Actie tegen de Amstelmeervisschers bijeen De maat op de snoekbaars voor het nieuwe seizoen Teeltregeling vroege aardappelen 1937. Nachtwaker overvallen Uiteenzetting van een deskundige VAN BWTJCKSLUIS. Vrijdagmiddag waren in het lokaal van den heer Chr. Hoogmoed een twintigtal rechthebbenden op het vischrecht in het Amstelmeer, zoo wel van Wiéringen als van Van Ewijck- sluis, bijeengekomen, wijl de heer dr. Ha- ,vinga, Hoofd van de afdeeling Kust-, Rivier en Binnenvisscherij van den Dienst voor Visscherij-Onderzoek, te kennen gegeven had, gaarne eens met de visschers op dat water een onderhoud te willen hebben. De heer I\. Keuris, tot wien door dr. Ha- vinga het verzoek tot het bijeenroepen van deze vergadering was gedaan, opende de bij eenkomst, waarbij deze mededeelde, dat de aanleiding tot deze vergadering was ge weest een vraag van verschillende zijden tot spreker gericht, hoe het in het nu aange vangen vischseizoen zou gaan met de maat op de snoekbaars, die het vorige jaar voor de visschers op het Amstelmeer op 55 cen timeter werd gesteld. Spr. had deze vraag aan dr. Havinga overgebracht, waarna deze zich onmiddellijk bereid verklaarde, daar eens met de betrokken visschers zelf over te komen spreken. Voornamelijk hierover zou het dus bij deze gelegenheid gaan, al zouden mogelijk ook wel andere onderwer pen worden besproken. Dr. Havinga, hierop het woord verkrij gende, begint met er op te wijzen, dat er reeds meerdere maatregelen ter bevordering der visscherij op het Amstelmeer zijn geno men. Hij memoreert daarbij de herhaalde uitzetting van snoekbaars en de bevordering en voortteling hiervan door het uitzetten van snockbaarsnesten, die jaar nog weer ge volgd door het overbrengen van die nes ten, nadat die met snoekbaarskuit waren bezet, in speciaal daarvoor gemaakte nest kastjes. De bedoeling van al deze maatrege len was om zoo vlug mogelijk een voldoen den snoekbaarsstand op het Amstelmeer te bereiken. Spr. meent in dit verband vooral een woord van dank te moeten richten tot den heer S. Hoogmoed, die zich steeds heeft be ijverd om de nesten en de nestkastjes te verzorgen, voor de zeker niet geringe moei te, die deze zich heeft getroost, om dit werk ten nutte voor alle Amstelmeervisschers, steeds op zoo prompte wijze te behartigen. Hoogmoed heeft telkens weer opnieuw ge tracht, de proeven zoo goed mogelijk te doen slagen, waarmee hij zeer mooi werk heeft gedaan. Vervolgens wijst de heer dr. Havinga nog op de in dit voorjaar plaats gehad hebbende uitzetting van een belangrijke hoeveelheid montéc, (glasaal), waarvan gehoopt mag worden, dat deze uitzetting binnen enkele jaren ruime vruchten mag afwerpen. Bovendien had spr. nog gehoopt, dit jaar nog een flinke partij pootaal beschikbaar te kunnen stellen, doch deze bleek niet in .voldoende mate verkrijgbaar. Vóór spr. nu verder gaat met over de snoekbaars te spreken, zou deze nog gaarne willen weten of onder de visschers ook nog andere wenschen ten aanzien van de bevor dering van den vischstand leven. De heer Jb. Smit, van Westerland, Wierin- gen, zou gaarne jonge bot in het Amstel meer zien geplaatst, doch vreest, dat zulks niet zal gaan. Dr. Havinga deelt die vrees, hoewel hij, Indien zulks mogelijk was, zijn medewerking gaarne had willen verleenen. Het feit echter, dat, behalve voor het Amstelmeer ook voor het zooveel grootere IJsselmeer denzelfden wensch is geuit en vervulling daarvan vrij wel tot de onmogelijkheden behoort, wil men de geheele Waddenzee niet van jonge bot ontroven, zal vervulling van dien wensch wel illusoir maken. Men kan óók niet de Amstelmeervisschers boven de IJsselmecr- visschers bevoorrechten, door alleen aan de eerste toe te staan, zich jonge bot te ver schaffen. Missiohien is er echter nog iets te bereiken, door in het voorjaar de schut sluis bij het vliegkamp „De Kooij" bij stil staand water tusschen eb en vloed open te zetten. Daar velen met dr. Havinga van meening zijn, dat hierdoor mogelijk ook wel wat glas aal naar binnen zou kunnen komen, wil dr. Havinga wel trachten, wat er in deze rich ting kan worden gedaan. Verder wordt er nog op gewezen, dat er dit jaar veel sterfte onder de baars is voor gekomen "waarbij er meerderen bleken te zijn, die verwondingen vertoonden. Sommi gen meenen, dat dit misschien een gevolg kan zijn van de thans talrijk op het Amstel meer voorkomende aalscholvers, die bij ge brek aan voldoende aal ook een baarsje niet zouden versmaden. De gestorven exempla ren, die gevonden werden, zouden dan mo gelijk aan de aalscholvers ontsnapt zijn, doch later aan de bekomen verwondingen zijn overleden. In dit verband wordt mede gedeeld, dat vorige jaren slechts weinig aal scholvers op het Amstelmeer werden gezien, doch zich hier dit jaar een kolonie van meer dan deriig stuks heeft gevestigd. Dr. Havinga acht de hier naar voren ge brachte stelling volstrekt niet onaanneme lijk, daar aalscholvers zéér veel visch tot zich nemen. Als minimum mag wel worden aangenomen één pond aal per dag per stuk. Waar de aalscholver een beschermde vo gel is, die niet mag worden verdelgd, wordt besloten, hierover te bevoegder plaatse toch eens een klacht te doen Misschien is het dan mogelijk, dat maatregelen worden ge troffen, om deze kolonie van het Amstel meer te verdrijven. Dan wordt weer overgegaan tot bespre king van den snoekbaarsstand en de voor dit seizoen in acht te nemen maat hiervan. De heer dr. Havinga begint met te infór- meeren( welke maten de thans waargeno men snoekbaars In Ket algemeen heeft Daar bij blijkt, dat de laatste weken vooral veel jonge exemplaren van 10 tot 15 c.M. zijn gezien, welke mogen worden beschouwd als voortgekomen uit het broed van dit voor jaar. Verondersteld wordt daarom, dat het bewaren van het broed in nest kastjes tot het oogenblik, waarop de larven zijn uitgekomen, zoodat andere broed-etende waterbewoners aan dit broed geen schade hebben kunnen doen, blijkbaar wel gunstig heeft gewerkt en het dus aanbeveling verdient, deze proef nog verder uit te breiden. Van de teelt 1935, die waarschijnlijk niet zoo guhstig is verloopen, zijn veel minder exemplaren opgemerkt. Deze hebben thans een lengte van 25 a 30 c.M. Beter vertegenwoordigd is de generatie die in 1934 is geteeld. Deze hebben op dit oogenblik een lengte van pl.m. 40 c.M. be reikt. Van de oudere exemplaren weet men op dit oogenblik nog niet zooveel af. In het af- geloopen voorjaar kwamen er hiervan reeds een tamelijk aantal voor, waarvan er echter vele weer te water moesten worden gelaten, omdat deze de vastgestelde lengte van 55 c.M. nog niet hadden bereikt. Dit veroor zaakte aanvankelijk heel wat last, vooral als deze uit tamelijk diepe gedeelten van het Amstelmeer werden opgehaald. De druk van het water op bijv. een diepte van omstreeks 10 Meter is belangrijker sterker dan meer naar de oppervlakte. Van een op die diépte gevangen snoekbaars zwelt dan de met lucht gevulde zwemblaas bij het aan de opper vlakte komen sterk op, daar de op grootere diepte samengeperste lucht door de geringere druk in de bovenste waterlagen zich uitzet. Werpt men nu een dergelijke snoekbaars weer te water, dan komt zij op den rug te drijven en kan voorloopig niet meer naar omlaag komen. Dit is voor in een bun of kaar opgeborgen snoekbaars natuurlijk geen bezwaar, maar wijl er tamelijk veel tijd over verloopt, eer de zich in de zwemblaas be vindende lucht zoover is afgenomen, dat het naar omlaag zwemmen weer mogelijk is, vie len vele van die exemplaren, die een te ge ringe lengte bezaten, om te worden meege nomen, inmiddels aan de meeuwen ten prooi. Op allerlei manieren is daarom getracht een middel te vinden om deze snoekbaars weer in de diepere waterlagen terug te bren gen. Men liet bijv. een omgekeerde mand in het water zakken en haalde deze dan later vlug weer omhoog. Was de mand echter niet diep genoeg gezakt, dan kwam de snoekbaar weer mee omhoog. Soms paste men ook wel een ander middel toe, dat echter meer als een paardenmiddel moet worden beschouwd. Men bracht dan van buiten af een klein prikje in den zwemblaas aan, dat gedeeltelijke ont snapping van de te grootc hoeveelheid lucht mogelijk maakte. Pas onlangs is- hiervoor door den visscher P. Keuris Jz. een zeer goed voldoend middel bedacht, dat reeds door meerderen met succes wordt toegepast en aan alle belanghebbenden in overweging wordt gegeven. Deze spande n.1. over een stevigen ijzeren hoepel een ruim net, bracht de vrij te laten visch daaronder en liet deze dan tot op den bodem zakken. Met het touw, dat met kruistouwen aan de hoepel of ook wel in het midden van het net is bevestigd, wordt daarop de hoepel weer opgehaald en men is verzekerd, dat de visch zich weer in het voor yoor haar geëigende elment be vind. Op grond van de verkregen inlichtingen meent dr. Havinga te moeten ontraden, de voor de naaste toekomst vast te stellen maat nu reeds met de wettelijke maat van 40 c.M. gelijk te stellen. Naar sprekers meening is een maat van 40 c.M. voor snoekbaars ei genlijk te klein, en zou het aanbeveling ver dienen de maat op bijv. 50 c.M. te stellen. Voor een goede vischbezetting voor de toe komst lijkt hem dat gewenscht. Wanneer een snoekbaars van pl.m. 40 c.M. nog een jaar wordt gespaard, zal deze een lengte van 47 a 48 c.M. hebben bereikt, maar daar ook de omvang aanzienlijk is toegenomen, is het ge wicht der visch in veel grootere mate als de lengte toegenomen. Daar een dergelijke snoekbaars practisch vrij van vijanden is, die hem te na kunnen komen, en, zoo het wa ter voor hem geschikt is, zich niet spoedig pleegt te verplaatsen, kan een groot deel van dit vermeerdere gewicht dus als winst door besparing verkregen, worden beschouwd. Van verschillende zijden, doch voorname lijk door den heer W. de Smit, Van F.wijck- sluis, wordt aangevoerd, dat een flinke maat zeker goed is, doch men kan de maat ook te groot stellen. Zouden alle snoekbaarsen bij het ophalen der netten levend boven water komen, dan zou dr. Havinga zeker geheel g e 1 ij k hebben, maar dat is niet het geval. Men treft nog al eens exemplaren aan, die bij het ophalen der netten reeds dood zijn. soms twee dagen uitstaan, voor zij opgehaald kunnen worden, is zulks het geval. Nu blijft een snoekbaars, in tegenstelling met andere vischsoorten, zeer lang na den dood nog goed voor de consumptie, maar wordt de maat op 50 c.M. gesteld, dan zijn alle dood opge haalde snoekbaarsen, tusschen den maat van 40 en 50 c.M. zeker verloren. Nog geruimen tijd wordt het voor en tegen van een grootere maat bepleit, totdat ten slotte besloten wordt, een door den heer Jb. Smit gedaan tusschenvoorstel, om een maat van 45 c.M. te kiezen, waarmee dr. Havinga zich, na al hetgeen hij hierover gehoord heeft, zeer goed blijkt te kunnen vereenigen, als voor het aanstaande seizoen geldende maat aangenomen. Dood opgehaalde exem plaren, die tusschen 40 en 45 c.M. lang zijn, mogen dan voor eigen consumptie nog wor den gebruikt. Ze zullen echter niet mogen worden verkocht. Nadat de Voorzitter zijn dank heeft uitge bracht voor de aangename wijze, waarop de ze onderlinge afspraak is tot stand gekomen, wordt aan dr. Havinga nog een woord van bijzonderen dank gebracht voor diens bereid willigheid, om hierbij aanwezig te zijn en de vergadering van voorlichting te dienen, waarop de vergadering wordt gesloten. Mr. C. Vervoorn bespreekt de nieuwe wet. Burgemeester van Winkel lid van het comité van atcie. Het comité van actie tegen de Pachtwet organiseerde gisteren in „Pulchrio Studio" te 's-Gravenhage een vergadering ter be spreking van deze wet. In dit comité hebben zitting Mr. C. Ver voorn, lid der Tweede Kamer namens den Nat. Boeren- en Tuindersibond, de heer N. J. M. F. van Everdingen, notaris te Buren (G.) en de heer J. H. Zwart, burgemeester van Winkel (N.H.) De eerste spreker was Mr. Vervoorn, die mededeeling deed van de groote belang stelling, die betoond was naar aanleiding van de oproep per adverententie, die van het comité was uitgegaan. Is de wet wel in het belang van den pachter?, vraagt spr. zich af. De pachter wordt door de nieuwe wet als een onder curateele gestelde beschouwd. De pacht- WOENSDAG 11 NOVEMBER* •d bo a ■a TJ HILVERSUM II. O 0) £3 •3 C O HILVERSUM I. O O <i Orkest Concerten Nieuwsberichten A.N.P. VARA-orkest 5.30 Nieuwsberichten A.N.P. 8.03 9.55 Gramofoonmuziek Gramofoonmuziek 8.00 1.15 12.00 Lichte Muze Lichte Muze Ensemble-v. d. Horst Melody Circle VARA 10.15 NCRV Godsdienstige Uitz. Ensemble-v. d. Horst 10.00 NCRV Morgendienst VPRO Dansmuziek Godsdienst;ge Uitz. De FlierefluitersVARA 12.30 Schriftlezing NCRV De Ramblers VARA 10.30 Morgendienst NCRV Chr. Lectuur NCRV Orgelbespelingen 2.00 Chr. Koorconcert Orgelspel VARA NCRV Voor <^e jeugd Chr. Koorconcert NCRV Voor de Kinderen VARA 3.05 Orgelbespelingen Solisten-concerten Orgelspel NCRV Zang VARA 7.15 Voor de jeugd Residentie-orkest met Kinderuur NCRV solist VARA 8.15 Sport. Solisten-concerten Piano-recital NCRV Sportuitzending VARA 7.00 Reportage 6-daagsche Sport VARA 10.00 Schaakles NCRV Reportage 6-daagsche 11.30 VARA Lezingen Landbouwhalfuur Lezingen NCRV Onze keuken VARA 9.30 Onderw. fonds voor de Causerie VARA 11.30 7.40 Scheepvaart NCRV Causerie VARA Causerie NCRV Huwelijksverhoudingen VARA 11.00 Diversen Geref. Friesch halfuur Diversen NCRV Voor de Vrouw VARA 2.30 Radio-tooneel met mu 8.05 ziek VARA 8.00 10.30 12.15 1.30 3.30 8.00 10.00 8.15 9.20 6.30 9.3o Burgemeester ZWART van Winkel, die lid is geworden vaai het comité van actie tegjen de Pachtwet. kamer moet alle pachtovereenkomsten goedkeuren. De misbruiken bij pachtover eenkomst bestaan echter in de praktijk zoo goed als niet. De minister heeft te veel oor verleend aan voorstanders van land-natio nalisatie, die een onjuiste voorstelling van zaken gaven. Het ontwerp wil het opbieden van pach ters tegen elkaar tegengaan. Dit zal vol gens spr. een groote stagnatie in de be bouwing van het land tengevolge heibben, daar onderzoek door de pachtkamer nogal wat tijd kan vergen. Het onderzoek van de pachtkamer waar borgt nog geenszins juistheid van de be slissing. Spr. acht de wet een onnoodige en te verstrekkende beperking van den eigen dom, waarbij geld en tijd zonder eenig nut verspild wordt. Men moet de verhouding pachter verpachting niet te scherp zien. Elke pachter heeft als ideaal zelf nog eens den grond in eigendom te krij gen, en zoo zijn vele verpachters vroeger zelf pachter geweest. De pachters beschermen is juist, zegt spr., maar 'niet ten koste van den verpachter. Dc verpachter is niet altijd een rijke grootgrondbezitter. Vooral den laatsten tijd zijn hier groote verliezen geleden. Spr. acht het een voordeel, dat de eigendom op den grond niet wordt aangetast. Dit is met deze wet wel het geval. Ook de pacht voor onbepaalden tijd met continuatie acht mr. Vervoorn een nadeel. In het bestaande recht weet men tenminste waar men aan toe is. Ook den opzeggingstermijn achtte spr. niet in het belang van den pachter. Pachters zijn meest eenvoudige menschen, die van al hun rechten, die ze nu gekregen heb ben. vaak niet het juiste gebruik zullen kunnen maken, hoewel voorlichting op dit gebied veel kan verbeteren. Wat de vergoeding voor reparaties be treft, hiermee kan Mr. Vervoorn zich even min vereenigen. Behoudens uitzonderingen mneot de ver pachter die nu betalen. Van de pacht zal dan niet. veel meer overblijven voor den verpachter. Spr. waarschuwt tegen de in grijpende aantasting van den grondeigen dom. Verschillende vereenieringen op land bouwgebied hebben zich al tegen het ont werp verklaard. Spr. vreesde voorts, dat de wet een andeeligen invloed zal hebben op het landbouw-crediet. Spr. achtte daarom de wet niet In liet belang van den Nederlandschen landbouw. Men moet de pachter niet ten koste vaai den verpachter beschermen, doch andere lasten, die den pachter bezwaren, vermin deren of opheffen. Bij de discussie werd nog door verschei dene sprekers critiek op het wetsontwerp uitgeoefend. De voorzitter wees er echter op, dat het hier niet om critiek ging, want allen, die hier aanwezig waren, werden ge acht tegenstanders van het wetsontwerp te zijn. Er moet echter worden gesproken, wat nog zal moeten gebeuren om te voorkomen, dat die wetsontwerp wordt aangenomen. Na ampele besprekingen werd tenslotte besloten een uitgebreider comité te vormen, om door het geheele land een actie tegen het wetsontwerp te voeren en werd een re- TUINBOUW, Omtrent de tuinbouwteeltregeling voor Kef jaar 1937 vernemen wij, wat betreft de teelt van vroege aardappelen, van bevoegde zijde het volgende: Ten einde deze teelt meer te doen aan passen aan de door den binnenlandschen consument mepr gevraagde soorten, ligt het in de bedoeling, dat van de op tuinbouw teeltvergunning toegestane oppervlakten vroege aardappelen bestemd voor de con sumptie, slechts 85 pet. van deze opper vlakte met vroege aardappelen zal mogen- worden beteeld. De andere 15 pet. mogen beteeld worden met eigenheimers of paars- pitten, of met van goedgekeurde poters te telen -en ter keuring aan te bieden vroege pootaardappelen. De beperking van 85 pet. zal niet worden toegepast ten aanzien van een teler, die in het bezit is van een ver gunning voor het telen van vroege aardap pelen tot een oppervlakte van 50 are of min der, terwijl ten aanzien van telers, die ven- gunning voor een grootere oppervlakte dan 50 are hebben, de beperking slechts in zoo verre zal worden toegepast, dat de toege stane oppervlakte niet beneden 50 are zal dalen. Telers van vroege aardappelen zullen) goed doen met deze voor 1937 toe te passen regeling nu reeds rekening te houden. quest aan de Tweede Kamer gezonden, waarin er op wordt gewezen, dat het ont- werp-pachtwet te steric ingrijpt in het eigendomsrecht op den grond en dat daar in een gecamoufleerde onteigening moet worden gezien. Met den meesten aandrang wordt daar in verzocht dit ontwerp niet aan te ne men. Hoornsche boot zat omhoog Tengevolge van laag water op het IJ. Het motorschip „Trois Frères", schipper Lugthart, liggende in het Binnen-IJ, is ten gevolge van den storm op drift geraakt en omhooggevaren. Nadat door de sleepbooten Spes en Alva accoord gemaakt was met den schipper van de „Trois frères", is verbinding tot stand gebracht en is het mogen geluk ken het motorschip vlot te sleepen, en naar veiliger plaats te brengen. Tengevolge van den storm is het water in het Buiten IJ tot 1.50 M. beneden A.P. ge daald. Dit is ongeveer 1.35 M. berieden het normale peil. Ter hoogte van den vuurto ren van Durgerdam zit tengevolge van den storm en lagen waterstand de Hoornsche boot „Baron van Dedum" omhoog. Een geheel gezin gearresteerd en in de Kazerne ingesloten Vrijdagavond omstreeks elf uur werd te Made eqn aanslag gepleegd op den surveil- leerenden nachtwaker C. van den Diepstra ten. In verband met den laatsten tijd veel vuldig voorkomende kleine diefstallen uit aan den weg onbeheerd staande auto's had de nachtwaker in de omgeving der Prote- stantsche kerk post gevat. Omstreeks elf uur zag hij plotseling de in het dorp niet gunstig staande gebroeders S. gevolgd door eemge familieleden. Zij bedreigden den nachtwaker met een mes en een stuk hout. De nachtwaker trok toen zijn revolver. Op dat moment hoorde hij uit een donkeren hoek een revolverschot lossen, welk schot hij met een schot beantwoordde. De nacht waker vroeg assistentie van den veldwach ter T., die telefonisch de hulp inriep van de marechaussee te Raamsdonksveer. Kort daarna arresteerde de marechaussee het ge heele gezin. Allen werden in de marechaus see-kazerne te Raamsdonkveer ingesloten. Omtrent den overval op den nachtwaker te Made vernemen wij nog nader, dat in totaal vijf personen in arrest waren gesteld. Nadat allen verhoord waren, zijn twee van hen in vrijheid gesteld. De overige driq personen blijven voorloopig in arrest, IN DE DIEPTE VERDWENEN. Schipper in de IJssel verdronken. Gisterenmorgen te omstreeks half negen is in den IJssel verdronken de 33-jarige schip per A. Blonk. Schipper Blonk, die met zijn boot „De ZeS Gebroeders" te Ouderkerk a. d. IJssel thuis- behoort, wilde het anker lichten en had zich' daartoe in de roeiboot begeven. Tengevolge van het stormachtige weer is de roeiboot om geslagen. De schipper verdween vrijwel on middellijk in de diepte. Het lijk is nog niet geborgen. De verdronkene was gehuwd en vader van; drie kinderen. EEN KLM-VLUCHT NAAR ADDIS-ABEBA. Zooals wij reeds eerder meldden, Is het waarschijnlijk, dat de volgende maand de KLM een speciale vlucht naar Addis Abeba zal organiseeren. Deze vlucht geschiedt dan in opdracht van Fransche zakenlieden. De tocht zal worden gemaakt met een Douglas-vliegtuig. De heer Duimelaar zal vermoedelijk als gezagvoerder van het toe stel worden aangewezen. HET IN NOOD VERKEERENDE GRIEK- SCHE STOOMSCHIP BINNENGESLEEPT. Het Grieksche s.s. „Aglio Nikolas", dat In nood verkeerde, is door de sleepboot „Hum- ber" den Waterweg binnengesleept. Het schip heeft machineschade en gebroken stuurgerei. De reddingboot is weer in de haven van Hoek van Holland teruggekeerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 8