Over de bergen van Assadabad ROOSEVEL1 Een volk dat na bijna duizend jaren opnieuw ontwaakte. Buitenland Roosevelt's sociale plannen. Het heilige Olympische vuur naar Japan Protestanten-vervolging in Spanje Dinsdag 10 November 1936 Tweede blad DE OUDE IDEALEN VAN HET OUDE, GROOTE RIJK IRAN, DAT EENMAAL DE STRALEN ZIJNER BESCHAVING WIJD OVER DE AARDBOL UITZOND TEHERAN. In October. NOG in de duisternis van den nacht verlieten we Kermansjah, maar nog voor het gebergte van Assadabad zag ik, hoe een nieuwe herfstdag werd ge boren in rooden en gouden gloed, een nieu we herfstdag met al den glans en glorie van den gestorven zomer en den weemoed om den winter, die komen ging. De boomen, die hier en daar in dit berglandschap zich sa- mengroepen om een dorpje of een stadje, dan wel soms zich scharen in twee gelederen langs den weg, droegen reeds den kleurigen, bonten tooi van het najaar, doch ook de hoogste bergtoppen in deze streken hadden p.og geen sneeuwkruin. Herhaaldelijk zag ik in streken, die ik tot nu toe gekend had als woest en onbe bouwd, boeren werken op het land. Ook zag ik telkens weder nieuwe huizen, nieuwe fa brieken, nieuwe openbare gebouwen, die er één, twee jaar geleden nog niet waren. Te Assadabad, het kleine, vriendelijke stad je, vanwaar de bergpas opklimt tot meer dan 2300 meter hoog, moest de chauffeur weder nieuwe benzine inslaan en daar hielden we eenigen tijd halt en dronken we in een klei ne „tsjai-hane" (theehuis) glazen warme thee. Ik had nog kaas bij me en kocht er brood, echt Iransch ongerezen brood, dat plat is als een pannenkoek en zeer goed smaakt. Op een met prachtige kleeden belegde bank genoot ik mijn ontbijt. Voor ons verhieven zich de geweldige berg massa's, waar we over moesten trekken en v^en mijn drie medereizigers deze steile rots wanden aanschouwden en den weg, die zich ïn schijnbaar grillige bochten omhoog slin gert, begrepen ze eensklaps ten volle, waar om ik den vorigen avond niet verder had willen reizen, maar het verkieslijk had ge acht te Kermansjah te overnachten. Reeds op klaarlichten dag vereischt een tocht over dit gebergte van den chauffeur de grootst mogelijke oplettendheid en koelbloedigheid. Ook te Assadabad zag ik feestvoorbereid- selen, zooals ik die reeds te Kerinde, te Ker mansjah, te Kengovar en elders had gezien. Er stonden half voltooide eerepoorten, hou ten geraamten, die met heerlijke Perzische tapijten werden behangen, een waarlijk kost bare en vorstelijke versiering. Bij navraag vernam ik, dat de sjah-in- sjah met zijn zoon, den kroonprins, een reis maakt door het geheele land en binnenkort ook in deze streken verwacht werd. Een klein half jaar geleden is de kroonprins uit Eu ropa, uit Zwitserland, waar hij vele jaren ter school ging, teruggekeerd in zijn vader land, waar hij thans onder goede leiding zijn studiën voortzet. Zijn vader zelf, de sjah-in- sjah, leert hem op reizen, die niet in de eer ste plaats plezierreizen, doch meer studie reizen zijn, het herboren Iran kennen. Later, toen onze automobiel langzaam en voorzichtig was opgeklommen tegen het ge weldige gebergte en daarna langs gemakke lijker weg was afgedaald naar de op een hoogvlakte gelegen stad Hamadan, zag ik in die stad weder feestelijke voorbereidselen, eerepoorten, bloemen-versieringen, maar ook dingen van blijvender waarde: nieuwe stra ten, nieuwe bestratingen, nieuwe huizen, nieuwe openbare gebouwen en nog steeds waren er duizenden menschen aan het werk. De groote arbeid, de wederopbouw van Iran is nog niet voltooid en niemand weet dit be ter dan de Iraniërs zelfs en hun geniale vorst. Dit alles bracht me aan het mijmeren. Wat hier, sedert de huidige sjah-in-sjah Reza Pachlevi aan het bewind kwam, ruim tien jaar geleden, gebeurd is en nog gebeurt, is een wonder en niet slechts en zelfs niet in de eerste plaats een wonder van techni- schen aard. Verbazingwekkender nog is het wonder van zielkundigen aard. Een volk, het Iransche, dat eeuwenlang aan den spits der beschaving stond, dat over groote gebieden, tot in Egypte, tot aan de zuidkust der Roode Zee, tot aan de kusten der Middellandsche Zee, tot ver in Indië, tot ver naar het noorden, niet slechts heerschte maar er de zegeningenzijner beschaving bracht, is ingedommeld, ingeslapen, vergat zijn grootsch verleden, nam geen deel meer aan de ontwikkeling, had hoogstens nog een vage herinnering aan wat eenmaal zijn ge niale dichtere schiepen aan heerlijke letter kunde. Toen plotseling, na vele Konderden, na bij- DE KROONPRINS VAN IRAN na duizend jaren ontwaakte dit volk weder. Niet uit zichzelf ontwaakte dit volk. Het werd gewekt door een sterken, krachtigen man, die rotsvast in zich droeg het geloof aan zijn eigen grootsche taak en aan de toekomst van zijn volk. Deze wekker, deze redder was de huidige sjah-in-sjah Reza Pachlevi, in wiens ziel door een onbegrijpe lijk wonder leven de oude idealen van hot oude, groote rijk Iran, dat eenmaal de stralen zijner beschaving wijd over de aardbol uit zond. Het Iransche volk was eerst verbaasd, wreef zich de oogen na den eeuwenlangen slaap, doch dan begreep het de idealen van zijn vorst, die toch ook de eigen oude idea len van het Iransche volk zelf waren. En een nieuwe dageraad brak aan over Iran. Een Europeaan merkte eens op: „Al deze vooruitgang en verbeteringen in Iran waren slechts mogelijk door de hulp van Europe anen." De man, die deze opmerking maakte, ken de de geschiedeins niet, anders had hij lie ver gezwegen. In den tijd, dat de oude Ira niërs hun machtige paleizen bouwden, wegen aanlegden, een goed-ingerichte rechtsspraak hadden, een geregelden postdienst organi seerden, bestonden er in Europa nog nauwe lijks hutten. Oneindig veel heeft de Europee- sche beschaving te danken aan het oude Iran en indien Europa dit land thans behulp zaam kan zijn, is het de leerling, die zijn ouden leermeester bij kan staan met nieu we uitvindingen en ontdekkingen, welke den leerling alleen mogelijk waren door de vroegere lessen van den ouden leermeester. Met welk een genoegdoening zal de red der, de wekker van zijn volk, gedurende zijn rondreis kunnen aanschouwen al wat er on der zijn krachtig en heilzaam bestuur tot stand is gekomen in het oude Iran en met welk een gerechtvaardigden trots zal hij zijn zoon en toekomstige opvolger daarop kunnen wijzen. Maar zullen den thans achttien jarigen zoon en troonopvloger daarbij niet een wei nig angst en vrees besluipen? Het is een ge weldige taak, die hij later over zal moeten nemen van de schouders zijns vaders en bij al wat een vorst doet kijkt niet slechts zijn eigen volk, maar kijkt geheel de menschheid toe en nog latere geslachten zullen over hem een oordeel vormen. In het boek der geschie denis wordt elk zijner daden neergeschreven, zijn fouten op zwarte bladzijden, zijn groote en goede daden op guldenen bladzijden en veel later komende geslachten zullen dit boek nog doorbladeren. Dit alles overdacht ik, toen we reden door het gemoderniseerde Hamadan in feest- kleedij. Tusschen Hamadan en Khazvin verheft zich het Goelak-gebergte. Een pas de Aveh-pas, slingert hier tusschen en over de bergen tot meer dan 2600 meter hoog, maar daarna is het moeilijkste gedeelte van den tocht vol bracht. Verder, tot Teheran, rijdt men over een hoogvlakte, die zich naar het zuiden ver uitstrekt. Van werkelijk drukkende warmte was hier ook in de middaguren geen sprake. Er heerschte een temperatuur als op een schoo- nen na-zomerdag in Europa. Eerst nadat we het Goelak-gebergte en dus het bezwaarlijkste deel der reis achter den rug hadden, hield de chauffeur een langere rust in een klein dorpje met een soort volks keuken, waar alle chauffeurs blijkbaar stil houden en men dan ook tegen weinig geld uitstekend te eten krijgt. De middag was reeds tamelijk ver gevor derd, toen we Khazvin,' n vroegere hoofdstad van Iran, bereikten. Voor de laatste maal gedurende den langen tocht Bagdad-Teheran nam de chauffeur benzine en daarna ging het weder verder de laatste 175 kilometer. De avond was reeds gevallen, toen we Te heran binnen reden. Over asphalt reden we door hel verlichte straten met talrijke win kels, café's en bioscopen. Politiemannen in grijs-blauwe uniform regelden het zeer druk ke verkeer van automobielen en van met twee paarden bespannen rijtuigjes. Ik kende dit alles reeds van mijn vroe ger verblijf in de Iransche hoofdstad, maar mijn drie medereizigers waren hoogst ver baasd over deze zoo Europeesch aandoende stad en de Lazaristen-pater zeide niet zonder overdrijving: „Lieve hemel, dat doet me aan Parijs, denken." J. K. BREDERODE. Roosevelt werd dus gekozen Met een groote meerderheid, In d'Amerikaansche Staten. Raakte men den tel haast kwijt! Zoo'n enorme overwinning, Door den wil van volk gestraald Is er ginds in de historie. Door geen President behaald! Heel de wereld las de cijfers, Die de stembus-uitslag bracht, En men staart er, stil verwonderd, Op de Rooseveltsche macht, Onmiskenbaar aangeivezen, Door 'n millioenen-stem-geheel Als de werkelijke bestuurder Van bijkans een werelddeel! Met een ongebroken wilskracht Is hij steeds zijn weg gegaan, Midden door een zware crisis, Langs een zelfgekozen baan, Wat de wereld ook beweerde, Hoe ze zocht naar fout bij fout, Toch heeft Roosevelt onwrikbaar Aan het volksbestaan gebouwd! Naar de Europeesche meening. Deed hij menigmaal verkeerd, Finantieel en economisch Was het ons zóó niet geleerd. Maar zijn volk bracht hem een hulde Die niet overtroffen is, En, zijn President ter eere, Schreef het zóó geschiedenis Novemfter 1936. Thans gaat 'Roosevelt dus verder Energiek en pas voor pas, Bouwend aan een niewe toekomst Voor 'f Amerikaansche ras. En al schudt 'f verdeeld Europa Steeds meewarrig nog het hoofd, Eer zij d' Eenheid, die vrijwillig, In zijn President gelooft!!. (Nadruk verboden? KROES HERVORMING EN VERBETERING DER ARBEIDSVOORWAARDEN. „HET KOMENDE JAAR ZAL VOOR DE AMERIKAANSCHE WETGE VING VAN BIJZONDERE BETEE- KENIS ZIJN." In een boodschap aan de derde na- nationale conferentie voor de ar beidswetgeving verklaarde Roosevelt zich gisteren ook voor zijn tweede regeeringsperiode voorstander van een program van sociale hervorming en verbetering van de arbeidsvoor waarden, aldus een bericht van Uni ted Press uit Washington. „Het komende jaar", aldus zegt Roosevelt in zijn boodschap, „zal voor de Amerikaansche wetgeving van bij zondere beteekenis zijn." De volgende principieele hervormingen worden overwogen: Veilige en gezonde arbeidsvoorwaarden; voldoende verzorging en ondersteuning voor arbeiders, die het slachtoffer zijn geworden van arbeidsongevalln of beroepsziekten, of die de ouderdomsgrens hebben bereikt; re delijke verkorting van den arbeidstijd; waar borging van een voldoend jaarlijksch mini mum-inkomen; zorg voor gezonde woningen en afschaffing van den kinderarbeid. „Ik geloof", aldus gaat Roosevelt in zijn boodschap o.a. verder, „dat het land de af- geloopen week op ondubbelzinnige wijze den wetgevers en de regeering opdracht heeft ge geven er naar te streven de hierboven aan gestipte hervormingsplannen te verwezenlij ken. Ik verzeker u, dat de bondsregeering voor nemens is, het hare bij te dragen tot verwe zenlijking van deze ideeën en de afzonder lijke staten bij hun pogingen te steunen, in dien hun plannen een karakter en een be teekenis krijgen, welke het geheele land aan gaat." Japan bouwt een nieuw Bestemd voor wereldvlucht met slechts twee landingen. Tokio. De Yomioeri Sjimboen verneemt, dat het keizerlijk aeronautisch instituut plannen heeft ontworpen voor een vliegtuig voor groote-afstandsvluchten. Het toestel zal in staat zijn een wereldvlucht te maken met slechts twee landingen. In de fabrieken van de gas- en electrici- teits mij. te Tokio is men gereed gekomen met en eerste type van dit toestel. De vleu gelspanning bedraagt 27 Meter, de vleu geloppervlakte is 87 vierkante meter groot, de lengte is 14.40 M. Leeg weegt het toestel 3430 Kg. De benzinetanks hebben een in houd van 900 liter. Het vliegtuig is voorzien van een motor van 700 pk., met een maxi mum van ruim 800 pk. Het kan een kruis snelheid van 240 km. per uur halen over een radius 95 vlieguren, of 13.000 km., het geen het mogelijk zou maken met dit vlieg tuig uit Tokio naar New-York te vliegen zonder één tusschenlanding. Fakkelloop dwars door Indië en Japan. De Olympische fakkelestafette, welke dit jaar ter gelegenheid van de Olympische Spelen te Berlijn van Athene naar Berlijn werd gehouden, schijnt navolging te zullen vinden. Er is althans voorgesteld om ter ge legenheid dezer spelen het heilige Olympi sche vuur uit Olympia te halen en door estafetteloopers vanuit Griekenland naar het Verre Oosten te laten brengen. De eerste loo- per zou dan op 11 Februari 1940 in Grieken land starten. Deze datum is voorgesteld, daar dan de 2600ste verjaardag van de troonsbe stijging van den Japanschen keizer Dsjim- noe zal worden herdacht. Van Aden naar Bombay zou de scheepsroute moeten wor den gekozen, waarna tot Singapore weer loopers het vuur zouden verder vervoeren. Met schepen zou de vlam dan van Singa pore naar de Philippijnen en vandaar naar China reizen, waar in Sjanghai een Japan- sche torpedojager het vuur naar de Japan- sche kust zou brengen. Vanuit de Japansche havenstad Modsji zouden athleten den fakkel naar den berg Takatsjiho dragen, daar het deze berg was, die het uitgangspunt vormde van den marsch van keizer Dsjimnoe's leger naar Oost-Japan. De weg van het Olympische vuur zou dan nog over het beroemde heiligdom Ise voe ren en tenslotte in den tempel van Keizer Keidsji in de Japansche hoofdstad eindigen. Het heilige vuur zou daar dan tot de ope ning van de spelen bewaard en verzorgd worden. HET DUITSCHE STOOMSCHIP „ISIS" VERMOEDELIJK VERGAAN. Het Duitsche stoomschip „Westernland", dat het vrachtschip „Isis" te hulp is gesneld, heeft het volgende radiogram uitgezonden: „Op 300 mijl van Landsend, zijn op de plaats des onheils. We hebben een sloep van de „Isis" gevonden met één man. We zien geen spoor van andere overlevenden, noch andere booten. We zetten onze reis voort." De wrijving van Dantzig en Polen Voor 1 Januari zal de vrije stad vrij zijn van alle vrije meenings. uiting, voorspelt Forster. Warschau. De leider der nationaal-so- cialistische partij in Dantzig, Forster, heeft, naar Havas meldt, tijdens een bijeenkomst der partij o.a. vcrklaaixï, dat „de geheele oppositie in Dantzig vóór 1 Januari a.s. definitief uitgeschakeld zal zijn." Forster gaf voorts als zijn overtuiging te kennen, dat Dantzig in den loop van 1937 weder bij het Duitsche rijk zou worden ge voegd. In Polen o.a. te Gdvnia, zijn groote bctoo- gingen georganiseerd tegen de „willekeur der Dantziger autoriteiten." In een resolutie verklaren de betoogers, dat geheel Pommerellen, het bolwerk van Polen, gereed is om te antwoorden op de ruwheden en gewelddaden, door de auto riteiten van de Vrije Stad tegen Poolsche onderdanen bedreven. Dantzig. De diplomatieke vertegen woordiger van Polen, Papee, heeft den vice-president van den senaat, Huth, Za terdag een nota overhandigd, waarin ge protesteerd wordt tegen de Dantziger ver ordening inzake de centralisatie van de ar beidsbemiddeling. Papee verklaarde voorts, dat men van Poolsche zijde het incident in het dorp Schoeneberg nog geenszins als opgehelderd en geëindigd beschouwt. Goud uit Frankrijk meegenomen Twee Nederlanders door de Fransche politie gearres teerd. Volgens de Parijsche couranten hebben twee Nederlandsche kooplieden. S. te Am sterdam en K., in do buur! van Antwerpen gevestigd, in een tweede-klas coupé van den sneltrein ParijsAmsterdam 22 K.G. 700 gram goud over de Fransch-Belgische grens willen smokkelen. De waarde ver tegenwoordigt ongeveer 600.000 francs. De twee personen ontkenden de eigenaars van het goud te zijn, maar de Fransche politie vond voldoende termen aanwezig om hen gevangen te nemen en voor het parket van Avesnes te leiden. Er waren geen andere reizigers in de coupé aanwezig. De douane kwam het goud op het spoor bij het doorzoeken van bagage en banken. Een pakje met goudstuk ken kwam te vallen, waarna op verschil lende punten nog andere pakjes met geza menlijk 467 stukken van 20 en 320 van 10 dollar gevonden werden. Bij onderzoek van de paspoorten bleek, dat S. en H. sinds den datum van de deva luatie vele malen over de grens gekomen waren. Herhaaldelijk moeten ze met zich zelf in tegenspraak geraakt zijn. Afgeschei den van de inbeslagneming van het goud kunnen ze met een overeenkomstige boete bestraft worden alsmede met inbeslagne ming van den betrokken wagon, waarvan de waarde op een millioen frank geschat wordt. In het geheel zou er aldus om en bij twee millioen frank mee gemoeid zijn. De opstandelingen bedreigen de evangelisatie. Het Internationaal Centraal Bureau voor Kerkelijke Hulpactie te Geneve (leider prof. dr. Adolf Keiler) schrijft over den toestand der Protestansche gemeenten in Spanje het volgende: „Volgens de laatste bijzondere mededee- lingen uit Madrid zijn daar de evangelische bezittingen en gemeente onbedreigd. Ech ter beginnen de berichten, die van vervol ging der Protestanten in t gebied der opstan delingen spreken, zich te vermeerderen. De ze berichten moesten vanzelf de censuur passeeren en verdienen daarom met eenige voorzichtigheid gelezen te worden." Van vertrouwbare zijde wordt bericht, dat de Protestansche onderwijzeres Carmen Padin te Malaga eerst haar man zag neerschieten; nadien werd zijzelf in het ziekenhuis in bed doodgeschoten, nadat haar kind door de vroedvrouw gewurgd was. Te Canada werd niet slechts ds. Ini- guez neergeschoten, maar ook werd ds. Atilano Coco gefusilleerd, nadat men voor zijn oogen zijn kinderen omgebracht had. Uit Tanger wordt gemeld, dat vijf predikan ten neergeschoten en vijf anderen verban nen zijn. Tc Sevilla werd ds. Patricio Go- mez, toen hij in queue stond om brood te halen, door een fanaticus neergeschoten. Ook zijn vermoord de Protestantsche onder wijzer Francisco Lobo te Puerto Real en de evangelist Manucl Moreno te Escorznar. Over ds. Simon Vicentete Calahoro. ds. Mauricio Lusa te Logrono en ds. Manuel Borobia te Valladolid ontbreekt elk be richt, alsook over de onderwijskrachten Mar ta Martinez te Valladolid, Ramon Ruiz, En- rique Tomas en den colporteur Trujillo te Jcrez. De kerk te Jerez is verwoest. De ge meente La Linea bij Gibraltar heeft vrec- selijk toestanden doorgemaakt; de kapel werd reeds dn 18en Juli verwoest: de kos teres en drie andere vrouwen werden neer geschoten, en wie niet naar Gibraltar vluchten kon, werd zonder erbarmen om gebracht. Er zijn direct navorschingon be gonnen te bevoegder plaatse bij de nationa listen, ten einde opheldering over deze ge vallen te krijgen. FRANSCHE MATROZEN GEARRESTEERD De gendarmerie te Toulon heeft Zondag vijf matrozen, die deel uitmaken van de bemanning van een onderzeeër, gearresteerd Het grootste stilzwijgen wordt omtrent 1 deze kwestie in acht genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5