Laaiende geestdiift
De „Sirenes" weer iets
opgeschoten
Een veteraan
van 1870
n
te Amsterdam
De wind draait
EEN LEVEN VOL AVONTUUR.
De volgende week Zaterdag, dus 26 September a.s.,
viert de heer H. F. C. Habermann te Hoogwoud zijn
90ste verjaardag.
Hoewel dit zeker een leeftijd is om te memoreeren,
zou daarvan toch in deze kolommen geen melding
worden gemaakt, als het hier niet gold een man,
wiens leven een zeer avontuurlijk verloop heeft ge
had.
De vader van den aanstaanden jubilaris, een Duit-
scher, ging, toen de zoon 16 jaar was, naar Holland.
Hij trok naar Hoogwoud en opende daar een manu
facturenzaak. Na eenigen tijd zijn vader behulpzaam
te zijn geweest in de zaak, welke intusschen flink
was uitgebreid, kwam hij op een leeftijd, waarop hij
dienen moest voor zijn vaderland, dat was Duitsch-
land. Hij was toen 20 jaar oud. Na 3 jaren gediend te
hebben, dacht hij weer naar Holland te mogen gaan,
maar moest nóg één jaar dienst blijven doen. Nog
was dit jaar niet verstreken, of de Fransch-Duitsche
oorlog van 1870—1871 brak uit. De ouderen onder ons
kunnen zich die nog wel herinneren.
Ook Habermann moest natuurlijk helpen zijn va
derland te verdedigen.
De eerste veldslag tusschen beide landen werd op
16 Aug. 1870 bij Mars la Tour gestreden. Habermann
heeft zich daar wel bijzonder onderscheiden, want
in dezen slag wordt hij reeds tot onderofficier bevor
derd. Kort daarop, op 18 Augustus, maakte hij den
slag bij Gravelotte mee. Daarna volgde de slag bij
Sedan op 2 September; zeker een der bloedigste wel
ke in dezen oorlog zijn geleverd. Doch zelfs in de
heetste gevechten is Habermann als door een wonder
ongedeerd gebleven.
Dat de jubilaris zich zelf niet spaarde en in de
voorste gelederen medevocht, kan blijken uit de de
coratie welke hem werd verleend.
Na beëindiging van den voor Duitschland zoo suc
cesvollen oorlog is Habermann weer naar zijn nieu
we vaderland, Holland, teruggekeerd, waar hij zich
met energie op de zaken wierp en een gezin stichtte.
Hij huwde een Hollandsche, mej. M. v. d. Oord, die
steeds dapper aan zijn zijde heeft gestaan en thans,
gelukkig nog in goede gezondheid, zijn 90sten ver
jaardag kan medevieren.
Wij zijn eens naar Hoogwoud getrokken en heb
ben met den krassen grijsaard gebabbeld over de
lang vervlogen jaren, en Siet was een waar genoe
gen te mogen constateeren, dat „Der altc Haudegen"
jiiet alleen belangstelling heeft voor wat is geweest,
maar met groote interesse de gebeurtenissen van
den dag volgt.
Bij het uitgeleide doen, liet hij ons nog even de
vroegere winkel zien, welke thans als voorkamer is
ingericht. Hier ontdekten wij aan den wand foto's en
eenige prenten van Bismarck en andere beroemde
veldheeren. Zelfs de uniform, welke Habermann bij
het 1ste Hannoversche Ulanen-regiment No. 13
droeg, was nog aanwezig.
Wij wenschen dezen oudstrijder en zijn vrouw op
26 Sept. a.s. een genoeglijken dag toe en hopen,
dat. zij nog langen tijd voor elkaar gespaard mogen
blijven en in goede gezondheid het volgend jaar hun
gouden huwelijksfeest mogen vieren.
Van particuliere zijde ontvingen wij over dit jubi
leum nog de volgenide persoonlijke herinneringen:
Op Zaterdag 26 September a.s. zal onze vriend C.
Habermann te Hoogwoud zijn 90en verjaardag her
denken. Aan belangstelling zal het den vriend van
velen en tevens gedecoreerd oudstrijder, zeker niet
ontbreken.
Het was in 't voorjaar van 1891, dat wij te Noord-
scharwoude bij Raapman kennis maakten met onzen
vriend Carl Habermann, op een vergadering van de
Deutsche Verein, welke daar geregeld zijn „Ver-
samlungen" hield. Dit punt was vrij centraal gele
gen en kon door de leden gemakkelijk per trein of
kettekar worden bereikt.
De heer Habermann was Hauptführer, terwijl de
heer Hagemann van Barsingerhorn Vorsitzender
was.
Er werd besloten de slag van Sedan, welke op 1
en 2 September 1870 plaats had, begin September
1891 feestelijk te herdenken. Onze vriend Habermann
had daar meegevochten en zich bijzonder onderschei
den bij Mars-la-tour en Vianville.
En ik herinner mij nog zijn optreden tijdens
het Sedanfeest op het tooneel van het Noord-Hol-
landsch Koffiehuis, in Ulanen-uniform, zijn degen
zwaaiend en zingend het Duitsche volkslied.
Een kranige figuur, met hart en ziel soldaat, moet
hij in zijn jeugd geweest zijn; maar het soldatenleven
alleen bevredigde hem toch niet en hij huldigde het
spreekwoord: „F.in Soldat der seinen Schatz nicht
liebt, der liebt auch seinen Kaiser nicht." Immers na
den oorlog kwam hij in Holland en trouwde met
Marie v. d. Oord, zijn tegenwoordige zorgzame en
liefhebbende echtge'noote.
Gaarne wenschen wij den Jubilaris zoowel als zijn
DE HOOFDSTAD JUBELT EN JUICHT
UREN ACHTEREEN. BEZOEK DAT
MEN ZICH NOG LANG ZAL HERIN
NEREN.
De blijdschap en geestdrift waarmede, ruim een
week geleden, het bericht van de verloving van Prin
ses Juliana met Prins Bernhard van LippeBiester-
feld, door het Nederlandsche volk is ontvangen en ook
te Amsterdam haar uiting vond in verscheidene
feestelijkheden, waarvan die op den dag van nati
onaal herdenken Zaterdag j.1. een der hoogte
punten vormden, zijn in de hoofdstad des rijks, ter
gelegenheid van het bezoek van het vorstelijk paar
gegroeid tot een waarlijk grootsche manifestatie van
verknochtheid aan het huis van Oranje, 'n manifesta
tie, welke in de momenten dat haar uitingsvormen
zich meer in het bijzonder richtten tot den toekom-
stigen Prins der Nederlanden, Zijne Hoogheid de blij
de ervaring heeft geschonken, dat hij in enkele uren
den weg naar het hart der Amsterdamsche bevol
king, die van haar enthousiasme over zijn ongekun-
stelden eenvoud op duidelijke wijze heeft doen blij
ken, heeft weten te winnen.
Het was met een laaiende geestdrift, waarmee de
bevolking van de hoofdstad het vorstelijke paar heeft
bejubeld en toegejuicht en nog lang zal Amsterdam
zich dit bezoek herinneren.
Als van ouds is de Dam het centrum, waarheen
het hart van vele Amsterdammers op dagen als deze
trekt. Hier is het, dat een daverend gejuich uit dui
zenden kelen opstijgt, als voor den uitgang van het
Palcis de Koningin en daarnaast Prinses Juliana
met Prins Bernard, gevolgd door diens moeder en
broer Prinses Armgard en Prins Aschwin verschijnen
Men zwaait, men wuift, men schreeuwt zich de kelen
heesch, het enthousiasme kent geen grenzen en zicht
baar getroffen door deze golven van geestdrift die
hun tegemoet slaan, wuiven de Koningin, wuift de
Prinses en wuift de jonge prins glimlachend en bui
gend terug, om dan plaats te nemen in de twee ge
reedstaande auto's. Prinses Juliana zit naast haar
verloofde in den eersten wagen, de Koningin neemt
plaats in de daarachter staande open auto, waarin
Prinses Armgard zich naast en Prins Aschwin zich
tegenover haar zetten.
De tocht door de stad is een ware triomftocht ge
worden. Door dichtbevlagde huizenblokken en ha
gen van menschen gaat het naar het Stadion, waar
van de hekken om half een opengaan om de dui
zenden en nog eens duizenden die staan te wachten,
binnen te laten.
Het défilé in het Stadion. Terugrit
door j'uichende straten. Laatste be
groeting op den Dam.
De menigte van bijna dertigduizend in het stadion
had gezongen en gejuicht. Hoog was het enthou
siasme opgelaaid, toen de stoet der Koninklijke au
to's onder de Marathonpoort was verschenen en de
vorstelijke personen, na een rit langs de zuidelijke
tribunes, in de eere-loge hadden plaats genomen,
waar zij door den burgemeester van Amsterdam
waren begroet.
Het geschetter van kopermuziek kondigde de komst
DE KINDERHULDE IN DE APOLLOLAAN W ERD DOOR DE VORSTELIJKE.
DEN DANKBAAR IN ONTV ANGST GENOMEN
VERLOOT.j.
aan van de stafmuziek van het vijfde regiment in
fanterie uit Amersfoort. In stramme pas schreed zij
aan den kop van het défilé uit de Marathonpoort,
rechts om over den sintelbaan.
Door de Marathonpoort verschenen de eerste groe
pen in fikschen marsch, De officieren van H.M.'s
„Gelderland", dan 1500 reserve-officieren, de jantjes
van de „Gelderland", de bijzondere vrijwillige land
storm, „het Mobilisatiekruis" en het Roode Kruis.
Streng gericht, met beheerschten pas marcheerden
deze groepen op tot voor de eereloge, waar het com
mando: „hoofd rechts" stram en keurig werd uitge
voerd. De jantjes braken dié stramdheid door de
petten voor de eereloge met een hóeratje in de lucht
te doen gaan. Applaus bewees nog eens de popula
riteit der marine.
De vorstelijke personen in de eereloge toonden on
onderbroken een levendige belangstelling voor het
voorbij trekkende défilé.
Enthousiaste groepen bleven soms staan juichen
en moesten- tot doorloopen worden aangemaand, op
dat het tempo van den opmarsch niet zou worden
verstoord.
Het Roode Kruis, aan het hoofd waarvan de Am
sterdamsche deelnemers aan de Abessijnsche expe
ditie gingen, werd door de nationale voorzitster met
vriendelijk handgebaar begroet.
Een bijzonder prettigen indruk maakte het optre
den der Amsterdamsche politie, welke als corps
mede defileerde.
Ook de landelijke rijvereenigingen hadden aller
belangstelling en waardeering.
Te half zes was het tijdstip aangebroken waarop
het vorstelijk gezelschap zou vertrekken. De organi
satoren hadden hiermede rekening gehouden en
toen de laatste groep in het stadion de oere-tribune
was voorbijgetrokken, zette het muziekkorps van de
Hollandsche draad- en kabelfabriek, dat van twee
uur onvermoeid met marschmuziek het defile had
begeleid, in afwisseling met de stafmuziek van Eef
5de R.I., het „Lang zullen ze leven" in.
Terstond stemde het publiek bij, besluitend met
een machtig hoera. De oranje programma's waarmee
de, evenals bij den majestueuzen intocht hartelijk
werd gewuifd, brachten een golf van oranje-.vreug-
de over alle tribunes.
De hofauto's reden nu voor en onder onafgebroken
gejuich, stapten de vorstelijke personen in en reden
langzaam langs de noordelijke tribunes de Mara
thonpoort uit.
Buiten wachtten nog vele vereenigingen. Zij wer
den echter niet teleurgesteld, want de Koninklijke
familie reed langs de wachtende rijen, die langs
den Stadionkade stonden opgesteld.
Een haag van juichende en wuivende Jonge
menschen wachtte de vorstelijke personen daar op
en alle deelnemers aan het défilé, ook ziij, die het
Stadion niet konden betreden, hebben daardoor de
Koninklijke familie van nabij gezien en toegejubeld.
Op den Dam had zich een groote menigte verza
meld om nog een laatste groet aan de koninklijkej
familie te brengen.
Groot was het enthousiasme, toen eenige öogert*
blikken na de aankomst aan het paleis Prinses Juh
liana en Prins Bernhard op het balcon verscheed
en H. M. de Koningin en Prinses Armgard zich bij
hen voegden.
Het Wilhelmus, Ingezet door de kapel van de Ko
ninklijke Marine uit Den Helder, klonk krachtiger
dan ooit. Vijf minuten lang schalde het hoera uit
de menschenmenigte, die de Dam tot in de uiterste
hoeken vulde.
Zeven uur vertrokken de vorstelijke personen^
toegejuicht door duizenden enthousiaste hoofdstede
lingen.
De standaard op liet Palels daalt statig, het voiw
stelijk bezoek behoort tot het verleden.
Eenige winst gebracht. Het schip Is nn
weer iets gekomen. Als de wind draait
is de kans op vlot komen groot.
S.S. „SIRENES".
Vrijd agmorgen 7*4 uur.
Zooals men verwacht had, was het resultaat der
werkzaamheden van gistermiddag niet heel groot en
werd van hetgeen men in de vroege morgenuren van
heden bereiken zou, meer verwacht. Het is eigen
aardig hoe een ieder, die met het bergingswerk van
de „Sirenes" op een of andere wijze te maken heeft,
onwillekeurig in spanning leeft en als dat nu reeds
het geval is met hen die daarbij nu geen directe be
langen hebben, hoe groot moet die spanning dan wel
bestaan bij degenen voor wie het afbrengen van het
vaartuig van zoo'n ingrijpend belang is. Merkwaar
dig is ook hoe ik als verslaggever, die nog nooit een
dergelijk bergingswerk van nabij had kunnen aan
schouwen, laat staan eenig begrip had van al hetgeen
daar wel aan vast zit, hoe langer hoe meer daarin
opga, naar mate ik ga begrijpen wat men doet en
waarom dit of dat geschiedt, zij het dan ook slechts
oppervlakkig, en grooter wordt steeds mijn respect
voor de leiders van het werk en de bewondering voor
de practische wijze waarop alles wat maar eenigszins
van nut kan zijn, wordt uitgebuit.
Het was 5 uur in den morgen, toen ik wakker
werd. Of dit kwam door een of andere beweging van
echtgenoote van harte geluk, met dezen 90en ver
jaardag en spreken de hoop uit, dat het hun gege
ven zij 't gouden huwelijksfeest het volgend jaar in
gezondheid te mogen beleven en dat hun een pret
tigen levensavond moge beschoren zijn.
S.
EEN FEESTMARSCH OVER DE DUIT
SCHE RADIOZENDER.
Wij vernemen nog, dat de volgende week Zaterdag,
op den dag van zijn feest, door de Reichsender
Köln, de „West Deutsche Rundfunk" een speciale
feestmarsch als z.g. Geburtstagstandchen ihm zu
Ehre, gegeven zal worden.
het schip of door een stoot op 'de stoomfluit of Eet
plotseling geratel der windsen, door mij in onderbe
wustzijn waargenomen, dat weet ik niet. Nu moet ik
eerlijk bekennen dat in normale omstandigheden de
secondewijzer van de klok menig cirkeltje rondge
gaan is voor ik voldoende bij mijn positieven ben en
voldoende moed verzameld heb om op te staan, maar
wel een bewijs hoe men geheel gaat meeleven is dat
ik in een seconde buiten mijn kooi stond, in record
tijd mijn kleeren had aangeschoten en op dek was.
Ik heb zoo langzamerhand mijn weg aan boord al
aardig leeren kennen, weet al welke trap ik nemen
moet, welk gangetje door om op het gedeelte van het
schip.te komen waar ik wezen wil en niet alleen dat,
maar ik weet ook waar op mijn weg gevaar dreigt
in het labyrinth van kettingen, trossen, blokken,
stroppen, slangen en ijzerwerk en ik ben blij dat som
mige van mijn kennissen geen getuige waren van de
onvrijwillige acrobatiek, die ik in den eersten tijd
aan boord tijdens mijn nachtelijke omzwervingen
over het schip heb gedemonstreerd. Ik was nu snel
op het sloependek, vanwaar het een prachtig gezicht
is op het achterschip, waar de gebruikelijke bedrij
vigheid heerschte.
Er wordt weer gehieuwd aan de ankertrossen en het
kleine legertje van werkers onder leiding van den
heer Sieuwertsen is in volle actie. Hij is overal tege
lijk en de twee ploegen die elk een kabel bedienen,
ontvangen van hem de bevelen, die af en toe boven
het rumoer der windsen uitklinken en door het volk
worden doorgegeven, bevelen die op het juiste mo
ment worden gegeven en prompt moeten worden uit
gevoerd. Maar Sieuwertsen kent zij mannetjes en
weet wat hij aan hen heeft, zooals zij weten wie hun
chef is en ongetwijfeld voelen ze iets mee van de
verantwoordelijkheid, die hij draagt en die inderdaad
niet gering is, want tenslotte kan een kleine ma
noeuvre verkeerd of te laat uitgevoerd, groote gevol
gen hebben ten koste van het materieel niet alleen
doch ook van de veiligheid der werkers.
Als de heer Sieuwertsen een oogenblik in de stra
lenbundel van een schijnwerper verschijnt, heb ik
juist gelegenheid zijn gezicht te zien en daarop
meen ik een trek van voldoening te lezen, waarin
ik me blijkbaar niet heb vergist, want alras ver
neem ik zoo hier en daar dat men over het werk van
dezen nacht niet ontevreden is en dat men gewon
nen heeft. Hoever en van hoeveel importantie weet
ik niet en is voor de belanghebbenden ook van meer
waarde, doch ik verheug me met hen daarover, want
beteekent dit niet dat aï weer een strategisch punl
in dezen vreedzamen „zeeslag" werd bezet en dd.
overwinning weer een stapje nader is.
De dag is inmiddels aangebroken en hef watei*
gaat al vallen. Het bevreemdt me dus niet, dat plots
de stoomfluit het signaal geeft „stoppen, niet trek*
ken** en dat men nu weder gaat wachten op hef
middagtij, om een nieuwe aanval in te leiden. 1^
daal van mijn observatiepost naar het dek en ver
dwijn in de kombuis.
Wat ik daar ga doen? U heht geen idéé hoe de zee
lucht de eetlust opwekt en terwijl ik anders om 9
uur mijn ontbijt ter nauwernood een blik waardig
acht, laat staan er op aanval, heb ik nu al bij het
krieken van den dag honger als een paard. Geluk
kig weet ik den weg naar de kombuis en dat daar"
een groote ketel gloeiende koffie staat en een kok'
of een zijner helpers, die mij graag een kopje (dat
kopje is zeker driemaal zoo groot dan waar ik an
ders uit drink), intapt en een paar boterhammen
voor me klaar maakt. Ja, ik heb het uitstekend aan
boord en trouwens niet alleen ik, doch voor ons allen
wordt best gezorgd, degelijk, lekker en plenty.
Een volgende keer hoop ik daar wat meer van te;
vertellen*
De wind draait. De zee wordt iets woe-
liger. Morgenvroeg bij springvloed
wordt meer succes verwaoht Het
schip is weier verder gekomen*
S.s. „Sirenes", Vrijdagavond 8 uur*
Ten langen laatste Is aan de voortdurende Oos
tenwind een einde gekomen en is in de lang ver
wachte Westelijke hoek gedraaid. Vanmorgen was hij-
op een oogenblik zelfs pal West om daarna weer
iets naar het Zuiden te draaien en is thans vrij
constant uit die richting. Voor de eerste maal waait
ons de rook der sleepbooten in het gezicht.
Het blauw is vrijwel uit de lucht, verdwenen en!
de zee heeft een grauwere tint aangenomen. Naar
aller verwachting zou het water dus nog wel een
ietsje hooger komen dan vanmorgen bij vol vloed
het geval was, doóh achteraf bleek dit niet zoo te
zijn en bereikte het water vrijwel hetzelfde peil.
Toch hebben de bergers hiervan wederom wat pro
fijt getrokken en op het oogenblik dat het keerpunt
kwam en het water weer ging vallen, wat dan ook
aanleiding gaf om voorloopig de werkzaamheden
stop te zetten, kon toch worden geconstateerd, dat
een winst kon worden geboekt, zij het ook niet in
de grootte, zooals men zich had voorgesteld.
In „langs"-richting had men het schip eenige me
ters zeewaarts gewerkt, terwijl ook het achterschip
enkele graden westelijker was getrokken. Nu is het
algemeen bekend, dat na een periode van oostelijke
winden, wanneer deze dan naar het westen loopt,
de invloed daarvan zich bij het tweede tij het meest
doet gevoelen, zoodat ongetwijfeld in de morgenuren
van Zaterdag bij springvloed het water hooger zal
komen, dan tot nog toe werd geregistreerd. Dat de
„Sirenes" dan vlot zal raken, zal wel een te opti
mistische opvatting zijn, doch een nieuwe belangrij
ke winst behoort zeer zeker tot de mogelijkheden.
Wanneer dan ook de zee nog wat woeliger is, zal
het resultaat wel bevredigend zijn.
Om circa zes uur morgenochtend zal waarschijn- 1
lijk weder met 4 sleepbooten het bergingswerk
krachtdadig worden hervat.