Vil IZA EN DE SLAK. Raadsels Beste jongens en Meisies Wat een storm van de week. Ik merkte Zondag thuis al, dat hij op komst was, want m'n kinderen waren zo rumoerig en dat is meestal het bewijs, dat de barometer zakt. En, ja hoor, wat gierde die wind Maandag en Dinsdag! 't Was fijn, als je er thuis naar zat toe luisteren, met een mooi boek, maar het was minder prettig, als je er door moest. Je zag op de buitenwegen niemand op de fiets. Alle mensen waren er afgewaaid en liepen met hun karretje aan hun hand en de wind rukte aan het helm in de sloten, alsof het 't er met wortel en al uit wilde trekken. Maar dat lukte niet. Het boog wel diep voor de kracht van de wind, maar het richtte zich ook telkens weer op, het stond driftig met z'n pluimen te wuiven, maar het bleef op z'n plaats. En nu ik aan jullie zit te schrijven schijnt de zon weer en loop je weer zonder jas bui ten. 't Is raar weer in ons land, nukkig als... sommige kinderen, kwaad als een getergde stier, of ook wel lief als een baby van drie maanden, die nog niet anders kan dan vrien- dëlijk lachen en soms huilen. En nu wilden jullie zeker wel eens weten, wie het boek gewonnen heeft? Nu, dat zal ik je gauw vërtellen. Het is: RIE TIJSEN, Bosweg, Winkel. En nu zal ik de briefjes, die de vorige week zyn blijven liggen, beantwoorden. Jullie hebt je fijn aan de afspraak gehouden en me deze week alleen de oplossingen gezonden. Dank je wel. Goofje v. Zandwijk, Anna Paulowna. Dat is fijn, Goofje, dat je niet in de eerste plaats moedoet om een boek te winnen, maar omdat je het leuk vindt. Jij blijft vast een trouw vriendje van me. Aagje en Jan v. Schejjen, Groote Keeten. Ik kom hard aanhollen om je nog te fellcitee- ren met je verjaardag van gisteren, Aagje, maar al hangt m'n tong uit m'n mond van het harde rennen, ik kom toch precies een dag te laat. Maar m'n gelukwenschen zijn evengoed gemeend, hoor. Ari6 Borst, Groenveld, St. Maarten. Dat is gezellig, Arie, dat jij en Piet nu om de week een briefje schrijven, dan blijf ik door dat ene briefje steeds op de hoogte en ik be hoef ermaar een te beantwoorden, voor twee broertjes. Hè, hè, wat een zin. Albert Breed, St. Maarten. Hoe is het mogelijk, Albert, dat jij zo graag dat boek wil winnen. Wil je wel geloven, dat jg de enigste van m'n vriendjes en vriendinnetjes bent, die dat wil. Of geloof je dat soms niet? Klaas, Tronie en Jan Kroon, Heuoo. Wat leuk, dat jullie ook die kleine, vierjarige, Jan mee willen laten doen en al kan hij dan ook niet. lezen, je kunt hem natuurlijk wel vertellen, dat ik hem de groeten doe en je kan hem ook wel eens over z'n krullebol van me strgken. Zal je het doen? Jannie Mosk, Wieringerwaard.. Jouw broertje, die de Inktpot over de kinderkrant gegooid heeft, Jannie, moet maar solllcitee- ren naar de betrekking van „Zwarte Piet", nu St. Nicolaas zo gauw komt, dan kan hij door de schoorstenen klimmen en zich door de kachels laten zakken. Dat is misschien wel wat voor hem. Dirk Visser, Schagen. Je moet wat dur ven in 't leven, Dirk, anders kom je er niet doorheen, 't Geeft immers niets als er eens een raadsel fout is, dan win je geen prgs, dat is waar, maar je doet mee en k rijgt een briefje. Dat is toch ook wat waard? Gerrit Wit, Nw. Niedorp. Dat zou ik ook wel willen, Gerrit, zo'n hele Zaterdag vrij en dan de Zondag er ook nog bij. Wat een feest en dat komt iedere week maar terug. Jg bent te bengden, hoor. Kees Dirkmaar, St. Maarten. Ik hoop het met je, Kees, dat je me de raadsels nog vele malen mag sturen, want dan ben je ten minste gezond en dat vind ik net zo fijn als jy. Gerard Grin, St. Maartensbrug. jy bent een van de honderd zoveel die er big om is, dat de „Schager" nu iedere week een eigen blad voor jullie heeft, Gerard en ik vind het leuk, om ook jou te kennen, al moet ik er dan ook mee volstaan me in gedachten een voor stelling van je te maken. Albert Brouwer, Stompetoren. Nou, die oom van jou ken ik, hoor, Albert, en ik vind het natuurlijk wat aardig, dat een neefje van hem, nu ook een vriendje van mij geworden is, want ik heb in m'n hart plaats voor een hele massa vriendjes en vriendinnetjes. Jan Davidzon, Hoogwoud, Nee, Jan, Je mag geen ruzie zoeken met je zusje, wie me schrijven zal, schrijf maar liever allebei, ik ben niet bang voor een briefje meer of min der. Ik moet je teleurstellen in je verwach ting dat je een prijs zal winnen, want die worden uitsluitend toegekend aan kinderen van abonné's, Jan. Gerrit Dekker, Medemblik. Dat Is ver standig, Gerrit, dat je de raad van je moeder opgevolgd hebt en meedoet. Ja, moeder weet wel wat goed en leuk voor haar jongens is en naar moeders raad moet je altijd luisteren, omdat ze altijd dat zegt wat goed voor je 'is, omdat ze zoveel van je houdt. Corrie en Jannie Wardenaar, Dirkshom. Of ik vind dat je netjes schrijft, Jannie? Nu, en of, zeggen de jongens hier. Je letters staan er net zo parmantig op, als dat kereltje op je postpapier, dat zo pittig met z'n bergstok stapt. Geric Jimmink, Schagerbrug. Ik weet best waar jij woont, Gerie, bijna tusschen het riet van de Grote sloot, net als de kre keltjes. Als ik er langs rijd, zal ik eens luisteren, of ik je hoor zingen. Dirk Ambuul, Koegras. Wat een brief, Dirk, en wat een gezellige. Wat lief van je zuster om je bij de raadsels en je brief te helpen, dat doet lang niet elke zuster. Je mag haar wel in waarde houden. Doe je flink je best op het land? Kan je met paard en kar rijden en kroos uit de sloten halen? Schrijf het me maar eens. Mina Terpstra, Lutjewinkel. De vorige week heb ik je een klein beetje teleur moe ten stellen, Mina, want toen zocht je tever geefs naar het antwoord op je briefje, maar nu heb ik in m'n schade ingehaald en ik zie, in gedachten in de huiskamer bij jullie een tevreden en blij gezicht. Fransiena Moes, Wieringen. Nee, jij bent nog niet te oud, Fransien, dertien jaar pas. Als je haren grijs worden en je hart niet jong meer is, dan 'mag je niet meer meedoen, maar zolang je hart nog jong blijft en dat kan heel lang zijn, ben je welkom. Aaltje Pais, Wieringen. Je vriendinnetje, Fransien, had me al geschreven, dat jij ook mee zou doen, Aaltje. Wat een gezellig post papier heb je, die twee boksende broertjes en dat zusje, dat als scheidsreditster optreedt. Heb jij ook van die vechtende broertjes, of. vecht je alleen met jezelf? Jannie de Roo, Wieringermeer. Ik ben gisteren nog langs je huis geweest, Jannie, tenminste dicht bij jullie in de buurt, maar het was zó mistig dat je geen twee honderd meter voor je uit kon zien en al was ik dus nog dichter bij jullie geweest, dan had ik je nog met gezien, zo grauw was de wereld. Trijntje v. d. Velde, Amsterdam. Daar wip ik zo van de Wieringermeer, in gedach ten, naar Amsterdam, Trijntje en kom eens even bij jou een praatje maken. Ik houd van de stad waar jij woont, vooral de grachten vind ik erg mooi en 's avonds, met al dat licht in de binnenstad, is het er ook zo gezellig. Kom je nu iedere week in je briefje overwip pen naar Schagen? Rieki Grin, Nw. Niedorp. Het zou dom zijn, Rieki, om de raadsels op te lossen en niet in te zenden, want dan zou je de kans verspelen om een boek te winnen. En wie wil er nu geen boek hebben? Jij natuurlijk, want nu de dagen zo kort worden heb je veel tijd om stil te genieten, in een mooi boek. Henk Stip. Jij zal je vast niet vervelen, Henk, want jg houdt'er zoveel liefhebbergen op na, dat je dagen gevuld zijn. Dat vind ik fijn, verveling is iets akeligs, maar als je graag leest en graag tekent en nog postzegels verzamelt, dan kan je je tyd wel gebruiken. Wat een leuke tekening zond je me, Henk, dat moet je eens meer doen, dan neem ik hem mee voor m'n kinderen, die vinden dat ftjn. Dineke List, Aartswoud. Hier heb je alletwee m'n handen, Dineke, je bent hartelijk welkom in onze vriendenkring. Ik hoop, dat je veel komt en... veel boeken wint. Nico Bakker, Kalverdgk. Je wens is vervuld, Niek, jë naam staat in jullie hoekje en het hangt van jou af, of dit voor het eerst of voor het laatst is, als je trouw blijft, zal ik ook m'n bes' doen, om die Kalverdflk we kelijks met een briefje te verrijken. Dirk Rus, St. Maarten. Ik denk, Dirk, als je dit briefje leest, dat je verkoudheid allang over is en dat je weer over de weg danst, alsof je nooit als „snuffelgraag" huis arrest hebt gehad. Jan de Wit uit 't Bomendorp. Gisteren ben ik nog door jullie polder gereden, Jan, en ik vond het erg jammer, dat de wereld door de mist zo klein was, want ik vind die polder van jullie prachtig en ik kan me bëgrijpen, dat jij ook boer wordt ei^als ik nog eens uit de journalistiek vandaan ga, wie weet, neem ik ook een spa en vork en kom bij jullie helpen. Geertje Paarlberg. Ach, 't weer is net zo ielgk als je hetzelf maakt, Geertje. Ik be doel, je hebt mensen die klagen als de zon schijnt en je hebt ook mensen, die nog een vrolijk gezicht zetten als de storm hun pet van hun hoofd rukt of als de regen hen van de weg spoelt Probeer om tot de laatste groep te behoren, dan krijg je een zonnig ge zicht en een zonnig hart. Hillie Kant Pd-/— Zeg, vriendinnetje van Corrie. Wardenaar ,je bent niet gelukkig met het winnen van een boek en je kan toch ge lukkig zijn. Dat is een raadseltje, dat je zelf maar eens op moet lossen. Annie Jimmink. Je schooldagen zgn ge teld, Annie. Met April ga je zeker van school af, is 't niet? Je verlangt er natuurlijk een beetje naar en tochtoch zal je er later misschien spijt van hebben ,dat die „fijne" tjjd" voorbij is. Bets Vijzelaar, Hoogwoud. Nee, ik ken jou niet, Bets, maar dat geeft niet, ik ken van al die vriendinnetjes en vriendjes van de Schager Courant er niet één. Dat is al een heel bedroefd beetje, vind je niet? Maar mis schien leren we elkaar nog wel eens kennen, deze winter. Wie weet... Co Jansen, Schagen. Vergeten moet je nooit iets doen, Co, tenminste niet als je 12 jaar bent, als je boven de vijftig komt. ja, dan geloof ik dat er in dat bovenkamertje zoveel dingen opgeborgen zijn, dat er wel eens wat niet uit opgediept kan worden, wat je op een bepaald ogenblik weten moet. Arie Marees, Schagen. Wat een knap pert, dat negenjarig broertje van jou, Arie, dat hij dat woord nog eerder wist dan jg met je 11 jaar. Dat is zeker een raadselvriendje in de dop, hé? Wanneer komt hij eruit en krijg ik ook zijn oplossingen? Nu jongens en meisjes als jullie goed kon den horen, hoorde je me nu een zucht van verlichting slaken, want ik ben door alle jriefjes heen. Dus, tot volgende week, dan ïogen jullie me weer schrijven. Kindervriend Het kleine meisje met het slakkenhuisje. De slak klaagt zijn nood. door Violette Carr. Iza hoorde een kinderliedje: Zeg slakkenluis, Kom eens uit je huis, Ben je soms een banga_jnuis? Als het liedje uit was, begonnen de kinde ren weer van voren af aan. Nieuwsgierig als Iza nu eenmaal was, vloog hij op het geluid van het liedje af. Ja, daar stonden bg de ingang van het bos drie kleine meisjes, bij elkaar en keken lachend naar de handen van een der meisjes, die iets daarin vasthield. murmelen morgenavond is het feest, als Ik „Ja," riep hg verheugd, „weet je wat?" „Neen," antwoordde de slak onwillig, „ik weet helemaal niets." „Maar ik," zei Iza triomfantelijk. „Ik neem je op mijn vleugels en draag je regel recht voor de voeten van Titania. Wat zeg je daarvan?" „O, ja, maar als dat goed gaat," meende de slak twijfelachtig. „Je moet het aandurven," moedigde Iza hem aan. Dus kroop de slak Iza dacht dat het een eeuwigheid duurde op Iza's vleu gels. „Ga nu daar zitten, waar de vleugels by elkaar komen, dan verlies ik mgn evenwicht niet," zei Iza. De slak kroop op de aangeduide plaats. „Pas op, daar begint de reis," riep Iza. Hy verhief zich in de lucht, zijn vleugeltjes maakten een fluitend geluid. „Hm!" zei Iza, tot zichzelf, „de slak is tamelijk zwaar." De vlucht ging slechts zeer langzaam en toch riep de slak: „O, wat vlieg je vreselijk hard ik ben er duizelig van." „Het spyt me," zei Iza, „maar wg moeten opschieten, anders zijn we juist te laat." De slak steunde en klaagde, dat zij zo veel te lgden had bg het vliegen, en Iza, die de hem zelf opgelegde taak bgna niet kon vol brengen, wegens de zwaarte van de slak, herademde toen de slak naar de aarde terug wilde, omdat hg honger had en van de aard beien, die langs de weg stonden, wilde eten. Nadat de slak zich, volgens de mening van Iza, verdoende verzadigd had, drong hg tot haast aan. Brommend hernam de slak haar plaatsje weer tussen de belde vleugels „zg was juist pas begonnen met eten", mopperde zg. De nacht verliep en de morgen kwam. Na Haastig vloog hg met zgn kleine vleugeltjes er heen en zag dat het meisje een slakkenhuis in haar hand hield. Van de slak was helemaal niets te zien, deze had zich in zgn huisje teruggetrokken. Nu dachten de meisjes, als zg het liedje maar dikwijls genoeg zongen, dat de slak zich dan wel zou laten verleiden om naar buiten te komen. Iza had echt medelijden met het dier en blies de eene hoed na de andere af en schopte ze daarna nog een eindje van hen af. Ze wierpen dadeiyk de slak op de grond en hol den hun hoeden achterna. Iza knielde bg de slak neer en vroeg deel nemende of de slak zich erg angstig had ge maakt. „Nu, dat kun je. begrijpen vreeselgk!" antwoordde de slak, „de kinderen hebben mij reeds langen tgd geplaagd (zij berekende dat volgens de slakkentijdsberekening), en ik ben biy, dat je tussenbeide bent gekomen. Ik heb byna niet anders dan ergernis en ver driet." „Ach," antwoordde Iza op bedroefden toon, „dat spgt me. Kan ik je misschien ergens mee helpen?" „Heel vriendelgk van je," dankte de slak, terwyi zy helemaal uit haar huisje kroop en het kopje naar de aarde boog, alsof zy een buiging maakte, „luister eens, sinds onheu- gelgke tyd probeer ik een vollemaansfeest met jullie allen mee te vieren, en steeds kom ik te laat of veel te vreog. De laatste keer verwyderde ik me een weinig van de plaats van het feest en wilde het volgende feest af wachten en och lieve help weer was ik te laat. Ik ben helemaal afgemagerd van al dat heen en weer trekken", besloot de slak haar klaaglied met een diepen zucht. „Wacht maar een ogenblik" zei Iza, „laat mg er even over nadenken, misschien kan ik je helpen". De slak zag, hoe Iza helemaal in gepeins verzonk hoorde hem in zichzelf verschillende keren te hebben gedaald, omdat de slak iedere keer wat moest eten, kwamen zij in de nabijheid van het feestterrein. Alle moeite, die Iza gehad had werd goed gemaakt door de gedachte, hoe de slak deze feestavond vol vreugde zou genieten. Eindelgk was het doel bereikt. De krekels hadden hun instrumenten reeds gestemd en juist wilde Oberon het teken geven, dat het feest kon gaan beginnen toen zyn vrouw Ti tania haar lijfdienaar Iza op zich af zag komen. .Wacht nog een ogenblik, lieve man," vroeg zij aan Oberon „daar komt Iza met een gast". En reeds liet Iza de slak aan de voeten van Titania neerglijden. Nadat zy door het ko ningspaar vriendelijk welkom waren geheten, begon het feest. In een pauze vroeg Titania aan de slak, hoe de avond haar beviel. „Ach," antwoordde deze, „het orkest speelt te luid, zodat ik er half doof van ben en de dans der elfjes warrelt zo voor myn ogen, dat ik er verblind door hen." „Wat spijt me dat," zei Titania, „maar je bent een klein ontevreden dier. Kyk eens, iedereen is even big." „Ja, ja," zuchtte de slak, „ik wou, dat ik maar niet met Iza mee was gegaan en dat ik in mgn oude omgeving was gebleven En zonder dank of zonder afscheid te ne men, kroop zg weg van het feestterrein, maar in de verkeerde richting. Iza, die het bemerkte, wilde hem achterna rennen, om haar de juiste weg te wgzen, doch werd door Oberon tegengehouden. Hg wenkte tegen Iza en zei: „Wat heb ik je enige tyd geleden gezegd? Medeiyden is vaak niets anders dan zwakheid en dikwgls verkeerd toegepast zoals hier." En terwyi hg net deed, alsof hg de ver legenheid van Iza niet bemerkte, vervolgde hg: „Maar we zullen onze vreugde niet laten verstoren." Lucifersgrapjes. Men legt drie lucifers naast elkander op tafel en probeert met nog twee andere luci fers samen acht te maken. De oplossing hiervan is heel eenvoudig, zie maar: Op dezelfde wijze kan men ook de merk waardige stelling verkondigen, dat de helft van 12 niet 6 maar zeven is. Om dit te be- wgzen, legt men de volgende lucifersfiguur op de tafel: Neemt men het onderste weg, dan blijft VEE over. Ook kan men de stelling verkondigen van zes en zeven geen dertien is maar negen. Om dit te bewgzen gaan wy als volgt te werk: Leg op een rij op de tafel zeven lucifers: De aanwezigen zullen tevergeefs trachten met zes lucifers er by negen te maken. De oplossing, waaraan een kleine truc verbon den is, luidt als volgt: Een aartsleugenaar. Een smid in een klein dorp stond er voor bekend, dat hg een aartsleugenaar was, maar hg kon de verhalen zo smakelgk opdisschen, en met zoveel vuur, dat hg zelf geloofde dat het waarheid was. Zo zat hij op zekere dag bg vrienden van hem en daar het hard vroor, zei de gastheer: „Kom, ik zal de kachel eens een beetje op stoken, want het is bar koud." „Noem je dit koud?" vroeg de smid. „Nu, dan had je eens een jaar of tien geleden moe ten komen. Toen kwam er een agent bg me en zei: „Zou jg even voor me naar het naburige dorp A. willen rgden, want ik heb een brief en daar is veel haast bg. Maar denk er om, het is heel erg koud, difs stop je warm in." „Ik lachte hem uit om de kou, ging zo van het vuur naar het paard, sprong in het zadel en reed in draf naar A. Maar het vroor hard en toen ik eindelgk bg het juiste adres aan kwam, was ik zo bevroren, trouwens mgn paard ook, dat ik in het zadel vastgevroren zat en men mij er niet uit kon loggen. Toen zei een van de aanwezigen: „Weet je wat, ga bg 't vuur wat ontdooien en zo van het paard maar mee naar de smid, dan kun je daar bij afkomen. Dat deed ik, en mgn paard en ik hadden vyf uur nodig om te ontdooien, en toen pas kon ik uit het zadel klimmen. Nu, toen hebben we flink gegeten en omdat ik veel werk thuis had, kon ik niet blgven over nachten. Daarom steeg ik weer op het paard en kwam weer thuis, opnieuw helemaal be vroren. En weer had ik vgf uur nodig om te ontdooien." De aanwezigen keken hem eens aan en ter wijl de gastheer begon te lachen zei hg„Van dat dooiwater is nog al tgd de sloot, hè, die langs je huis loopt." De smid zei niets meer. OPLOSSINGEN RAADSELS VORIGE WEEK, Kar, kamer, aar, polka, lip, taart, Eva, braam, Ant, basil, vol, kolen, oma, Assen; Amalia van Solms. n. Baard, helft, lever, traan; Al va. Goede oplossingen ontvangen van: Gerrit B., Oudesluis; Trgnie D., Schagen; Dirk Willem V., Schagen; Corrie en Jannie W., Dirkshorn; Riewert B„ Stolpervlotbrug; Arie M., Nesdijk; Jan en Luida D., P. Bakker, Groetpolder, Winkel; Ggsbertus O.; NellieK., St. Maartensbrug; Jan R., Schagen; Hilke K., Dirkshorn;Guus R., Groenveld; Aagje en Jan v. S., Groote Keete; Rie T., Bosweg, Winkel; Tientje M., Oudesluis; Jantje M., Oudesluis; Marie S., Dirkshorn; Betsie de G., Dirks horn; L. Visser, Dirkshorn; Marie van R., Langereis; Willie M., Groetpolder; Tini A., Winkel; Truus B., Tuitjehorn; Winnetou, N. Niedorp; Annie v. G., Schagen; Piet W.| Anneke E., Schagen; Nellie Z.; Aafje V., 't Zand. Nieuwe Raadsels Verplaats de 4 letters van de onderstaande ryen zó, dat er woorden ontstaan, waarvan de betekenissen hieronder volgen. Wanneer je het goed doet, zullen de beginletters van bo ven naar beneden gelezen, de leus der Oranje's vormen. RUJK Kleedingstuk voor vrouwen en meisjes. ENVE Kort ogenblik. NEUM Vertelt je wat je te eten kiggt. IÊZA Werelddeel. SIRI Zwaardlelie of lisbloem. SETN Vogelnest. ILET Waarin gswassen wordt. KENT Waarmee je schrijft. WERT Peulvrucht. EFEN Zoon van oom of tante. MEDA Mevrouw, juffrouw. OMOR 't Vet van de melk. Cyfer. Zg rivier van de Donau. CHAT AS IR n. Wie heeft er takken zonder blad of bloem? Met de letter s is het een dier. Haal de let ter s weg, dan is het niet kort? IV. Het is een levend wezen; zet er een d achter dan haalt men er boodschappen in?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 14