GEEN SAMENVOEGING van Zijpe en Callantsoog GecL Staten achten de samen voeging niet wenschelijk Donderdag 17 September 1936. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 10065 Behandeling in een openbare zitting van Ged. Staten. Het voor en tegen breed uitgeme ten. - De eisch van Zijper raad, dat het Rijk de wachtgelden voor zijn rekening moet nemen, in 't ge ding. - Voor welke gemeente pleit burgemeester Breebaart? Gister Woensdagmiddag om 2 uur, werd in open bare zitting van Ged. Staten ter Provinciale Griffie, behandeld het indertijd door den Raad van Callants oog gedane verzoek om te onderzoeken de wensche lijkheid tot samenvoeging van de gemeenten Zijpe en Callantsoog, over welke samenvoeging een uitvoerig rapport van de gemeentebesturen van Zijpe en Cal lantsoog was verschenen, daarna gevolgd door een. aanvullend rapport van het gemeentebestuur van Zijpe en een contra-rapport van den Nevenraad van' Callantsoog. Over deze stukken hebben wij reeds eerder uitvoe rige mededeelingen gedaan. In deze openbare zitting was het college van Ged. Staten voltallig aanwezig; van de gemeente Zijpe wa ren aanwezig Burgemeester en Wethouders, benevens de Secretaris, terwijl de gemeente Callantsoog werd vertegenwoordigd woor den heer Kooger, Wethouder, den gemachtigde, den heer Mr. Dr. J. A. E. Buiskool, den heer M. Vries, lid van den Raad, den heer P. de Haan, lid van den Nevenraad. Op de publieke tribune hebben nog enkele leden van den Raad en van den Nevenraad van Callants oog zitting genomen, benevens de heer J. de Moor, oud-burgemeester van Zijpe, P. Doorn, lid van den Raad van Zijpe en enkele belangstellenden. De bijeenkomst wordt gepresideerd door den heer Commissaris der Koningin in dit gewest. Na opening door den Voorzitter, brengt deze in herinnering, het verloop' van de heden aanhangige" zaak, de benoeming van den heer Breebaart tot bur gemeester van Zijpe, de brief met de 16 punten,' waarin om onderzoek naar de wenschelijkheid van sa menvoeging der beide gemeenten werd gevraagd, de ingekomen rapporten enz., enz. Ook wordt mededee- ling gedaan van het tusschenspel, dat op S Mei een adres van ingezetenen van Callantsoog, wonende in den polder Koegras, en waarin te kennen werd gege ven dat dit gedeelte van de gemeente Callantsoog beter bij de gemeente Den I-Ieldcr zou kunnen worden ondergebracht. Werd aan dien wensch niet voldaan, dan verklaarde men zich zonder voorbehoud voor aansluiting bij Zijpe. De Voorzitter deelt dan verder mede, hoe aan ra den, nevenraden enz. advies is gevraagd en herinnert er aan, dat raad en nevenraad van Zijpe als eisch stelden dat de wachtgelden voor rekening van het Rijk zouden komen. Gebeurt dat niet, dan zou Zijpe zijn standpunt nader bepalen. Raad en nevenraad van Callantsoog spraken zich met algemeene stem men uit tegen cventueele samenvoeging. Spreker geeft nu allereerst het woord aan den ver tegenwoordiger van Callantsoog, omdat deze gemeen te aanvankelijk het verzoek deed tot onderzoek van de wenschelijkheid tot samenvoeging. Rede van Mr. Dt. Buiskool De gemachtigde van Callantsoog aan het woord. De heer Mr. D. A. J. E. Buiskool, gemachtigde van Callantsoog, zegt van deze gelegenheid gaarne gebruik te maken. Algemeene opmerkingen. Spr. behandelt in zijn algemeene opmerkingen al lereerst de vraag wanneer samenvoeging van ge meenten dient plaats te vinden. Iiij wijst er op hoe Prof. Struycken gemeenten op historische gronden zelfstandig wil laten, ook al betreft het dan ook kleine gemeenten. Toch kan, naar spr.'s meening, samenvoeging noodig zijn 'en ook in liet belang van de gemeente zelf zijn. B.v. twee of meer aan elkaar grenzende miniatuur-gemeenten, welke niet voor zich zelf kunnen zorgen, en die bij vereeniging wel een gemeenschappelijke huishouding met succes zullen kunnen voeren, vooral ook als grenzen geen belet sel vormen. Of, wanneer een heel groote gemeente langzamerhand een aangrenzende kleine gemeente opslokt en er practisch toch al één aaneengebouwd geheel mee vormt, waardoor de belangen dei* ge meentenaren zich niet tegen aaneenvoeging verzet ten en de bevolking van de kleine gemeente in feite ook gelijk is geworden aan de stadsbevolking. Dat in het rapport-Zijpe de samenvoeging van Pet ten en Zijpe. als voorbeeld wordt aangehaald, noemt spr. een zeer ongelukkig gekozen voorbeeld. Petten had steeds, een tekort, het Rijk moest steeds bijsprin gen en bij samenvoeging had Zijpe geen nadeel. Pet ten en ook het Rijk voordeel. Callantsoog echter kan wel voor zich zelf zorgen en ook historisch ligt de zaak hier anders. Spr. zet uiteen, hoe vóór 1S4S het tijdperk van de onbeperkte monarchie, zeer veel kleine gemeenten gevormd werden en men de rechten van den eigenaar van het heerlijke recht wilde eerbiedigen. In 184S werd dat anders, nieuwe indeeling werd gemaakt of althans de mogelijkheid tot verandering geopend. In Noordholland volgde men voor een groot gedeelte de vroegere keizerlijke decreten. Volgens een vroeger decreet was Callantsoog bij Zijpe gevoegd ge weest. later werd het weer zelfstandig gemaakt En in 1851, invoering der gemeenten werd het zelf standig gelaten. Callantsoog bleef, omdat het steeds bewezen had een zelfstandig bestaan te kunnen lei den. Ook na 1851, hoewel 18 gemeenten in Noordholland opgeheven werden. De noodzaak voor samenvoeging was dus nooit ingezien, motieven voor samenvoeging hebben er in den loop der jaren niet bestaan, al Naar ons werd medegedeeld, hebben Ged. Staten na de openbare zitting van gister besloten, aan de Raden van de gemeenten Zijpe en Callantsoog te berichten, dat zij vereeniging van de beide ge meenten niet wenschelijk achten. Hiermede is deze zaak dus practisch van de baan, want aan de hand van art. 163 van de Gemeentewet zou nu de Koningin aan Ged. Staten kunnen opdragen, een wetsontwerp betreffende de samen voeging van beide gemeenten samen te stellen, doch het is wel met zekerheid te zeggen, dat dit niet zal gebeuren. Binnen afzienbaren tijd zal dan nu wel de benoeming van een burgemeester van de gemeente Callantsoog tegemoet kunnen worden gezien. thans die zijn nooit aan den dag getreden. Zijn er nu dan wel motieven? Plotseling, in April 1935, als donderslag bij helde ren hemel, zijn'die blijkbaar gekomen. Tijdens de ambtsperiode van burgemeester Bree- baart (April 1926April 1935) is er nooit één woord over samenvoeging gehoord. Doch in April 1935 volgt de benoeming van den heer Breebaart tot burge meester van Zijpe. En in een onder-onsje komt op 18 April '1935, in den Raad van Callantsoog ter tafel: is samenvoeging van Zijpe en' Callantsoog te overwegen? Samenvoeging bij Zijpe! In 1S70 was Anna Paulowna zelfstandig geworden door afscheiding van het te groot geworden Zijpe. En inmiddels heeft Zijpe weer Petten erbij gekregen. Krachtige motieven moésten er dus wel zijn om deze uitgestrekte gemeente met haar vele dorpen weer te gaan uitbreiden met een aantal dorpen en een groot kustgebied. Welke zijn nu die motieven gebleken? De motieven zouden besloten liggen in de 16 pun ten of argumenten aangevoerd in den brief van Cal lantsoog van 18. April~1935>-aamGed. Staten, terwijl het daarbij komende motief „bezuiniging" zou volgen uit de in liet „rapport" besproken eventueele besparin gen op grond van een veronderstelde begrooting 'voor de latere vereenigde gemeenten, naar een vergelij king van afzonderlijke begrootingen voor Callantsoog en Zijpe over 1935. Het wil spr. voorkomen, dat de voorstanders van de samenvoeging in gebreke gebleven zijn aan te too- nen of ook maar aannemelijk te maken, dat er ge gronde motieven voor samenvoeging zijn. Nergens blijkt, dat Callantsoog niet in staat zou zijn voor zichzelf te zorgen, en evenmin is ook maar één woord te vinden dat Zijpe en Callantsoog zóó aaneengegroeid en gelijksoortig zouden zijn geworden, dat samenvoeging als 't ware vanzelfsprekend zou zijn. Van een noodzaak tot samenvoeging geen woord, terwijl ook geen enkel steekhoudend argument, waaruit de wenschelijkheid tot samenvoeging' zou volgen, is aangevoerd. Ook de factor „bezuiniging" is niet juist. Uit een bespreking van die 16 punten en de in het rapport aangevoerde bezuinigingen zal blijken, dat er van een en ander niets over blijft en dat er geen enkel deugdelijk motief voor samenvoe ging is aan te voeren. In het contra-rapport van den nevenraad van Callantsoog is dit reeds uitvoerig uit eengezet. De beroemde 16 punten. De heer Mr. Dr. Buiskool gaat dan nog eens meer uitvoerig na de ook hierboven reeds genoemde 16 punten of argumenten, die dan voor samenvoeging zouden pleiten. Zijpe is, volgens B. en W. van Zijpe, een verbond van losse gemeenschappen. Dan is het maar beter, dat er niet meer bijgevoegd wordt, want dat zal de eenheid niet bevorderen. Callantsoog is, zoo betoogt spr., wél een historische eenheid, het. heeft geen enkele band met Zijpe, een vroegere, tijdelijke band werd weer spoedig verbro ken, het kreeg later weer een eigen burgemeester en Zijpe en Callantsoog zijn steeds meer van elkaar af- gegroeid. Samenvoeging omdat beide gemeenten een gelijk soortige bevolking hebben, zoowel in geestelijk als in economisch opzicht, dit argument is een dwaasheid, want dan zou men heele of halve provincies tot één gemeente moeten samenvoegen. Het is trouwens ook niet waar, de bevolking van Callantsoog heeft eigen aard en karakter, het is een kustvolk, Zijpe niet. De bevolking sluit dan nog meer aan naar Koe gras, Den Helder, dan naar Zijpe. Ook het argument „gemeenschappelijke functiona rissen en vcreenigingen is een dwaasheid, dat komt toch overal voor en is geen motief om samen te voe gen. 't Is bovendien geen kwestie van gemeenschap pelijke posities, maar van vestigingsplaats (notaris, dokter, enz.). Ook het argument: postbestelling Groote Keeten en Kocgras via 't Zand, kan niet ernstig bedoeld zijn als motief. Dat is een zuivere doelmatigheidsmaat regel van de P.T.T. Dat Groote Keeten zich meer aansluit bij 't Zand dan bij Callantsoog, is fantasie. Het heeft niet eens een behoorlijke verbinding naar 'tZand, en wel naar Don Helder. Dat het R.K. deel der bevolking van Callantsoog behoort tot de Parochie 't Zand, zegt niets. Dan zou Schagerbrug bij Schagen gevoegd moeten worden, want de R.K. te Schagerbrug gaan naar Schagen ter kerke. Eycnzoo Oudesluis naar Anna Paulowna. Dat Callantsoog als badplaats te klein is om zich te ontwikkelen, noemt spr. een wonderlijk argument voor samenvoeging, gezien het standpunt, van burge meester Breebaart, toen hij nog burgemeester van Callantsoog was en gehoord de nieuwjaarsrede van den heer Breebaart op S Februari 1935. Bovendien, eonigen tijd geleden werd Callantsoog uitsluitend voor de jaarwedde van den burgemeester in een hoogcre klasse geplaatst. De positie van Callantsoog was dus blijkbaar wel van belang. Dat Petten en Callantsoog als badplaatsen elkaar nu beconcurreeren en bij samenvoeging der beide ge meenten een harmonisch-organisatorisch geheel kun nen vormen, is een holle phrase. Spr. haalt hier op nieuw de nieuwjaarsrede van burgemeester Bree baart op 8 Februari 1935 aan. Dat het raadhuis te Callantsoog te klein wórdt, is een naief argument. Bovendien, dat zou dan nog op vooruitgang, op toename van beteekenis wijzen en dus juist een argument tegen samenvoeging moe ten zijn. Als de werkzaamheden zoo toenemen, hoe wil Zijpe dan straks met hetzelfde personeel dat veel grootere gebied besturen. Dan deugt de opgestelde begrootiiig heelemaal niet, want er zal dan meer per soneel noodig zijn. Spr. merkt hierbij nog op, dat Zijpe in volle tegen spraak met haar rapport, de vorige week twee nieu we administratieve- ambtenaren alleen voor Zijpe heeft benoemd, boven de bestaande sterkte!! Dat door samenvoeging een betere en goedkoopere verzorging van maatschappelijk hulpbetoon mogelijk wordt, is beslist onwaar! juist in een kleine gemeente is de armenzorg beter, omdat men meer contact heeft en ieder geval beter beoordeelen kan. Dat door samenvoeging een belangrijke bezuiniging zal \vorden verkregen, is niet waar en zal straks in hoofdtrekken worden aangetoond. Punt zegt raat ooirzijpe bij VéfeSniglhg gebaat is, want dat de fihantieele toestand van Callantsoog niet, slechter is dan die van Zijpe. Ik dank U. Ik dank U, heeren voorstanders van samenvoeging, zegt de hr. Mr. Dr. Buiskool. Gij hadt uw onmacht om deugdelijke motieven aan te voeren, niet beter kun nen demonstreeren. Immers, deze erkenning van een goede finantieele positie van Callantsoog is een sterk argument tegen samenvoeging. Het motief „bezuiniging". Rest nu nog het motief bezuiniging, die zou moe ten blijken uit de veronderstelde begrooting voor de vereenigde gemeente. Spr. noemt deze begrooting een groote slag in de lucht. Zij biedt niet de minste hou vast, Men groepeert geraamde cijfers van twee ge meenten met geheel verschillend karakter naast el kaar en combineert dan tot een z.g. gemiddelde voor een gedachte nieuwe gemeente. Men verwaarloost totaal de rekening der gemeenten, waaruit de juiste inkomsten en uitgaven blijken. Deze factor had men niet mogen verwaarloozen, want over 1934 sloot de rekening van Callantsoog met een batig saldo van f43S4,3S en over 1935 met ruim f3000.Deze cijfers van het rapport deugen derhalve reeds niet. Maar er is meer, want op meerdere nummers zijn groote fou ten gemaakt. In het verslag der commissie uit den Nevenraad wordt dit uitvoerig aangegeven. Spr. legt dan nog de vinger op diverse belangrijke posten, om daarbij o.a. aan te t.oonen dat de veron derstelde bezuiniging voor het Rijk een fictie zal blij ken, dat de bezuiniging op secretariepersoneel, reeds door de feiten zijn achterhaald (rede burgemeester Mr. Breebaart op 15 Jan. 1936, dat de bezetting van de secretarie te gering is en de salarieering zeer schraal). Zijpe heeft vorige week twee nieuwe ambtenaren benoemd en Raad en Nevenraad van Zijpe stelden zei I's de voorwaarde om functionnarissen die men eerst wilde ontslaan, te handhaven. Deze besparingen ver vallen dus en het „rapport" deugt niet. Op het gebied armlastigheid steekt Callantsoog gunstig af bij Zijpe. Ziipe geeft per inwoner uit f5.09, Callantsoog f3.23. Voor plaatsing in Tehuis voor Ouden van Dagen te Zijpe, is geen samenvoeging van gemeenten noo dig, maar samenwerking. Besparing op uitgaven voor functionnarissen voor de armenverzorging is ook mo gelijk door samenwerking. Voor de wijkverpleging zal bij samenvoeging aan de wijkverpleegster wel f500 a f 600 voor autoverbruik moeten worden bijgedragen. Een gedeelte van Cal lantsoog wordt nu reeds uit Julianadorp bediend. Er zal geen bezwaar zijn een regeling te treffen voor heel Callantsoog en dat zal dan goedkooper zijn dan het plan-Zijpe. Het advies in dezen van Dr. Oterdoom, lijkt spr. waardeloos, want die heeft zelf zijn practijk gesplitst en aan 2 opvolgers verkocht. Eén in Julianadorp, één in 'tZand. Onvolledig en onjuist. Omtrent het onderwijs, zoo vervolgt spr., is het rapport onvolledig en onjuist. Hij wijst op het in de Zijpe genomen besluit en in het rapport zijn de kosten van Callantsoog honderden cijfers te hoog gesteld. Daar blijkt ook, dat de groepeering der leerlingen buiten de 5 K.M.-grens niet deugt en de kosten voor vervoer dus veel hooger zullen worden. T.a.v. de werkloozenzorg wordt gewezen op de eigen werkverschaffingsobjecten, die Callantsoog nog steeds heeft, op het feit dat Callantsoog geen steunregeling heeft en het Rijk niets behoeft bij te dragen. Zijpe geeft voor dit hoofdstuk (werkloozen) per inwoner f9.17, Callantsoog f5,Dat Callantsoogers bij sa menvoeging in een hoogere klasse zullen komen en dus voordeel zouden hebben, de nieuwe steunregeling heeft al die mooie voorspellingen reeds geloochen- straft. Het was trouwens toch al onjuist, want in Callantsoog was en is geen steunregeling en die ver gelijking was dus misleidend. In Callantsoog kreeg en krijgt men in werkverschaffing ruim f 11.terwijl men in de Zijper steunregeling slechts fS.a f 10. zou krijgen. Dus een finantieel nadeel, ongeacht nog het moreele nadeel dat men niet werkt. En zoo zijn er nog vele punten en factoren, waarvan we nog vermelden dat de brandassurantiebelasting in Callantsoog ook nu on- noodig is, dat de opbrengst erfpachten in Callantsoog veel te laag geraamd is, dat in liet „rapport" ten on rechte aangenomen wordt dat het Rijk de wachtgel den zal betalen, dat voldoende is gebleken dat er van „noodlijdendheid" geen sprake is en dat belastingver- hooging in Callantsoog niet noodig is. De „note gaie". En tot slot de „note gaïe". Het rapport zegt, dat Callantsoog alleen bij samenvoeging zich behoorlijk als badplaats zal kunnen ontwikkelen door de groo tere middelen van een grootere gemeente, en op volg- no. 340 wordt in het „rapport" toegelicht, dat de be vordering van het vreemdelingenverkeer van liet grootste gewicht is. In het cijfer op dit volgno. prijkt dan Callantsoog nu f 100.subsidie en Callantsoog straks f70.subsidie! Dus nog minder!! Hoe kan men toch dergelijke argumenten neerschrij ven! Aan het einde van zijn betoog komende, zegt de heer Mr. Dr. Buiskool: voor samenvoeging is geen enkel gegrond of redelijk motief aangevoerd noch aan te voeren. Callantsoog heeft bewezen, dat het in staat is voor zichzelf te zorgen en dat het een veel betere positie inneemt dan de meeste gemeenten in ons land. Raad en Commissie in Callantsoog hebben met algemeene stemmen de gedachte van samenvoe ging afgewezen. In Zijpe is maar een kleine meerder heid voor samenvoeging geweest, Later is duidelijk gebleken, dat men ook daar nog meer tegen samen voeging geweest zou zijn, indien fnen hot z.g. contra- rapport van Callantsoog had gekend of beter op de hoogte van het gevoelen van de Callantsoogers was geweest. Deze heele samenvoegingskwestie is een jammer lijke geschiedenis. Laten we het zacht uitgedrukt een misverstand noemen! Brief aan Ged. Staten van 18 April 1935 is een groote vergissing geweest, en heeft heel veel bedorven, dat voordien goed en mooi was. Men heeft in den Raad van Callantsoog de zaak anders bedoeld dan uit dien brief kan worden gelezen. De in het „aanvullend rapport van Zijpe" ge maakte opmerking, dat de gemoederen in Callantsoog wel zullen bedaren, wanneer de samenvoeging maar eenmaatl een Jeit is,, getuigt van een zeer slechte kijk op de psyche- vande Callantsooger bevolking. Heel Callantsoog, zonder uitzondering, is tegen sa menvoeging. Men had in Zijpe beter gedaan, wanneer men voor dit ondubbelzinnig gebleken feit, de oogen niet gesloten gehouden had, te meer daar in Zijpe genoeg personen zijn, die de geest van de Callants ooger bevolking genoegzaam kennen, of van wie al thans verwacht mag worden, dat ze dien geest ken den. Slechts een afwijzing der samenvoeging door Uw College zal tot gevolg hebben, dat de gemoederen weer tot rust komen, en dan zullen Zijpe en Callantsoog als goede, maar vrij van elkaar levende buren een naar wij hopen blijde toekomst tegemoet gaan. Spr. houdt zich overtuigd, dat een afwijzend stand punt van Ged. Staten door alle Callantsoogers ge voeld zal worden als een waardeering voor hel feit, dat het zich klein maar dapper in alle bran dingen door de eeuwen heen als een zelfstandige ge meenschap staande heeft weten te houden, en als een bewijs van vertrouwen, dat het ook in de toe komst deze traditie zal weten voort te zetten. Van hun kant zullen de Callantsoogers niet nalaten te toonen, dat zij dit vertrouwen ten volle waard zijn. Moge derhalve Uw College gedachtig aan de Ro- meinsche spreuk: „Salus populi suprema lex" be sluiten geen ontwerpregeling voor samenvoeging met Zijpe vast te stellen, immers het geluk van het volk is en blijft de hoogste wet! Het gewijzigde standpunt van den raad van Callantsoog. De Voorzitter vraagt den heer Mr. Dr. Buiskool hoe deze verklaart, dat dë raad van Callantsoog op 18 April onderzoek naar de wenschelijkheid van sa menvoeging verzocht, op 30 Augustus 4 van de 7 raadsldeen zich nog voor samenvoeging uitspreken en later met algemeene stemmen de samenvoeging verwerpt. De heer Mr. Dr. Buiskool wijst er op, dat het voor behoud dat de beide wethouders van Callantsoog maakten, bij de eindconclusie vermeld had beboe ren te worden en niet, zooals is gebeurd, vóór de eindconclusies. Spr. merkt voorts op, dat de tcgen- stand van de samenvoeging in de gemeepte Callants oog tot uiting is gekomen, toen het rapport van de B. en W.'s op 17 Augustus '35 in de Schager Cou rant Verscheen. Rede Burgemeester Breebaart De heer Mr. D. Breebaart, vertegenwoordiger van de gemeente Zijpe, verkrijgt nu het woord en be gint met te zeggen, dat B. en W. van Zijpe, ondanks het thans afwijzend standpunt van den Raad van Callantsoog en het uitvoerig geformuleerd oordeel van de Commissie, toch het standpunt van den raad der gemeente Zijpe willen toelichten. Wel is waar, zegt spr., kunnen wij niet beschikken over de welsprekende scherpzinnigheid van een be kend advocaat van buiten de gemeente, waartoe do Raad van Callantsoog, zijn eigen zwakheid besef fend, zijn toevlucht heeft genomen, doch wij stelen ons gaarne tevreden met de getuigenis van onze eigen vaste en onwi-ikbare overtuiging. Op zijn vingers getikt. De Voorzitter: Maar de wet spreekt juist van een gemachtigde! De heer Breebaart vervolgt: Ter geruststelling van dezen advocaat, tevens wethouder van de gemeente Schagen, de centrumplaats van onze streek, zij opge merkt, dat hij om de positie van die gemeente te handhaven, het niet noodig heeft, als weleer do machthebbers van het oude Rome, het „divide et im- pera" toe te passen. Ook al zouden Zijpe en Cal lantsoog niet verdeeld blijven, al zou een sterker en grootcr Zijpe financieel krachtiger zijn. Schagen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5