De geni
Kinderzaal
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Nieuwe boeken
Boekhandel TRAPMAN
KORT VERHAAL.
Ie inval.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
ZITTING VAN DINSDAG 17 NOVEMBER
Uitspraken 10 November
Anthonlus Fredcrikus Hermsen schilder
Hoorn. Diefstal onder verzwarende omstan
digheden.
Eisch 1 jaar en 6 maanden ged.— 6 maan
den gev.
Renier van Rutsen, varensgezel Delft. Ge
detineerd, diefstal van een rijwiel manches
ter broek en werkjekker gepleegd te Alk
maar ,Eisch 1 jaar gev. vinnis conform
eisch.
Nic. Oudendijk, Amsterdam Zedelict art.
239 strafrecht (gesloten deuren) Vrijge
sproken.
Willem de Zeeuw, caféhouder Castricum
Hooger beroep Veroordeeling Kantonger.
Alkmaar ter zake overtreding kampeer ver
ordening f 8.- boete subs. 6 dagen hechtenis
Vonnis bevestigd.
Willem Laan, ijscohandelaar Helder
Hooger beroep vonnis Kantonger, Helder
overtreding warenwet f 75.- boete. Vonnis
bevestigd doch veroordeeld tot f 40.-
boete of 20 dagen.
Cornelis Houten, Bergen. Hooger beroep
vonnis Kantonger, Alkmaar terzake over
treding, woonwagenverordening. Hooger
beroep niet ontvankelijk verklaard.
Anth. Joh. Hantjes en Paulus Breeuver
werklieden te Zaandam beiden ged. Dief
stal ten nadecle van het Burg. Armbestuur
te Uitgeest Eisch tegen ieder 1 jaar en 6
maanden gevangenisstraf, ieder 1 jaar en
6 m. gev. conform eisch.
Enkhuizen:
CHERCHEZ LA FEMMEIN EEN ENK-
HUIZER SLAAPSTEE
Als men een mes gebruikt om 2 boter
hammen te snijden, 'n peer te schillon of
je nagels uit to peuteren, zal geen officier
van Justitie zich belachelijk maken, door
zich met dit onschuldig gebruik bezig te
houden, maar geheel anders staat het er
voor als een dergelijk utiliteitsartikel
wordt gebezigd, om 'n mede sterveling in de
hartstreek te porren, wat het noodlottig ge
volg kan veroorzaken, dat zijn begrafenis
er misschien belangrijk door vervroegd kan
worden.
En aangezien nu de heer Abraham S. ge
boren te Hoogezand en woonachtig te Be
verwijk op 26 September te Enkhuizen in
een volkslogement, zich de vrijheid had
veroorloofd in een door alcohol gebruik
lichtelijk geprikkelden geestestoestand den
logementhouder I-Iermanus Roozendaal
met een knipmes een steek te geven in de
borst, waardoor Roozendaals rikketik wel
niet rechtstreeks werd getroffen, maar toch
de hartwand werd beschadigd, stond gezeg
de hoer Abram S., bekleed met het nog
altijd gebruikelijke rijkspilow heden voor
de verschaar der Alkmaarsche gerechtig
heid. Verdacht van poging tot doodslag.
Subsidiair ernstige mishandeling.
Achter dit bloedig drama zat echter een
liefdesroman van niet bepaald prima kwali
teit verscholen. Mijnheer Abram had zijn
intrek in Roozendaals volkshotel, vulgo
slaapstee genomen en zijn aantrekkelijk ui
terlijk had wel dra de aandacht getrokken
van de nogal amoreuze echtgenoote van den
heer Roozendaal. De hotelier ging hiermede
niet accord en had zich tegen zijn wis
pelturige ega uitgelaten het plan te koes
teren zijn concurrent om zeep te brengen.
Deze bedreiging, volgens de heer Roozen
daal niet ernstig gemeend en het feit dat
Roozendaal liever S.'s hielen zag dan zijn
teenen, had tot gevolg, dat Bram zijn intrek
hij ons een teeken zal geven, als hij ons noo-
dig heeft."
„Ons een teeken zal geven? Hoe dan?
„Hoe voor den duivel kan ik dat weten?
Op de ruiten tikken met een vlok watten,
denk ik. Vervloekt, wat is dat?"
„Dat" was met zyn hoofd in aanraking
gekomen en bleek bij nader onderzoek een
kast te zijn. Kaeting knipte zijn zaklantaarn
tje aan en maakte ze open. In de kast hingen
en lagen tal van schroevensleutels, bougies
en andere gereedschappen en onderdeelen,
die bij een wagen behooren. Maar op de bo
venste plank stond iets, dat meer aan Kea-
ting's vak deed denken. Het was een kleine
doos, waaruit aan de voorzijde drie ebonieten
handles staken en aan den achterkant voelde
Keating een ronden ebonieten ontvanger.
„Dat ziet er uit als een dictograaf, man
heer," waagde Brown.
„Allicht, omdat het een dictograaf is,"
stemde Keating hatelijk toe, en begon zijn
vondst te onderzoeken.
Brown gromde wat, haalde zijn dienstre
volver uit den zak en ging voorzichtig de ga
rage uit, om op het pad naar den moestuin
wat heen en weer te gaan loopen. Hij had
misschien twintig passen gedaan, toen Kea
ting zich bij hem voegde, en samen drentelden
zij verder. Plotseling hief Keating de hand
op: ergens om den hoek was een bekende
stem aan het spreken een bekende stem
maar ze klonk heel ongewoon. Het duurde
een paar seconden, voor hij besefte dat 't Bar-
bara was, die sprak. Toen deed hy een paar
stappen vooruit en stond stokstijf stil.
Voor het rhodondendronboschje had hij twee
gestalten gezien, mannen: de eene was Kaye,
en de ander moest Barbara zijn, met man-
nenkleeren aan.
Verlamd stond Keating te luisteren naar haar
hartstochtelijk, smalende woorden. Het begon
vaag tot hem door te dringen, dat zij 't over
hèm had, en toen zag hij als in trance, hoe
het meisje, dat hy liefhad, een revolver ophief.
Op hetzelfde oogenblik hoorde hy een ge
luid van Brown naast zich. en Brown's
revolver ging af met een knal, die de echo's
wakker riep. Barbara kromp ineen, spreidde
toen haar armen uit en sloeg achterover.
Toen zij viel, opende Kaye zyn oogen en
staarde verbaasd naar het ranke figuurtje,
nam in een ander logement, zonder echter
de connecties met mej. Roozendaal te ver
breken.
Op Zaterdag 26 September ontmoetten de
beide rivalen elkander bij de buitendeurvan
Roozendaal's hotel, op welk moment Abram
zich door het gebruik van eenige opkikkcr-
tjes in' een overspannen toestand bevond.
Hij presteerde althans Roozendaal zijn ge
opend zakmes en gaf hem permissie, hem
daarmede dan maar dood to steken.
De logementhouder was echter zoo ver
standig deze invitatie af te slaan, doch on
dervond nu zelf do nadcelige gevolgen. Ilij
kreeg nu van S., die de rollen plotseling
omkeerde, mot het puntige mes 'n steek in
de hartstreek mot de hierboven door ons ge
releveerde ernstige gevolgen waarvoor hij
ettelijke weken onder behandeling moest
worden genomen door den Enkhuizcr Chi
rurg dr. D. W. V. Noort en waarvan Roozen
daal nog niet geheel genezen is.
Wat den verdachten amateur doodslager
betreft, hij ontkende zeer wijselijk, het op
zet te hebben gehad Roozendaal van het
loven te berooven, zelfs had hij niet do be
doeling gehad om Roozendaal ernstig te mis
handelen, maar leder moest toch erkennen,
dat Bram dan al een bijzondere onprac-
tische methode in toepassing had gebracht.
Dr. v. Noort als getuige deskundige ge
hoord, verklaarde althans, dat de toégebrach
te verwonding der hartwand zeer zeker als
ernstig lichamelijk letsel kon worden aan
gemerkt;
Mede in verband met deze desk. verklaring
alsmede van andore zwakke punten van de
bewijslevering toonde de officier zich ge
neigd de poging tot doodslag te laten zwem
men. Bleef echter over het zwaar lichame
lijk letsel en ter zake dit feit requireerde
het openbaar ministerie tegen den man in
't pilow, die reeds 16 jaar geleden ook was
veroordeokl tot 3 maanden gevangenisstraf
tor zake mishandeling met een mes, nu eens
3 jaar.
Als verdediger fungeerde mr. Cornelis
Smal, die weer 'n gouden morgen had te
boeken en gelet op de omstandigheden de
clementie voor zijn cliënt bij het college in
riep.
Het vorige misdrijf was reeds 16 jaar gele
den en opzet tot doodslag kon nbsoluut. niet
bewezen verklaard worden, dus zou pleiter
'n poonitentie van 3 jaar wel wat al te
zwanr achten.
Geen repliek.
Wogiium:
WERELDSCHOKKEND BOLLENPROCES.
De bloembollenkweeker H. de R. te Wog-
num was via 'n partijtje chrysantimums in
conflict gekomen met de Siercentrale door
Hoorns justitie veroordeeld tot f10 boete of
5 dagen' en tegen dit vonnis in hooger be
roep gekomen. Tot dusver zonder resultaat,
Gebonden 13.90.
Nn de uitverkochte boeken „Bezoek
uur" en „Spreekuur" is thans van de
hand van ANKE SERVAES versche
nen de nieuwe roman
„KINDERZAAL".
Uiterst beheerscht beschrijft zij de
verschillende karakters van de kleine
zieken en groote menschen, met wie
de zuster in het ziekenhuis in aanra
king komt.
Verkrijgbaar in:
LAAN. - SCHAGEN.
dat daar in het gras lag. Hy begreep het niet,
keek langzaam op en zag, een paar meter
van zich af, Keating en Brown staan. Er lag
een uitdrukking van de diepste ellende in
de oogen van den inspecteur, maar Kaye'*
eigen oogen waren te zeer verduisterd om dat
op te merken hij begon te wankelen, ver
loor zyn evenwicht en viel door de krakende
rhododendrons in den kuil, die byna zijn graf
geweest was.
Toen Kaye weer bykwam, was het eerste
wat hijzag, het gezicht van Keating, die
naast hem neerknielde en naar de hand
boeien staarde, die hy den superindendant had
afgenomen. Een eind verder lagen de Morco-
viaansche smaragden en een fortuin in bank
biljetten veronachtzaamd in het gras.
Kaye stak zijn hand uit en klopte zyn
vriend op den schouder.
„Het spijt me, ouwe jongen," zei hij een
voudig.
Keating keek droevig langs hem heen.
„Jouw schuld niet," zei hjj barsch.
„Is zij...?
„Neen. Brown heeft op haar schouder ge
mikt. Zij ls alleen maar vleugellam, maar
Larry is er slecht aan toen en Jan heeft
hersenschudding. We hebben Kate Alice ge
vonden, vastgebonden aan haar bed en half
razend. De ambulance is onderweg."
„Een goede opruiming," meende Kaye, en
krabbelde pijnlijk overeind.
Keating knikte en keek om naar het huis,
waar Brown Barbara had binnengebracht.
„Ik heb altijd gezegd, dat vrouwen niet
deugen/' zei hy ruw, „en mijn eerste werke
lijk avontuur met een van haar bewijst het."
Zelfs op dat oogenblik kon Kaye niet na
laten, met een citaat aan boord te komen, en
ditmaal van Kipling.
„Er was eens een dwaas, en hij aanbad een
hersenschim..."
Hij brak plotseling af, toen hij de smarte
lijke uitdrukking in Keating's oogen op
merkte.
„Neen, misschien niet," zei hij zacht, en
voor den eersten en den laatsten keer in zijn
leven Het hij zijn vriend in den steek, om
hem alleen een strijd te laten uitvechten
waarby hij hem toch niet helpen kon.
EINDE.
daar de officier, ontkennende dat eenig
nieuws in dit appèl naar voren was geko
men, bevestiging requireorde Henk Cor
nelis kon dus ongetroost huiswaarts gaan.
Den Helder.
EEN APPèLZAAK, WAAR JE VAN OM
VIEL.
Op grond dat hij, zoo hij zeide, 'n klant
moest bedienen, zou op 15 Juni de bedien
de of zoo men 't noemen wil, loopjongen
Gerrit V. to Den Helder op zijn rijwiel links
van den rijweg hebben gereden, wat dooi
den stadschen rustbewaarder G. van Poel-
wijk geconstateerd en geverbaliseerd werd.
In eerste instantie werd aand en linkschen
Gerrit 10 gulden boete of 5 dagen opge
legd. Het hooge beroep viel in 't water, aan
gezien de Officier bevestiging van het gewe
zen vonnis requireerde,
H e i 1 o o.
EEN RIJWEGBEDERVER, DIE EENS
FLINK TE GRAZEN WERD GENOMEN.
Do zich noomende „chauffeur" Anne P. uit
Leeuwarden schijnt meer recht en reden te
hebben #zich als autobestuurder een knoeier
te noemen. Een rockelooze knoeier die op 24
Augustus de oorzaak was, dat de zwaarste
ongelukken hadden kunnen gebeuren. Hij
bevond zich namelijk alstoen te Heiloo in
een file achter elkander zich voortbewegen
de motorrijtuigen, verliet daarop eensklaps
deze fjle die hem en ook de andere be
stuurders veiligheid waarborgde, met het,
noodlottige gevolg, dat een aanrijding
volgde met een autobus uit IJmuiden, waar
in zich een aantal schoolfcostvierendc kin
deren bevonden. Gelukkig liep deze collissie
voor de inzittende kinderen en andere pas
sagiers wonderbest af, doch de reisgenoot
van den prutschauffeur, zekere P. Kappin-
ga, werd zoodanig gewond, dat hij 5 weken
in het Centraal Ziekenhuis moest vertoe
ven en thans nog niet geheel hersteld was,
volgens verklaring van Dr. Dijkhuizen.
De heer Anno P. werd hedop door den
Officier duchtig de ooren gewasschen. Het
scheen dat hij nog niet het minste schuld
besef gevoelde. Doch de Officier zou trach
ten hem zulks bij te brengen door het op
leggen van 3 maanden hechtenis plus 1 jaar
ontzegging rijbevoegdheid.
Met. deze dik belegen boterham kon de
chauffeur huiswaarts keeren.
WETENSCHAPPELIJK ALLERLEL
De Heilige Vogel van
de Mormonen.
In het jaar 1848, toen de eerste Mormonen
zich in de streek van Utah hadden neerge
zet, werden deze pioniers ernstig in hun
bestaan bedreigd door groote zwermen
sprinkhanen, die den oogst dreigden te ver
nietigen. In dezen benarden toestand kwam
onverwacht hulp opdagen: groote zwermen
zeemeeuwen verschenen aan den horizon
en hielden een zoo grondige opruiming on
der de schadelijke insecten, dat de oogst
gered was. Ter herinnering aan de hulp
van dezo gevederde vrienden richtten de
dankbare Mormonen in Salt Lake City een
zeemeeüwenstandbeeld op, een marmeren
zuil, die een kogel draagt, waarop twee zee
meeuwen zitten. Nog heden ten dage be
hooren de zeemeeuwen in Utah tot de wette
lijk beschermde vogels en op het dooden
van zeemeeuwen staan zware straffen.
Hoeveel voorouders hebben wij
Het aantal onzer voorvaderen tot het be
gin van onze tijdrekening is gemakkelijk
vast te stellen. Men berekent den leeftijd
van een generatie, dat wil zeggen, het tijd
stip tot het oogenblik dat een vader een
mannelijken nakomeling krijgt.
Gemiddeld is dat dertig jaar. Volgons de
ze berekening heeft men dus van 1936 af
tot Christus geboorte teruggaande ongeveer
64 generaties. Het aantal onzer directe voor
vaderen, steeds van vader tot vader gere
kend, beloopt dus 64 mannen.
Hoe valt echter het resultaat uit als wij
het gozamelijk aantal onzer voorvaderen
vanaf Christusgeboorte rekenen?
Ieder mensch heeft een vader en een moe
der, dus twee personen als naaste voorou
ders. Ieder van hen heeft weer vader en
moeder, dat beteekent dus vier personen
meer.
Deze bezaten weer ieder een vader en moe
der, wat acht personen meer uitmaakt.
Rekent men op deze manier 64 generaties
verder uit, dan komt men tot de conclusie,
dat ieder van ons, vanaf den tijd van
Christus geboorte tot heden rond
110.000.000.000.000.000 voorouders zou kunnen
aanwijzen.
EEN IEDER ZIJN EIGEN SHERLOCK
HOLMES
Een comedié in den tuin van het hotel.
Aan de Rivièra, in .een van de grootste
hotels waren de verschillende gasten zoo te
zien, buitengewoon bevriend met elkander,
hoewel er misschien tusschen velen een stil
le vijandschap bestond.
Onder de gaston was een overste Bloodo-
nough genaamd, een echte brombeer, die
alles verdroeg, alleen niet, dat hij het bij
het bridgen verloor. En alsof het zoo moest
zijn, een jonge landgenoot van hem, de
cenigszins brutale portretschilder Henry
Gray uit Londen won niet alleen bij het
bridgen, doch haalde op de verschillende
„garden partics", die het hotel voor zijn gas
ten organiseerde, en waar de overste zich
erg jong wilde voordoen, hem ook nog de
dames onder den neus weg. Sinds eenige
dagen tracht de overste den jongen schil
der dan ook te vermijden, hij groet hem
nauwelijks en maakt van zijn antipathie
geen geheim.
De overste heeft nog een kleine eigenaar
digheid: Hij houdt er van 's morgens, en
wel een uur voor de lunch, naar den mooi-
en tuin van het hotel te gaan en daar
steeds op denzelfden stoel te gaan zetten,
welke onder een bloeienden vlierboom staat.
Hier rookt hij dan genotvol zijn pijpje.
Zijn ontstelling wak dan ook onbeschrijf
lijk, toen hij op zekeren morgen, de courant
onder den arm, naar z'n geliefd plaatsje wan
delde en daar den stoel bezet vond. Natuur
lijk was het niemand anders dan Gray, die
hier onnoozel, alsof er niets was. gebeurd,
op dien stoel zat en zijn courant 'las. Bloo-
denough mompelde een venvensehing,
maakte rechtsomkeert en zon op wraak.
Den volgenden morgen was hij reeds om
tien uur in den tuin. In zijn zak droeg hij
een stuk krijt, in de hand hield hij zijn zak
doek, die hij natgemaakt had. Hiermede
wreef hij zoolang over den gelakten stoel
dat deze er uitzag, alsof hij pas geverfd
was, Met krijt schreef hij er nu op: „Pas
geschilderd".
„Ik wil wel eens zien, of Gray nu weer
op den stoel gaat zitten", bromde de overste
en ging in de vestibule zitten ,waar hij pre
cies het gezicht op den stoel had. Doch toen
na eenigo oogenhlikken Gray aan kwam
wandelen, ging deze onmiddellijk zitten.
Hoe komt het, dat Gray den truc dadelijk
doorzag?
Oplossing: De comedie in den tuin.
Gray wist, dat natte verf geen krijt pakt,
Bovendien zal geen enkele schilder op het
idee komen, een zitplaats, die zij zoocvcn
pas geverfd heeft, te beschrijven en zoo
doende zijn werk weer te vernietigen.
GEVAARLIJKE INSECTEN ALS
BLINDE PASSAGIERS.
Gepantserde Vlinders. De Ver-
eenigde Staten onderzoeken de
Transoceanische vliegtuigen.
De Amerikaanscho luchtvaartautoriteiten
hebben de Europeesche Ministeries van
Luchtvaart medegedeeld, dat bij Trans-At
lantische vluchten er zooveel mogelijk op
dient te worden gelet, dat geenerlei insec
ten of andere parasiteerende dieren over
het water worden geïmporteerd. Aanleiding
lot deze waarschuwing was het feit, dat men
vooral met de nieuwe Trans-Atlantische
vliegtuigen onaangename ervaringen heeft
moeten opdoom
Zoo werd b.v. een aantal muskieten ge
signaleerd, die uit Californië met een pas
sagiersvliegtuig waren meegereisd. Geluk
kig werden de insecten bemerkt, toen zij
uit een naad van den machinevleugel te
voorschijn kropen om zich eens te oriën-
teeren in het nieuwe vaderland.
Ook talrijke andere insecten, die tot nu
toe tot de West-Indische Eilanden beperkt
bleven, zijn overal op het vasteland te vin
den sinds de geregelde verbinding tusschen
de werelddeelen, via het vliegtuig, tot stand
is gebracht.
Het is mogelijk, dat in de toekomst voor
alle Trans-Atlantische vliegtuigen, onver-
schil!ig of zij over den Groot.cn dan wel over
den Atlantischen Oceaan vliegen, een soort
van quarantaine zal worden ingevoerd, om
verhuizing van lastige diersoorten te ver
hinderen. Wellicht zal deze quarantaine,
na invoering van hermetisch gesloten
hoogtemachines, eenvoudig bestaan uit een
passage van het vliegtuig door een met
gas gevulde ruimte.
Indien tot dien nog niet talrijke insecten
do zee zijn overgestoken, zou men in staat
zijn een verdere uitbreiding der insecten
verhuizing, via de quarantaines, te voor
komen. Tot nog toe heeft zich in Europa
geen enkel geval van infectie door uit-
heemsche insecten voorgedaan, dank zij de
zorgen van de Amcrikaansche luchtvaart
maatschappijen die al het mogelijke in het
werk stellen de ziekte-verspreidende insec
ten onschadelijk te maken.
Toch kan men door alle voorzorgsmaat
regelen nog niet verhinderen, dat de meest
ondernomendon onder de insecten op eigen
gelegenheid groote reizen aanvaarden. Zoo
b.v. hoeft men aan den voet van den hoog-
stcn berg ter wereld, den Mount Evercst, op
door Frans Los.
Op zekeren dag kon men op alle hoeken
van de straten, op muurvlakten en win
kelramen bontgekleurde aanplakbiljetten
zien, met de verlokkende woorden:
„Gastvoorstellingen van Het beroemde too-
neelgezelschap van directeur Alfredo Bol-
doni, gedurende eenige achtereenvolgende
dagen."
Aangekondigd werden verder schitterende
opvoeringen van klassieke drama's en too-
neelstukken, terwijl de entreeprijs bijzonder
laag was gesteld. Tegelijkertijd doken in
het stadje ook eenige avontuurlijk uitzien
de gestalten op. Met groote gebaren en een
rijke woordenvloed vertelden zij, dat zij le
den waren van de troep van Alfredo Bol-
doni, In de grootste zaal der stad, bij „Het
Gouden Hert" hadden zij hun tenten opge-
slagen.-
Of het kwam, dat de inwoners van het
stadje geen geld hadden om naar den
schouwburg te gaan, of hot kwam, dat zij
zich heelemaal niet voor klassieken interes
seerden, het bezoek aan de voorstellingen
liet in ieder geval .te wenschon over. De
plaatsen waren zeer slecht bezet en zelfs
van deze bezoekers behoorden de meestcn
tot de winkeliers, die een vrijplaats had
den gekregen, omdat zij een aanplakbiljet
voor hun raam hadden gehangen.
De leden van de troep speelden op deeling
en kregen daardoor dus zoo goed als geen
salaris. Zij leden deze dagen bepaald hon
ger en ook den directeur en zijn familie
ging het niet beter. Zoo kon het niet door
gaan, er moest iets ondernomen worden, om
meer menschen te trekken. Maar wat? Dit
was de vraag waarmede de geheele troep
zich dag en nacht bezig hield. Na de derde
voorstelling, even slecht bezet als de beide
vorige, hield de directeur Alfredo Boldoni
met zijn menschen een bespreking. Niemand
kon echter iets goeds voorstellen. Men was
reeds besloten de gastvoorstellingen hier
maar te beëindigen en voor dag en dauw
met achterlating van de reeds opgeloopen
schulden te verdwijnen, een uitweg, die de
directeur nog nooit ergens had toegepast,
doch waarvan hij door knoei-directeuren
veel had gehoord toen de komiek van het
gezelschap zei:
„Ik heb het! Dat is het eenige wat
ons redden kanHet is wel een waag
stuk, maar als wij het een beetje handig
doen, kan het gevolg niet uitblijven".
Men keek den komiek twijfelachtig aan.
Van hem was nog nooit een verstandig
woord gekomen, zou hij werkelijk iets goeds
voorstellen? Deze vraag kon men van alle
gezichten aflezen. En toen hij zijn inval ver
telde, schudden allen het hoofd en hiel
den den man voor volslagen krankzinnig.
Maar roods na enkele oogonblikken ver
klaarde directeur Alfredo Boldoni:
„Neen zoo gek is dat plan nog niet... Wij
behoeven maar een keer een uitverkochte
een hoogte van 6300 meter, een vlinder
soort aangetroffen, welke een hoornschild
had, waardoor de dieren zich ook in ijlere
luchten en bij koudere temperaturen op hun
gemak gevoelen.
Het is bekend, dat de vlindersoort, die
den naam draagt van „roodc admiraal",
vaak in den zomer van Amerika naar Eu
ropa overkomt. De z.g. „bonte lady" waagt
een reis over het Kanaal, of verder, naar
het Zuiden, naar Noord-Afrika. Evenals de
vlinders benutten ook alle mogelijke andere
insecten de windstroomingen, om tochten
over het water te ondernemen. En tegen
dergelijke reislust helpt zelfs niet eens de
quarantaine der Amerikaanscho luchtvaart,
autoriteiten!
EEN STORMWIND WORDT
GEREGISTREERD.
Experimenten met 80 proefballons
Miami Beach, November 1936.
Voor de eerste maal onderneemt de we
tenschap thans een zorgvuldig georganiseer
de poging, de meteorologische gesteldheid
van de bovenste luchtlagen tijdens een tro-
pischen orkaan te weten te komen. Zooals
bekend, wordt Amerika vooral in zijn Zui
delijke staten bijna elk jaar twee of drie
maal door stormen geteisterd, die van over
de Caribische Zee komen en waartegen alle
methoden van wetenschappelijk onderzoek
en alle prognosen het tot nog toe hebben
moeten afleggen. Vergeefs heeft men op een
aantal eilanden in de Caribische Zee me
teorologische waarnemingsposten opgericht.
Als do laaiende zonnehitte bij volkomen
windstil weer boven het afzienbare water
vlak op een onvoorziene plek de gunstige
voorwaarden had geschapen, dan braken de
elementen los, eer de radio-apparaten in
werking gesteld konden worden.
De nieuwe poging om de meteorologische
gesteldheid vóór het losbreken van een or
kaan te bestudeeren, wordt ondernomen
door het Instituut voor Technologie te
Massachusetts. Men heeft 30 kleine radio
zenders geconstrueerd, die beter dan de
tot dusver gebruikte radiozenders van
groote hoogte nauwkeurige radiomeldingen
naar de aarde kunnen seinen, betreffende
wijzigingen in den luchtdruk en den voch
tigheidstoestand van de lucht.
De ballons zijn zoodanig ingericht, dat ze
tusschen de 3000 en 10.000 meter hoog kun
nen zweven en vandaar uit kunnen zen
den. Alleen weet men natuurlijk niet, op
wolk oogenblik ze werkelijk zullen gaan
zendon, als er een orkaan is losgebroken en
vermoedelijk ook electrische en magneti
sche storingen in de atmosfeer veroorzaakt.
Doch ook hiermede heeft men rekening
gehouden: er worden 50 ballons opgelaten,
die geen radio-uitrusting aan boord hebben^
doch in plaats daarvan met nauwkeurig
werkende apparaten zijn uitgerust, die de
resultaten op beroete glasplaten opteekencn.
De ballons zijn zoo geconstrueerd, dat. ze,
op bepaalde hoogte gekomen, springen,
waarna de instrumenten aan kleine para
chutes op de aarde nederdalen.
Voor het Amerikaanscho vasteland, dat
jaar in jaar uit door deze tropische wervel
stormen wordt geteisterd, zijn deze nieuwe
proefnemingen van de grootste beteeken is,
omdat hierdoor misschien dé mogelijkheid
zal worden geschapen, de nadering van de
onhcilbrengende stormen intijds aan te kon
digen.
zaal te hebben, d,an zijn wij gered, dan kun
nen wij onze schulden betalen... en als wij
allemaal meehelpen, dan moet het plan ge
lukken."
Men toog dadelijk aan het werk. De en-
treekaarten voor de volgende voorstelling
werden op een bijzondere manier gemerkt.
Ieder lid van de troep kreeg een pakje van
deze kaarten, om daarmede den volgendpn
morgen de eerste stap te ondernemen vol-
gen's 't voorstel van den komiek. En de
zaak ging goed. Geen mensch in het stadje
die dien dag in het bezit van een entree
kaartje kwam, vermoedde in het minste,
wat hem dien avond te wachten stond.
's Avonds was de zaal geheel gevuld. Er
was geen enkele plaats meer onbezet. De
toeschouwers bevonden zich in een feeste
lijke stemming en letten er niet op, dat de
beide toegangen tot de zaal door een poli
tieagent en een tooneelspeler bezet werden.
Zij dachten, dat dit er bij hoorde. Toen ver
scheen directeur Alfredo Boldoni voor het
voetlicht en begon, zichtbaar opgewonden:
;,Zeer geachte dames en heerenl... Uw
talrijke opkomst hedenavond verrast mij,
vooral omdat voor deze voorstelling geen
enkele kaart verkocht isDe kaarten
zijn namelijk vannacht gestolen geworden-
Gelukkig hadden wij ze op den achterkant
allemaal van een kentcckcn voorzien
Opeens ging er een golf van onrust door
de zaal. Ieder wierp een blik op den ach
terkant van zijn kaartje en vergeleek het
met dat van zijn buurman. Op ieder kaar.
tje stond hetzelfde teekentje. Eenige toe
schouwers wilden beschaamd de zaal ver
laten, doch daarin werden zij verhinderd.
Opeens riep iemand: „Ik heb mijn kaartje
gevonden!"
Hij noemde nu oolc de plaats, waar het
kaartje gelegen had. Daardoor was de pijn
lijke stilte verbroken, want bijna alle toe
schouwers beweerden nu, dat zij hun kaartje
ergens in de stad op de straat gevonden
hadden.
Toen nam de directeur nogmaals het
woord en zei:
„Het is best mogelijk, dat de dief uit boos
heid de kaartjes weggegooid heeftmaar
dan had u ze in ieder geval als gevonden
voorwerp moeten aangeven. En hij wees op
de strafbare gevolgen van het achterhouden
van gevonden voorwerpen, die iederen be
zitter van een kaartje moest treffen, als de
aanklacht zou worden ingediend. Er bleef
de toeschouwers dus niets anders over dan
de entreeprijs te betalen. Daarmede was ook
het doel bereikt, dat de komiek had voor
gesteld en het gezelschap was gered.
Doch in dienzelfden nacht verdween di
recteur Alfredo Boldoni met zijn troep uit
het stadje. Mij vreesde voor de gevolgen,
als het uit zou lekken, dat de gemerkte en-
treekaarten door zijn eigen leden dien mor
gen op onopvallende manier rondgestrooid
waren.