ivfourtnit Ontwikkeling!! Minister Oud vijftig jaar Nederlandsch Indië verdeeld Alleen maar sensatie? DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER De indruk PUROL tusschen Duitschland en Japan 1 over het accoord Buiienlandsch Overzicht Een der meest prominente figuren van ons openbare leven DONDERDAG 26 NOVEMBER 1936. 80e Jaargang. No. 10123. Uitgave der N.V. v.h. Trapman Co. Schagen. OPZIENBARENDE ONTHUL LING OMTRENT EEN BIJBE HOOREND GEHEIM PROTO COL VAN HET DUITSCH-JA- PANSCH VERDRAG. LONDEN. De diplomatieke redacteur van de „Evening Stan dard" beweert uit goede bron bijzonderheden te hebben ver nomen over een geheim protocol, dat als annex zou zijn toege voegd aan het nieuwe Japansch- Duitsche verdrag. Dit protocol, zoo schrijft hij, verdeelt Nederlandsch Oost-In- dië in Japansche en Duitsche be langensferen en regelt de kwes tie van de eilanden in den Stil len Oceaan, die hebben toebe hoord aan Duitschland en ge plaatst zijn onder Japansch man daat. Duitschland zou afzien van alle rechten op de Mariannen, de Carolinen en de Marshal eilanden, d.w.z. op alle gebie den in den Stillen Oceaan, die gelegen zijn ten Noord-Westen van een lijn, die loopt door de Java, de Soenda-, de Banda- en de Arafoera-zee. Deze lijn moet dan ook de respectieve economi sche belangensfeer van Japan en Duitschland in Nederlandsch Öost-Indië aangeven, waarbij Borneo en Celebes door het proto col als onder Japansch en in vloed liggende erkend worden en Sumatra en Java onder Duitschland's invloed worden verklaard. In hetzelfde artikel wordt er den nadruk op gelegd, dat de door Nederland gevoerde open-deur-politiek in Nederlandsch Oost-In- dië alle vrijheid laat voor buitenlandsche penetratie. De „Evening Standard" maakt verder bekend, dat Dr. Schacht een plan zou heb ben opgesteld, waarin voorzien wordt in de economische penetratie door middel van Duitsche firma's, die te Amsterdam werken in overeenstemming met het Nederlandsche recht en die rubberplantages exploiteeren voor Duitschland, terwijl in dit plan ook voorzien zou worden in het instellen van Duitsche kolonisatiecentra. Het blad schrijft tenslotte, dat de nationaal-socialistische pro paganda zeer actief is onder de Nederland sche bevolking in Indië, teneinde haar voor te bereiden op een eventueele Duitsche over- heersching. Naar aanleiding van het hier naast afgedrukte bericht van de „Evening Standard" in zake een geheime clausule in het Duitsch- Japansche verdrag, nopens Neder- landsch-Indië, wijzen wij er op, dat het Londensche blad deel uitmaakt van de sensatie-pers van Lord Beavenbrook, in Nederland beter bekend dor de „Daily Express", waarvan de „Evening Standard" de avond-uitgave is. Lord Beavenbrook voert op eigen hand een imperiale politiek, waar in stemming'makende geruchten als deze passen. Meer dan de gebruikelijke reserve tegenover dit bericht is in elk ge val zeker geboden. je, voorzoover het een toeneming vertoont van het systeem van tegenover elkander staande ideologische kampen, hetgeen in strijd is met de Britsche politiek. in slagen de heeren in Moskou en elders te doen gelooven dat het thans afgesloten ver drag niet tegen de Sovjet-republiek is ge richt, maar tegen Rusland's troetelkind, de Komintern. Theoretisch moge daar verschil tusschen bestaan, in wezen zijn beiden één en ondeel baar en daarom is het gevormde Duitsch— Japansche front wel degelijk tegen Rusland als communistische staat, gericht. Be indruk in Engeland. In Britsche kringen gaat de argwaan ten aanzien van het Japansch-Duitsche accoord verder dan alleen de gepubliceerde bepalin gen. Het accoord zou wel eens kunnen lij ken op een ijsberg, aldus denkt men, die meer onder water verborgen houdt dan er boven uit laat steken. Intusschen hebben welingelichte kringen geen bevestiging verkregen van de in de dagbladen verschenen berichten, die spra ken over een defensief militair bondgenoot schap. Zij zijn echter geneigd geloof te slaan aan de berichten omtrent een overeenkomst tot ruil van Duitsche wapenen tegen Japan sche grondstoffen. Verder spreekt men de meening uit, dat de gepubliceerde bepalingen geen wijziging brengen in den tegenwoordigen toestand. Men vindt, dat het hier gaat om een ver klaring uit politieke overwegingen. Toch is het accoord niet gewild in Groot-Brittan- Verbazing en critiek te Londen VERBAZING EN CRITIEK TE LONDEN. BEVAT HET EEN GEHEIM PROTOCOL? CHINA VERONTRUST. Elders in dit nummer vindt men de be palingen afgedrukt van een DuitschJa pansch verdrag dat neerkomt op de vor ming van een anti-communistisch front. Met nadruk wijst een Japansch commu niqué er op, dat deze overeenkomst niet is gericht tegen de Sovjet Unie, als Russische staat, maar tegen de Komintern als wereld organisatie van het internationale commu nisme. Het is zeer de vraag of men in het buiten land dit verschil wel goed zal aanvoelen. Evenmin als het Japan gelukt is om de wereld wijs te maken dat er verschil be staat tusschen zijn eigen politiek en die van zijn vazal Mandsjoekwo, evenmin zal hij er Verbazing en critiek. De plotselinge onderteekening van het Duitsch-Japansche verdrag heeft te Londen verrassing gebaard en hoewel men het ernstig critiseert, schijnen Britsche diplo matieke kringen niet geneigd te zijn er groote beteekenis aan te hechten. Inderdaad heeft men gevreesd dat de overeenkomst militaire clausules bevat, doch deze interpretatie bestaat niet alge meen en Britsche kringen zijn over het al gemeen van opvatting, dat men er veeleer een psychologische dan practische ma noeuvre in moet zien. Zelfs indien het doel van het pact slechts zou zijn een ideologisch anti-communistisch blok te schep pen, zonder Rusland als staat te bedreigen, zou dit pact niet als minder schadelijk moeten worden beschouwd. Von Ribbentrop's medewerking gelaakt. De deelneming van v. Ribbentrop heeft 'n slechten indruk gemaakt, daar hij ambas sadeur is bij een regeering, welke zich te gen ideologische kruistochten verzet. Men betoont zich verrast dat v. Ribbentrop niemand kennis heeft gegeven van de reden voor zijn reis naar Berlijn. In dit verband is van beteekenis het antr woord van de chef voor de Buitenlandsche persdienst Boetticher, die op een vraag van een buitenlandsche journalist, waarom von Ribbentrop het verdrag had geteekend, ant woordde: „Von Ribbentrop strijdt als alle Duitschers tegen het bolsjewisme en hij heeft namens den „Fuehrer' de onderhande lingen met Japan gevoerd \w De Indruk In China. Uit Sjanghai wordt geseind, dat de onder teekening van het DuiuschJapansche ac coord nog geen officieele reacties heeft ge wekt tengevolge van het late uur, waarop het feit bekend werd. Politieke kringen echter zijn van meening, dat dit accoord een meer gevaarlijken toe stand in het leven roept voor China, aange zien het Japan in staat zal stellen snel zijn bewapeningen te moderniseeren. Zij leggen er den nadruk op, dat China zal weigeren in te gaan op een ChineeschJapansche samen werking tegen het communisme, ondanks den aandrang van Japan, aangezien China van meening is, dat aanvaarding daarvan een vijandige houding jegens Rusland zou j insluiten en zou kunnen leiden tot een ge bruik van het Chineesch gebied door het Ja pansche leger in een eventueele samenwer king tegen de Sovjets. Dèt, wat een man vooruit brengt dat, waardoor een vrouw over een en ander mee kan praten dat, waardoor kinderen een voorsprong krijgen op hun ka meraadjes, dat geeit U de radio. Onthoudt Uzelf de ontwikke ling en de vreugde die een aan sluiting bij de Radio-Centrale U geeft, toch niet langer. Het kost slechts 50 cent per week. Radio-Centrale H. WULEMSE W. v. Beyerenstraat C 41 - Schagen AARDSCHOKKEN IN HET GETEISTERDE DEEL VAN HONDO. lil het district Osaroesawa op Hondo, dat onlangs geteisterd werd door ernstige over stroomingen, heeft men vijf aardschokken van vrij groote kracht gevoeld. De verschrik te bevolking die vreesde dat de stuwdam, welke het vorige ongeluk heeft veroorzaakt, opnieuw zou bezwijken, vluchtte naar een veilige plaats. Intusschen heeft de plaatselijke politie be sloten over te gaan tot arrestatie van de be drijfsleiding der kopermijnen, die verant woordelijk gesteld wordt voor de ramp. INVASIE VAN GIFSLANGEN IN LITAUEN. Kaunas (Litauen). In Iitauen heeft zich plotseling een gifslangenplaag doen gevoe len. Alleen reeds gisteren zijn 40 dezer dieren gevangen. Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen Doos 30 cent Bij Apoth. en Drogist DE STRIJD TEGEN HET COM MUNISME. HET JAPANSCH- DUITSCHE ACCOORD ONDER TEEKEND. HET ZAL NIEUWE VERBITTERING SCHEPPEN. Gisterenmiddag is het verdrag tusschen Duitschland en Japan, tegen de communisti sche internationale, onderteekend. Elders in dit blad vindt men de tekst er van. Het beteekent dus een aanvang van den openlij ken strijd tegen het communisme, al be stond deze in wezen natuurlijk allang. Dit openlijk zich uitspreken echter zal in Sow- j et-Rusland verbittering wekken en we heb ben meededeeld, dat het tot rancune maat regelen besloten heeft, in verband, met het niet onderteekenen van het visscherij-ver drag met Japan. Het wordt een positieve strijd, want, zoo zegt het eerste artikel: de verdragsluitende partijen komen overeen, elkaar op de hoogte te hou den van de actie van de communis tische internationale, te overleggen over de noodzakelijke afweermaatre- gelen en die maatregelen in nauwe samenwerking ten uitvoer te leg gen. En in het aanvullend protocol wordt nog gezegd, dat een permanen te commissie benoemd zal worden en in deze commissie zullen de ver dere noodzakelijke afweermaatrege- len besproken worden ter bestrij ding der ondermij ningsarbeid van de communistische internationale. De vraag is, hoe zal Rusland nu op deze actie reageeren. Het is wellicht te verstandig om groot rumoer te maken, maar het zal zeker zijn tegenweermaatregelen treffen en daardoor kon het zijn, dat de scanning tus schen beide landen tot het kooKpunt stijgt. Aan den anderen kant van Rus land houdt Japan de wacht en de Sowjetregeering zal daarom zeer voorzichtig dienen te zijn, omdat het oogenblikkelijk tegenover twee ster ke fronten komt te staan. Over den strijd om Madrid valt weinig nieuws te vermelden. Generaal Franco heeft nog steeds zijn hoop niet in vervulling zien gaan dat hij Madrid „binnen enkele dagen'* in bezit zou nemen. De strijd duurt nu al eenige weken en nog is het einde niet te zien, want 't blijkt wel uit alles, dat de militaire organisatie van de regeering uitstekend is. Vele Russische officieren schijnen de leiding daarvan in handen te hebben en men strijdt met den moed der wanhoop, om geen terrein te verliezen. Zooals we gisteren schreven, huis voor huis en straat voor straat moet veroverd worden. Ieder huis is herschapen in een vesting en iedere straat is een bolwerk dat genomen moet worden. Het kan op deze wijze nog lang duren voordat de beslissing valt. Onze parlementaire medewerker schrijft ons: De sedert medio-'33 voor het schelle po litieke voetlicht getreden mr. P. J. Oud, van '17 tot '33 Tweede Kamerlid en daarna minister van Financiën, wordt op 5 De cember a.s. vijftig jaar. Op een leeftijd, welke juist boven de mi nimum-grens, in de Kamer gekomen, ver liepen bijkans twintig jaren, waarin mr. Oud zich met de eminente krachten, welke in hem schuilen, wijdde aan de behartiging van 's lands hoogste belangen, eerst als Volksvertegenwoordiger, daarna als raads man der Kroon. Zijn scherp verstand, zijn enorme kennis van het financieele Overheidsbestuur en de daarmee verwante belasting-technische aan gelegenheden, zijn onbetwistbare gave om ook de ingevvikkeldc.ee, lastigste vraagstuk ken en problemen glashelder te belichten en voor den outsider duidelijk te maken, zijn puntige gevatheid in het politieke de bat, zijn strijdvaardige kracht op het terrein der verdediging van eigen beginse len, dit alles deed mr. Oud behooren tot de prominente figuren van ons openbare leven. Toen ctr. Colijn na de verkiezingen van '33 stond voor de aartslastige vraag, wie tot het bestier der Rijksfinanciën diende te worden geroepen, viel zijn keuze op het destijds zeven en veertigjarige Kamerlid Oud. Men noemde dat toen wel „een bui- tengewoon-handige zet"! Niet alleen, omdat de gloednieuwe Excellentie zoo'n „kraan" mocht worden genoemd, een man, die door' noeste werklust via eind-examen H.B.S., notarieel- en Staatsexamen en universi taire studies in hoofdzaak temidden van zijn inspannende functies als surnume rair aan Financiën (Z. Exc. was o.a. als ontvanger van het dienstvak Texel werk- Minister Oud zaam) zich een groote intellectueele bagage had verworven, maar wijl een Vrij zinnig-Democraat als beheerder onzer schat kist minder aan fele critiek bij het nood zakelijke bezuinigingswerk zou blootstaan dan een figuur uit andere gelederen. En speciaal wist men, hoe Mr. Oud in al lerlei kringen des lands (ook die, welke vér buiten zijn politieke sfeer liggen) vertrouwen genoot, welke hij had weten deelachtig te worden door zijn fiks en kernachtig optre den bij de behandeling van vele diverse za ken in het Parlement, hoewel de heer Oud zich bij voorkeur bezig hield met financieele aangelegenheden. Menige minister van Fi nanciën zal zich wel eens niet op zijn gemak hebben gevoeld, als hij „te doen" kreeg met den afgevaardigde, daar, op de banken der linkerzijde, die, het woord krijgend, veer krachtig pleegde op te springen, als hem 't woord werd gegeven, om dan met zijn wat „jongensachtig"-hoog stemgeluid, dat echter kon en nog kan! schallen van veront waardiging, haarfijn en scherp het ontleed mes te zetten in den gedachtengang van den opponent. „Hatelijk" werd het Kamerlid Oud nooit, daarvoor bezit hij een te rondborstig, te nobel karakter, maar wèl kon zijn woord striemend, buitengewoon-„ongemakkelijk" zijn! Zooals reeds gezegd, dr. Colijn deed zijn „handige zet" en koerste met zijn Schip van Staat, dat immers ter dege een „groote beurt" van noode had!, en met naast zich aan het roer het ex-Kamerlid, tot een der hoogste waardigheden des lands geroepen, naar de veilige haven, welke de premier had uitge kozen en die evenzeer het doel was geworden van den „tweeden man" aan het stuur. Nog zie ik zoo duidelijk voor mij het mo ment, waarop het pas benoemde „Crisis-Ka binet" zich aan de Kamer kwam voorstellen. Er waren maar enkele „nieuwe gezichten" onder het ministerieele gezelschap, de meeste hadden, óf als Kamerlid, óf als minister, reeds lang den „politieleen doop" doorstaan. Maar toch waren zij die pas van de banken der afgevaardigden naar het hooge gestoel te der eere overstapten, wel degelijk onder den indruk van het gebeuren, en onder hen schuilde ook Mr. Oud. Zijn gelaat was bleek, zijn bewegingen wat zenuwachtig, zijn han den speelden nu en dan met een zakdoek. Wat zal er zijn omgegaan in den „Pur- merender jongen", die oorspronkelijk be stemd scheen voor de ambtelijke regionen, doch wiens kranig figuur, reeds in de schoolklas, andere perspectieven kon doen vermoeden? Het is gebleken, dat dr. Colijn zich in de keuze niet vergist heeft. Zijn trouwe, on vervaarde „schiltknaap" ging den strijd manmoedig tegemoet en wat men ook van het regime Colijn-Oud zeggen moge, nie mand zal willen ontkennen dat beide man nen „als leeuwen" gestreden hebben, tegen een steeds wassenden stroom van moeilijk heden en bezwaren en critiek, zich niet bekommerend om „impopulariteit' volks gunst of wat dies meer zij Als minister heeft mr. Oud ongetwijfeld op zeer gelukkige wijze met de Kamer sa mengewerkt, het kwam zelden tot groote moeilijkheden en nooit tot een bepaald-vin- nigen strijd. Nu kon de bewindsman over Financiën zich veelal buiten den directen grooten politieken strijd in de Kamer hou den, niet, omdat zijn aandeel in de Regee- ringspolitiek van minder gehalte zou zajn, maar wijl zijn departement de groote vraag stukken niet rechtstreeks behandelt, hoewel de „Kneuterdijk" de onmisbare „zenuw knoop" van het gansche Staatsbeleid mag worden geacht. Met die „groote vraagstukken" bedoel ik natuurlijk de zaken omtrent industrialisatie werkloosheid, handelsverkeer. Want het jaarlijksche streven naar begrotingseven wicht de loodzware taak van den finan- cieelen opperbeheerder! behoort tot de allergewichtigste zorgen van het Staatsbe stuur. Een en ander wil echter niet zeggen, dat Minister Oud in de achter ons liggende 3M jarige periode nimmer in de Kamer ver scheen ter verdediging van een zeer belang rijk wetsontwerp, men denke slechts aan de omzetbelasting-materie. De recente monetaire maatregelen brach ten mr. Oud weer eens in het middelpunt aller aandacht en het feit, dat zijn korte lings uitgeschreven Staatsleening zoo schit terend slaagde, was voor den bewindsman een groote voldoening. Z.Exc. was steeds toonbeeld van eenvoud en echte, ongekun stelde bescheidenheid (dit niet te verwarren met bedeesdheid), maar bij de j.1. algemee- ne beschouwingen in de Tweede Kamer kon de heer Oud zijn lust om toch even op dit werkelijk voor hem zeer verheugende feit te wijzen, niet onderdrukken, uitroepend, dat de regeering zich de eer van deze vruch ten nu eens niet liet ontrooven, „of men het onbescheiden vindt, of niet!" Mannen als mr. Oud vormen een sieraad van den Nederlandschen stam, zij schragen de gemeenschap door hun sterk verantwoor delijkheidsbesef, door hun onversaagdheid bij den strijd om hooge goederen. Twintig van zijn levensjaren heeft de welhaast vijf tig-jarige mede-leider van het Nederland sche volk gegeven voor de behartiging der hem toevertrouwde algemeene belangen. Zijn nog niet zoo heel lang geleden nog kastanjebruine kroesharen zijn snel vergrijsd en men kan er zeker van zijn, dat de on- eindigde reeks schier onoverkomenlijke moei lijkheden, onoplosbaar-lijkende problemen, welke zijn ministerieel pad pijnlijk door kruisten, niet „vreemd" zijn aan dit ver schijnsel. Maar dat wil niet zeggen, dat de a.s. jarige reeds iets zou hebben ingeboet van zijn jeugdige veerkracht, van zijn lust tot werken en bestieren! Mr. Oud is nog in de volle kracht zijner jaren en met recht mag van dezen kranigen, fermen vaderlan der nog alle goeds voor ons gemeenebesi worden verwacht!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 1