TROOPER
Raad Heerhugowaard*
Abonneert U op
dit blad
Feuilleton
Vrijdag 23 Oct., 's namiddags 3 uur,
kwam de raad dezer gemeente onder voor
zitterschap van Burgemeester Sutman Meijer
bijeen.
Voorzitter opende met een woord van
welkom, waarna tot vaststelling van de
notulen der vorige vergadering werd over
gegaan, welke onveranderd werden goedge
keurd.
Ingekomen stukken.
O.a. een schrijven van P. Glas, inzake
toepassing rondschrijven over gemeente-
leveranties.
Opgemerkt wordt, dat er geen sprake is
van niet in toepassing brengen van den
inhoud van het rondschrijven. Deze brief
gaf geen toezegging tot levering, doch
vroeg alleen opgaaf van het soort goederen,
dat te leveren was. Adressant heeft zich
bovendien opgegeven als stoffeerder en
zadelmaker en niet als meubelmaker.
In het algemeen wordt nog opgemerkt,
dat de concurrentie nooit uitgeschakeld
mag worden en dat het gemeentebestuur
niet verplicht is alle leveranties door inge
zetenen te laten geschied/n, doch zelf moet
beoordeelen waar het beste en goedkoopste
gekocht kan worden.
B. en W. stellen voor dit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen.
Aangaande dit punt zegt de heer Tromp,
dat het wel heel gemakkelijk is om zooiets
voor kennisgeving aan te nemen, doch spr.
is het er slecht mee eens. Iedereen weet
dat Glas een meubelzaak heeft. Spr. ver
moedt niet dat door B. en W. een opgaaf
is gevraagd en dat deze te duur bevonden
was. Spr. vindt het heel onjuist dat als er
•een geschenk voor een gemeente-ambtenaar
gekocht wordt, dat dit buiten de gemeente
geschiedt.
De heer Dekkers sluit zich bij 't gezegde
van den heer Tromp aan en zou gaarne
een paar vragen naar voren willen bren
gen en deze ten eerste. B. en W. weten
dat de raad er in principe voor is om de
plaatselijke middenstand te begunstigen,
doch in dit geval wordt willens en wetens
de plaatselijke middenstand gepasseerd en
worden naar ik meen, zelfs de bloemen in
een andere gemeente besteld. Zoodat bij
mij de vraag naar voren komt: Houden B.
en W. geen rekening met de wenschen
,van den Raad?
ten 2e. Welke motieven hadden B. en W.
om het cadeau en de bloemen van den heer
Groot niet in eigen gemeente te koopen?
Ten slotte nog dit, in de opmerking van
B. en W. staat, dat Glas zich niet heeft
opgegeven als meubelmaker, doch men
behoeft geen meubelmaker te zijn om meu
belen te verkoopen, en naar mijn meening
weten B. en W. zeer goed dat de heer Glas
meubelen verkoopt.
En verder; hoe kunnen B. en W. oordee-
len of er bij de plaatselijke zakenmen-
schenniet zoo best en goedkoop gekocht
kan worden, als bij niemand ter plaatse
naar prijs en kwaliteit wordt gevraagd. Ik
hoop, dat het college van B. en W. er voor
taan rekening mee zal houden, dat er ter
plaatse vele zakenmenschen zijn die ook
hun belasting betalen, dus ook hun rech
ten hebben. En wat de prijzen betreft,
druf ik gerust zeggen, dat de plaatstelijke
middenstand absoluut mee kan doen te
genover andere plaatsen.
De heer Groenland zegt het volkomen
met 't gezegde van den heer Dekkers eens
te zijn.
Voorz. antwoordt, dat B. en W. destijds
hebben bepaald, dat men op een zekere
lijst moet staan om voor levering van 't
een of ander aan de gemeente in aanmer
king te komen. Op deze lijst staat Glas als
zadelmaker en stoffeerder en niet als meu
belmaker. Hetzelfde, aldus spr. hebben wij
ook eens met een brandstoffenhandelaar
gehad, die ook niet in aanmerking kwam.
Wij wisten wel dat men bij Glas tafels,
stoelen en dergelijke kon krijgen, doch
bureaumeubelen hadden we nooit van ge
hoord. Voorts wil Voorz. mededeelen, dat
B. en W. er steeds naar gestreefd hebben
de middenstand ter wille te zijn, doch wil
absoluut vrij zijn.
De heer Tromp zegt 't met de handel
wijze van B. en W. niet eens te zijn.
De heer Dekkers zegt dat wat die lijst
IfX -
39.
XVIII
Den volgenden morgen ontwaakte Bar
bara met zware hoofdpijn 'n Half uur bleef
zij liggen doezelen om te probeeren, of ze
de pijn niet weg kon slapen. En toen stond
zij op met een hartgrondig '.verdraaid!'
betreft, men dan toch nog wel eens voor
rare gevailen zal komen te staan. Spreker
was ter oore gekomen, dat iemand die als
kruidenier op de lijst stond, handwerken
voor meisjes had geleverd.
Voorz. zegt dat dergelijke soort zaken
meer op 't platteland voorkomen.
De heer Dekkers zegt het antwoord van
Voorz. op zijn vragen onvoldoende te vin
den.
Toen er over dit punt nog meer stemmen
opging, sloot Voorz. de discussie.
Verzoek van P. Blom om in het Armen
huis een vertrek voor ontspanning aan te
wijzen, waar niet gerookt mag worden.
Blijkens ingewonnen advies van den ge
meente-geneesheer bestaat er geen overwe
gend bezwaar tegen het verblijf van adres
sant in lokalen waar gerookt wordt. In
richting van een rookvrij lokaal wordt niet
noodig geoordeeld.
B. en W. stellen voor op het verzoek af
wijzend te beschikken. Goedgekeurd.
Voorstel van de R. K. Raadsfractie tot
invoering van een beperkte kindertoeslag
regeling voor het personeel van het G.E.B.
Aangezien niet duidelijk is wat verstaan
moet worden onder beperkte kindertoeslag
en het voorstel niet verder uitgewerkt is,
stellen B. en W. voor te besluiten om:
lo. Het voorstel ter nadere uitwerking
in handen van de R.K. Raadsfractie te stel
len;
2o. Bij ontvangst van het nieuwe voor
stel, het te stellen in handen van B. en W.
om prae-advies. Goedgekeurd.
Woonwagenkamp.
Aangezien bezwaarlijk een geschikt ter
rein voor een nieuw te stichten woonwagen
kamp te vinden is.en overigens wederom de
beschikking verkregen kan worden over 't
aan de provincie Noordholland verkochte
voormalige woonwagenkamp, stellen B. en
W. voor het raadsbesluit tot verkoop van
23 April 1936 in te trekken.
Aangaande dit punt licht Voorzitter toe,
dat dit woonwagenkamp door de Provincie
zal worden in orde gemaakt Goedge
keurd.
Hulpratening bij brand.
B. en W. stellen voor met de gemeente
Alkmaar een gemeenschappelijke regeling
aan te gaan betreffende hulpverleening bij
brand in de gemeente Heerhugowaard. Voor
zitter licht toe dat de gemeente Heerhugo
waard dan een vaste jaarlijksche vergoe
ding, voor de beschikbaarstelling van haar
brandweer, aan de gemeente Alkmaar van
f30.per jaar en daarenboven nog bij ge
bruikmaking van het materiaal van de Alk-
maarsche brandweer de volgende bedragen:
Voor een automobielspuit: le uur zonder
dienst doen f20.le uur met dienstdoen
f40.volgende uren f20.
Voor vierwielige motorbrandspuit: le uur
zonder dienst doen f 15.le uur met dienst
doen f 20.r volgende uren f 15.
In verband hiermede vraagt de heer Dek
kers of het de laatste 40 jaar is voorgeko
men, dat hulp van Alkmaar noodig was.
Spr. denkt van niet en vindt dat we 't ook
de volgende 40 jaar wel kunnen riskeeren.
't Is toch alle jaren f30.
Voorzitter zegt, dat we van dat standpunt
niet kunnen uitgaan.
De heer Krom zegt in het begin net zoo ge
dacht te hebben als de heer Dekkers, doch
bij nadere beschouwing tot andere fgedach-
ten is gekomen.
Nadat hieromtrent nog even is gepraat,
wordt het voorstel van B. en W. aangeno
men met aanteekening dat de heer Dekkers
tegen heeft gestemd.
Straatverlichting.
Behandeling van het verzoek om aanleg
van een straatverlichting in de 4e Kil.
B. en W. stellen voor tot aanleg van vier
lichtpunten over te gaan. Goedgevonden.
Rekening-Conrant.
B. en W. stellen, onder aanbieding van
een ontwerp-besluit, voor om voor 1937 met
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
een rekening-courant-overeenkomst aan te
gaan, waarbij het maximaal crediet f27.800
bedraagt. Goedgekeurd.
Een koud bad baatte har ook al niet Dus
kleedde zij zich maar aan en ging naai
beneden. Aan het ontbijt was haar humeur
niet al te best. evenmin als dat van Jan en
van juffrouw Greer. Dat kwam dus goed
uit. Toch was hun houding niet zoo., dat
zij over een bepaald punt kon vallen: zij
speelden goed comedie, maar dat kon Bar
bara niet waardeeren, omdat zij niet wist,
dat ze tooneelspeelden. Wat ze wel wist,
was, dat ze van Greer eenlettergrepige ant
woorden kreeg, en dat Jan haar niet zoo
hartelijk goeden morgen wenschte als an
ders.
Zij was niet nieuwsgierig naar de re
den van die kille stemming, maar het er
gerde haar Na drie vergeefsche pogin
gen om iets meer dan 'ja' of 'nee' los te
krijgen, zette zij haar kopje neer en keek
haar oom recht aan.
„Zit je no gte mokken, omdat ik giste
ren den heelen dag weg geweest ben,"
vroeg zij, „of zie ik door mijn hoofdpijn
alles anders dan 't is?"
„Schrijf het maar op rekening van je
hoofdpijn. Maar heb je bijgeval ook eenig
denkbeeld, hoe je daar aangekomen* bent?"
„Heelemaal niet", antwoordde Barbara.
„Ik voel me verschrikkelijk lusteloos en-"
„Moet je die slaappoeiers nemen?" onder
brak hij haar.
„Natuurlijk. Of dacht je misschien, dat
ik 't om den smaak of de kleur deed?"
„Hoeveel heb je er genomen, gisteren
avond?" vroeg Jan, op een toon, die zoo ge
woon mogelijk moest klinken.
„Eén, als altijd. Waarom? Eenig bezwaar?"
Gemeentewapen.
Het ontworpen nieuwe wapen der gemeen
te Heerhugowaard heeft bij den Hoogen
Raad van Adel bezwaar ondervonden.
Wij stellen voor het in gebruik zijnde wa
pen, zij het met eenige kleurverandering, ter
bevestiging voor te dragen aan H. M. de Ko
ningin.
Aangaande het gemeentewapen licht de
Voorzitter toe, dat dit wapen niet officieel
was bevestigd en dus ook niet bekend was.
B. en W. hadden nu geprobeerd om het wa
pen van de vroegere gemeente Veenhuizen
op te nemen in het Wapen van Heerhugo
waard, dat evenals het polderwapen twee
blauwe reigers ter weerszijden van een ko
renschoof voorstelt. Dit had echter bij den
Raad van Adel bezwaar. Voorgesteld wordt
het in gebruik zijnde, zij het met eenige
kleurverandering, ter bevestiging voor te
dragen aan H. M. de Koningin.
De reigers zijn in deze schets goud gebekt
en gepoot, 5 gouden korenaren op een groen
veld. Goedgekeurd.
Veldwachtersverordening.
Het is wenschelijk in verband met de mo
gelijkheid van aanstelling van een capitulant
als gemeente-veldwachter een wijziging te
brengen in de voorschriften betrekking heb
bende op de toekenning der periodieke ver
hoogingen.
B. en W. bieden daarom een ontwerp-be
sluit ter vaststelling aan waardoor aan ca-
pitulanten diensttijd in militairen dienst
doorgebracht niet medetelt.
Afkoop Kapitaalvergoeding voor
de school van de Parochie van
den H. Dionysius.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
op verzoek van het Bestuur van de School
van de parochie van den H. Dionysius in
gevolge art. 203ter der Lager Onderwijswet
1920 een afkoopsom te voldoen van 80
van de geschatte waarde ad f65.000,is
f52.000.Goedgekeurd.
Geldleening.
B. en W. stellen voor te besluiten tot het
aangaan van een geldleening groot maxi
maal f 57.000,tegen een rente van ten hoog
ste 414 bij den parikoers. Goedgevon
den.
Vergoeding aan het R.K. Lyceum
te Alkmaar.
Aangezien het aantal leerlingen van 2 tot
4 gestegen is, stellen B. en W. voor het
raadsbesluit van 2 Augustus 1927 in te trek
ken en de vergoeding per leerling te bepa
len op f100.per jaar. Goedgekeurd.
Maar Lena, wat zie ik nu, heb je
mijn avondjapon aan gehad?
Ach, mevrouw, ik zal het nooit meer
doen, eerstens heb ik me een verkoud
heid op den hals gehaald en tweedens
heeft Guustaaf mijn verloving uitgemaakt
over deze schaamtelooze japon!"
„Neen. Als je graag hoofdpijn hebt, ga
je gang maar".
„Hoofdpijn? Wees niet zoo dwaas. Eén
slaappoeier bezorgt me geen hoofdpijn."
„Nee, maar twee misschien wel".
„Ik heb er geen twee genomen."
Jan fronste de wenkbrouwen. Hij wilde
de inlichtingen, die hij noodig had, uit
haar zien te krijgen, zonder dat ze op't
idee kwam, dat er met haar glas ge
knoeid kon zijn, maar haar strijdlustige
houding maakte 't hem niet gemakkelij
ker.
„Herinner jij je niet, of je misschien even
de kamer uit geweest beent, nadat je die
poeier in het glas gedaan hadt?" vroeg hij.
„Dat kan wel", antwoordde Barbara
achteloos. „Ik geloof werkelijk, dat ik even
naar de badkamer ben gegaan. Maar wat
ter wereld bedoel je toch? Meen je mis
schien, dat er intusschen iemand in mijn
kamer is geweest, om een half dozijn poei
ers in het glas te doen, uit kwaadaardig
heid of zoo?"
„Nee, allicht niet, maar 't is niet onmo
gelijk dat je, toen je terugkwam er niet
meer aan dacht, dat je er al een poeder in
had gedaan, en dat je er een tweede aan
toevoegde. Bijt me, m'n hoofd niet af, als
je wilt, beste meid."
Jan had de inlichting, die hij noodig had,
te pakken. Ze was de badkamer uitge
weest, en van dat oogenblik, al was 't
nog zoo kort, had de Strooper gebruik kun
nen maken. Hij stond bekend als een vlug
ge werker.
„Ik weet zeker dat ik maar één poeder
genomen heb", hield Barbara vinnig vol.
„Maar het komt er ook niets op aan. Niet
op mijn toast, alsjeblieft".
Dit laatste was tot juffrouw Greer ge
richt, die door een plotselinge, onwillekeu
rige beweging de tuit van de koffiekan
deed afwijken. Het gesprek had juffrouw
Greer allesbehalve op haar gemak gesteld
en ze begon in te zien, dat ze met Sam,
'de Fat', ook haar zenuwen had verloren,
Men schrijft ons van de zijde der Nuts-
spaarbank te Alkmaar:
Binnen enkele dagen zal door de Spaar
banken, aangesloten bij den Nederlandscl\en
Spaarbankbond te Amersfoort 180 in getal,
met een totaal inleggerstegoed van ruim 400
millioen gulden en in totaal ruim 1 millioen
inleggers wederom de aandacht worden
gevestigd op den Wereldspaardag, welke tel
ken jare op 31 October wordt gehouden.
Het is de bedoeling dat op dezen dag alle
krachten worden geconcentreerd op de be
vordering van den spaarzin. De gedachte
hiervoor werd een tiental jaren geleden ge
opperd door de Internationale Vereeniging
van het Spaarwezen. Zij vond aanstonds
groote instemming en thans wordt zij in 32
landen van de wereld ieder jaar met stijgend
succes door de ruim 5600 bij de Interna
tionale Vereeniging aangesloten spaar ban
ken over de wereld uitgedragen.
Het is al zoo dikwijls gezegd maar het
is goed het steeds voor oogen te houden
dat 't voor een staat een levensvoorwaarde
is, dat haar bevolking spaart. Dit wil niet
zeggen dat geld terzijde moet worden gelegd
en in een oude kous moet worden opgeborgen
maar dat de inkomsten weloverwogen wor
den gebruikt, dat zij economisch worden
beheerd en dat datgene, wat niet voor on
middellijke besteding noodig is, wordt aan
gewend ter versterking van het economisch
bestel van den staat. Alleen op die wijze
kan een staat zich handhaven en kan zij
haar positie versterken; elk voorwerp van
dagelijksche behoefte, dat wij als vanzelf
sprekend aanvaarden; dat alles is er alleen,
omdat er menschen waren, die een deel van
hun inkomen direct of indirect ter beschik
king stelden om deze zaken voort te bren
gen. Ook alleen op deze wijze kunnen nut
tige instellingen in het leven geroepen wor
den en kan het beschavingspeil van een volk
worden verhoogd. Daardoor is sparen de
bron van volkskracht.
De bij den Bond aangesloten spaarbanken
propageeren het sparen, daarmee handha
vend een traditie van ruim een eeuw, in het
bewustzijn, daarmee een dienst te bewijzen
Legesheffing.
Bij raadsbesluit van 19 Juni 1936 is vast
gesteld een verordening op de heffing van
rechten voor inlichtingen uit het bevolkings
register. Gedeputeerde Staten wenschen deze
materie geregeld te zien in de Legesverorde
ning. Om deze redenen bieden B. en W.
een wijzigingsverordening ter vaststelling
aan. De bedragen zijn ongewijzigd gebleven.
Vastgesteld.
Beperking van reclame ter we
ring van ontsiering.
B. en W. stellen voor om de Provinciale
verordening tot het weren van inbreuken
op 't natuurschoon, welke alleen van kracht
is voor het landelijk deel van de gemeente,
en daar dit gedeelte buiten de bebouwde
kom ligt, deze verordening ook toe te pas
sen in de bebouwde kom.
De heer Dekkers vraagt of dit zoo noodig
is. Niemand ontsiert graag z'n huis.
Nadat Voorz. nog eenige inlichtingen
hieromtrent heeft verstrekt, wordt het voor
stel aangenomen.
Gewijzigd wordt de rekening, dienst 1934.
Begrooting, dienst 1936.
Door Ged. Staten zijn een vijftal opmer
kingen gemaakt op de begrooting 1936. Deze
opmerkingen hebben geleid tot een alge-
heele herziening der begrooting, neerge
legd in een begrootingswijziging op de pri
mitieve begrooting.
Onder verwijzing naar de door den Ge
meente-secretaris ingediende nota stellen
B. en W. voor opnieuw tot vaststelling over
te gaan. Vastgesteld.
Voorschot exploitatie-vergoeding
bijzondere scholen.
Onder verwijzing naar de overwegingen
van het ontwerp-besluit stellen B. en W.
voor, onder intrekking van het raadsbe
sluit van 12 Februari 1936, tot vaststelling
over te gaan. Goedgekeurd.
Barbara moest haar volgende vraag twee
keer tierlialen, vóór de oude dame gewaar
werd, dat iemand het tegen haar had.
„Zijn er ook aspirientjes in huis, juffrouw
Greer?" vroeg ze.
„Nee ja dat wil zeggen, ik weet het
niet zeker", hakkelde juffrouw Greer af
wezig en Barbara keek op. „Wat drommel
hebben jullie toch?" vroeg» ze boos. 't
lijkt wel een begrafenismaal.
Het woord deed juffrouw zeer onpleizie-
rig aan. Zij huiverde en keek schuw naar
Jan, wat voor Barbara, die dien blik op
ving, een raadsel te meer was
„Zou iemand me ook Edgar-Wallace-at-
mosfeer willen uitleggen?" verzocht zij ge
duldig. „Ik krijg het gevoel, dat er een lijk
onder de tafel ligt".
Dat was een ongelukkige opmerking.
Juffrouw Greer slikte en lei haar mes neer
en Jan dacht als een razende over een mid
del om de dreigende gevaren af te wenden
en de gewone huiselijke stemming te her
stellen. Een krachtige ruk aan de deur
bel loste zijn moeilijkheden op.
„Ga eens zien wie daar is, Juffrouw
Greer", zei hij, en in haar blijdschap, dat
ze ontsnappen kon, wist de oude dame niet,
hoe gauw ze de kamer uit zou komen.
Barbara gromde.
„Wat heeft dat mensch toch?" vroeg ze?
„Te veel opwindende films. 'Vlammende
harten' heeft haar van streek gemaakt,
denk ik."
Klaarblijkelijk nam Barabara met die ver
klaring genoegen, maar nu vond zij aanlei
ding om over iets anders uit te vallen.
„Ik snap niet, wie 't nou in zijn hoofd
krijgt, op dit onmogelijke uur aan te ko
men", mopperde ze, toen een maniTbstem in
de ontbijtkamer doordrong. Jan snapte het
evenmin, en wachtte in spanning, want hij
had een vaag voorgevoel dat bewaarheid
werd, toen juffrouw Greer aankondigde:
„Mijnheer Keating".
Barbara pakte gauw haar zakspiegeltje
aan het Nederlandsche volk. De velen, die
deel uitmaken van de besturen der spaar
banken, verrichten hun werkzaamheden
geheel belangeloos, om het resultaat voor de
spaarders zoo gunstig mogelijk te doen zijn.
Alle inkomsten, voorzoover niet noodig ter
vergoeding van rente en bestrijding der be-
drijfsonkosten, worden toegevoegd aan de
reserves der spaarbanken, om de innerlijke
kracht dezer instellingen te vergrooten en
om den roep van groote betrouwbaarheid,
die zij reeds gedurende meer dan een eeuw
genieten, ook in de toekomst waardig te
zijn.
De bestuurders vervulllen hun taak met
opgewektheid, ook in tijden van depressie,
omdat zij weten dat de aanhouder wint en
dat er na moeilijke tijden ook weer een
gunstiger periode zal aanbreken.
„Maar er kan niet meer gespaard worden,"
zal men wellicht tegenwerpen, „de inkom
sten zijn gedaald tot een bestaansminimum".
Wij weten dat velen het moeilijk hebben;
soms zelfs heel moeilijk, maar het afgeloo-
pen jaar heeft geleerd, dat er tot de Bonds
spaarbanken ruim 32.000 inleggers meer toe
traden, dan er om verschillende redenen
afvielen. Zou er dan niet meer gespaard
kunnen worden
Door zeer velen kan zeker nog wel wat
terzijde worden gelegd, maar men moet het
willen en men zal zich misschien iets moeten
ontzeggen, maar het doel is dit volkomen
waard, want men behoudt of verkrijgt er
zijn onafhankelijkheid door en men verbetert
ermede levensvoorwaarden van degenen,
die na ons komen en aldus bouwt men aan
de toekomst van het volksbestaan.
In een boodschap, eenige jaren geleden
uitgezonden door de Internationale Vereen.,
kwamen de volgende regels voor: „Wij zien
in den spaarzin, evenals in den arbeid, den
algemeenen en zekersten waarborg voor het
welzijn, den vooruitgang en het gevoel van
eigenwaarde van den mensch. De beoefening
van de spaarzaamheid beteugelt den wil;
de eenvoud van levenswijze, die zij oplegt,
brengt de burgers tot elkaar en opent de
mogelijkheid om hun arbeid productief
te maken op een wijze, welke voor allen
het nuttigste is."
Of in enkele woorden gezegd:
„Sparen is de bron van volkskracht!"
Moge ook op dezen Wereldspaardag
Zaterdag, 31 October, eep ieder deze spreuk
indachtig zijn!
Commissie tot wering van
schoolverzuim.
B. en W. bieden een huishoudelijk regle
ment voor de commissies tot wering van
schoolverzuim ter vaststelling aan.
Goedgekeurd.
Vastgesteld worden de rekeningen, dienst
1935. De gemeenterekening met een batig
saldo van f 2408.72, die van het G.E.B. met
een batig saldo van f 5173.27 en de Reke*-
ning van het Burgerlijk Armbestuur met
een batig saldo van f 637.22.
Schoolgeldverordening.
Als gevolg van de terzake geldende wet
telijke bepaling dient een nieuwe school
geldverordening te worden vastgesteld.
Hiervan teekenden wij 't volgende aan:
1 pet. van een belastbaar inkomen vanaf
f3000.— voor één kind. Reductie 2e kind
20 pet., 3e kind 40 pet., 4e kind 60 pet., 5e
kind 80 pet. Van een belastbaar inkomen
vanaf f 800 tenminste f 3 per jaar.
Aanvankelijk had de heer Dekkers tegen
deze regeling bezwaar, doch nadat de zaak
van alle kanten was hekeken en toege
licht aan den geheelqn .raad, werd ook
deze verordening goedgekeurd.
Nog aan de agenda Wordt toegevoegd
een voorstel van den heer Quant voor
plaatsing van een eenvoudige verlichting
aan den Oterleekerweg.
Voorzitter rekent voor, dat de kostprijs
f35.60 zal bedragen en het onderhoud van
de 2 lichtpunten f 8.64 per lantaarn per
jaar, is f 17.28.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen
aangenomen. Hierna sluiting.
en loerde steels even naar haar neus. Zij
bemerkte, dat die niet blonk, wat haar de
noodige kracht gaf om zich vriendelijk voor
te doen.
„Als u een beetje eer gekomen was, had
den wij u een bed kunnen aanbieden", zei
ze sarcastisch. „Maar neem in elk geval
wate toast".
Keating glimlachte haar vaderlijk toe, en
wendde zich toen, iets minder vaderlijk,
tot Jan.
„Goeden morgen, Jan".
„Dat. was het, vóór je kwam".
„Zoo? Nou je zegt 't maar Hebben ze je
pap laten aanbranden?"
„Mijn beste man, probeer nou niet grap
pig te zijn, zoo vroeg in den morgen. We
voelen ons vanochtend allemaal erg moord
lustig. De lucht zit vol lijken."
Keating trok zijn wenkbrouwen op. „Over
lijken gesproken, ik zoek er juist een", zei
hij, en Jan dankte zijn goed gesternte voor
de afwezigheid van Juffrouw Greer.
„Misschien is het nog geen lijk", vervolg
de Keating „In elk geval kan het loopen."
„En denk je, dat het hierheen gewandeld
is?" vroeg Barbara. „Het spijt me ouwe
heer, dat we je niet van dienst kunnen zijn.
Alle lijken zijn uitverkocht. Maar we heb
ben nog koffie".
„Je bent niet erg aardig vanmorgen jon
ge dame", bestrafte Keating haar, en wend
de zich weer tot Jan.
„Wat is er met je gevolg van boeven ge
beurd?" vroeg hij.
„Bedoel je Clem? Die zal wel hier of
daar uithangen".
„Ik zou hem wel eens even willen spre
ken." H
Jan stond langzaam op en ging naar de
deur. Geen spier van zijn gezicht verried
dat het onmogelijk was Clem te vinden.
„Juffrouw Greer!" riep hij, en toen ze
aangetrippeld kwam: „Waar is Clem?" Hij
zorgde wel, tusschen haar en Keating te
l blijven^ (Wordt vervolgd.)