TROQPER Uit den Langendijk „Hoe ik de andere Okapi vond Za^rdag 19 September 1936. SCHAGER COURANT. Vijfde Blad. No. 10066 DE MOOISTE FOTO Feuilleton OP HET SPOOR YAN PRAE-HISTO- RISGHE DIEREN - VERRASSENDE ONTDEKKINGEN VAN DEN AFRI- KAREIZIGER ATTILIO GATTI (Van onzen V.P.B.-oorrespondent) Mombas, September 1936 De bekende Afrikareiziger Attillo Gatti verrast de wetenschappelijke we reld met de mededeelinadat er niet eenmaar twee okapi- soorten zijn. Nieuwe avontuurlijke tochten brach ten hiervoor bewijs. „Wat het wond in zijn ban vangt, laat het niet meer los! „Deze woorden sprak Attillo Gatti eenige jaren geleden, toen hij zijn eerste schre den in de oneindige wouden van den Gongo ge zet had Steeds weer werd hij als door een on zichtbare hand teruggetrokken naar dit deel van Afrika, waarvan nog zeer weinig hekend is. Ditmaal nam de ontdekkingsreiziger zijn weg door Kenya en Tanganyika om zoo het Itoeri- woud in den Belgischen Congo te bereiken. Voordat hij in het eigenlijke woudgebied aan kwam, stuitte hij op een menschenras, dat zelf beweert van de Egyptisch koningen af te stam men. Zij allen houden zich voor Prinsen en hun eenige werk bestaat hieruit, dat zij van tijd tot tijd op de slavenjacht gaan. Het schoonheidsbegrip concentreert zich voor hen op de koe. Wanneer een Boetoesi - in het meervoud noemt men hen Watoesi's de schoon heid van een vrouw wil schilderen, neemt hij de koe tot vergelijking. Het l'and ligt hoog en de nachten zijn koud. Des avondvs worden in de slaapstede van den koning zeer jonge slavinnen gelegd, om het bed te warmen. EEN DROOMWERELD IN HET HART VAN AFRIKA De wouden in den Belgischen Congo zijn van het overige Afrika bijna geheel afgesloten. De vegetatie is dicht en ondoordringbaar. Een we reld in de wereld heeft zich hier ontwikkeld. Daar leeft de dwerg-antilope hier stampt de dwerg-buffel. Creaturen, die elders in de wereld reeds lang uitgestorven zijn, kan men daar nog aantreffen. De gehoornde kameleon, het ge weldige aardzwijn, dat zoo groot is als een ezel de dwerg-olifant, waarvan het bestaan door vele zooiogen nog steeds bestreden wordt zij le ven naast de okapi, die al niet minder zeldzaam voorkomt als de andere genoemde dieren. Ten slotte weet men van de okapi, dat hij er precies uitziet als de samotherium, die een 15 millioen jaren geleden in Griekenland huisde en een tussdhen vorm is van de giraffe en zijn oor spronkelijke voorouders. TWEE OKAPI-SOORTEN Reeds een paar jaar geleden, toen Gatti de eerste okapi levend te zien kreeg, verwonderde hij zich bij den aanblik van den kop. Hij had nl. aan de andere zijde van de Epoeloe-rivier EEN OKAPI skeletten en vooral schedels van Okapi's gezien, die geheel anders gebouwd waren. Doch eerst heden kan hij aan de hand van gedane vondsten en vangsten bewijzen, dat er in de wereld twee soorten okapi's zijn beide levend in het hart van Afrika doch gescheiden in hun levensgebie den door de rivier Epoeloe. De to nog toe bekende okapi, de Ocapia Johnstoni. onderscheidt zich in vele opzichten van de zoojuist ontdekte Ocapia Kibalensis. Het belangrijkste verschil ligt in den schedelbouw. Bij de kibali-okapi ligt een dikke, hoornachtige plaat voor de oogen. Bij de Johnstone-okapi neemt men een breeden, korten schedelvorm met lange, gebogen hoorns waar. EEN SCHEDEL ZOO HARD ALS METAAL Zelfs voor de handige en ondanks hun gerin ge lengte zeer sterke pygmeeën heeft het Afri- kaansche oerwoud zijn grenzen. Voor de okapi bestaan deze grenzen echter niet. Er bestaat niets, waardoor dit dier zich geen weg kan ba nen. Gatti heeft zelfs okapi's waargenomen die met hun kop dikke palissaden omver stootten. Dat is ook de reden, waarom men zoo uiterst zelden een okapi levend kan vangen Hij is sneller dan de pygmeeën en sneller ook dan ziin blanke jagers, die niet over dergelijke schedels beschikken. DE ANGST DER PYGMEEëN Tweemaal had Gatti de mogelijkheid, een van de door hem ontdekte okapi's levend te vangen. Maar tweemaal verijdelden de pygmeeën hem de berging van zijn vangst. Beide keeren barstte er namelijk een onweer los De pygmeeën verze kerden, dat de okaui aan den bliksem kracht ontleende en dan verschrikkelijk zou zijn in den strijd tegen de menschen en alle banden zou verbreken. Zij liepen van Gatti weg. voor hij hen kon ge ruststellen. Toen nam hij een mes en sneed de riemen, die de pooten van het dier gebonden hielden door. Hij wilde het dier in het onweer niet hulpeloos in het bosch laten liggen. Want Gatti is een vorscher en een jager, die het dier liefheeft. Portret-Atelier JAC. DE BOER Keizerstraat - DEN HELDER Zaterdag 19 Sept. (6.30 uur) zullen dan eindelijk Nederlands grootste wiel er-rivalen op onze baan ver schijnen. Zij, die de hoofdpersonen van dezen groo- Icn wedstrijd: Jan Pijnenburg en Frans Slaats, al eens eerder zagen, weten reeds wat zij zullen missen als deze wedstrijd niet door hen bezocht wordt. En de sportliefhebbers, die nog nimmer een prachtig sportgeheel op wielergebied aanschouwden, kunnen thans eens hun hart ophalen. Wie kent Jan Pijnen burg nu eigenlijk niet, de first-class baan-renner. Deze week won „den Pijn" nog de groote Duivels- rit en wegwedstrijd in Heerlen, waar vele buiten- landsche wegspecialiteiten aan deelnamen. Evenwel zal het genoemde koppel een hoop werk hebben aan het Belgen-duo de BruycheVerhagen. De sympa thieke Van Schijndel en Van den Broek zullen o.i. wel weer een goede plaats weten te bezetten. En wij mogen niet vergeten de interessante kop pel-achtervolging (zonder aflossing) tusschen de typische combinatie: pijnenburg—Kiink en Slaat— Jb. Kuiper. De renners KlinkKuiper zijn in Noord- Holland genoegzaam bekend door hun sportief rijden Zij zullen ook in den koppelwedstrijd een koppel vormen. De komische renner Dieterman uit de Zaanstreek, overbekend uit de vele wedstrijden uit den omtrek (het publiek mag hem nu eenmaal graag) zal een waardige koppelgenoot vinden in de oude Braspen- ninx. En wie zal de beker mee naar huis dragen van de Omnium. (Amat. en Nieuwelingen). O.i. maakt Jan Kreijger, zoo niet Derksen uit Alkmaar een goe de kans. Overtuigt U Zaterdagavond te Wieringen. Er is bal na op het Landbouw- en Middenstand feestterrein. OUDKARSPEL. Wat leert ons Spanje? In het lokaal van den heer C. Jansen alhier werd door de afd. van de C.P.N. een bijeenkomst gehou den, waarvoor vrij veel belangstelling bestond. De heer K. Beuzeman sprak over: „Wat leert ons Spanje?" De heer K. Borst Kz. Jr. opende de vergadering met welkom, zijn tevredenheid uitsprekende over dc opkomst van belangstellend-en. De heer K. Beuzemaker voerde hierna het woord over het bovenstaande onderwerp. We moeten niet alleen spreken over wat er in Spanje gebeurt, maar ook wat zich in Nederland afspeelt. Spr. ging de ontwikkeling der geschiedenis in Spanje na en wees op de zoo zeer verschillende berichtgeving in dc kranten, al naar de richting van de bladen, welke men inkijkt. In de burgerlijke bladen deden de meest gruwelijke verhalen de ron de. Dit begint nu een beetje te luwen en dringt de waarheid een beetje door. Spr. noemde de bijzon dere positie van Spanje in Europa en de groei van het verdeelde land tot één land. Het is echter niet één land, maar bestaat uit meerdere landen. Spr. memoreerde alles, wat een stempel op Spanje heeft gedrukt, zooals de strijd tegen de Muzelmannen enz. Het feodale stelsel uit de Middeleeuwen is daar nog. In Spanje heerschen eeuwenlang de grootgrond bezitters. De bevolking is buitengewoon armoedig. De grootgrondbezitter besliste over het leven en de arbeid vand en Spaanschen boer. De R. Kath. kerk is een der grootste grondbezitters, die zich bij' de andere grootgrondbezitters heeft aangesloten. De tegenstelling welke hier door het kapitalisme is verdwenen, is daar blijven bestaan. Spanje heeft ai de fascistische dictatuur gekend onder Primo de Rivcra, om de boeren er onder te houden door de militaire macht. Spr. noemde een voorbeeld van de verregaande uitzuiging door de grootgrondbezitters van de kleine boeren. Tegen deze dictatuur kwam veel verzet, en kwam een burgerlijke republiek. Er zou een normale burgerlijke republiek zijn gekomen als er werden opgelost de brandende vraagstukken van de agrarische bevolking. Dit werd niet gedaan. Daardoor kwam het fascisme weer op. De Regeering Leroux wilde weer een fascistisch regime vestigen in 1934, maar dit is verhinderd doordat de arbei dersklasse zich vereenigde. Deze vereeniging heeft groote moeite gekost, doch het is gelukt, dank zij het feit, dat iedere besefte, wat het herstel van de fascistische republiek beteekende. Dit eenheidsfront groeide steeds aan ook de Republikeinen sloten zich er bij aan. Dit voorjaar werd een nieuwe re geering gekozen, steunende op het Volksfront, een regeering waarin geen socialist of communist zat, doch zij steunde op het Volksfront. Diverse verbete ringen, als loonsverhoogingen en de ontvoogding van d« Spaansche boeren, die nu zelf een stuk land kregen en het grootgrondbezit met schadeloosstel ling werd onteigend. Men vergat echter dat het leger vol fascistische elementen zat. Het leger had moeten worden gezuiverd. De fascisten hebben kerken en kloosters gebruikt om wapens en munitie te bewa ren. De fascisten hebben kasteden en kerken in brand gestoken om de boeren en arbeiders er de schuld van te geven. Het is een bewuste leugen dat het een godsdienstoorlog is. Honderdduizenden Ka tholieken vechten aan de zijde van de Regeering. De opstand is begonnen in Marokko, omdat zij niet de steun van het volk hadden. Zij hadden de voor- deelen van de meerdere wapen en het grootste deel van het leger. Ondanks hun technische overmacht zijn de fascistische generaals er niet in geslaagd om Spanje te overheerschen, omdat zij de arbeiders en middenstanders tegen zich hebben. Spr. schetste het belang van den strijd in Spanje voor het internationale fascisme. Italië en Duitsch- land ondersteunen de fascisten in Spanje. Dat is niet meer te loochenen. Hitier en Mussolini hebben daarvoor hun redenen. Duitschland wil o.m. Frank rijk omsingelen met fascistische landen. De strijd in Spanje is gericht tegen alle democra tische landen. Ónze sympathie moet uitgaan naar het Spaansche volk. De wreedheid van de rebellen komt voort uit het feit, dat zij niet vechten met de wil van het volk. Ze kunnen niet op de bij de ver overde gebieden wonenden vertrouwen. Daarom wordt de bevolking vermoord. Zonder den steun van het fascistische buitenland zouden de generaals al lang overwonnen zijn. De regeering heeft door het niet helpen van de andere democratische landen gebrek aan wapenen, in tegenstelling met de rebellen, die uit de fascistische landen worden geholpen. De slappe houding tegenover de fascisten brengt juist de vrede in gevaar. De eischen van de fascistische landen wor den hoe langer hoe grooter. Zij willen voortgaan met de wereld voor verrassingen te stellen, als daar niets aan wordt gedaan. Ieder koopt z'n wapenen in Belgi en Frankrijk, alleen de Spaansche regeering mag dit niet. Daarin willen wij verandering brengen. Ook Spanje moet in staat worden gesteld de orde te herstellen. De strijd in Spanje moet eindigen met de overwinning van de democratische staat. De heele democratie moet Spanje steunen, om te voorkomen dat heel Europa ten onder gaat. De toestand in Spanje is niet hopeloos. Er is veel enthousiasmeen geestdrift in het Spaansche volk. Doch daarmee alleen komt geen overwinning. Als de Spaansche regeering beschikte over meer wape nen, zou het in veertien dagen afgeloopen zijn met den oorlog. Alles hangt af van den steun der buitenlandsche democratieën. Spr. wees op de noodzakelijkheid van een een heid in de arbeidersklasse in Nederland. Nu dit er niet is, heeft dit tot gevolg dat het fascisme groeit en tenslotte de greep naar de macht doet. Spr. ging na, wa de overwinning van het fascisme in Nederland zou beteekenen, b.v. zal men worden ingeschakeld in de politiek van Nazi-Duitschland. Hiervoor zag spr. ook een gevaar in de nauwere ver bintenis met Duitschland door de verloving van de kroonprinses. De „aanpassing" in de Troonrede kan gehand haafd worden door dat er verdeeldheid is. Als er een heid was, zou het allang over zijn. Spr. gaf een overzicht van den toestand op dit oogenblik in den tuinbouw, welke moet worden ge red van den ondergang. Wij communisten, aldus spr., willen de vereeniging van alle democratische richtingen, opdat een werkelijk democratische regee ring worde gevormd, die voor de arbeiders brood en werk brengt, voor den boer betere prijzen en export voor den middenstand meerdere koopkracht, kortom, dat een nieuwe koers wordt ingeslagen. Spr. zette met klem de noodzakelijkheid van een eenheidsfront uiteen. Na de pauze werden verscheidene vragen gesteld, welke werden beantwoord. Auto te water. Woensdagnacht geraakte een vrachtauto, met zand geladen, op den Laanweg in den slootkant. De wagen zakte langzaam weg. Een van de arbeiders van de werken, welke daar worden uitgevoerd aan den Prov. Weg, klom op den auto om de handrem vast te zet ten, waardoor men dacht den wagen tot stilstand te kunnen brengen. De auto ging echter nu nog har- heel pond! En dan zeggen ze nog wed, dat sme rissen niet royaal zijn! Die foto is jou vijfmaal zooveel waard, en dat declareer je natuurlijk ook op je onkostenrekening. jou misselijke stil maar. de rest zal ik wel denken". Oneerbiedig mopperend ging hij heen. Keating nam de telefoon, die naast zijn elle boog stond, en vijf minuten later was de foto grafische afdeeling. een verdieping hooger, be zig afdrukken te maken voor de vijf voornaam ste avondbladen, Aaan haar onverminderde werkzaamheid dankte de kolonel het tevens, dat hij den volgenden morgen op eiken straathoek zijn beeltenis aantrof. Niet dat. ze ook maar eenigszins op hem geleek, zooals hij er op dat moment uitzag, want de magere, nogal ver moeid lijkende man, die zoo'n ploizier in die aanplakbiljetten had. kon een oude klerk uit de city geweest zijn. of wat anders maar in geen geval de kolonel! De man bekeek de foto in de Daily Mail met teleurstelling en ging toen een telefooncel binnen. Hij gaf een nummer op en werd verbonden met inspecteur Keating- Hallo, met Keating?" Een norsche stem verzekerde hem. dat het zoo was. „Hoor eens. man, ik wou je eens hebben over die foto in de Daily Mail. De hemel weet, waar je die opgescharreld hebt. Een oude, in totaal ver-retoucheerd. Hoegenaamd geen ge lijkenis. Zal ik je een betere sturen? Wat zeg je? Ja, natuurlijk ben ik het. Stil nou. Denk aan het brave meisje, dat je altijd de verkeerde nummers geeft. Maar om op die spookachtige foto terug te komen, die van de Mail is beter dan die van de Express, en die van de Mail is niet veel zaaks". 10. Hij haalde een groote, vierkante foto uit zijn binnenzak en gaf die aan Keating. De inspec teur bestudeerde ze met gemengde gevoelens. Het was een portret van George Teyst, zooals Keating hem eenige dagen tevoren had gezien en het scheen hem spottend toe te lachen. De naam van den fotograaf stond er niet op en Keating vroeg maar niet, hoe Ghorley er aan gekomen was. Hij haalde een pondsnoot uit zijn portemonnaie en wierp die Ghorley toe. „Neem dit en pak je weg, voordat je iets ,=mders krijgt en ze je moeten wegbrengen. «Een pond", zei Ghorley minachtend. v,Een Inspecteur Keating kwetste andermaal de jonkvrouwelijke ooren van de telefoniste en be gon vlug iets te schrijven. „Iets anders" vervolgde de kolonel. „Je hebt veel te veel lui uitgestuurd om mijn on beduidend persoontje te vangen. Ik heb juist met een van je mannetjes staan praten. Waar? Gharing Gros. Dat spaart je meteen de moeite om te gaan uitzoeken, waar ik je op gebeld heb". Inspecteur Keating gromde. „Zie in elk geval, dat de Mail dat cliché niet meer gebruikt, mijn kennissen zullen er van schrikken. Ben ik erg lastig?" De kolonel grinnikte op Keatings sarcas tisch antwoord: „Heelemaal niet. Als ik iets voor je doen kan, laat het me gerust weten". Inspecteur Keating hing den hoorn afge mat op en dacht, dat hij binnen een week een haarverfmiddeltje noodig zou hebben. Hij stond tegenover een vernuft, dat, zooals hij bij er varing wist toenam in scherte naarmate de nood dwong. En toch, zoolang de kolonel maar in Engeland bleef, stond de zaak niet zoo ho peloos. en dat hij in Engeland zou blijven, al was het alleen om zijn blufferii waar te ma ken. daaraan twijfelde de inspecteur geen oogenblik. De voornaamste reden voor die over tuiging, overwoog Keating. was dat de kolo nel nog eenige genegenheid had overgehouden voor zijn broers en gesteld was op hun her- eeniging. Door dat zwak van hem hoopte Keating den kolonel te pakken te krijgen. De kolonel was echter niet van plan, te ver raden waar hij uithing, door een van zijn broers te bezoeken. Evenmin was hij er erg op gesteld, Keating te ontmoeten. Dat het toch ge beurde, was noch aan zijn zorgeloosheid noch aan Keating's scherpzinnigheid te wijten. Het was een kwestie van puur geluk of ongeluk. Het was bij de bank. en een seconde meer of minder zou hun beider levensloop aanmerkelijk veranderd hebben. Het wilde juist zoo treffen, dat hun oogen elkaar over de hoofden der me nigte heen ontmoetten. Had Keating het heele gezicht van den kolonel kunnen zien, dan zou hij zijn man niet herkend hebben, maar een hoofd met een. bolhoed er op belemmerde zijn uitzicht, zoodat hij van den gezochte alleen de oogen zag en wat daar boven was. Het waren oogen, die Keating niet licht zou vergeten. Hij nam een geweldigen sprong in de richting van den kolonel en kwam in botsing met een bood- schappen-jongen. In die seconde maakte de kolonel zich uit de voeten naar een plaats, waar een hollende man niet opvalt: den tunnel naar de ondergrondsohe. En niemand, die Keating's fluitje hoorde snerpen, schonk eenige aandacht aan den heer, die zoo'n haast had. Integen deel drongen allen naar voren om de oorzaak der verwarring te weten te komen, en verhin derden Keating daardoor tevens, den tunnel in te gaan. Toen hij tenslotte door de menigte was heengedrongen, was de achtervolging hopeloos. Keating trachtte niet eens te raden, waar de kolonel heenging. Eén ding stond vast binnen zeer korten tijd kon George weer eens laten zien. hoe handig hij was in het veranderen van zijn voorkomen. Wat dat betreft, had Keating het bij het rechte eind. In een obscuur hotelletje in Gannon Street onderging de verschijning van den kolonel de noodige wijziging. En ofschoon de man. die no. 23 verliet, heelemaal niet leek op den man die daar binnen was gegaan, toonde de eigenaar zich geenszins verontrust of nieuws gierig. Zulke geheimzinnigheden had hij meer meegemaakt. Lui. die hun voorkomen op die manier veranderen, kwamen zelden weer in het hotel terug. Soms werden hun afgedankte kleeren onder de politieberichten en op aanplakbiljetten be schreven,, en soms ook niet. In het laatste ge val droeg hij ze zelf. Hij wist niet, dat het vrij goede grijze pak het laatst den beruchten ko lonel had bekleed. Hij liet het eenvoudig ver ven en droeg het door de week. Op die manier had hij al geen jaren een nieuw colbertje hoeven te koopen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 17