Vrouw Jacob
A.V.R.O.-Kalsnder
1937
SPORT
De Sans-Culotten
Boekhandel TRAPMAN
De Dierenwereld in
een Notedop
Boekhandel TRAPMAN
soon naar arrestantenlokaaï, aangezien
die sterk onder den invloed verkeerde. Dit
was niet naar den zin van den 24-jarigen
visscher Pieter Kr., en deze maakte 't den
agent dan ook danig lastig, zoo erg zelfs
dat Inspecteur Vrije, de man maar inre
kende. Het verzet werd echter heftig door
gevoerd en 't duurde lang, eer de man ein
delijk achter slot en grendel zat.
Heden moest hij zich verantwoorden voor
zijn onbehoorlijk optreden.
De Politierechter dacht dat verd. nog *n
blanco strafregisted had, maar inspecteur
Vrije, Wiens geheele optreden strikte plichts
betrachting uitdrukte, wist te vertellen, dat
verd. eenige weken terug wegens weder-
spannigheid was veroordeeld. Nu, toen was
de aardigheid er bij de heeren achter de
groene tafel heelemaal af en werd hij con
form den eisch opgeknapt met 1 maand
gev.straf. Nu wil hij z'n heil hoogerop zoe
ken.
van
INA BOUDIER—Bakker
is één der boeiendste
historische romans van
dezen tijd.
Verkrijgbaar in:
LAAN
SCHAGEN.
Uit onze Omgeving
W ARMENHUIZEN
NUTSAVOND
Zondagavond had in de zaal van den
heer Slikker de eerste Nutsavond plaats
uitgaande van de Mij. tot Nut van Alge
meen Dep. Warmenhuizen en verzogrd dooi
de tooneelvereeniging V.O.P. De opkomst
was nogal bevredigend.
De voorzitter den heer Swan opende deze
bijeenkomst met de aanwezigen welkom te
heeten en in het bijzonder de leden van
V.O.P., die dezen avond voor ons zullen
vullen. Spr. zette uiteen hoe en waarom
op de jongste algemeene vergadering was
besloten om van de leden behalve de con
tributie nog een kleine entree te heffen.
Hij hoopte dat de leden dit besluit kun
nen billijken. Wij zitten met onze vereeni-
ging zonder geld en zijn toch verplicht dit
seizoen iets te geven. Daarvoor was V.O.P.
bereid in samenwerking met Schagerbrug-
ger vereeniging een paar tooneelavonden te
geven tegen een vaste vergoeding.
Zeker zijn we van de zaak iets goeds te
krijgen. Hierna verklaarde voorzitter de bij
eenkomst voor geopend.
Door de tooneelver. werd opgevoerd „On
der één dak" tooneelspel in drie bedrijven
van J. Frabricius. Regie van den heer W.
Hartland uit Koedijk.
Direct van hets tuk kunnen we zeggen
„een stuk waar pit in zit". Het komt hier
op neer, oud en arm. De vrouw komt te
overlijden en de oude man die achter blijft
kan zich niet meer redden. Op moeders
begrafenis zal worden beslist wat met vader
moet gebeuren. De een voor den ander kan
niet veel missen en het bedrag was te ge
ring dat de oude van kon leven Toen werd
besloten hem onderling te gaan verloten,
iets heel minderwaardigs dus en een taf-
freel dat in dit stuk wel een beetje scherp
is uitgekomen.
Het lot viel op de onderwijzer, Jacob (een
zoon), den heer Jo Klant, dus vader zou
bij Jacob komen. Dat was een tegenvaller
want juist Jacob en zijn vrouw Antje (mevr
Vogelaar-van Driel) waren eigenlijk de on
ruststokers onder de familie en waren van't
kaliber, geen geld geen liefde en halen
wat er te halen is. Dit was niet volgens
hun leerstelling, zij waren streng orthodox
en de schijnheiligheid lag er bij hun cen
timeters dik op. Beiden hebben de rollen
goed gespeeld.
Wol ter (de heer P. Das) broer van Jacob
voerde een geweldige strijd, zijn beweging
en gelaatstrekken waren best. De strijd
waarmede hij hoopte om vader zijn laatste
dagen niet te laten verslijten in een wesj
pennest en de moeilijkheid om vader bij
hem zelf in huis te nemen, was, omdat
vader in onmin leefde met Dora de vrouw
van Wolter, (mevr. Speets Kuiper). De
oude man, een echte boerenstijfkop, mocht
Dora niet lijden. In zijn oog hoorde ze niet
thuis in het boerenland, volgens hem kon
zij een dusdanige huishouding niet waar
nemen Zij was te wereldsch zij was niets
(en wat was zij toch veel). Wolter zette dooi
en vader moest bij hem komen. Dit was
voor een oogenblikje want zijn stijve kop
wees dit niet en spuwde naar Dora en hij
vertrok weer naar zijn eigen woning, on-
de reen dak. Inmiddels .verschenen Jacob
en zijn vrouw ten huize van Wolters en
wenschten vader te spreken, zij wenschten
in het belang van „allen" moeders erfdeel
ten bedrage van f 200.- in contanten. Een
mooi stukje samenspel tusschen de man
van Antje, Jan den smid (den heer D.
Pastoor en Jacob..
Vooral het laatste bedrijf kregen we schit
terend spel te zien. De woordenwisseling
die ontstond tuschen den vader (den heer
Slikker) en den Zoon Jacob. Dat Dora met
haar spaarvarkentje kwam opdagen, ter-
wille van de oude man, die zoals ze wist,
haar zoo haatte, deze te sparen en aan Ja
cob zijn erfportie uit te keeren.
Tegen zijn geweten in, wat te hespeuren
was, wilde de oude nog niet de goedheid
van Dora bekennen. Voor haar eerlijke
openhartigheid moet ieder het opgeven en
ook hij buigt hiervoor tenslotte. Een tref
fend moment waarbij velen een traan pink
ten.
Keurig samenspel tusschen mevr. Speets-
Kuiper en den heer Slikker. Ook de rol van
notaris (den heer C. Barsingerhorn) was
in goede handen, evenzoo de rollen van
Liesbeth (mej. N. Barsingerhorn) en Antje
(mej. M. Mink Dd.) beiden dochters van de
oude. De rollen Waren heel goed verdeeld
en leverden dan ook een spelgeheel dat on
berispelijk was.
Een welkom
ST. NICOLAASGESCHENK
is dej
Verkrijgbaar voor f 1.in
LAAN.
SCHAGEN.
Den regisseur den heer Hartland hiervoor
dan ook een compliment.
Voorzitter sloot hiermede het officieele ge
deelte van deze bijeenkomst en dankte in
hartelijke bewoordingen hetgeen V.O.P.
heeft gepresteerd. Zij hebben ons een genot-
vollen avond verschaft.
ANNA VAÜLOWNA
R.K. Tooneel.
Zondagavond gaf de R.K. Heeren tooneel
vereeniging „Kunst na Arbeid" een uitvoe
ring in de Vlas en Korenbeurs. Opgevoerd
werd: „Elias weet het beter" een blijspel in
4 bedrijven.
De zaal was goed bezet. Allereerst richtte
Pastoor Van der Eem een woord van wel
kom tot de talrijke aanwezigen.
De hoofdpersoon in het stuk is Elias, een
sigarenwinkelier, die zich ten zeerste voor
effecten interesseert. Hij komt in kennis
met een employé van den bankier Living-
ston, die zich voor een zoon van laatstge
noemde uitgeeft. Deze wil met de dochter
van Elias naar Vancouver vertrekken. Elias
gaat op bezoek bij Livingston. Het bedrog
wordt ontdekt en Elias redt het leven van
Livingston. Nu weet hij op listige manier
een belooning los te trommelen. Als ze het
over het bedrag aan geld niet eens kunnen
worden, krijgt Elias een half aandeel in
10.000 American steels. In het 3e bedrijf
zien we de koersen stijgen .Elias stelt het
verkoopen uit. Als echter de koers op 62
staat, wordt er opgebeld. En de achterlijke
broer van Elias, Jankei geheeten, antwoordt
„Ja, zeker, in elk geval natuurlijk", waar
door de stukken toch verkocht worden. In
het 4e bedrijf is alles in de put, omdat de
koers gedaald is. Nu komt Livingston bin
nen, om 't aandeel in de winst van Elias
uit te betalen, en blijkt dus, dat Jankei de
situatie gered heeft. Het stuk werd zeer vlot
gespeeld.
Verschillende types waren zeer goed err
van de tooneelaanklceding was bijzonder
veel werk gemaakt.
Het publiek genoot en uitte z'n waardee
ring in een hartelijk applaus.
Na afloop bleef men nog eenigen tijd ge
zellig bijeen en maakte een dansje op de
muziek van den heer Polanes.
DE VERRICHTINGEN IN IA
De spanning blijft voortduren.
Algemeen was men van oordeel, dat de
strijd van O.S.V. 3 tegen Beemster lang
geen walk-over voor de Oostzaners zou be-
teekenen. En inderdaad konden de run-
ners-up het niet tot een overwinning bren
gen en moesten met een gelijk spel genoe
gen nemen (2
Z.F.C. 4 ging intusschen op het pad der
overwinning voort en klopte in het Sport
park Alcmaria 4 met 4—2: een lastige klip
was omzeild. Door deze overwinning staat
Z.F.C. 4 weer aan den kop en het dient ge
zegd, dat zij in deze competitie een goede
course loopt. Het schijnt technisch een
uitstekende ploeg te zijn, waarin eenige ge
routineerde rotten tooncn, het nog lang
niet verleerd te zijn. En waar nu een goede
kampioenskans bestaat, is de mogelijkheid
niet uitgesloten, dat men nog meer be
proefde krachten in den strijd zal brengen,
waarmee dan de papieren van de andere
candidaten, inzonderheid Bergen, belangrijk
zouden dalen.
C.S.V. boekte een succesje, door gelijk te
spelen tegen W.F.C. 4 (1—1). Het schijnt nog
steeds niet te willen vlotten met de Castri-
cummers, anders had dit partijtje toch
winst moeten opleveren.
Van Vrone tenslotte kunnen wij U weinig
goeds vertellen: met niet minder dan 6—1
werden zij op eigen veld in de pan gehakt
door Z.V.V. 3. Dat ziet er weinig hoopvol
uit! Zou de le klas Noordhollandsche nu
ook nog te zwaar voor jullie zijn, jongens?'
De stand ziet er nu als volgt uit;
Z.F.C. 4
6
5
0
1
26—13
10
Bergen 1
7
5
0
2
30—11
10
O.S.V. 3
7
4
2
1
23—17
10
Z.V.V. 3
8
4
0
4
29-29
8
Beemster 1
6
2
2
2
18—25
6
Alc. Victr. 4
6
2
1
3
18—22
5
W.F.C. 4
6
1
2
3
14—21
4
C.S.V. 1
7
1
2
4
15-19
4
Vrone 1
7
1
1
5
21-37
3
SCHAGEN 2 EN DE
SPORTERS WINNEN
De overigen komen er niet aan
te pas.
Schagen 2 en De Sporters zetten hun reeks
overwinningen voort; de Spartanen won
nen op eigen veld met 3—0 van Hollandia
van JO VAN AMMERS—Küller,
geniet de beste beoordeelingen van
intellectueeien, als Prof. Dr. H.
Brugmans, Dr. P. H. Ritter Jr., Ina
BoudierBakker e.a.
Het is een zeer boeiende historische
roman, een begeerlijk bezit.
Het is voorradig in:
LAAN. - SCHAGEN,
De bekende Inspecteur van Artis, dq
heer A. F. J. Portielje, verklaart:
Ziehier een boek over dieren, zooals
het in onze taal nog niet werd geschre
ven! Een overzicht van heel het die
renrijk, niet in den vorm van een;
schoolsche, feitelijke opsomming,
maar in korte, levendig en voor kin
deren begrijpelijk geschreven hoofd
stukkenMoge dit dierenboek,
frisch en leerzaam als het geschre
ven is, zijn weg vinden bij onze jon
gens en meisjes, maar ook bij hun
ouders en opvoeders.
Verkrijgbaar in:
LAAN. - SCHAGEN.
4, de intellectueelc ploeg te Broekerhaven
met 2—1 van Strandvogels. Wel geen royale
cijfers, maar de punten zijn binnen.
W.-Frisia 4—Oudendijk 1 5—3, en O.K.B.
1Hem 1 2—3, zijn min of meer verras*
sende uitslagen.
De stand is nu:
Schagen 2 8 7 0 14 32-14
Sporters 1 7 6 0 1 12 28—11
Hollandia 4 7 2 3 2 7 15—17
Hem 1 6 3 0 3 6 13—15
Sijbekarspel 1 6 2 1 3 5 11—17
Oudendijk 1 5 1 2 2 4 14—19
W.-Frisia 4 5 2 0 3 4 13-21
O.K.B. 1 8 3 0 5 6 19-20
Strandvogels 2 8 0 2 6 2 13—25
HOE HOUDT DIRKSHORN ZICH IN 3E?
Lang geen slecht figuur.
We willen deze weck eens een kijkje ne
men in de derde klasse E. de klasse waar
Dirkshorn lauweren tracht te oogsten.
De Schoorl-reserves sloegen Egmondsche
Boys 2 met 51, waardoor de laatsten nog
vaster op de onderste plaats werden gena-
geld.
Bergen 2 en M.E.V.O. 2 deelden de pun
ten aan de Kerkedijk (11), een uitslag,
die in de lijn der verwachtingen lag.
Ook Koedijk 2 en Vrone 2 konden geen
winst aan elkaar behalen; de uitslag was
33. De wedstrijd Alkmaar 3Dirkshorn 1
werd wegens de mist afgelast, waardoor de
mannen van Sloof dezen Zondag werkeloos
moesten blijven.
Uit het onderstaande standje blijkt dat
D.F.C. in de 3e klas best mee kan komen
en zelfs nog een zeer goede kans op de bo
venste plaats heeft.
Ursem 1
6
4
f
T
21—14
9
Alkmaar 3
5
3
2
0
16—8
8
M.E.V.O. 2
7
3
2
2
13—13
8
Dirkshorn 1
5
3
1
1
22—8
7
Bergen 2
6
2
3
1
20—13
7
Schoorl 2
6
3
1
2
17—15
7
Koedijk 2
7
2
2
3
15IS
6
Vrone 2
7
1
2
4
20—37
4
Egm. Boys 2
7
0
0
7
10—28
0
twintig uur achter de „Betty Bonn' aange
zeild heeft.
Beweert? Integendeel; naar mfln mee
ning zegt hij regelmatig de waarheid. Hfj
heeft inderdaad vier en twintig uur lang
achter de „Betty Bonn" gezeild. Laten wij het
kind precies bij zijn naam noemen: hy heeft
het vier en twintig uur lang achtervolgd.
Gedurende deze vervolging echter en dat
zal best vastgesteld kunnen worden zrjn
beide schepen zeker verschillende malen ge
zien, en waarschijnlijk ook aangeroepen. Als
nu nog bewezen zou kunnen worden, dat bjj
een aanroeping de „Betty Bonn' antwoord
gegeven heeft, dan was eenvoudig bewezen,
dat voor enkele uren der zoogenaamde „op-
Ibrenglng" nog menschen aan boord geweest
waren. Deze veronderstelling heeft de stuur
man dan ook al voorbereid. Terwijl de kapi
tein beweert, dat hg achter een verlaten schip
zeilde, vertelt de stuurman de geschiedenis
van de theekopje en geeft zelf toe, dat vol
gens zijn bevindingen, voor enkele minuten
nog menschen aan boord geweest moeten zijn.
Hm... en daar maakt gij uw gevolgtrek
kingen uit op?...
Ja. Of kunt gij u misschien indenken,
dat een handvol menschen alleen reeds op het
gezicht van een vreemd schip overboord
springen? Dat doen zelfs zieken en krank
zinnigen niet!
Was ik in het begin om zoo te zeggen aan
een zekere vertwijfeling ten prooi geweest,
hier met den Rijksadvocaat op een schoonen
Zondagmorgen mijn tijd te verbeuzelen, nu
kwam er langzamerhand iets over mij ik
moet het eerlijk toegeven mijn nieuwsgie
righeid was geprikkeld.
Ik nam dus opnieuw een sigaret, ging in
een gemakkelijke houding in mijn stoel zitten,
sloeg de beenen over elkaar en begon op
nieuw:
Wanneer ik u goed begrijp, meneer de
Rijksadvocaat, heeft volgens uw meening aan
boord van de „Betty Bonn' een misdaad plaats
gevonden, welke de verdwijning der beman
ning ten gevolge gehad heeft,
Trevor knikte.
Ik ging verder:
Goed. Maar dat kan toch nooit een reden
zijn om de bemanning van de „Frico" hun
bergloon te onthouden. Die hebben een zeker
gevaar getrotseerd, in ieder geval de moeit
genomen om schip en lading voor verlies te
vrijwaren en om het aan den rechtmatigen
eigenaar terug te kunnen geven.
Nu boog zich het roode hoofd met den wit
ten haardos opnieuw naar mij over en met
een gedrukte stem, alsof men iemand een
bittere waarheid toefluistert, zei hjj:
Vooropgesteld, dat de menschen van de
„Frisco" niet meer weten, dan zg loslaten.
Vooropgesteld, dat de bemanning van de
„Frisco" niet zelf schuldig is aan de verdwij
ning der bemanning van de „Betty Bonn",
Dit antwoord verraste m\j niet. Luchtig
wierp ik er dus tusschen:
Hebt gij gegronde reden voor deze ver
denking
Reden?
Trevor schudde het hoofd als een veront
waardigde schoolmeester.
Deze kapitein Spurling heeft beslist
geen zuiver geweten.
Ik viel hem wederom in de rede:
Dat is per slot van rekening geen reden,
maar hoofdzakelijk een verdenking. Als ik
Sprling zou moeten verdedigen maar hij
is trouwens niet eens aangeklaagd.
Maar dat wordt hij vast en zeker.
Nu goed dan, dan zou ik het volgende
te berde brengen: mijn heeren, het geweten
van den heer Spurling is volkomen in orde.
Hg is een bekwaam gezagvoerder. Zijn boe
ken zijn tot den laatsten dag volkomen in
orde. Hg heeft alles wat de „Betty Bonn' be
treft, nauwkeurig verantwoord. Hij heeft
zelfs de kleine som geld, die op het beschre
ven blad papier lag, geheel afgerekend.
Wederom viel Trevor mg in de rede: om
dat het te weinig was. Ondanks die paar dol
lar geen rol speelde in verhouding tot de
vier duizend pond, dat is 100.000 frank, die
hg denkt te ontvangen. Ik laat me niet van
de wijs brengen. Niet?
Peinzend keek ik den rook van mijn siga
ret na.
Gij neemt dus reeds van te voren als
vaststaand aan, dat Spurling misleiden wil,
dat hij een bepaalde reden heeft, anderen zand
in de oogen te strooien. Naar mijn meening
kan dit toch eerst pas door het onderzoek
bewezen worden.
Trevor bewoog zijn handen nerveus.
Ik zal eenvoudig de schuld van Spurling
bewijzen.
Geïnteresseerd keek ik op.
Waarom juist Spurling's schuld? Hij
probeerde zijn stem een vasten klank te
geven.
Omdat ik daarvan overtuigd ben.
Ik sprak hem tegen:
Omdat ge meent, ervan overtuigd te zijn.
Nog eenmaal verzette hij zich:
Is dat eigenlijk niet hetzelfde?
Ik probeerde voorzichtig hem tot andere
gedachten te brengen en zei gedempt:
Dat geloof... ik niet. Want... neem me
niet kwalijk, wanneer ik het zoo maar... zon
der doekje om te winden zeg: Het komt mij
voor: dat gij daarvan overtuigd wilt zijn...
Hij stoof niet op. Hij verdedigde zich niet.
Hg wees mij niet de deur.
Best mogelijk hoorde hij mijn beschuldi
ging, maar hg was er zich niet eens meer
van bewust. Hg zag alles slechts uit zijn oog
punt, dit wil zeggen: het beeld, dat hij zich
ervan gemaakt had. Alle waarschuwingen,
mogelijkheden, drongen niet eens meer tot zijn
hersens door.
Hij hield zijn hoofd grimmig tusschen de
schouders verborgen en mompelde maar wat
voor zich uit. Men kon het hem aanzien. Men
kon duidelijk zien, waaraan hg dacht. Zijn
idee-fixe had volkomen bezit van hem ge
nomen en was op hem ingevreten als roest.
Zulke menschen zijn niet toerekenbaar meer.
Gelooft gij niet...?
Dit was het einde van een lange gedachten-
reeks, dat hij plotseling uitstiet Hij richtte
zich op als iemand die vastbesloten is. Hg
moest zich uitspreken. Het brak uit hem los.
Verdenking na verdenking, reden na reden,
waarvan vele zeer zeker een mogelijkheid be
zaten, doch die echter vooreerst slechts in
zijn verbeelding bestonden.
Hij klemde zich er aan vast, zooals anderen
zich aan liefde of aan wraak vastklemmen,
blind en zinneloos. Zijn handen vlogen over de
tafel heen en weer. Plotseling hield hij mij
een papier voor de oogen. Het was wederom
het dagblad met het blauw-omstreepte artikel.
Hier! Hier! De lijst van aangekomen
schepen van de 16e. Wat staat daar? De
„Oostersche" brik „Betty Bonn"! Wie heeft
dat opgegeven? Kapitein Surling. Kende hij
de nationaliteit van het schip? Zeker! „Betty
Bonn" New-York, stond groot en duidelijk op
den zijwand. Hij heeft het zelfs door zijn
verrekijker gelezen!
Waarom geeft hg een valsche nationaliteit
op? Waarom zijn de scheepspapieren niet te
vinden? Ik zal het u zeggèn: omdat hg eige
naar en verscheper verdonkere manen' wil. Op
zee gevonden goed, waarvan de eigenaar zich
niet of niet op tijd meldt, vervalt aan der
berger. 378.000 frank van den heer Spurling!
Dat was wat!
Hij heeft zich later bedacht en de nationali
teit van het schip als Amerikaansch aange
geven. Maar waarom?
Omdat hij bang geworden was voor zijn
eigen vermetelheid. Of omdat het hem niet
gelukt is alle kenteekenen van herkomst der
„Betty Bonn" te laten verdwgnen.
En de ontdekking zelf? 4 December 10 uur
's morgens, ontdekte Spurling voor de eerste
maal de „Betty Bonn".
Oogenschijnlrjk verlaten. Maar waren er
werkelijk geen menschen meer aan boord
Gelooft gij werkelijk dat een schip meer dan
24 uur lang zonder eenige bemanning kan
zeilen, koers houden en zelfs van zijn achter
volger wegloopt, zonder dat er iemand aan
het roer staat?
Naturlgk waren er menschen aan boord.
Die drie menschen, waarvan de theekopjes ge
vonden zijn door den sturman. Deze geschiede
nis van de vinger in de kopjes steken om te
voelen of het warm is, kan zoo maar niet uit
den duim gezogen zijn, die is echt. De men
schen waren er werkelijk en dronken thee.
En waar zgn zjj nu? Over boord, Over
boord gegooid!
De heer Spurling had lang genoeg achter
de „Betty Bonn" aangezeild om na vier en
twintig uur te kunnen weten: daar zijn nog
drie man aan boord. De hemel weet waarom
slechts drie man. Maar die drie man zijn vlug
uit den weg geruimd. Zeerooverij is het! Ge
woon zeerooverij en moord!
En u de vraag, die ook Spurling zich wel
gesteld zal hebben: waarom maar drie man?
Ook dit is klaar als een klontje. Denk maar
eens even aan het scheepsjournaal der „Betty
Bonn", dat Spurling misschien door een toe
val niet vernietigd heeft. Van New-York tot
de Azoren, van 7 November tot den 24en
November, dat beteek ent dus 17 dagen. In
die 17 dagen maakt de kapitein 7 aanteeke-
ningen in het journaal.
Maar van de Azoren tot het ontdekken van
het schip, dus van 24 November tot den Ben
December, dat wil dus zeggen de laatste elf
dagen, maakt de kapitein er geen enkele
meer.
Omdat de kapitein er niet meer was. Om
dat het dus niet meer kon. Die drie man, die
sinds 5 December verdwenen drie man van
de „Betty Bonn' waren zelf al zeeroovers en
moordenaars. Die hadden zelf hun kapitein
en officieren al overboord gegooid en waren
nu met hun buit op de vlucht. Dat is ook
de reden waarom zij op 4 December geen
teeken van leven hebebn gegeven, niet ge
antwoord hebben, toen Spurling ze aanriep.
Ze dachten natuurlijk dat de „Frisco" hun
voorbg zeilen wilde, maar wisten niet, wat hen
te wachten stond, wie reeds zijn klauwen naar
hen uitstrekte.
Trevor was in een ongeloofelijke opwinding
geraakt. Hij was opgesprongen. Met zijn iet
wat te korte beenen liep hg in de kamer op
en neer.
Hij balde de vuisten, alsof hg mij ieder
woord in mijn hersens wilde hameren.
Ik begreep zoo goed, wat in hem omging.
Hij had al dien tijd, dien hij nu in Gibraltar
was, als 't ware op de loer gelegen naar een
„groot geval", had zijn verlangen naar daad
werkelijkheid met geweld bedwongen en brak
nu los met een niets ontziend geweld. Hij was
een van die menschen, die door den band niet
zoo geweldig actief zijn, die echter, wanneer
men ongediciplineerde fantasie zich eenmaal
baanbreekt, zich wild gedragen en in blinde
woede met den kop tegen den muur rennen.
Hierbij kwetsen zij nooit den muur, doch
meestal zichzelf.
Maar in ieder geval wil ik hier niet ont
kennen, en ik was mij dat in die oogenblikken
ook wel bewust, zijn voorstelling van zaken
betreffende de „Betty Bonn" en de „Frisco"
hadden zonder eenigen twijfel wel reden van
bestaan, in ieder geval gaven zij den leek,
d.w.z. den niet-zeeman een antwoord op de
vragen, die zij zich na lezing van het Protocol
van de Admiraliteitsrechtzitting aan hen op
drongen.
De „Betty Bonn" was den 7den November
van New-York gezeild. Ergens op de vaart
tusschen het Amerikaansche vastenland en dei
Azoren was een muiterij uitgebroken.
De meeste leden der bemanning waren
daarbij gedood en overboord gesmeten be
halve eenigen, die wellicht de aanstokers van
de muiterij geweest waren.
Deze drie, vier overlevenden hadden het
schip als hun buit beschouwd en getracht er
mee te vluchten, om het te verkoopen of mis
schien alleen maar om zich aan de vervolging
te onttrekken.
Vijf dagen later dan de „Betty Bonn" was
kapitein Spurling met de „Frisco" van New-
York gevaren. Op 4 December had. hg tus
schen de Azoren en de Spaansche kust het
verlaten schip aangetroffen, was er zeker een
negenentwintig uur lang achter blijven zeilen
en had gedurende dit tijdverloop kunnen vast
stellen niet alleen dat daar op het schip nog
maar drie man aanwezig waren, maar ook dat
deze drie gegronde redenen hadden onzicht
baar te blijven. Dit had hem op de gedachte
gebracht deze menschen volledig in de ge
legenheid te stellen te verdwijnen, als het
moest; zelfs met geweld. Om die reden had
hij de „Betty Bonn" „bezet" of laten bezetten,
de nog overlevenden uit den weg geruimd, om
het schip als „ronddrijvend" te kunnen op-,
brengen om zelfs het bergloon te verdienen.
Een tijdlang, zelfs nog tot de aanmelding op
het havenkantoor te Gibraltar, heeft hij vaag
de gedachten gehad de herkomst der „Betty
Bonn" geheim te houden of te verwisselen om
gelijkertijd de gezamenlijke verkoopwaarde
van het schip en lading te kunnen opstrijken.
Misschien waren de muiters hem hierin al
vooruit geweest. Maar dit was hem toch te
gevaarlijk of onuitvoerbaar voorgekomen, zoo-,
dat hij dit bij de behandeling der bergloon-
kwestei wederom veranderd heeft.
Zoo had deze geschiedenis zich in het hoofd
van Trevor vastgezet.
En' hoe avontuurlijk ze op het eerste gezicht
ook mocht schgnen, ik moest toegeven, dat
deze voorstelling niet zonder indruk op mij
bleef.
(Wordt vervolgd.)