zijn algemeene opmerkingen al
lereerst de vraag wanneer samenvoeging van ge
meenten dient plaats te vinden. Iiij wijst er op hoe
Prof. Struycken gemeenten op historische gronden
zelfstandig wil laten, ook al betreft het dan ook
kleine gemeenten. Toch kan, naar spr.'s meening,
samenvoeging noodig zijn 'en ook in liet belang van
de gemeente zelf zijn. B.v. twee of meer aan elkaar
grenzende miniatuur-gemeenten, welke niet voor zich
zelf kunnen zorgen, en die bij vereeniging wel een
gemeenschappelijke huishouding met succes zullen
kunnen voeren, vooral ook als grenzen geen belet
sel vormen. Of, wanneer een heel groote gemeente
langzamerhand een aangrenzende kleine gemeente
opslokt en er practisch toch al één aaneengebouwd
geheel mee vormt, waardoor de belangen dei* ge
meentenaren zich niet tegen aaneenvoeging verzet
ten en de bevolking van de kleine gemeente in feite
ook gelijk is geworden aan de stadsbevolking.
Dat in het rapport-Zijpe de samenvoeging van Pet
ten en Zijpe. als voorbeeld wordt aangehaald, noemt
spr. een zeer ongelukkig gekozen voorbeeld. Petten
had steeds, een tekort, het Rijk moest steeds bijsprin
gen en bij samenvoeging had Zijpe geen nadeel. Pet
ten en ook het Rijk voordeel.
Callantsoog echter kan wel voor zich zelf zorgen
en ook historisch ligt de zaak hier anders.
Spr. zet uiteen, hoe vóór 1S4S het tijdperk van de
onbeperkte monarchie, zeer veel kleine gemeenten
gevormd werden en men de rechten van den eigenaar
van het heerlijke recht wilde eerbiedigen.
In 184S werd dat anders, nieuwe indeeling werd
gemaakt of althans de mogelijkheid tot verandering
geopend. In Noordholland volgde men voor een groot
gedeelte de vroegere keizerlijke decreten. Volgens een
vroeger decreet was Callantsoog bij Zijpe gevoegd ge
weest. later werd het weer zelfstandig gemaakt En
in 1851, invoering der gemeenten werd het zelf
standig gelaten. Callantsoog bleef, omdat het steeds
bewezen had een zelfstandig bestaan te kunnen lei
den.
Ook na 1851, hoewel 18 gemeenten in Noordholland
opgeheven werden. De noodzaak voor samenvoeging
was dus nooit ingezien, motieven voor samenvoeging
hebben er in den loop der jaren niet bestaan, al
Naar ons werd medegedeeld, hebben Ged. Staten na de openbare
zitting van gister besloten, aan de Raden van de gemeenten Zijpe
en Callantsoog te berichten, dat zij vereeniging van de beide ge
meenten niet wenschelijk achten.
Hiermede is deze zaak dus practisch van de baan, want aan de
hand van art. 163 van de Gemeentewet zou nu de Koningin aan
Ged. Staten kunnen opdragen, een wetsontwerp betreffende de samen
voeging van beide gemeenten samen te stellen, doch het is wel met
zekerheid te zeggen, dat dit niet zal gebeuren.
Binnen afzienbaren tijd zal dan nu wel de benoeming van een
burgemeester van de gemeente Callantsoog tegemoet kunnen worden
gezien.
thans die zijn nooit aan den dag getreden.
Zijn er nu dan wel motieven?
Plotseling, in April 1935, als donderslag bij helde
ren hemel, zijn'die blijkbaar gekomen.
Tijdens de ambtsperiode van burgemeester Bree-
baart (April 1926April 1935) is er nooit één woord
over samenvoeging gehoord. Doch in April 1935 volgt
de benoeming van den heer Breebaart tot burge
meester van Zijpe. En in
een onder-onsje
komt op 18 April '1935, in den Raad van Callantsoog
ter tafel: is samenvoeging van Zijpe en' Callantsoog
te overwegen?
Samenvoeging bij Zijpe!
In 1S70 was Anna Paulowna zelfstandig geworden
door afscheiding van het te groot geworden Zijpe. En
inmiddels heeft Zijpe weer Petten erbij gekregen.
Krachtige motieven moésten er dus wel zijn om
deze uitgestrekte gemeente met haar vele dorpen
weer te gaan uitbreiden met een aantal dorpen en
een groot kustgebied.
Welke zijn nu die motieven gebleken?
De motieven zouden besloten liggen in de 16 pun
ten of argumenten aangevoerd in den brief van Cal
lantsoog van 18. April~1935>-aamGed. Staten, terwijl
het daarbij komende motief „bezuiniging" zou volgen
uit de in liet „rapport" besproken eventueele besparin
gen op grond van een veronderstelde begrooting 'voor
de latere vereenigde gemeenten, naar een vergelij
king van afzonderlijke begrootingen voor Callantsoog
en Zijpe over 1935.
Het wil spr. voorkomen, dat de voorstanders van
de samenvoeging in gebreke gebleven zijn aan te too-
nen of ook maar aannemelijk te maken, dat er ge
gronde motieven voor samenvoeging zijn.
Nergens blijkt, dat Callantsoog niet in staat zou
zijn voor zichzelf te zorgen, en evenmin is ook maar
één woord te vinden dat Zijpe en Callantsoog zóó
aaneengegroeid en gelijksoortig zouden zijn geworden,
dat samenvoeging als 't ware vanzelfsprekend zou
zijn. Van een noodzaak tot samenvoeging geen woord,
terwijl ook geen enkel steekhoudend argument,
waaruit de wenschelijkheid tot samenvoeging' zou
volgen, is aangevoerd. Ook de factor „bezuiniging"
is niet juist. Uit een bespreking van die 16 punten
en de in het rapport aangevoerde bezuinigingen zal
blijken, dat er van een en ander niets over blijft en
dat er geen enkel deugdelijk motief voor samenvoe
ging is aan te voeren. In het contra-rapport van den
nevenraad van Callantsoog is dit reeds uitvoerig uit
eengezet.
De beroemde 16 punten.
De heer Mr. Dr. Buiskool gaat dan nog eens meer
uitvoerig na de ook hierboven reeds genoemde 16
punten of argumenten, die dan voor samenvoeging
zouden pleiten.
Zijpe is, volgens B. en W. van Zijpe, een verbond
van losse gemeenschappen. Dan is het maar beter,
dat er niet meer bijgevoegd wordt, want dat zal de
eenheid niet bevorderen.
Callantsoog is, zoo betoogt spr., wél een historische
eenheid, het. heeft geen enkele band met Zijpe, een
vroegere, tijdelijke band werd weer spoedig verbro
ken, het kreeg later weer een eigen burgemeester en
Zijpe en Callantsoog zijn steeds meer van elkaar af-
gegroeid.
Samenvoeging omdat beide gemeenten een gelijk
soortige bevolking hebben, zoowel in geestelijk als in
economisch opzicht, dit argument is een dwaasheid,
want dan zou men heele of halve provincies tot één
gemeente moeten samenvoegen. Het is trouwens ook
niet waar, de bevolking van Callantsoog heeft eigen
aard en karakter, het is een kustvolk, Zijpe niet.
De bevolking sluit dan nog meer aan naar Koe
gras, Den Helder, dan naar Zijpe.
Ook het argument „gemeenschappelijke functiona
rissen en vcreenigingen is een dwaasheid, dat komt
toch overal voor en is geen motief om samen te voe
gen. 't Is bovendien geen kwestie van gemeenschap
pelijke posities, maar van vestigingsplaats (notaris,
dokter, enz.).
Ook het argument: postbestelling Groote Keeten en
Kocgras via 't Zand, kan niet ernstig bedoeld zijn
als motief. Dat is een zuivere doelmatigheidsmaat
regel van de P.T.T.
Dat Groote Keeten zich meer aansluit bij 't Zand
dan bij Callantsoog, is fantasie. Het heeft niet eens
een behoorlijke verbinding naar 'tZand, en wel naar
Don Helder.
Dat het R.K. deel der bevolking van Callantsoog
behoort tot de Parochie 't Zand, zegt niets. Dan zou
Schagerbrug bij Schagen gevoegd moeten worden,
want de R.K. te Schagerbrug gaan naar Schagen ter
kerke. Eycnzoo Oudesluis naar Anna Paulowna.
Dat Callantsoog als badplaats te klein is om zich
te ontwikkelen, noemt spr. een wonderlijk argument
voor samenvoeging, gezien het standpunt, van burge
meester Breebaart, toen hij nog burgemeester van
Callantsoog was en gehoord de nieuwjaarsrede van
den heer Breebaart op S Februari 1935. Bovendien,
eonigen tijd geleden werd Callantsoog uitsluitend
voor de jaarwedde van den burgemeester in een
hoogcre klasse geplaatst. De positie van Callantsoog
was dus blijkbaar wel van belang.
Dat Petten en Callantsoog als badplaatsen elkaar
nu beconcurreeren en bij samenvoeging der beide ge
meenten een harmonisch-organisatorisch geheel kun
nen vormen, is een holle phrase. Spr. haalt hier op
nieuw de nieuwjaarsrede van burgemeester Bree
baart op 8 Februari 1935 aan.
Dat het raadhuis te Callantsoog te klein wórdt,
is een naief argument. Bovendien, dat zou dan nog
op vooruitgang, op toename van beteekenis wijzen en
dus juist een argument tegen samenvoeging moe
ten zijn. Als de werkzaamheden zoo toenemen, hoe
wil Zijpe dan straks met hetzelfde personeel dat veel
grootere gebied besturen. Dan deugt de opgestelde
begrootiiig heelemaal niet, want er zal dan meer per
soneel noodig zijn.
Spr. merkt hierbij nog op, dat Zijpe in volle tegen
spraak met haar rapport, de vorige week twee nieu
we administratieve- ambtenaren alleen voor Zijpe
heeft benoemd, boven de bestaande sterkte!!
Dat door samenvoeging een betere en goedkoopere
verzorging van maatschappelijk hulpbetoon mogelijk
wordt, is beslist onwaar! juist in een kleine gemeente
is de armenzorg beter, omdat men meer contact heeft
en ieder geval beter beoordeelen kan.
Dat door samenvoeging een belangrijke bezuiniging
zal \vorden verkregen, is niet waar en zal straks in
hoofdtrekken worden aangetoond.
Punt zegt raat ooirzijpe bij VéfeSniglhg gebaat is,
want dat de fihantieele toestand van Callantsoog niet,
slechter is dan die van Zijpe.
Ik dank U.
Ik dank U, heeren voorstanders van samenvoeging,
zegt de hr. Mr. Dr. Buiskool. Gij hadt uw onmacht om
deugdelijke motieven aan te voeren, niet beter kun
nen demonstreeren. Immers, deze erkenning van een
goede finantieele positie van Callantsoog is een sterk
argument tegen samenvoeging.
Het motief „bezuiniging".
Rest nu nog het motief bezuiniging, die zou moe
ten blijken uit de veronderstelde begrooting voor de
vereenigde gemeente. Spr. noemt deze begrooting een
groote slag in de lucht. Zij biedt niet de minste hou
vast, Men groepeert geraamde cijfers van twee ge
meenten met geheel verschillend karakter naast el
kaar en combineert dan tot een z.g. gemiddelde voor
een gedachte nieuwe gemeente. Men verwaarloost
totaal de rekening der gemeenten, waaruit de juiste
inkomsten en uitgaven blijken. Deze factor had men
niet mogen verwaarloozen, want over 1934 sloot de
rekening van Callantsoog met een batig saldo van
f43S4,3S en over 1935 met ruim f3000.Deze cijfers
van het rapport deugen derhalve reeds niet. Maar er
is meer, want op meerdere nummers zijn groote fou
ten gemaakt. In het verslag der commissie uit den
Nevenraad wordt dit uitvoerig aangegeven.
Spr. legt dan nog de vinger op diverse belangrijke
posten, om daarbij o.a. aan te t.oonen dat de veron
derstelde bezuiniging voor het Rijk een fictie zal blij
ken, dat de bezuiniging op secretariepersoneel, reeds
door de feiten zijn achterhaald (rede burgemeester
Mr. Breebaart op 15 Jan. 1936, dat de bezetting van
de secretarie te gering is en de salarieering zeer
schraal).
Zijpe heeft vorige week twee nieuwe ambtenaren
benoemd en Raad en Nevenraad van Zijpe stelden
zei I's de voorwaarde om functionnarissen die men eerst
wilde ontslaan, te handhaven. Deze besparingen ver
vallen dus en het „rapport" deugt niet.
Op het gebied armlastigheid steekt Callantsoog
gunstig af bij Zijpe. Ziipe geeft per inwoner uit f5.09,
Callantsoog f3.23.
Voor plaatsing in Tehuis voor Ouden van Dagen
te Zijpe, is geen samenvoeging van gemeenten noo
dig, maar samenwerking. Besparing op uitgaven voor
functionnarissen voor de armenverzorging is ook mo
gelijk door samenwerking.
Voor de wijkverpleging zal bij samenvoeging aan de
wijkverpleegster wel f500 a f 600 voor autoverbruik
moeten worden bijgedragen. Een gedeelte van Cal
lantsoog wordt nu reeds uit Julianadorp bediend. Er
zal geen bezwaar zijn een regeling te treffen voor
heel Callantsoog en dat zal dan goedkooper zijn dan
het plan-Zijpe.
Het advies in dezen van Dr. Oterdoom, lijkt spr.
waardeloos, want die heeft zelf zijn practijk gesplitst
en aan 2 opvolgers verkocht. Eén in Julianadorp,
één in 'tZand.
Onvolledig en onjuist.
Omtrent het onderwijs, zoo vervolgt spr., is het
rapport onvolledig en onjuist. Hij wijst op het in de
Zijpe genomen besluit en in het rapport zijn de kosten
van Callantsoog honderden cijfers te hoog gesteld.
Daar blijkt ook, dat de groepeering der leerlingen
buiten de 5 K.M.-grens niet deugt en de kosten voor
vervoer dus veel hooger zullen worden.
T.a.v. de werkloozenzorg wordt gewezen op de eigen
werkverschaffingsobjecten, die Callantsoog nog steeds
heeft, op het feit dat Callantsoog geen steunregeling
heeft en het Rijk niets behoeft bij te dragen. Zijpe
geeft voor dit hoofdstuk (werkloozen) per inwoner
f9.17, Callantsoog f5,Dat Callantsoogers bij sa
menvoeging in een hoogere klasse zullen komen en
dus voordeel zouden hebben, de nieuwe steunregeling
heeft al die mooie voorspellingen reeds geloochen-
straft. Het was trouwens toch al onjuist, want in
Callantsoog was en is geen steunregeling en die ver
gelijking was dus misleidend. In Callantsoog kreeg
en krijgt men in werkverschaffing ruim f 11.terwijl
men in de Zijper steunregeling slechts fS.a f 10.
zou krijgen. Dus een finantieel nadeel, ongeacht nog
het moreele nadeel dat men niet werkt.
En zoo zijn er nog vele punten
en factoren, waarvan we nog vermelden dat de
brandassurantiebelasting in Callantsoog ook nu on-
noodig is, dat de opbrengst erfpachten in Callantsoog
veel te laag geraamd is, dat in liet „rapport" ten on
rechte aangenomen wordt dat het Rijk de wachtgel
den zal betalen, dat voldoende is gebleken dat er van
„noodlijdendheid" geen sprake is en dat belastingver-
hooging in Callantsoog niet noodig is.
De „note gaie".
En tot slot de „note gaïe". Het rapport zegt, dat
Callantsoog alleen bij samenvoeging zich behoorlijk
als badplaats zal kunnen ontwikkelen door de groo
tere middelen van een grootere gemeente, en op volg-
no. 340 wordt in het „rapport" toegelicht, dat de be
vordering van het vreemdelingenverkeer van liet
grootste gewicht is. In het cijfer op dit volgno. prijkt
dan Callantsoog nu f 100.subsidie en Callantsoog
straks f70.subsidie! Dus nog minder!!
Hoe kan men toch dergelijke argumenten neerschrij
ven!
Aan het einde van zijn betoog komende, zegt de
heer Mr. Dr. Buiskool: voor samenvoeging is geen
enkel gegrond of redelijk motief aangevoerd noch
aan te voeren. Callantsoog heeft bewezen, dat het in
staat is voor zichzelf te zorgen en dat het een veel
betere positie inneemt dan de meeste gemeenten in
ons land. Raad en Commissie in Callantsoog hebben
met algemeene stemmen de gedachte van samenvoe
ging afgewezen. In Zijpe is maar een kleine meerder
heid voor samenvoeging geweest, Later is duidelijk
gebleken, dat men ook daar nog meer tegen samen
voeging geweest zou zijn, indien fnen hot z.g. contra-
rapport van Callantsoog had gekend of beter op de
hoogte van het gevoelen van de Callantsoogers was
geweest.
Deze heele samenvoegingskwestie is een jammer
lijke geschiedenis. Laten we het zacht uitgedrukt
een misverstand noemen! Brief aan Ged. Staten
van 18 April 1935 is een groote vergissing geweest,
en heeft heel veel bedorven, dat voordien goed en
mooi was. Men heeft in den Raad van Callantsoog de
zaak anders bedoeld dan uit dien brief kan worden
gelezen.
De in het „aanvullend rapport van Zijpe" ge
maakte opmerking, dat de gemoederen in Callantsoog
wel zullen bedaren, wanneer de samenvoeging maar
eenmaatl een Jeit is,, getuigt van een zeer slechte kijk
op de psyche- vande Callantsooger bevolking.
Heel Callantsoog, zonder uitzondering, is tegen sa
menvoeging. Men had in Zijpe beter gedaan, wanneer
men voor dit ondubbelzinnig gebleken feit, de oogen
niet gesloten gehouden had, te meer daar in Zijpe
genoeg personen zijn, die de geest van de Callants
ooger bevolking genoegzaam kennen, of van wie al
thans verwacht mag worden, dat ze dien geest ken
den. Slechts een afwijzing der samenvoeging door Uw
College zal tot gevolg hebben, dat de gemoederen weer
tot rust komen, en dan zullen Zijpe en Callantsoog
als goede, maar vrij van elkaar levende buren een
naar wij hopen blijde toekomst tegemoet gaan.
Spr. houdt zich overtuigd, dat een afwijzend stand
punt van Ged. Staten door alle Callantsoogers ge
voeld zal worden als een waardeering voor hel feit,
dat het zich klein maar dapper in alle bran
dingen door de eeuwen heen als een zelfstandige ge
meenschap staande heeft weten te houden, en als
een bewijs van vertrouwen, dat het ook in de toe
komst deze traditie zal weten voort te zetten.
Van hun kant zullen de Callantsoogers niet nalaten
te toonen, dat zij dit vertrouwen ten volle waard zijn.
Moge derhalve Uw College gedachtig aan de Ro-
meinsche spreuk: „Salus populi suprema lex" be
sluiten geen ontwerpregeling voor samenvoeging met
Zijpe vast te stellen, immers het geluk van het volk
is en blijft de hoogste wet!
Het gewijzigde standpunt van den raad
van Callantsoog.
De Voorzitter vraagt den heer Mr. Dr. Buiskool
hoe deze verklaart, dat dë raad van Callantsoog op
18 April onderzoek naar de wenschelijkheid van sa
menvoeging verzocht, op 30 Augustus 4 van de 7
raadsldeen zich nog voor samenvoeging uitspreken
en later met algemeene stemmen de samenvoeging
verwerpt.
De heer Mr. Dr. Buiskool wijst er op, dat het voor
behoud dat de beide wethouders van Callantsoog
maakten, bij de eindconclusie vermeld had beboe
ren te worden en niet, zooals is gebeurd, vóór de
eindconclusies. Spr. merkt voorts op, dat de tcgen-
stand van de samenvoeging in de gemeepte Callants
oog tot uiting is gekomen, toen het rapport van de
B. en W.'s op 17 Augustus '35 in de Schager Cou
rant Verscheen.
Rede Burgemeester Breebaart
De heer Mr. D. Breebaart, vertegenwoordiger van
de gemeente Zijpe, verkrijgt nu het woord en be
gint met te zeggen, dat B. en W. van Zijpe, ondanks
het thans afwijzend standpunt van den Raad van
Callantsoog en het uitvoerig geformuleerd oordeel
van de Commissie, toch het standpunt van den raad
der gemeente Zijpe willen toelichten.
Wel is waar, zegt spr., kunnen wij niet beschikken
over de welsprekende scherpzinnigheid van een be
kend advocaat van buiten de gemeente, waartoe do
Raad van Callantsoog, zijn eigen zwakheid besef
fend, zijn toevlucht heeft genomen, doch wij stelen
ons gaarne tevreden met de getuigenis van onze
eigen vaste en onwi-ikbare overtuiging.
Op zijn vingers getikt.
De Voorzitter: Maar de wet spreekt juist van een
gemachtigde!
De heer Breebaart vervolgt: Ter geruststelling van
dezen advocaat, tevens wethouder van de gemeente
Schagen, de centrumplaats van onze streek, zij opge
merkt, dat hij om de positie van die gemeente te
handhaven, het niet noodig heeft, als weleer do
machthebbers van het oude Rome, het „divide et im-
pera" toe te passen. Ook al zouden Zijpe en Cal
lantsoog niet verdeeld blijven, al zou een sterker
en grootcr Zijpe financieel krachtiger zijn. Schagen