TROOPER Raad Heerhugowaard* Abonneert U op dit blad Feuilleton Vrijdag 23 Oct., 's namiddags 3 uur, kwam de raad dezer gemeente onder voor zitterschap van Burgemeester Sutman Meijer bijeen. Voorzitter opende met een woord van welkom, waarna tot vaststelling van de notulen der vorige vergadering werd over gegaan, welke onveranderd werden goedge keurd. Ingekomen stukken. O.a. een schrijven van P. Glas, inzake toepassing rondschrijven over gemeente- leveranties. Opgemerkt wordt, dat er geen sprake is van niet in toepassing brengen van den inhoud van het rondschrijven. Deze brief gaf geen toezegging tot levering, doch vroeg alleen opgaaf van het soort goederen, dat te leveren was. Adressant heeft zich bovendien opgegeven als stoffeerder en zadelmaker en niet als meubelmaker. In het algemeen wordt nog opgemerkt, dat de concurrentie nooit uitgeschakeld mag worden en dat het gemeentebestuur niet verplicht is alle leveranties door inge zetenen te laten geschied/n, doch zelf moet beoordeelen waar het beste en goedkoopste gekocht kan worden. B. en W. stellen voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Aangaande dit punt zegt de heer Tromp, dat het wel heel gemakkelijk is om zooiets voor kennisgeving aan te nemen, doch spr. is het er slecht mee eens. Iedereen weet dat Glas een meubelzaak heeft. Spr. ver moedt niet dat door B. en W. een opgaaf is gevraagd en dat deze te duur bevonden was. Spr. vindt het heel onjuist dat als er •een geschenk voor een gemeente-ambtenaar gekocht wordt, dat dit buiten de gemeente geschiedt. De heer Dekkers sluit zich bij 't gezegde van den heer Tromp aan en zou gaarne een paar vragen naar voren willen bren gen en deze ten eerste. B. en W. weten dat de raad er in principe voor is om de plaatselijke middenstand te begunstigen, doch in dit geval wordt willens en wetens de plaatselijke middenstand gepasseerd en worden naar ik meen, zelfs de bloemen in een andere gemeente besteld. Zoodat bij mij de vraag naar voren komt: Houden B. en W. geen rekening met de wenschen ,van den Raad? ten 2e. Welke motieven hadden B. en W. om het cadeau en de bloemen van den heer Groot niet in eigen gemeente te koopen? Ten slotte nog dit, in de opmerking van B. en W. staat, dat Glas zich niet heeft opgegeven als meubelmaker, doch men behoeft geen meubelmaker te zijn om meu belen te verkoopen, en naar mijn meening weten B. en W. zeer goed dat de heer Glas meubelen verkoopt. En verder; hoe kunnen B. en W. oordee- len of er bij de plaatselijke zakenmen- schenniet zoo best en goedkoop gekocht kan worden, als bij niemand ter plaatse naar prijs en kwaliteit wordt gevraagd. Ik hoop, dat het college van B. en W. er voor taan rekening mee zal houden, dat er ter plaatse vele zakenmenschen zijn die ook hun belasting betalen, dus ook hun rech ten hebben. En wat de prijzen betreft, druf ik gerust zeggen, dat de plaatstelijke middenstand absoluut mee kan doen te genover andere plaatsen. De heer Groenland zegt het volkomen met 't gezegde van den heer Dekkers eens te zijn. Voorz. antwoordt, dat B. en W. destijds hebben bepaald, dat men op een zekere lijst moet staan om voor levering van 't een of ander aan de gemeente in aanmer king te komen. Op deze lijst staat Glas als zadelmaker en stoffeerder en niet als meu belmaker. Hetzelfde, aldus spr. hebben wij ook eens met een brandstoffenhandelaar gehad, die ook niet in aanmerking kwam. Wij wisten wel dat men bij Glas tafels, stoelen en dergelijke kon krijgen, doch bureaumeubelen hadden we nooit van ge hoord. Voorts wil Voorz. mededeelen, dat B. en W. er steeds naar gestreefd hebben de middenstand ter wille te zijn, doch wil absoluut vrij zijn. De heer Tromp zegt 't met de handel wijze van B. en W. niet eens te zijn. De heer Dekkers zegt dat wat die lijst IfX - 39. XVIII Den volgenden morgen ontwaakte Bar bara met zware hoofdpijn 'n Half uur bleef zij liggen doezelen om te probeeren, of ze de pijn niet weg kon slapen. En toen stond zij op met een hartgrondig '.verdraaid!' betreft, men dan toch nog wel eens voor rare gevailen zal komen te staan. Spreker was ter oore gekomen, dat iemand die als kruidenier op de lijst stond, handwerken voor meisjes had geleverd. Voorz. zegt dat dergelijke soort zaken meer op 't platteland voorkomen. De heer Dekkers zegt het antwoord van Voorz. op zijn vragen onvoldoende te vin den. Toen er over dit punt nog meer stemmen opging, sloot Voorz. de discussie. Verzoek van P. Blom om in het Armen huis een vertrek voor ontspanning aan te wijzen, waar niet gerookt mag worden. Blijkens ingewonnen advies van den ge meente-geneesheer bestaat er geen overwe gend bezwaar tegen het verblijf van adres sant in lokalen waar gerookt wordt. In richting van een rookvrij lokaal wordt niet noodig geoordeeld. B. en W. stellen voor op het verzoek af wijzend te beschikken. Goedgekeurd. Voorstel van de R. K. Raadsfractie tot invoering van een beperkte kindertoeslag regeling voor het personeel van het G.E.B. Aangezien niet duidelijk is wat verstaan moet worden onder beperkte kindertoeslag en het voorstel niet verder uitgewerkt is, stellen B. en W. voor te besluiten om: lo. Het voorstel ter nadere uitwerking in handen van de R.K. Raadsfractie te stel len; 2o. Bij ontvangst van het nieuwe voor stel, het te stellen in handen van B. en W. om prae-advies. Goedgekeurd. Woonwagenkamp. Aangezien bezwaarlijk een geschikt ter rein voor een nieuw te stichten woonwagen kamp te vinden is.en overigens wederom de beschikking verkregen kan worden over 't aan de provincie Noordholland verkochte voormalige woonwagenkamp, stellen B. en W. voor het raadsbesluit tot verkoop van 23 April 1936 in te trekken. Aangaande dit punt licht Voorzitter toe, dat dit woonwagenkamp door de Provincie zal worden in orde gemaakt Goedge keurd. Hulpratening bij brand. B. en W. stellen voor met de gemeente Alkmaar een gemeenschappelijke regeling aan te gaan betreffende hulpverleening bij brand in de gemeente Heerhugowaard. Voor zitter licht toe dat de gemeente Heerhugo waard dan een vaste jaarlijksche vergoe ding, voor de beschikbaarstelling van haar brandweer, aan de gemeente Alkmaar van f30.per jaar en daarenboven nog bij ge bruikmaking van het materiaal van de Alk- maarsche brandweer de volgende bedragen: Voor een automobielspuit: le uur zonder dienst doen f20.le uur met dienstdoen f40.volgende uren f20. Voor vierwielige motorbrandspuit: le uur zonder dienst doen f 15.le uur met dienst doen f 20.r volgende uren f 15. In verband hiermede vraagt de heer Dek kers of het de laatste 40 jaar is voorgeko men, dat hulp van Alkmaar noodig was. Spr. denkt van niet en vindt dat we 't ook de volgende 40 jaar wel kunnen riskeeren. 't Is toch alle jaren f30. Voorzitter zegt, dat we van dat standpunt niet kunnen uitgaan. De heer Krom zegt in het begin net zoo ge dacht te hebben als de heer Dekkers, doch bij nadere beschouwing tot andere fgedach- ten is gekomen. Nadat hieromtrent nog even is gepraat, wordt het voorstel van B. en W. aangeno men met aanteekening dat de heer Dekkers tegen heeft gestemd. Straatverlichting. Behandeling van het verzoek om aanleg van een straatverlichting in de 4e Kil. B. en W. stellen voor tot aanleg van vier lichtpunten over te gaan. Goedgevonden. Rekening-Conrant. B. en W. stellen, onder aanbieding van een ontwerp-besluit, voor om voor 1937 met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten een rekening-courant-overeenkomst aan te gaan, waarbij het maximaal crediet f27.800 bedraagt. Goedgekeurd. Een koud bad baatte har ook al niet Dus kleedde zij zich maar aan en ging naai beneden. Aan het ontbijt was haar humeur niet al te best. evenmin als dat van Jan en van juffrouw Greer. Dat kwam dus goed uit. Toch was hun houding niet zoo., dat zij over een bepaald punt kon vallen: zij speelden goed comedie, maar dat kon Bar bara niet waardeeren, omdat zij niet wist, dat ze tooneelspeelden. Wat ze wel wist, was, dat ze van Greer eenlettergrepige ant woorden kreeg, en dat Jan haar niet zoo hartelijk goeden morgen wenschte als an ders. Zij was niet nieuwsgierig naar de re den van die kille stemming, maar het er gerde haar Na drie vergeefsche pogin gen om iets meer dan 'ja' of 'nee' los te krijgen, zette zij haar kopje neer en keek haar oom recht aan. „Zit je no gte mokken, omdat ik giste ren den heelen dag weg geweest ben," vroeg zij, „of zie ik door mijn hoofdpijn alles anders dan 't is?" „Schrijf het maar op rekening van je hoofdpijn. Maar heb je bijgeval ook eenig denkbeeld, hoe je daar aangekomen* bent?" „Heelemaal niet", antwoordde Barbara. „Ik voel me verschrikkelijk lusteloos en-" „Moet je die slaappoeiers nemen?" onder brak hij haar. „Natuurlijk. Of dacht je misschien, dat ik 't om den smaak of de kleur deed?" „Hoeveel heb je er genomen, gisteren avond?" vroeg Jan, op een toon, die zoo ge woon mogelijk moest klinken. „Eén, als altijd. Waarom? Eenig bezwaar?" Gemeentewapen. Het ontworpen nieuwe wapen der gemeen te Heerhugowaard heeft bij den Hoogen Raad van Adel bezwaar ondervonden. Wij stellen voor het in gebruik zijnde wa pen, zij het met eenige kleurverandering, ter bevestiging voor te dragen aan H. M. de Ko ningin. Aangaande het gemeentewapen licht de Voorzitter toe, dat dit wapen niet officieel was bevestigd en dus ook niet bekend was. B. en W. hadden nu geprobeerd om het wa pen van de vroegere gemeente Veenhuizen op te nemen in het Wapen van Heerhugo waard, dat evenals het polderwapen twee blauwe reigers ter weerszijden van een ko renschoof voorstelt. Dit had echter bij den Raad van Adel bezwaar. Voorgesteld wordt het in gebruik zijnde, zij het met eenige kleurverandering, ter bevestiging voor te dragen aan H. M. de Koningin. De reigers zijn in deze schets goud gebekt en gepoot, 5 gouden korenaren op een groen veld. Goedgekeurd. Veldwachtersverordening. Het is wenschelijk in verband met de mo gelijkheid van aanstelling van een capitulant als gemeente-veldwachter een wijziging te brengen in de voorschriften betrekking heb bende op de toekenning der periodieke ver hoogingen. B. en W. bieden daarom een ontwerp-be sluit ter vaststelling aan waardoor aan ca- pitulanten diensttijd in militairen dienst doorgebracht niet medetelt. Afkoop Kapitaalvergoeding voor de school van de Parochie van den H. Dionysius. Burgemeester en Wethouders stellen voor op verzoek van het Bestuur van de School van de parochie van den H. Dionysius in gevolge art. 203ter der Lager Onderwijswet 1920 een afkoopsom te voldoen van 80 van de geschatte waarde ad f65.000,is f52.000.Goedgekeurd. Geldleening. B. en W. stellen voor te besluiten tot het aangaan van een geldleening groot maxi maal f 57.000,tegen een rente van ten hoog ste 414 bij den parikoers. Goedgevon den. Vergoeding aan het R.K. Lyceum te Alkmaar. Aangezien het aantal leerlingen van 2 tot 4 gestegen is, stellen B. en W. voor het raadsbesluit van 2 Augustus 1927 in te trek ken en de vergoeding per leerling te bepa len op f100.per jaar. Goedgekeurd. Maar Lena, wat zie ik nu, heb je mijn avondjapon aan gehad? Ach, mevrouw, ik zal het nooit meer doen, eerstens heb ik me een verkoud heid op den hals gehaald en tweedens heeft Guustaaf mijn verloving uitgemaakt over deze schaamtelooze japon!" „Neen. Als je graag hoofdpijn hebt, ga je gang maar". „Hoofdpijn? Wees niet zoo dwaas. Eén slaappoeier bezorgt me geen hoofdpijn." „Nee, maar twee misschien wel". „Ik heb er geen twee genomen." Jan fronste de wenkbrouwen. Hij wilde de inlichtingen, die hij noodig had, uit haar zien te krijgen, zonder dat ze op't idee kwam, dat er met haar glas ge knoeid kon zijn, maar haar strijdlustige houding maakte 't hem niet gemakkelij ker. „Herinner jij je niet, of je misschien even de kamer uit geweest beent, nadat je die poeier in het glas gedaan hadt?" vroeg hij. „Dat kan wel", antwoordde Barbara achteloos. „Ik geloof werkelijk, dat ik even naar de badkamer ben gegaan. Maar wat ter wereld bedoel je toch? Meen je mis schien, dat er intusschen iemand in mijn kamer is geweest, om een half dozijn poei ers in het glas te doen, uit kwaadaardig heid of zoo?" „Nee, allicht niet, maar 't is niet onmo gelijk dat je, toen je terugkwam er niet meer aan dacht, dat je er al een poeder in had gedaan, en dat je er een tweede aan toevoegde. Bijt me, m'n hoofd niet af, als je wilt, beste meid." Jan had de inlichting, die hij noodig had, te pakken. Ze was de badkamer uitge weest, en van dat oogenblik, al was 't nog zoo kort, had de Strooper gebruik kun nen maken. Hij stond bekend als een vlug ge werker. „Ik weet zeker dat ik maar één poeder genomen heb", hield Barbara vinnig vol. „Maar het komt er ook niets op aan. Niet op mijn toast, alsjeblieft". Dit laatste was tot juffrouw Greer ge richt, die door een plotselinge, onwillekeu rige beweging de tuit van de koffiekan deed afwijken. Het gesprek had juffrouw Greer allesbehalve op haar gemak gesteld en ze begon in te zien, dat ze met Sam, 'de Fat', ook haar zenuwen had verloren, Men schrijft ons van de zijde der Nuts- spaarbank te Alkmaar: Binnen enkele dagen zal door de Spaar banken, aangesloten bij den Nederlandscl\en Spaarbankbond te Amersfoort 180 in getal, met een totaal inleggerstegoed van ruim 400 millioen gulden en in totaal ruim 1 millioen inleggers wederom de aandacht worden gevestigd op den Wereldspaardag, welke tel ken jare op 31 October wordt gehouden. Het is de bedoeling dat op dezen dag alle krachten worden geconcentreerd op de be vordering van den spaarzin. De gedachte hiervoor werd een tiental jaren geleden ge opperd door de Internationale Vereeniging van het Spaarwezen. Zij vond aanstonds groote instemming en thans wordt zij in 32 landen van de wereld ieder jaar met stijgend succes door de ruim 5600 bij de Interna tionale Vereeniging aangesloten spaar ban ken over de wereld uitgedragen. Het is al zoo dikwijls gezegd maar het is goed het steeds voor oogen te houden dat 't voor een staat een levensvoorwaarde is, dat haar bevolking spaart. Dit wil niet zeggen dat geld terzijde moet worden gelegd en in een oude kous moet worden opgeborgen maar dat de inkomsten weloverwogen wor den gebruikt, dat zij economisch worden beheerd en dat datgene, wat niet voor on middellijke besteding noodig is, wordt aan gewend ter versterking van het economisch bestel van den staat. Alleen op die wijze kan een staat zich handhaven en kan zij haar positie versterken; elk voorwerp van dagelijksche behoefte, dat wij als vanzelf sprekend aanvaarden; dat alles is er alleen, omdat er menschen waren, die een deel van hun inkomen direct of indirect ter beschik king stelden om deze zaken voort te bren gen. Ook alleen op deze wijze kunnen nut tige instellingen in het leven geroepen wor den en kan het beschavingspeil van een volk worden verhoogd. Daardoor is sparen de bron van volkskracht. De bij den Bond aangesloten spaarbanken propageeren het sparen, daarmee handha vend een traditie van ruim een eeuw, in het bewustzijn, daarmee een dienst te bewijzen Legesheffing. Bij raadsbesluit van 19 Juni 1936 is vast gesteld een verordening op de heffing van rechten voor inlichtingen uit het bevolkings register. Gedeputeerde Staten wenschen deze materie geregeld te zien in de Legesverorde ning. Om deze redenen bieden B. en W. een wijzigingsverordening ter vaststelling aan. De bedragen zijn ongewijzigd gebleven. Vastgesteld. Beperking van reclame ter we ring van ontsiering. B. en W. stellen voor om de Provinciale verordening tot het weren van inbreuken op 't natuurschoon, welke alleen van kracht is voor het landelijk deel van de gemeente, en daar dit gedeelte buiten de bebouwde kom ligt, deze verordening ook toe te pas sen in de bebouwde kom. De heer Dekkers vraagt of dit zoo noodig is. Niemand ontsiert graag z'n huis. Nadat Voorz. nog eenige inlichtingen hieromtrent heeft verstrekt, wordt het voor stel aangenomen. Gewijzigd wordt de rekening, dienst 1934. Begrooting, dienst 1936. Door Ged. Staten zijn een vijftal opmer kingen gemaakt op de begrooting 1936. Deze opmerkingen hebben geleid tot een alge- heele herziening der begrooting, neerge legd in een begrootingswijziging op de pri mitieve begrooting. Onder verwijzing naar de door den Ge meente-secretaris ingediende nota stellen B. en W. voor opnieuw tot vaststelling over te gaan. Vastgesteld. Voorschot exploitatie-vergoeding bijzondere scholen. Onder verwijzing naar de overwegingen van het ontwerp-besluit stellen B. en W. voor, onder intrekking van het raadsbe sluit van 12 Februari 1936, tot vaststelling over te gaan. Goedgekeurd. Barbara moest haar volgende vraag twee keer tierlialen, vóór de oude dame gewaar werd, dat iemand het tegen haar had. „Zijn er ook aspirientjes in huis, juffrouw Greer?" vroeg ze. „Nee ja dat wil zeggen, ik weet het niet zeker", hakkelde juffrouw Greer af wezig en Barbara keek op. „Wat drommel hebben jullie toch?" vroeg» ze boos. 't lijkt wel een begrafenismaal. Het woord deed juffrouw zeer onpleizie- rig aan. Zij huiverde en keek schuw naar Jan, wat voor Barbara, die dien blik op ving, een raadsel te meer was „Zou iemand me ook Edgar-Wallace-at- mosfeer willen uitleggen?" verzocht zij ge duldig. „Ik krijg het gevoel, dat er een lijk onder de tafel ligt". Dat was een ongelukkige opmerking. Juffrouw Greer slikte en lei haar mes neer en Jan dacht als een razende over een mid del om de dreigende gevaren af te wenden en de gewone huiselijke stemming te her stellen. Een krachtige ruk aan de deur bel loste zijn moeilijkheden op. „Ga eens zien wie daar is, Juffrouw Greer", zei hij, en in haar blijdschap, dat ze ontsnappen kon, wist de oude dame niet, hoe gauw ze de kamer uit zou komen. Barbara gromde. „Wat heeft dat mensch toch?" vroeg ze? „Te veel opwindende films. 'Vlammende harten' heeft haar van streek gemaakt, denk ik." Klaarblijkelijk nam Barabara met die ver klaring genoegen, maar nu vond zij aanlei ding om over iets anders uit te vallen. „Ik snap niet, wie 't nou in zijn hoofd krijgt, op dit onmogelijke uur aan te ko men", mopperde ze, toen een maniTbstem in de ontbijtkamer doordrong. Jan snapte het evenmin, en wachtte in spanning, want hij had een vaag voorgevoel dat bewaarheid werd, toen juffrouw Greer aankondigde: „Mijnheer Keating". Barbara pakte gauw haar zakspiegeltje aan het Nederlandsche volk. De velen, die deel uitmaken van de besturen der spaar banken, verrichten hun werkzaamheden geheel belangeloos, om het resultaat voor de spaarders zoo gunstig mogelijk te doen zijn. Alle inkomsten, voorzoover niet noodig ter vergoeding van rente en bestrijding der be- drijfsonkosten, worden toegevoegd aan de reserves der spaarbanken, om de innerlijke kracht dezer instellingen te vergrooten en om den roep van groote betrouwbaarheid, die zij reeds gedurende meer dan een eeuw genieten, ook in de toekomst waardig te zijn. De bestuurders vervulllen hun taak met opgewektheid, ook in tijden van depressie, omdat zij weten dat de aanhouder wint en dat er na moeilijke tijden ook weer een gunstiger periode zal aanbreken. „Maar er kan niet meer gespaard worden," zal men wellicht tegenwerpen, „de inkom sten zijn gedaald tot een bestaansminimum". Wij weten dat velen het moeilijk hebben; soms zelfs heel moeilijk, maar het afgeloo- pen jaar heeft geleerd, dat er tot de Bonds spaarbanken ruim 32.000 inleggers meer toe traden, dan er om verschillende redenen afvielen. Zou er dan niet meer gespaard kunnen worden Door zeer velen kan zeker nog wel wat terzijde worden gelegd, maar men moet het willen en men zal zich misschien iets moeten ontzeggen, maar het doel is dit volkomen waard, want men behoudt of verkrijgt er zijn onafhankelijkheid door en men verbetert ermede levensvoorwaarden van degenen, die na ons komen en aldus bouwt men aan de toekomst van het volksbestaan. In een boodschap, eenige jaren geleden uitgezonden door de Internationale Vereen., kwamen de volgende regels voor: „Wij zien in den spaarzin, evenals in den arbeid, den algemeenen en zekersten waarborg voor het welzijn, den vooruitgang en het gevoel van eigenwaarde van den mensch. De beoefening van de spaarzaamheid beteugelt den wil; de eenvoud van levenswijze, die zij oplegt, brengt de burgers tot elkaar en opent de mogelijkheid om hun arbeid productief te maken op een wijze, welke voor allen het nuttigste is." Of in enkele woorden gezegd: „Sparen is de bron van volkskracht!" Moge ook op dezen Wereldspaardag Zaterdag, 31 October, eep ieder deze spreuk indachtig zijn! Commissie tot wering van schoolverzuim. B. en W. bieden een huishoudelijk regle ment voor de commissies tot wering van schoolverzuim ter vaststelling aan. Goedgekeurd. Vastgesteld worden de rekeningen, dienst 1935. De gemeenterekening met een batig saldo van f 2408.72, die van het G.E.B. met een batig saldo van f 5173.27 en de Reke*- ning van het Burgerlijk Armbestuur met een batig saldo van f 637.22. Schoolgeldverordening. Als gevolg van de terzake geldende wet telijke bepaling dient een nieuwe school geldverordening te worden vastgesteld. Hiervan teekenden wij 't volgende aan: 1 pet. van een belastbaar inkomen vanaf f3000.— voor één kind. Reductie 2e kind 20 pet., 3e kind 40 pet., 4e kind 60 pet., 5e kind 80 pet. Van een belastbaar inkomen vanaf f 800 tenminste f 3 per jaar. Aanvankelijk had de heer Dekkers tegen deze regeling bezwaar, doch nadat de zaak van alle kanten was hekeken en toege licht aan den geheelqn .raad, werd ook deze verordening goedgekeurd. Nog aan de agenda Wordt toegevoegd een voorstel van den heer Quant voor plaatsing van een eenvoudige verlichting aan den Oterleekerweg. Voorzitter rekent voor, dat de kostprijs f35.60 zal bedragen en het onderhoud van de 2 lichtpunten f 8.64 per lantaarn per jaar, is f 17.28. Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. Hierna sluiting. en loerde steels even naar haar neus. Zij bemerkte, dat die niet blonk, wat haar de noodige kracht gaf om zich vriendelijk voor te doen. „Als u een beetje eer gekomen was, had den wij u een bed kunnen aanbieden", zei ze sarcastisch. „Maar neem in elk geval wate toast". Keating glimlachte haar vaderlijk toe, en wendde zich toen, iets minder vaderlijk, tot Jan. „Goeden morgen, Jan". „Dat. was het, vóór je kwam". „Zoo? Nou je zegt 't maar Hebben ze je pap laten aanbranden?" „Mijn beste man, probeer nou niet grap pig te zijn, zoo vroeg in den morgen. We voelen ons vanochtend allemaal erg moord lustig. De lucht zit vol lijken." Keating trok zijn wenkbrouwen op. „Over lijken gesproken, ik zoek er juist een", zei hij, en Jan dankte zijn goed gesternte voor de afwezigheid van Juffrouw Greer. „Misschien is het nog geen lijk", vervolg de Keating „In elk geval kan het loopen." „En denk je, dat het hierheen gewandeld is?" vroeg Barbara. „Het spijt me ouwe heer, dat we je niet van dienst kunnen zijn. Alle lijken zijn uitverkocht. Maar we heb ben nog koffie". „Je bent niet erg aardig vanmorgen jon ge dame", bestrafte Keating haar, en wend de zich weer tot Jan. „Wat is er met je gevolg van boeven ge beurd?" vroeg hij. „Bedoel je Clem? Die zal wel hier of daar uithangen". „Ik zou hem wel eens even willen spre ken." H Jan stond langzaam op en ging naar de deur. Geen spier van zijn gezicht verried dat het onmogelijk was Clem te vinden. „Juffrouw Greer!" riep hij, en toen ze aangetrippeld kwam: „Waar is Clem?" Hij zorgde wel, tusschen haar en Keating te l blijven^ (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 3