De geni Kinderzaal Arrondissements rechtbank te Alkmaar Nieuwe boeken Boekhandel TRAPMAN KORT VERHAAL. Ie inval. MEERVOUDIGE STRAFKAMER ZITTING VAN DINSDAG 17 NOVEMBER Uitspraken 10 November Anthonlus Fredcrikus Hermsen schilder Hoorn. Diefstal onder verzwarende omstan digheden. Eisch 1 jaar en 6 maanden ged.— 6 maan den gev. Renier van Rutsen, varensgezel Delft. Ge detineerd, diefstal van een rijwiel manches ter broek en werkjekker gepleegd te Alk maar ,Eisch 1 jaar gev. vinnis conform eisch. Nic. Oudendijk, Amsterdam Zedelict art. 239 strafrecht (gesloten deuren) Vrijge sproken. Willem de Zeeuw, caféhouder Castricum Hooger beroep Veroordeeling Kantonger. Alkmaar ter zake overtreding kampeer ver ordening f 8.- boete subs. 6 dagen hechtenis Vonnis bevestigd. Willem Laan, ijscohandelaar Helder Hooger beroep vonnis Kantonger, Helder overtreding warenwet f 75.- boete. Vonnis bevestigd doch veroordeeld tot f 40.- boete of 20 dagen. Cornelis Houten, Bergen. Hooger beroep vonnis Kantonger, Alkmaar terzake over treding, woonwagenverordening. Hooger beroep niet ontvankelijk verklaard. Anth. Joh. Hantjes en Paulus Breeuver werklieden te Zaandam beiden ged. Dief stal ten nadecle van het Burg. Armbestuur te Uitgeest Eisch tegen ieder 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf, ieder 1 jaar en 6 m. gev. conform eisch. Enkhuizen: CHERCHEZ LA FEMMEIN EEN ENK- HUIZER SLAAPSTEE Als men een mes gebruikt om 2 boter hammen te snijden, 'n peer te schillon of je nagels uit to peuteren, zal geen officier van Justitie zich belachelijk maken, door zich met dit onschuldig gebruik bezig te houden, maar geheel anders staat het er voor als een dergelijk utiliteitsartikel wordt gebezigd, om 'n mede sterveling in de hartstreek te porren, wat het noodlottig ge volg kan veroorzaken, dat zijn begrafenis er misschien belangrijk door vervroegd kan worden. En aangezien nu de heer Abraham S. ge boren te Hoogezand en woonachtig te Be verwijk op 26 September te Enkhuizen in een volkslogement, zich de vrijheid had veroorloofd in een door alcohol gebruik lichtelijk geprikkelden geestestoestand den logementhouder I-Iermanus Roozendaal met een knipmes een steek te geven in de borst, waardoor Roozendaals rikketik wel niet rechtstreeks werd getroffen, maar toch de hartwand werd beschadigd, stond gezeg de hoer Abram S., bekleed met het nog altijd gebruikelijke rijkspilow heden voor de verschaar der Alkmaarsche gerechtig heid. Verdacht van poging tot doodslag. Subsidiair ernstige mishandeling. Achter dit bloedig drama zat echter een liefdesroman van niet bepaald prima kwali teit verscholen. Mijnheer Abram had zijn intrek in Roozendaals volkshotel, vulgo slaapstee genomen en zijn aantrekkelijk ui terlijk had wel dra de aandacht getrokken van de nogal amoreuze echtgenoote van den heer Roozendaal. De hotelier ging hiermede niet accord en had zich tegen zijn wis pelturige ega uitgelaten het plan te koes teren zijn concurrent om zeep te brengen. Deze bedreiging, volgens de heer Roozen daal niet ernstig gemeend en het feit dat Roozendaal liever S.'s hielen zag dan zijn teenen, had tot gevolg, dat Bram zijn intrek hij ons een teeken zal geven, als hij ons noo- dig heeft." „Ons een teeken zal geven? Hoe dan? „Hoe voor den duivel kan ik dat weten? Op de ruiten tikken met een vlok watten, denk ik. Vervloekt, wat is dat?" „Dat" was met zyn hoofd in aanraking gekomen en bleek bij nader onderzoek een kast te zijn. Kaeting knipte zijn zaklantaarn tje aan en maakte ze open. In de kast hingen en lagen tal van schroevensleutels, bougies en andere gereedschappen en onderdeelen, die bij een wagen behooren. Maar op de bo venste plank stond iets, dat meer aan Kea- ting's vak deed denken. Het was een kleine doos, waaruit aan de voorzijde drie ebonieten handles staken en aan den achterkant voelde Keating een ronden ebonieten ontvanger. „Dat ziet er uit als een dictograaf, man heer," waagde Brown. „Allicht, omdat het een dictograaf is," stemde Keating hatelijk toe, en begon zijn vondst te onderzoeken. Brown gromde wat, haalde zijn dienstre volver uit den zak en ging voorzichtig de ga rage uit, om op het pad naar den moestuin wat heen en weer te gaan loopen. Hij had misschien twintig passen gedaan, toen Kea ting zich bij hem voegde, en samen drentelden zij verder. Plotseling hief Keating de hand op: ergens om den hoek was een bekende stem aan het spreken een bekende stem maar ze klonk heel ongewoon. Het duurde een paar seconden, voor hij besefte dat 't Bar- bara was, die sprak. Toen deed hy een paar stappen vooruit en stond stokstijf stil. Voor het rhodondendronboschje had hij twee gestalten gezien, mannen: de eene was Kaye, en de ander moest Barbara zijn, met man- nenkleeren aan. Verlamd stond Keating te luisteren naar haar hartstochtelijk, smalende woorden. Het begon vaag tot hem door te dringen, dat zij 't over hèm had, en toen zag hij als in trance, hoe het meisje, dat hy liefhad, een revolver ophief. Op hetzelfde oogenblik hoorde hy een ge luid van Brown naast zich. en Brown's revolver ging af met een knal, die de echo's wakker riep. Barbara kromp ineen, spreidde toen haar armen uit en sloeg achterover. Toen zij viel, opende Kaye zyn oogen en staarde verbaasd naar het ranke figuurtje, nam in een ander logement, zonder echter de connecties met mej. Roozendaal te ver breken. Op Zaterdag 26 September ontmoetten de beide rivalen elkander bij de buitendeurvan Roozendaal's hotel, op welk moment Abram zich door het gebruik van eenige opkikkcr- tjes in' een overspannen toestand bevond. Hij presteerde althans Roozendaal zijn ge opend zakmes en gaf hem permissie, hem daarmede dan maar dood to steken. De logementhouder was echter zoo ver standig deze invitatie af te slaan, doch on dervond nu zelf do nadcelige gevolgen. Ilij kreeg nu van S., die de rollen plotseling omkeerde, mot het puntige mes 'n steek in de hartstreek mot de hierboven door ons ge releveerde ernstige gevolgen waarvoor hij ettelijke weken onder behandeling moest worden genomen door den Enkhuizcr Chi rurg dr. D. W. V. Noort en waarvan Roozen daal nog niet geheel genezen is. Wat den verdachten amateur doodslager betreft, hij ontkende zeer wijselijk, het op zet te hebben gehad Roozendaal van het loven te berooven, zelfs had hij niet do be doeling gehad om Roozendaal ernstig te mis handelen, maar leder moest toch erkennen, dat Bram dan al een bijzondere onprac- tische methode in toepassing had gebracht. Dr. v. Noort als getuige deskundige ge hoord, verklaarde althans, dat de toégebrach te verwonding der hartwand zeer zeker als ernstig lichamelijk letsel kon worden aan gemerkt; Mede in verband met deze desk. verklaring alsmede van andore zwakke punten van de bewijslevering toonde de officier zich ge neigd de poging tot doodslag te laten zwem men. Bleef echter over het zwaar lichame lijk letsel en ter zake dit feit requireerde het openbaar ministerie tegen den man in 't pilow, die reeds 16 jaar geleden ook was veroordeokl tot 3 maanden gevangenisstraf tor zake mishandeling met een mes, nu eens 3 jaar. Als verdediger fungeerde mr. Cornelis Smal, die weer 'n gouden morgen had te boeken en gelet op de omstandigheden de clementie voor zijn cliënt bij het college in riep. Het vorige misdrijf was reeds 16 jaar gele den en opzet tot doodslag kon nbsoluut. niet bewezen verklaard worden, dus zou pleiter 'n poonitentie van 3 jaar wel wat al te zwanr achten. Geen repliek. Wogiium: WERELDSCHOKKEND BOLLENPROCES. De bloembollenkweeker H. de R. te Wog- num was via 'n partijtje chrysantimums in conflict gekomen met de Siercentrale door Hoorns justitie veroordeeld tot f10 boete of 5 dagen' en tegen dit vonnis in hooger be roep gekomen. Tot dusver zonder resultaat, Gebonden 13.90. Nn de uitverkochte boeken „Bezoek uur" en „Spreekuur" is thans van de hand van ANKE SERVAES versche nen de nieuwe roman „KINDERZAAL". Uiterst beheerscht beschrijft zij de verschillende karakters van de kleine zieken en groote menschen, met wie de zuster in het ziekenhuis in aanra king komt. Verkrijgbaar in: LAAN. - SCHAGEN. dat daar in het gras lag. Hy begreep het niet, keek langzaam op en zag, een paar meter van zich af, Keating en Brown staan. Er lag een uitdrukking van de diepste ellende in de oogen van den inspecteur, maar Kaye'* eigen oogen waren te zeer verduisterd om dat op te merken hij begon te wankelen, ver loor zyn evenwicht en viel door de krakende rhododendrons in den kuil, die byna zijn graf geweest was. Toen Kaye weer bykwam, was het eerste wat hijzag, het gezicht van Keating, die naast hem neerknielde en naar de hand boeien staarde, die hy den superindendant had afgenomen. Een eind verder lagen de Morco- viaansche smaragden en een fortuin in bank biljetten veronachtzaamd in het gras. Kaye stak zijn hand uit en klopte zyn vriend op den schouder. „Het spijt me, ouwe jongen," zei hij een voudig. Keating keek droevig langs hem heen. „Jouw schuld niet," zei hjj barsch. „Is zij...? „Neen. Brown heeft op haar schouder ge mikt. Zij ls alleen maar vleugellam, maar Larry is er slecht aan toen en Jan heeft hersenschudding. We hebben Kate Alice ge vonden, vastgebonden aan haar bed en half razend. De ambulance is onderweg." „Een goede opruiming," meende Kaye, en krabbelde pijnlijk overeind. Keating knikte en keek om naar het huis, waar Brown Barbara had binnengebracht. „Ik heb altijd gezegd, dat vrouwen niet deugen/' zei hy ruw, „en mijn eerste werke lijk avontuur met een van haar bewijst het." Zelfs op dat oogenblik kon Kaye niet na laten, met een citaat aan boord te komen, en ditmaal van Kipling. „Er was eens een dwaas, en hij aanbad een hersenschim..." Hij brak plotseling af, toen hij de smarte lijke uitdrukking in Keating's oogen op merkte. „Neen, misschien niet," zei hij zacht, en voor den eersten en den laatsten keer in zijn leven Het hij zijn vriend in den steek, om hem alleen een strijd te laten uitvechten waarby hij hem toch niet helpen kon. EINDE. daar de officier, ontkennende dat eenig nieuws in dit appèl naar voren was geko men, bevestiging requireorde Henk Cor nelis kon dus ongetroost huiswaarts gaan. Den Helder. EEN APPèLZAAK, WAAR JE VAN OM VIEL. Op grond dat hij, zoo hij zeide, 'n klant moest bedienen, zou op 15 Juni de bedien de of zoo men 't noemen wil, loopjongen Gerrit V. to Den Helder op zijn rijwiel links van den rijweg hebben gereden, wat dooi den stadschen rustbewaarder G. van Poel- wijk geconstateerd en geverbaliseerd werd. In eerste instantie werd aand en linkschen Gerrit 10 gulden boete of 5 dagen opge legd. Het hooge beroep viel in 't water, aan gezien de Officier bevestiging van het gewe zen vonnis requireerde, H e i 1 o o. EEN RIJWEGBEDERVER, DIE EENS FLINK TE GRAZEN WERD GENOMEN. Do zich noomende „chauffeur" Anne P. uit Leeuwarden schijnt meer recht en reden te hebben #zich als autobestuurder een knoeier te noemen. Een rockelooze knoeier die op 24 Augustus de oorzaak was, dat de zwaarste ongelukken hadden kunnen gebeuren. Hij bevond zich namelijk alstoen te Heiloo in een file achter elkander zich voortbewegen de motorrijtuigen, verliet daarop eensklaps deze fjle die hem en ook de andere be stuurders veiligheid waarborgde, met het, noodlottige gevolg, dat een aanrijding volgde met een autobus uit IJmuiden, waar in zich een aantal schoolfcostvierendc kin deren bevonden. Gelukkig liep deze collissie voor de inzittende kinderen en andere pas sagiers wonderbest af, doch de reisgenoot van den prutschauffeur, zekere P. Kappin- ga, werd zoodanig gewond, dat hij 5 weken in het Centraal Ziekenhuis moest vertoe ven en thans nog niet geheel hersteld was, volgens verklaring van Dr. Dijkhuizen. De heer Anno P. werd hedop door den Officier duchtig de ooren gewasschen. Het scheen dat hij nog niet het minste schuld besef gevoelde. Doch de Officier zou trach ten hem zulks bij te brengen door het op leggen van 3 maanden hechtenis plus 1 jaar ontzegging rijbevoegdheid. Met. deze dik belegen boterham kon de chauffeur huiswaarts keeren. WETENSCHAPPELIJK ALLERLEL De Heilige Vogel van de Mormonen. In het jaar 1848, toen de eerste Mormonen zich in de streek van Utah hadden neerge zet, werden deze pioniers ernstig in hun bestaan bedreigd door groote zwermen sprinkhanen, die den oogst dreigden te ver nietigen. In dezen benarden toestand kwam onverwacht hulp opdagen: groote zwermen zeemeeuwen verschenen aan den horizon en hielden een zoo grondige opruiming on der de schadelijke insecten, dat de oogst gered was. Ter herinnering aan de hulp van dezo gevederde vrienden richtten de dankbare Mormonen in Salt Lake City een zeemeeüwenstandbeeld op, een marmeren zuil, die een kogel draagt, waarop twee zee meeuwen zitten. Nog heden ten dage be hooren de zeemeeuwen in Utah tot de wette lijk beschermde vogels en op het dooden van zeemeeuwen staan zware straffen. Hoeveel voorouders hebben wij Het aantal onzer voorvaderen tot het be gin van onze tijdrekening is gemakkelijk vast te stellen. Men berekent den leeftijd van een generatie, dat wil zeggen, het tijd stip tot het oogenblik dat een vader een mannelijken nakomeling krijgt. Gemiddeld is dat dertig jaar. Volgons de ze berekening heeft men dus van 1936 af tot Christus geboorte teruggaande ongeveer 64 generaties. Het aantal onzer directe voor vaderen, steeds van vader tot vader gere kend, beloopt dus 64 mannen. Hoe valt echter het resultaat uit als wij het gozamelijk aantal onzer voorvaderen vanaf Christusgeboorte rekenen? Ieder mensch heeft een vader en een moe der, dus twee personen als naaste voorou ders. Ieder van hen heeft weer vader en moeder, dat beteekent dus vier personen meer. Deze bezaten weer ieder een vader en moe der, wat acht personen meer uitmaakt. Rekent men op deze manier 64 generaties verder uit, dan komt men tot de conclusie, dat ieder van ons, vanaf den tijd van Christus geboorte tot heden rond 110.000.000.000.000.000 voorouders zou kunnen aanwijzen. EEN IEDER ZIJN EIGEN SHERLOCK HOLMES Een comedié in den tuin van het hotel. Aan de Rivièra, in .een van de grootste hotels waren de verschillende gasten zoo te zien, buitengewoon bevriend met elkander, hoewel er misschien tusschen velen een stil le vijandschap bestond. Onder de gaston was een overste Bloodo- nough genaamd, een echte brombeer, die alles verdroeg, alleen niet, dat hij het bij het bridgen verloor. En alsof het zoo moest zijn, een jonge landgenoot van hem, de cenigszins brutale portretschilder Henry Gray uit Londen won niet alleen bij het bridgen, doch haalde op de verschillende „garden partics", die het hotel voor zijn gas ten organiseerde, en waar de overste zich erg jong wilde voordoen, hem ook nog de dames onder den neus weg. Sinds eenige dagen tracht de overste den jongen schil der dan ook te vermijden, hij groet hem nauwelijks en maakt van zijn antipathie geen geheim. De overste heeft nog een kleine eigenaar digheid: Hij houdt er van 's morgens, en wel een uur voor de lunch, naar den mooi- en tuin van het hotel te gaan en daar steeds op denzelfden stoel te gaan zetten, welke onder een bloeienden vlierboom staat. Hier rookt hij dan genotvol zijn pijpje. Zijn ontstelling wak dan ook onbeschrijf lijk, toen hij op zekeren morgen, de courant onder den arm, naar z'n geliefd plaatsje wan delde en daar den stoel bezet vond. Natuur lijk was het niemand anders dan Gray, die hier onnoozel, alsof er niets was. gebeurd, op dien stoel zat en zijn courant 'las. Bloo- denough mompelde een venvensehing, maakte rechtsomkeert en zon op wraak. Den volgenden morgen was hij reeds om tien uur in den tuin. In zijn zak droeg hij een stuk krijt, in de hand hield hij zijn zak doek, die hij natgemaakt had. Hiermede wreef hij zoolang over den gelakten stoel dat deze er uitzag, alsof hij pas geverfd was, Met krijt schreef hij er nu op: „Pas geschilderd". „Ik wil wel eens zien, of Gray nu weer op den stoel gaat zitten", bromde de overste en ging in de vestibule zitten ,waar hij pre cies het gezicht op den stoel had. Doch toen na eenigo oogenhlikken Gray aan kwam wandelen, ging deze onmiddellijk zitten. Hoe komt het, dat Gray den truc dadelijk doorzag? Oplossing: De comedie in den tuin. Gray wist, dat natte verf geen krijt pakt, Bovendien zal geen enkele schilder op het idee komen, een zitplaats, die zij zoocvcn pas geverfd heeft, te beschrijven en zoo doende zijn werk weer te vernietigen. GEVAARLIJKE INSECTEN ALS BLINDE PASSAGIERS. Gepantserde Vlinders. De Ver- eenigde Staten onderzoeken de Transoceanische vliegtuigen. De Amerikaanscho luchtvaartautoriteiten hebben de Europeesche Ministeries van Luchtvaart medegedeeld, dat bij Trans-At lantische vluchten er zooveel mogelijk op dient te worden gelet, dat geenerlei insec ten of andere parasiteerende dieren over het water worden geïmporteerd. Aanleiding lot deze waarschuwing was het feit, dat men vooral met de nieuwe Trans-Atlantische vliegtuigen onaangename ervaringen heeft moeten opdoom Zoo werd b.v. een aantal muskieten ge signaleerd, die uit Californië met een pas sagiersvliegtuig waren meegereisd. Geluk kig werden de insecten bemerkt, toen zij uit een naad van den machinevleugel te voorschijn kropen om zich eens te oriën- teeren in het nieuwe vaderland. Ook talrijke andere insecten, die tot nu toe tot de West-Indische Eilanden beperkt bleven, zijn overal op het vasteland te vin den sinds de geregelde verbinding tusschen de werelddeelen, via het vliegtuig, tot stand is gebracht. Het is mogelijk, dat in de toekomst voor alle Trans-Atlantische vliegtuigen, onver- schil!ig of zij over den Groot.cn dan wel over den Atlantischen Oceaan vliegen, een soort van quarantaine zal worden ingevoerd, om verhuizing van lastige diersoorten te ver hinderen. Wellicht zal deze quarantaine, na invoering van hermetisch gesloten hoogtemachines, eenvoudig bestaan uit een passage van het vliegtuig door een met gas gevulde ruimte. Indien tot dien nog niet talrijke insecten do zee zijn overgestoken, zou men in staat zijn een verdere uitbreiding der insecten verhuizing, via de quarantaines, te voor komen. Tot nog toe heeft zich in Europa geen enkel geval van infectie door uit- heemsche insecten voorgedaan, dank zij de zorgen van de Amcrikaansche luchtvaart maatschappijen die al het mogelijke in het werk stellen de ziekte-verspreidende insec ten onschadelijk te maken. Toch kan men door alle voorzorgsmaat regelen nog niet verhinderen, dat de meest ondernomendon onder de insecten op eigen gelegenheid groote reizen aanvaarden. Zoo b.v. hoeft men aan den voet van den hoog- stcn berg ter wereld, den Mount Evercst, op door Frans Los. Op zekeren dag kon men op alle hoeken van de straten, op muurvlakten en win kelramen bontgekleurde aanplakbiljetten zien, met de verlokkende woorden: „Gastvoorstellingen van Het beroemde too- neelgezelschap van directeur Alfredo Bol- doni, gedurende eenige achtereenvolgende dagen." Aangekondigd werden verder schitterende opvoeringen van klassieke drama's en too- neelstukken, terwijl de entreeprijs bijzonder laag was gesteld. Tegelijkertijd doken in het stadje ook eenige avontuurlijk uitzien de gestalten op. Met groote gebaren en een rijke woordenvloed vertelden zij, dat zij le den waren van de troep van Alfredo Bol- doni, In de grootste zaal der stad, bij „Het Gouden Hert" hadden zij hun tenten opge- slagen.- Of het kwam, dat de inwoners van het stadje geen geld hadden om naar den schouwburg te gaan, of hot kwam, dat zij zich heelemaal niet voor klassieken interes seerden, het bezoek aan de voorstellingen liet in ieder geval .te wenschon over. De plaatsen waren zeer slecht bezet en zelfs van deze bezoekers behoorden de meestcn tot de winkeliers, die een vrijplaats had den gekregen, omdat zij een aanplakbiljet voor hun raam hadden gehangen. De leden van de troep speelden op deeling en kregen daardoor dus zoo goed als geen salaris. Zij leden deze dagen bepaald hon ger en ook den directeur en zijn familie ging het niet beter. Zoo kon het niet door gaan, er moest iets ondernomen worden, om meer menschen te trekken. Maar wat? Dit was de vraag waarmede de geheele troep zich dag en nacht bezig hield. Na de derde voorstelling, even slecht bezet als de beide vorige, hield de directeur Alfredo Boldoni met zijn menschen een bespreking. Niemand kon echter iets goeds voorstellen. Men was reeds besloten de gastvoorstellingen hier maar te beëindigen en voor dag en dauw met achterlating van de reeds opgeloopen schulden te verdwijnen, een uitweg, die de directeur nog nooit ergens had toegepast, doch waarvan hij door knoei-directeuren veel had gehoord toen de komiek van het gezelschap zei: „Ik heb het! Dat is het eenige wat ons redden kanHet is wel een waag stuk, maar als wij het een beetje handig doen, kan het gevolg niet uitblijven". Men keek den komiek twijfelachtig aan. Van hem was nog nooit een verstandig woord gekomen, zou hij werkelijk iets goeds voorstellen? Deze vraag kon men van alle gezichten aflezen. En toen hij zijn inval ver telde, schudden allen het hoofd en hiel den den man voor volslagen krankzinnig. Maar roods na enkele oogonblikken ver klaarde directeur Alfredo Boldoni: „Neen zoo gek is dat plan nog niet... Wij behoeven maar een keer een uitverkochte een hoogte van 6300 meter, een vlinder soort aangetroffen, welke een hoornschild had, waardoor de dieren zich ook in ijlere luchten en bij koudere temperaturen op hun gemak gevoelen. Het is bekend, dat de vlindersoort, die den naam draagt van „roodc admiraal", vaak in den zomer van Amerika naar Eu ropa overkomt. De z.g. „bonte lady" waagt een reis over het Kanaal, of verder, naar het Zuiden, naar Noord-Afrika. Evenals de vlinders benutten ook alle mogelijke andere insecten de windstroomingen, om tochten over het water te ondernemen. En tegen dergelijke reislust helpt zelfs niet eens de quarantaine der Amerikaanscho luchtvaart, autoriteiten! EEN STORMWIND WORDT GEREGISTREERD. Experimenten met 80 proefballons Miami Beach, November 1936. Voor de eerste maal onderneemt de we tenschap thans een zorgvuldig georganiseer de poging, de meteorologische gesteldheid van de bovenste luchtlagen tijdens een tro- pischen orkaan te weten te komen. Zooals bekend, wordt Amerika vooral in zijn Zui delijke staten bijna elk jaar twee of drie maal door stormen geteisterd, die van over de Caribische Zee komen en waartegen alle methoden van wetenschappelijk onderzoek en alle prognosen het tot nog toe hebben moeten afleggen. Vergeefs heeft men op een aantal eilanden in de Caribische Zee me teorologische waarnemingsposten opgericht. Als do laaiende zonnehitte bij volkomen windstil weer boven het afzienbare water vlak op een onvoorziene plek de gunstige voorwaarden had geschapen, dan braken de elementen los, eer de radio-apparaten in werking gesteld konden worden. De nieuwe poging om de meteorologische gesteldheid vóór het losbreken van een or kaan te bestudeeren, wordt ondernomen door het Instituut voor Technologie te Massachusetts. Men heeft 30 kleine radio zenders geconstrueerd, die beter dan de tot dusver gebruikte radiozenders van groote hoogte nauwkeurige radiomeldingen naar de aarde kunnen seinen, betreffende wijzigingen in den luchtdruk en den voch tigheidstoestand van de lucht. De ballons zijn zoodanig ingericht, dat ze tusschen de 3000 en 10.000 meter hoog kun nen zweven en vandaar uit kunnen zen den. Alleen weet men natuurlijk niet, op wolk oogenblik ze werkelijk zullen gaan zendon, als er een orkaan is losgebroken en vermoedelijk ook electrische en magneti sche storingen in de atmosfeer veroorzaakt. Doch ook hiermede heeft men rekening gehouden: er worden 50 ballons opgelaten, die geen radio-uitrusting aan boord hebben^ doch in plaats daarvan met nauwkeurig werkende apparaten zijn uitgerust, die de resultaten op beroete glasplaten opteekencn. De ballons zijn zoo geconstrueerd, dat. ze, op bepaalde hoogte gekomen, springen, waarna de instrumenten aan kleine para chutes op de aarde nederdalen. Voor het Amerikaanscho vasteland, dat jaar in jaar uit door deze tropische wervel stormen wordt geteisterd, zijn deze nieuwe proefnemingen van de grootste beteeken is, omdat hierdoor misschien dé mogelijkheid zal worden geschapen, de nadering van de onhcilbrengende stormen intijds aan te kon digen. zaal te hebben, d,an zijn wij gered, dan kun nen wij onze schulden betalen... en als wij allemaal meehelpen, dan moet het plan ge lukken." Men toog dadelijk aan het werk. De en- treekaarten voor de volgende voorstelling werden op een bijzondere manier gemerkt. Ieder lid van de troep kreeg een pakje van deze kaarten, om daarmede den volgendpn morgen de eerste stap te ondernemen vol- gen's 't voorstel van den komiek. En de zaak ging goed. Geen mensch in het stadje die dien dag in het bezit van een entree kaartje kwam, vermoedde in het minste, wat hem dien avond te wachten stond. 's Avonds was de zaal geheel gevuld. Er was geen enkele plaats meer onbezet. De toeschouwers bevonden zich in een feeste lijke stemming en letten er niet op, dat de beide toegangen tot de zaal door een poli tieagent en een tooneelspeler bezet werden. Zij dachten, dat dit er bij hoorde. Toen ver scheen directeur Alfredo Boldoni voor het voetlicht en begon, zichtbaar opgewonden: ;,Zeer geachte dames en heerenl... Uw talrijke opkomst hedenavond verrast mij, vooral omdat voor deze voorstelling geen enkele kaart verkocht isDe kaarten zijn namelijk vannacht gestolen geworden- Gelukkig hadden wij ze op den achterkant allemaal van een kentcckcn voorzien Opeens ging er een golf van onrust door de zaal. Ieder wierp een blik op den ach terkant van zijn kaartje en vergeleek het met dat van zijn buurman. Op ieder kaar. tje stond hetzelfde teekentje. Eenige toe schouwers wilden beschaamd de zaal ver laten, doch daarin werden zij verhinderd. Opeens riep iemand: „Ik heb mijn kaartje gevonden!" Hij noemde nu oolc de plaats, waar het kaartje gelegen had. Daardoor was de pijn lijke stilte verbroken, want bijna alle toe schouwers beweerden nu, dat zij hun kaartje ergens in de stad op de straat gevonden hadden. Toen nam de directeur nogmaals het woord en zei: „Het is best mogelijk, dat de dief uit boos heid de kaartjes weggegooid heeftmaar dan had u ze in ieder geval als gevonden voorwerp moeten aangeven. En hij wees op de strafbare gevolgen van het achterhouden van gevonden voorwerpen, die iederen be zitter van een kaartje moest treffen, als de aanklacht zou worden ingediend. Er bleef de toeschouwers dus niets anders over dan de entreeprijs te betalen. Daarmede was ook het doel bereikt, dat de komiek had voor gesteld en het gezelschap was gered. Doch in dienzelfden nacht verdween di recteur Alfredo Boldoni met zijn troep uit het stadje. Mij vreesde voor de gevolgen, als het uit zou lekken, dat de gemerkte en- treekaarten door zijn eigen leden dien mor gen op onopvallende manier rondgestrooid waren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 12