Actie tegen
de
Amstelmeervisschers
bijeen
De maat op de
snoekbaars voor
het nieuwe seizoen
Teeltregeling vroege
aardappelen 1937.
Nachtwaker overvallen
Uiteenzetting van een
deskundige
VAN BWTJCKSLUIS. Vrijdagmiddag
waren in het lokaal van den heer Chr.
Hoogmoed een twintigtal rechthebbenden
op het vischrecht in het Amstelmeer, zoo
wel van Wiéringen als van Van Ewijck-
sluis, bijeengekomen, wijl de heer dr. Ha-
,vinga, Hoofd van de afdeeling Kust-, Rivier
en Binnenvisscherij van den Dienst voor
Visscherij-Onderzoek, te kennen gegeven
had, gaarne eens met de visschers op dat
water een onderhoud te willen hebben.
De heer I\. Keuris, tot wien door dr. Ha-
vinga het verzoek tot het bijeenroepen van
deze vergadering was gedaan, opende de bij
eenkomst, waarbij deze mededeelde, dat de
aanleiding tot deze vergadering was ge
weest een vraag van verschillende zijden tot
spreker gericht, hoe het in het nu aange
vangen vischseizoen zou gaan met de maat
op de snoekbaars, die het vorige jaar voor
de visschers op het Amstelmeer op 55 cen
timeter werd gesteld. Spr. had deze vraag
aan dr. Havinga overgebracht, waarna deze
zich onmiddellijk bereid verklaarde, daar
eens met de betrokken visschers zelf over
te komen spreken. Voornamelijk hierover
zou het dus bij deze gelegenheid gaan, al
zouden mogelijk ook wel andere onderwer
pen worden besproken.
Dr. Havinga, hierop het woord verkrij
gende, begint met er op te wijzen, dat er
reeds meerdere maatregelen ter bevordering
der visscherij op het Amstelmeer zijn geno
men. Hij memoreert daarbij de herhaalde
uitzetting van snoekbaars en de bevordering
en voortteling hiervan door het uitzetten
van snockbaarsnesten, die jaar nog weer ge
volgd door het overbrengen van die nes
ten, nadat die met snoekbaarskuit waren
bezet, in speciaal daarvoor gemaakte nest
kastjes. De bedoeling van al deze maatrege
len was om zoo vlug mogelijk een voldoen
den snoekbaarsstand op het Amstelmeer te
bereiken.
Spr. meent in dit verband vooral een
woord van dank te moeten richten tot den
heer S. Hoogmoed, die zich steeds heeft be
ijverd om de nesten en de nestkastjes te
verzorgen, voor de zeker niet geringe moei
te, die deze zich heeft getroost, om dit werk
ten nutte voor alle Amstelmeervisschers,
steeds op zoo prompte wijze te behartigen.
Hoogmoed heeft telkens weer opnieuw ge
tracht, de proeven zoo goed mogelijk te
doen slagen, waarmee hij zeer mooi werk
heeft gedaan.
Vervolgens wijst de heer dr. Havinga nog
op de in dit voorjaar plaats gehad hebbende
uitzetting van een belangrijke hoeveelheid
montéc, (glasaal), waarvan gehoopt mag
worden, dat deze uitzetting binnen enkele
jaren ruime vruchten mag afwerpen.
Bovendien had spr. nog gehoopt, dit jaar
nog een flinke partij pootaal beschikbaar
te kunnen stellen, doch deze bleek niet in
.voldoende mate verkrijgbaar.
Vóór spr. nu verder gaat met over de
snoekbaars te spreken, zou deze nog gaarne
willen weten of onder de visschers ook nog
andere wenschen ten aanzien van de bevor
dering van den vischstand leven.
De heer Jb. Smit, van Westerland, Wierin-
gen, zou gaarne jonge bot in het Amstel
meer zien geplaatst, doch vreest, dat zulks
niet zal gaan.
Dr. Havinga deelt die vrees, hoewel hij,
Indien zulks mogelijk was, zijn medewerking
gaarne had willen verleenen. Het feit echter,
dat, behalve voor het Amstelmeer ook voor
het zooveel grootere IJsselmeer denzelfden
wensch is geuit en vervulling daarvan vrij
wel tot de onmogelijkheden behoort, wil men
de geheele Waddenzee niet van jonge bot
ontroven, zal vervulling van dien wensch
wel illusoir maken. Men kan óók niet de
Amstelmeervisschers boven de IJsselmecr-
visschers bevoorrechten, door alleen aan de
eerste toe te staan, zich jonge bot te ver
schaffen. Missiohien is er echter nog iets te
bereiken, door in het voorjaar de schut
sluis bij het vliegkamp „De Kooij" bij stil
staand water tusschen eb en vloed open te
zetten.
Daar velen met dr. Havinga van meening
zijn, dat hierdoor mogelijk ook wel wat glas
aal naar binnen zou kunnen komen, wil dr.
Havinga wel trachten, wat er in deze rich
ting kan worden gedaan.
Verder wordt er nog op gewezen, dat er
dit jaar veel sterfte onder de baars is voor
gekomen "waarbij er meerderen bleken te
zijn, die verwondingen vertoonden. Sommi
gen meenen, dat dit misschien een gevolg
kan zijn van de thans talrijk op het Amstel
meer voorkomende aalscholvers, die bij ge
brek aan voldoende aal ook een baarsje niet
zouden versmaden. De gestorven exempla
ren, die gevonden werden, zouden dan mo
gelijk aan de aalscholvers ontsnapt zijn,
doch later aan de bekomen verwondingen
zijn overleden. In dit verband wordt mede
gedeeld, dat vorige jaren slechts weinig aal
scholvers op het Amstelmeer werden gezien,
doch zich hier dit jaar een kolonie van meer
dan deriig stuks heeft gevestigd.
Dr. Havinga acht de hier naar voren ge
brachte stelling volstrekt niet onaanneme
lijk, daar aalscholvers zéér veel visch tot
zich nemen. Als minimum mag wel worden
aangenomen één pond aal per dag per stuk.
Waar de aalscholver een beschermde vo
gel is, die niet mag worden verdelgd, wordt
besloten, hierover te bevoegder plaatse toch
eens een klacht te doen Misschien is het
dan mogelijk, dat maatregelen worden ge
troffen, om deze kolonie van het Amstel
meer te verdrijven.
Dan wordt weer overgegaan tot bespre
king van den snoekbaarsstand en de voor
dit seizoen in acht te nemen maat hiervan.
De heer dr. Havinga begint met te infór-
meeren( welke maten de thans waargeno
men snoekbaars In Ket algemeen heeft Daar
bij blijkt, dat de laatste weken vooral veel
jonge exemplaren van 10 tot 15 c.M. zijn
gezien, welke mogen worden beschouwd als
voortgekomen uit het broed van dit voor
jaar. Verondersteld wordt daarom, dat het
bewaren van het broed in nest kastjes tot het
oogenblik, waarop de larven zijn uitgekomen,
zoodat andere broed-etende waterbewoners
aan dit broed geen schade hebben kunnen
doen, blijkbaar wel gunstig heeft gewerkt
en het dus aanbeveling verdient, deze proef
nog verder uit te breiden.
Van de teelt 1935, die waarschijnlijk niet
zoo guhstig is verloopen, zijn veel minder
exemplaren opgemerkt. Deze hebben thans
een lengte van 25 a 30 c.M.
Beter vertegenwoordigd is de generatie
die in 1934 is geteeld. Deze hebben op dit
oogenblik een lengte van pl.m. 40 c.M. be
reikt.
Van de oudere exemplaren weet men op
dit oogenblik nog niet zooveel af. In het af-
geloopen voorjaar kwamen er hiervan reeds
een tamelijk aantal voor, waarvan er echter
vele weer te water moesten worden gelaten,
omdat deze de vastgestelde lengte van 55
c.M. nog niet hadden bereikt. Dit veroor
zaakte aanvankelijk heel wat last, vooral als
deze uit tamelijk diepe gedeelten van het
Amstelmeer werden opgehaald. De druk van
het water op bijv. een diepte van omstreeks
10 Meter is belangrijker sterker dan meer
naar de oppervlakte. Van een op die diépte
gevangen snoekbaars zwelt dan de met lucht
gevulde zwemblaas bij het aan de opper
vlakte komen sterk op, daar de op grootere
diepte samengeperste lucht door de geringere
druk in de bovenste waterlagen zich uitzet.
Werpt men nu een dergelijke snoekbaars
weer te water, dan komt zij op den rug te
drijven en kan voorloopig niet meer naar
omlaag komen. Dit is voor in een bun of
kaar opgeborgen snoekbaars natuurlijk geen
bezwaar, maar wijl er tamelijk veel tijd over
verloopt, eer de zich in de zwemblaas be
vindende lucht zoover is afgenomen, dat het
naar omlaag zwemmen weer mogelijk is, vie
len vele van die exemplaren, die een te ge
ringe lengte bezaten, om te worden meege
nomen, inmiddels aan de meeuwen ten prooi.
Op allerlei manieren is daarom getracht
een middel te vinden om deze snoekbaars
weer in de diepere waterlagen terug te bren
gen. Men liet bijv. een omgekeerde mand in
het water zakken en haalde deze dan later
vlug weer omhoog. Was de mand echter niet
diep genoeg gezakt, dan kwam de snoekbaar
weer mee omhoog. Soms paste men ook wel
een ander middel toe, dat echter meer als een
paardenmiddel moet worden beschouwd. Men
bracht dan van buiten af een klein prikje
in den zwemblaas aan, dat gedeeltelijke ont
snapping van de te grootc hoeveelheid lucht
mogelijk maakte. Pas onlangs is- hiervoor
door den visscher P. Keuris Jz. een zeer goed
voldoend middel bedacht, dat reeds door
meerderen met succes wordt toegepast en
aan alle belanghebbenden in overweging
wordt gegeven. Deze spande n.1. over een
stevigen ijzeren hoepel een ruim net, bracht
de vrij te laten visch daaronder en liet deze
dan tot op den bodem zakken. Met het touw,
dat met kruistouwen aan de hoepel of ook
wel in het midden van het net is bevestigd,
wordt daarop de hoepel weer opgehaald en
men is verzekerd, dat de visch zich weer in
het voor yoor haar geëigende elment be
vind.
Op grond van de verkregen inlichtingen
meent dr. Havinga te moeten ontraden, de
voor de naaste toekomst vast te stellen maat
nu reeds met de wettelijke maat van 40 c.M.
gelijk te stellen. Naar sprekers meening is
een maat van 40 c.M. voor snoekbaars ei
genlijk te klein, en zou het aanbeveling ver
dienen de maat op bijv. 50 c.M. te stellen.
Voor een goede vischbezetting voor de toe
komst lijkt hem dat gewenscht. Wanneer een
snoekbaars van pl.m. 40 c.M. nog een jaar
wordt gespaard, zal deze een lengte van 47
a 48 c.M. hebben bereikt, maar daar ook de
omvang aanzienlijk is toegenomen, is het ge
wicht der visch in veel grootere mate als
de lengte toegenomen. Daar een dergelijke
snoekbaars practisch vrij van vijanden is, die
hem te na kunnen komen, en, zoo het wa
ter voor hem geschikt is, zich niet spoedig
pleegt te verplaatsen, kan een groot deel van
dit vermeerdere gewicht dus als winst door
besparing verkregen, worden beschouwd.
Van verschillende zijden, doch voorname
lijk door den heer W. de Smit, Van F.wijck-
sluis, wordt aangevoerd, dat een flinke maat
zeker goed is, doch men kan de maat ook te
groot stellen. Zouden alle snoekbaarsen bij
het ophalen der netten levend boven water
komen, dan zou dr. Havinga zeker geheel
g e 1 ij k hebben, maar dat is niet het geval.
Men treft nog al eens exemplaren aan, die
bij het ophalen der netten reeds dood zijn.
soms twee dagen uitstaan, voor zij opgehaald
kunnen worden, is zulks het geval. Nu blijft
een snoekbaars, in tegenstelling met andere
vischsoorten, zeer lang na den dood nog goed
voor de consumptie, maar wordt de maat
op 50 c.M. gesteld, dan zijn alle dood opge
haalde snoekbaarsen, tusschen den maat
van 40 en 50 c.M. zeker verloren.
Nog geruimen tijd wordt het voor en tegen
van een grootere maat bepleit, totdat ten
slotte besloten wordt, een door den heer Jb.
Smit gedaan tusschenvoorstel, om een maat
van 45 c.M. te kiezen, waarmee dr. Havinga
zich, na al hetgeen hij hierover gehoord
heeft, zeer goed blijkt te kunnen vereenigen,
als voor het aanstaande seizoen geldende
maat aangenomen. Dood opgehaalde exem
plaren, die tusschen 40 en 45 c.M. lang zijn,
mogen dan voor eigen consumptie nog wor
den gebruikt. Ze zullen echter niet mogen
worden verkocht.
Nadat de Voorzitter zijn dank heeft uitge
bracht voor de aangename wijze, waarop de
ze onderlinge afspraak is tot stand gekomen,
wordt aan dr. Havinga nog een woord van
bijzonderen dank gebracht voor diens bereid
willigheid, om hierbij aanwezig te zijn en de
vergadering van voorlichting te dienen,
waarop de vergadering wordt gesloten.
Mr. C. Vervoorn bespreekt de
nieuwe wet. Burgemeester
van Winkel lid van het comité
van atcie.
Het comité van actie tegen de Pachtwet
organiseerde gisteren in „Pulchrio Studio"
te 's-Gravenhage een vergadering ter be
spreking van deze wet.
In dit comité hebben zitting Mr. C. Ver
voorn, lid der Tweede Kamer namens den
Nat. Boeren- en Tuindersibond, de heer N. J.
M. F. van Everdingen, notaris te Buren
(G.) en de heer J. H. Zwart, burgemeester
van Winkel (N.H.)
De eerste spreker was Mr. Vervoorn, die
mededeeling deed van de groote belang
stelling, die betoond was naar aanleiding
van de oproep per adverententie, die van
het comité was uitgegaan.
Is de wet wel in het belang van den
pachter?, vraagt spr. zich af. De pachter
wordt door de nieuwe wet als een onder
curateele gestelde beschouwd. De pacht-
WOENSDAG 11 NOVEMBER*
•d
bo
a
■a
TJ
HILVERSUM II.
O
0)
£3
•3
C
O
HILVERSUM I.
O
O
<i
Orkest Concerten
Nieuwsberichten A.N.P.
VARA-orkest
5.30
Nieuwsberichten A.N.P.
8.03
9.55
Gramofoonmuziek
Gramofoonmuziek
8.00
1.15
12.00
Lichte Muze
Lichte Muze
Ensemble-v. d. Horst
Melody Circle VARA
10.15
NCRV
Godsdienstige Uitz.
Ensemble-v. d. Horst
10.00
NCRV
Morgendienst VPRO
Dansmuziek
Godsdienst;ge Uitz.
De FlierefluitersVARA
12.30
Schriftlezing NCRV
De Ramblers VARA
10.30
Morgendienst NCRV
Chr. Lectuur NCRV
Orgelbespelingen
2.00
Chr. Koorconcert
Orgelspel VARA
NCRV
Voor <^e jeugd
Chr. Koorconcert
NCRV
Voor de Kinderen
VARA
3.05
Orgelbespelingen
Solisten-concerten
Orgelspel NCRV
Zang VARA
7.15
Voor de jeugd
Residentie-orkest met
Kinderuur NCRV
solist VARA
8.15
Sport.
Solisten-concerten
Piano-recital NCRV
Sportuitzending VARA
7.00
Reportage 6-daagsche
Sport
VARA
10.00
Schaakles NCRV
Reportage 6-daagsche
11.30
VARA
Lezingen
Landbouwhalfuur
Lezingen
NCRV
Onze keuken VARA
9.30
Onderw. fonds voor de
Causerie VARA
11.30
7.40
Scheepvaart NCRV
Causerie VARA
Causerie NCRV
Huwelijksverhoudingen
VARA
11.00
Diversen
Geref. Friesch halfuur
Diversen
NCRV
Voor de Vrouw VARA
2.30
Radio-tooneel met mu
8.05
ziek VARA
8.00
10.30
12.15
1.30
3.30
8.00
10.00
8.15
9.20
6.30
9.3o
Burgemeester ZWART van Winkel, die lid
is geworden vaai het comité van actie tegjen
de Pachtwet.
kamer moet alle pachtovereenkomsten
goedkeuren. De misbruiken bij pachtover
eenkomst bestaan echter in de praktijk zoo
goed als niet. De minister heeft te veel oor
verleend aan voorstanders van land-natio
nalisatie, die een onjuiste voorstelling van
zaken gaven.
Het ontwerp wil het opbieden van pach
ters tegen elkaar tegengaan. Dit zal vol
gens spr. een groote stagnatie in de be
bouwing van het land tengevolge heibben,
daar onderzoek door de pachtkamer nogal
wat tijd kan vergen.
Het onderzoek van de pachtkamer waar
borgt nog geenszins juistheid van de be
slissing. Spr. acht de wet een onnoodige en
te verstrekkende beperking van den eigen
dom, waarbij geld en tijd zonder eenig nut
verspild wordt.
Men moet de verhouding pachter
verpachting niet te scherp zien. Elke
pachter heeft als ideaal zelf nog
eens den grond in eigendom te krij
gen, en zoo zijn vele verpachters
vroeger zelf pachter geweest. De
pachters beschermen is juist, zegt
spr., maar 'niet ten koste van den
verpachter.
Dc verpachter is niet altijd een rijke
grootgrondbezitter. Vooral den laatsten tijd
zijn hier groote verliezen geleden. Spr. acht
het een voordeel, dat de eigendom op den
grond niet wordt aangetast. Dit is met deze
wet wel het geval.
Ook de pacht voor onbepaalden tijd met
continuatie acht mr. Vervoorn een nadeel.
In het bestaande recht weet men tenminste
waar men aan toe is.
Ook den opzeggingstermijn achtte spr. niet
in het belang van den pachter. Pachters
zijn meest eenvoudige menschen, die van
al hun rechten, die ze nu gekregen heb
ben. vaak niet het juiste gebruik zullen
kunnen maken, hoewel voorlichting op dit
gebied veel kan verbeteren.
Wat de vergoeding voor reparaties be
treft, hiermee kan Mr. Vervoorn zich even
min vereenigen.
Behoudens uitzonderingen mneot de ver
pachter die nu betalen. Van de pacht zal
dan niet. veel meer overblijven voor den
verpachter. Spr. waarschuwt tegen de in
grijpende aantasting van den grondeigen
dom. Verschillende vereenieringen op land
bouwgebied hebben zich al tegen het ont
werp verklaard. Spr. vreesde voorts, dat de
wet een andeeligen invloed zal hebben op
het landbouw-crediet.
Spr. achtte daarom de wet niet In liet
belang van den Nederlandschen landbouw.
Men moet de pachter niet ten koste vaai
den verpachter beschermen, doch andere
lasten, die den pachter bezwaren, vermin
deren of opheffen.
Bij de discussie werd nog door verschei
dene sprekers critiek op het wetsontwerp
uitgeoefend. De voorzitter wees er echter
op, dat het hier niet om critiek ging, want
allen, die hier aanwezig waren, werden ge
acht tegenstanders van het wetsontwerp te
zijn. Er moet echter worden gesproken, wat
nog zal moeten gebeuren om te voorkomen,
dat die wetsontwerp wordt aangenomen.
Na ampele besprekingen werd tenslotte
besloten een uitgebreider comité te vormen,
om door het geheele land een actie tegen
het wetsontwerp te voeren en werd een re-
TUINBOUW,
Omtrent de tuinbouwteeltregeling voor Kef
jaar 1937 vernemen wij, wat betreft de teelt
van vroege aardappelen, van bevoegde zijde
het volgende:
Ten einde deze teelt meer te doen aan
passen aan de door den binnenlandschen
consument mepr gevraagde soorten, ligt het
in de bedoeling, dat van de op tuinbouw
teeltvergunning toegestane oppervlakten
vroege aardappelen bestemd voor de con
sumptie, slechts 85 pet. van deze opper
vlakte met vroege aardappelen zal mogen-
worden beteeld. De andere 15 pet. mogen
beteeld worden met eigenheimers of paars-
pitten, of met van goedgekeurde poters te
telen -en ter keuring aan te bieden vroege
pootaardappelen. De beperking van 85 pet.
zal niet worden toegepast ten aanzien van
een teler, die in het bezit is van een ver
gunning voor het telen van vroege aardap
pelen tot een oppervlakte van 50 are of min
der, terwijl ten aanzien van telers, die ven-
gunning voor een grootere oppervlakte dan
50 are hebben, de beperking slechts in zoo
verre zal worden toegepast, dat de toege
stane oppervlakte niet beneden 50 are zal
dalen.
Telers van vroege aardappelen zullen)
goed doen met deze voor 1937 toe te passen
regeling nu reeds rekening te houden.
quest aan de Tweede Kamer gezonden,
waarin er op wordt gewezen, dat het ont-
werp-pachtwet te steric ingrijpt in het
eigendomsrecht op den grond en dat daar
in een gecamoufleerde onteigening moet
worden gezien.
Met den meesten aandrang wordt daar
in verzocht dit ontwerp niet aan te ne
men.
Hoornsche boot zat
omhoog
Tengevolge van laag water op
het IJ.
Het motorschip „Trois Frères", schipper
Lugthart, liggende in het Binnen-IJ, is ten
gevolge van den storm op drift geraakt en
omhooggevaren. Nadat door de sleepbooten
Spes en Alva accoord gemaakt was met den
schipper van de „Trois frères", is verbinding
tot stand gebracht en is het mogen geluk
ken het motorschip vlot te sleepen, en naar
veiliger plaats te brengen.
Tengevolge van den storm is het water
in het Buiten IJ tot 1.50 M. beneden A.P. ge
daald. Dit is ongeveer 1.35 M. berieden het
normale peil. Ter hoogte van den vuurto
ren van Durgerdam zit tengevolge van den
storm en lagen waterstand de Hoornsche
boot „Baron van Dedum" omhoog.
Een geheel gezin gearresteerd
en in de Kazerne ingesloten
Vrijdagavond omstreeks elf uur werd te
Made eqn aanslag gepleegd op den surveil-
leerenden nachtwaker C. van den Diepstra
ten. In verband met den laatsten tijd veel
vuldig voorkomende kleine diefstallen uit
aan den weg onbeheerd staande auto's had
de nachtwaker in de omgeving der Prote-
stantsche kerk post gevat. Omstreeks elf
uur zag hij plotseling de in het dorp niet
gunstig staande gebroeders S. gevolgd door
eemge familieleden. Zij bedreigden den
nachtwaker met een mes en een stuk hout.
De nachtwaker trok toen zijn revolver. Op
dat moment hoorde hij uit een donkeren
hoek een revolverschot lossen, welk schot
hij met een schot beantwoordde. De nacht
waker vroeg assistentie van den veldwach
ter T., die telefonisch de hulp inriep van
de marechaussee te Raamsdonksveer. Kort
daarna arresteerde de marechaussee het ge
heele gezin. Allen werden in de marechaus
see-kazerne te Raamsdonkveer ingesloten.
Omtrent den overval op den nachtwaker
te Made vernemen wij nog nader, dat in
totaal vijf personen in arrest waren gesteld.
Nadat allen verhoord waren, zijn twee
van hen in vrijheid gesteld. De overige driq
personen blijven voorloopig in arrest,
IN DE DIEPTE VERDWENEN.
Schipper in de IJssel verdronken.
Gisterenmorgen te omstreeks half negen is
in den IJssel verdronken de 33-jarige schip
per A. Blonk.
Schipper Blonk, die met zijn boot „De ZeS
Gebroeders" te Ouderkerk a. d. IJssel thuis-
behoort, wilde het anker lichten en had zich'
daartoe in de roeiboot begeven. Tengevolge
van het stormachtige weer is de roeiboot om
geslagen. De schipper verdween vrijwel on
middellijk in de diepte. Het lijk is nog niet
geborgen.
De verdronkene was gehuwd en vader van;
drie kinderen.
EEN KLM-VLUCHT NAAR ADDIS-ABEBA.
Zooals wij reeds eerder meldden, Is het
waarschijnlijk, dat de volgende maand de
KLM een speciale vlucht naar Addis Abeba
zal organiseeren.
Deze vlucht geschiedt dan in opdracht van
Fransche zakenlieden.
De tocht zal worden gemaakt met een
Douglas-vliegtuig. De heer Duimelaar zal
vermoedelijk als gezagvoerder van het toe
stel worden aangewezen.
HET IN NOOD VERKEERENDE GRIEK-
SCHE STOOMSCHIP BINNENGESLEEPT.
Het Grieksche s.s. „Aglio Nikolas", dat In
nood verkeerde, is door de sleepboot „Hum-
ber" den Waterweg binnengesleept. Het
schip heeft machineschade en gebroken
stuurgerei.
De reddingboot is weer in de haven van
Hoek van Holland teruggekeerd.