De oude commode De a*s* tocht van de „O XVI' Onderhoud met prof, Vening Meinesz Het a.s. vorstelijk huwelijk geregeld Bijna een misdrijf Dubbel auto ongeluk te Laren Spelling 1936 blijft Een ontslagkwestie Rioolgassen ontploft Vrijdag 27 November 1936.Tweede blad Groote medewerking van de Nederlandsche marine, voor wie de geleerde vol lof is. Amersfoort, "26 November In „De Bremberg", zijnp rachtig gelegen woning aan de Potgieterlaan, heeft prof. dr. Ir. F. A. Vening Meinesz ons het een en ander verteld naar aanleiding van den tocht, dien hij met Hr. Ms. „O XVI" in de eerste maanden van het nieuwe jaar op den Atlantischen Oceaan zal maken Gezeten in zijn ruime studeerkamer, wel ke uitziet op de Geldersche vallei, heeft de geleerde ons verhaald van de reizen, die hij aan boord van onderzeeërs in de afgeloopen jaren in dienst van de wetenschap heeft ondernomen en ons bo vendien enkele bijzonderheden medegedeeld over zijn wetenschappelijken arbeid. „Uw hoeveelste reis wordt dit, professor? Een glimlach. „Dat kan ik niet zoo dadelijk zeggen. Maar laat eens kijken: In 1923 ben ik met m'n „onderwatertochten" begonnen. U moet weten, dat het uiterst bezwaarlijk is. zwaartekracht- onderzoekingen te land te verrichten. Dat geldt in het bijzonder voor een groot deel van Nederland, wear de bodem daarvoor te „slap" is en te veel beweegt.. Gewone schepen zijn er evenmin toe geschikt, omdat zij eveneens te zeer aan beweging onderhevig zijn. Bij een on derzeeboot vervalt dit bezwaar weliswaar niet geheel, maar dan toch voor een groot deel. Vandaar, dat ik de laatste jaren steeds van duikbooten gebruik heb gemaakt". „Maar om op mijn zeereizen terug te komen. In 1935 trok ik er op uit met de „K II" waarvan destijds gezagvoerder was kolonel Doorman, de tegenwoordige com mandant van den onderzccdienst. De com mandant van de „O XVI" luitenant ter -zee, C. J. W. M. Waning, was toen jongste oficier a.b. van de „K. II"De boot was op de uitreis naar Indië en de tocht heeft waar devolle resultaten opgeleverd". „Enkele jaren late rwas er een nieuw toestel voor zwaartekrachtmetingen gecon strueerd en de marine- autoriteiten ver klaarden zich dadelijk bereid, mij in de ge legenheid te stellen, het te beproeven. Dat gebeurde in 1935, op de „K. XI", die ook op de uitreis naar onze Oost was. Dien tocht maakte ik echter slechts mee tot Port Said". „Een jaar later ging ik met de „K XIII" via het Panamakanaal naar Indië. Niet minder dan 6 V* maand duurde de reis." „In 1928 onderzocht ik, op uitnoodiging van het Carnegie Institution, aan boord van een Amerikaanschen onderzeëer, de „S. 21" de West-Indische wateren. In 1929 en 1930 maakte ik drie reizen door onze Oost, in 1931 ging ik met de „O XII" de Noordzee op en in de eerste maanden van het volgende jaar met de „S 48" weer een Amerikaansche „Schuit" naar West-Indië In den Zomer van 1932 ging het met de „O XII" naar de Azoren Madeira, enz. en in den winter van 1933 met een Fransche boot naar de Middellandsche zee. Dezen laatsten toch maakte ik mee om een colle ga in te werken. En toen kwam de tocht met de K XVIII waarover ik u wel niet veel meer zal behoeven te vertellen." „Het toestel, professor, dat u gebruikte..." „Dat was een slingerapparaat. Maar niet zoo een als men vroeger had, met één enke ten slinger, maar met meer slingers, waar door alle bijkomstige effecten worden ge ëlimineerd. U begrijpt, hoe noodzakelijk dat is, want de slingeringen zijn vaak bui tengewoon gering." Het apparaat, waarvan hier sprake is, is 'door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen en vervaardigd door den chef-instrument- Gisteren zijn uitgegeven: Staatsblad no. 1, wet van 24 November 1936, houdende -goedkeuring van het huwe lijk van H. K. H. Prinses Juliana en rege ling van de toelating van getuigen bij de voltrekking van dat huwelijk, alsmede van eenige gevolgen van deze echtverbintenis. Staatsblad no. 2, wet van 24 November 1936, houdende naturalisatie van Z. D. H. Prins Bernhard van LippeBiesterfeld en re geling van eenige gevolgen dier naturalisatie. Prins Bernhard bij de huzaren. Als zeker kan nu wel worden aangeno men, dat Prins Bernhard nog vóór zijn hu welijk met Prinses Juliana tot een militairen rang zal worden benoemd en wel bij de ca valerie. Aangenomen mag worden, dat het bij de blauwe huzaren, naar alle waarschijn lijkheid den staf van het 1ste regiment, die te Amersfoort is gevestigd, zal zijn. Bij dit reglement is zijn vriend en secretaris, jhr. Böell, reserve-lste-luitenant. De hertog van York zal met zijn gemalin en dochtertje de plech tigheid bijwonen. Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de hertog van York met zijn vrouw en hun oudste dochtertje Elisabeth voor het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard overko ken, maker Van Rest, van het Meteorologisch Instituut te de Bilt. „Hoeveel mijlen hebt u zoo ongeveer al gevaren, professor?" „Dat heeft juist dezer dagen een kennis voor me uitgerekend: Als ik deze reis ach- terd en rug heb, dan zal ik er zoo'n 100.000 mijl op hebben zitten: iYz maal om de aarde." De hoogleeraar was als steeds, vol lof over de marine. „De medewerking, die ik van hoog tot laag heb ondervonden, is eenvoudig niet te schetsen. Soms werd het heelemaal aan mij overgelaten, de route te bepalen en meermalen is het ook voorgekomen, dat de marine-autoriteiten de route mijnentwille veranderden. Ook in dit opzicht heeft het kleine Nederland aan tal van andere lan den een voorbeeld gegeven." De route van de „O. XVI" is in hoofd zaak door prof. Vening Meinesz zelf ont worpen. Alleen de havens zijn door de marine aangegeven. Het gedeelte van den Atlantischen Oceaan rondom de Azoren is op vorige tochten reeds „verkend". De route van de „O. XVI" gaat óók over dit gebied. Men treft er hier en daar „gaten" van 60600 a 6500 M. diepte aan, waaromtrent nog niet veel bekend is. Prof. Vening Meinesz hoopt thans te onderzoeken, of de middel-Atlan tische rug een plooiingsgebergte is, zooals de Andes, de Himalaya de Alpen of een zuiver vulkanisch gebied. Daarnaast zal men zich bezig houden met loodingen. Wij merkten tenslotte nóg op dat het voor den professor wel „kort dag" was, nu de officieele toestemming voor het meema ken van de reis met de O. XVI eerst dezer dagen is verleend terwijl de tocht, naar men weet 11 Januari reeds aanvangt. „Inderdaad. Er moet nog heel wat werk worden verzet voor m'n vertrek. Maar en wijst u daar vooral op dat alles wordt mij veel vergemakkelijkt door de enorme medewerking, die de marine mij verleent. Mijn dankbaarheid daarvoor, èn voor haar medewerking bij vroegere gelegenheden, is werkelijk niet in woorden uit te drukken." JEUGDIGE PASSAGIERS Amsterdam 26 November Hte vlieg tuig „Djalak" dat gister omstreeks zes uur in den avond Schiphol bereikte, had behalve „gewone" passagiers, ook wat jong volk aan boord. In Karachi was een Engel- sche familie ingestapt, die bestond uit man en vrouw en twee kinderen, van resp. twee jaar en vier manden. Buiten dit „klein goed" vervoerde het Indië vliegtuig het 10-jarig zoontje van den vertegenwoordi ger der K.N.I.L.M. in Indië, den heer Nieu- wenhuis, Mevrouw Nieuwenhuis vergezelde haar zoon. WIELRIJDER AANGEREDEN EN GEDOOD Op den Rijksstraatweg te Haarlem Noord is gisteravond een ongeluk met doodelij- ken afloop gebeurd. De 48-jarige D. M. wo nende in de z.g. Vogelenbuurt, kwam te rijden van de Vergierdeweg en wilde den Rijksstraatweg oversteken, toen uit de rich ting Santpoort een personenauto naderde. Vermoedelijk heeft de chauffeur den wiel rijder te laat opgemerkt, waardoor deze aan gereden en tegen den grond geslingerd werd. Hij bleef bewusteloos liggen en bleek ernstige inwendige kneuzingen te hebben opgeloopen. Per ziekenauto is hij naar het ziekenhuis St. Joannes de Deo overge bracht, waar hij kort na aankomst is over leden. door Violette Carr. In de slaapkamer stond sinds tientallen jaren de commode van mahoniehout. Het was geen meubelstuk van bijzondere afmetingen, geen duur pronkstuk, slechts een erfstuk. Hans, de heer des huizes, een sterke, jonge man, trad op zekeren morgen voor de com mode, zag de wormgaten en kieren, schudde het hoofd en vroeg: „Wat denk je er van, Marie? Staat die oude commode niet in den weg? Willen wij hem verkoopen, dan krijgen wij ruimte vrij voor een moderne kast." „Aan wie wil je die oude commode ver koopen? „Misschien aan een opkooper?" Men liet een opkooper komen; deze bekeek het meubel, krabde zich eens achter het oor en zei spottend: „Beste meneer, het ding heeft geen kunstwaarde, het is grof gemaakt en heelemaal wormstekig wat zou ik er mee moeten beginnen? Brandhout van maken, anders niets!" Hij ging weg en het jonge echtpaar be greep, dat het niet goed was het vooruitstre vende leven met oude rommel op te schepen. Ja, als er nu nog maar wat snijwerk aan het ding had gezeten, maar zoo? De worm had in de planken geknaagd als de mot in de kleeren. „Laten wij de commode weggeven, Hans," zei de vrouw. „Goed, aan wie?" „Aan iemand, die hem kan gebruiken." „Weet jij iemand?" Zij vroegen verschillende arme menschen bij hen te komen; nadat vier van hen hadden gezegd, dat het zieke meubelstuk ook de an dere meubelen, die zjj hadden, zou aansteken en dat de commode daarom geen gewild ge schenk was, schaamde het echtpaar zich, dat zjj de arme menschen niet blij hadden kun nen maken. Intusschen waren er acht dagen voorbij gegaan en de commode stond nog steeds in de slaapkamer, in een hoek gedrongen en schuw, alsof hg wist, wat hem boven het hoofd hing. Dan trok Hans vastbesloten zjjn DERDE HARINGCONTRACT MET RUSLAND. De Reedersvereeniging voor de Nederland- sche haringvisscherij heeft gisteren een der de haringcontract met Rusland afgesloten. Dit contract betreft de levering van 8S00 Schotsche tonnen haring. Door tusschen- komst van deze vereeniging is dus dit sei zoen het zeer belangrijk totaal-kwantum van 78.800 Schotgche tonnen haring aan Rusland verkocht. De ouders van den W-jarigen N. te Bus- sum hadden opgemerkt, dat de jongen, sinds hij twee weken geleden in contact was ge komen met den 28-jarigen G. uit Hilversum, erg zenuwachtig was geworden. De ouders wisten na een lang gesprek uit hem te krij gen dat hij G. bij een misdadig plan zou moeten helpen. G. had in de Spiegelstraat te Bussum 'n garage gehuurd, waarin dezer dagen een oude auto zou worden geplaatst, die nog gestolen moest worden. G. had voor dezen auto een kooper gevonden, die f 300 zou betalen. De kooper zou den eersten De cember komen en dan, zooals G. wist, een duizend gulden bij zich hebben. N. zou dan in de garage verborgen moeten zitten en den kooper met een leeg benzine- blik op. het hoofd slaan, tot hij bewusteloos werd, waarna hij den man moest berooven. De vader, een arbeider, heeft zich tot de politie gewend, die G. heeft aangehouden. G. heeft anderhalf paar gevangenisstraf ach ter den rug wegens den moordaanslag, dien hij eenige jaren geleden op notaris P. te Hilversum heeft gepleegd. H- wordt ter be schikking van de justitie gesteld. Twee auto's rijden op dezelfde plek tegen twee stilstaande vrachtauto's op. - Vier gewonden. Gisteravond heeft op den nieuwen Rijks weg te Laren een dubbel auto-ongeluk plaats gehad, waardoor 4 personen werden gewond, van wie 1 ernstig. Even voorbij de Vredclaan stond op den Rijksweg een vrachtauto met aanhangwa gen stil, welke bestuurd werd door H. Faas- sen uit Steyl (L.). Uit de richting Baarn kwam een personènaüto, waarin zaten de heer en mevr, Land uit Amersfoort, hun kind en nog een dame. De heer Land, die chauffeerde, had de vrachtauto waarschijn lijk te laat gezien en reed er tegen op. Hij bekwam ernstige kneuzingen, terwijl zijn echtgenoote een ernstige hoofdwonde en een hersenschudding opliep. De andere dame die te Laren woont, liep eveneens een her senschudding op, teiwijl het kind ongedeerd bleef. De heer en mevr, L. zijn naar het R.K. ziekenhuis St. Jan ovprgebracht. Even later kwam uit de richting Amster dam een vrachtauto, bestuurd door den broer van den chauffeur van de aangereden vrachtauto. Hij stopte en plaatse zijn wa gen aan de rechterzijde, dus aan den over kant, van den weg. Weer even later kwam een truck met aanhangwagen eveneens uit de richting Amsterdam, bestuurd door J. H. Bolland uit Zutphen, die tegen de achterzij de van de stilstaande auto opreed. De truck KORT VERHAAL jas uit, rolde zijn hemdsmouwen op, nam de bijl en wilde deze juist opheffen, toen zijn vrouw hem dat met een haastigen greep ver hinderde. „Wat wil je gaan doen, Hans?" „Brandhout van het oude ding maken!" „Maar toch niet hier in de slaapkamer!" Toen eerst viel het Hans in, dat zij met geen mogelijkheid het hout zouden kunnen verbranden, omdat de woning geen kachel of fornuis bezat, doch slechts centrale verwar mingsradiatoren Nog steeds stond de oude commode in de slaapkamer, wachtend en vaak zuchtend, zoo leek het tenminste, als hij zich in het duister door gekraak en geknars liet hooren. Hans en Marie hoorden het en zij vroegen zich af, waarheen met het oude meubel? Klokslag één uur middernacht stond Hans vastbeslo ten op en zei: „Ik heb het raadsel opgelost". De jonge vrouw wreef zich de oogen uit, toen Hans het schelle licht aanknipte, om het dan zoo gauw mogelijk weer uit te draaien. „Het moet hier donker blijven, Marie." „Waarom?" vroeg zij. „Niemand mag me zien. Ik neem de com mode op mijn schouders en draag hem naar beneden op straat. Komt de melkboer en neemt hij hem mee, dan mag hij hem hebben. Laat hij hem echter staan, dan doen wij net, alsof wij er niets van weten, totdat het ding verdwenen is, want hij zal toch niet eeuwig op straat blijven staan." Hans nam het zware meubel op de schou ders, zijn vrouw ging behoedzaam en zacht op haar teenen met een kaars in de hand voor hem de trap af, terwijl zg de deuren open hield en er voor zorgde, dat Hans de muren niet beschadigde. Beneden in het portaal bleef Hans even staan. Marie deed de straatdeur open en keek voorzichtig de straat af, eerst links, dan rechts de wind was koud, de lantaarns op straat verspreidden een spaarzaam licht. „Hans, kom vlug!" Aldus kreeg de commode de vrijheid, sinds vele, vele jaren. En hij werd op straat neer gezet, voorzichtig, dat niemand er iets van kon hooren inderdaad gelukte het Hans" het meubelstuk tegen den blinden muur naast zgn woning neer te zetten. Als eekhoorns zoo met aanhangwagen schoof over den weg en kwam in een greppel terecht. De truck werd geheel vernield. De chauffeur kwam met den schrik vrij, doch de knecht, een ze kere Franken uit Zutphen, die naast hem zat, werd uit de cabine geslingerd en liep een ontwrichting van den rechter arm, een kneuzing van de borstkas en een gebroken rechtér bovenbeen op. Hij werd in een ern- stigen toestand per ziekenauto eveneens naar het bovengenoemd ziekenhuis vervoerd waar door 3 Larensche doktoren hulp werd verleend. Men vreest voor het leven van het slachtoffer. Nader vernemen wij, dat het slachtoffer G. Franken uit Zutfen in den loop van den nacht weer tot bewustzijn is gekomen en dat de toestand bevredigend wordt geacht. Voor invoering in officieele stuk ken acht minister tijd nog niet gekomen. Minister vreest geen chaos. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de Onderwijs- begrooting zegt minister Slotemaker de Bruine: Volgens vele leden zou door het K.B. van 18 Juli 1936 opnieuw de chaos dreigen te ontstaan, die vóór de besluiten van 1934 ontstond. Voorts zou volgens dit besluit een spelling moeten worden onderwezen, waar van de regels niet vaststaan. Noch de eer ste. noch de tweede bewering heeft, naar de overtuiging van den minister, reden van bestaan. Voor invoering der spelling-1936 in de officieele stukken zal hij het voorstel doen, zoodra hij het oogenblik daartoe ge komen acht. Dit is thans nog niet het ge val. Voorts deelde de minister mede, dat hij zich overeenkomstig zijn voornemen on langs gewend heeft tot de Koninklijke Akademie van Wetenschappen met het ver zoek een voorstel te mogen ontvangen omtrent de beste wijze waarop het vraag stuk van de geslachten en hetgeen daar mede samenhangt, zou kunnen worden be handeld, en omtrent samenstelling en taak-omschrijving eener commissie ad hoe. Het verzoek is bij de Akademie in behan deling. Naast den aandrang in het Voorloo- pig Verslag om tot de spelling 1934 terug te keeren, staat die om terug te keeren tot de spelling De Vries en Te Winkel, zoo als deze thans in gebruik is. Noch aan het een, noch aan het ander kan de minister voldoen. Meisje onder een autobus Doodelijk nogeluk in de Water graafsmeer. Amsterdam Gisteravond te kwart over vijf is een meisje van 17 jaar, dat van den Ringdijk op de fiets de Linnaeuskade wilde oprijden, op de kruizing van den ringdijk en den Middenweg door een autobus van lijn Iv. gegrepen. Het meisje kwam van rechts en de busbe stuurder zou haar geen vorrang hebben verleend. Op het laatste oogenblik heeft de chauffeur nog naar links uitgehaald, doch daarbij kwam 't meisje onder 't rech tervoorwiel terecht. Zij werd op slag ge dood. Het stoffelijk overschot is naar het bin nen gasthuis overgebracht. vlug holden zij daarna naar binnen en in een ren door naar boven gelukkig het is ge lukt! De torenklok in de omgeving sloeg twee. Het echtpaar legde zich ter ruste en droom de behaaglijk, nu de zwaarste zorg naar be neden en daarna naar buiten was gedragen en niet meer in de kamer stond te kraken. 's Morgens al vroeg werden de slapenden gewekt door een luid alarm. En omdat het geschreeuw van verschillende menschen kwam, kroop Hans uit bed en keek door een kier van de overdijnen, wat er beneden aan de hand was. Zijn haar rees te berge bij het geen hij zag. De melkboer had het oude meu bel niet meegenomen en nu stond het midden op de straat. Een paar slagersjongens, die al vroeg naar hun baas moesten, hadden de laden er uit getrokken, nu vloog de commode over den kop, dan weer over de zijkanten. Een koetsier, die er bgna niet langs kon, liet met hevig geklap zijn zweep op de commode neerkomen, terwijl zijn hond van den wagen sprong om de kast in een van de poten te bijten. Er was veel leven en gelach om heen. Hans drukte het voorhoofd tegen het koele glas en Marie, niet in staat een enkel geluid uit te brengen, hoorde iedere klap, ieder ge kraak het scheen alsof de commode om hulp riep, zij hoorde het klagen van het ge martelde creatuur, een geschonden offer, dat daar zijn zwaar noodlot onderging... Toen schoof Hans de gordijnen weer dicht. Hij wilde iets zeggen, maar de tong zat hem aan het gehemelte gekleefd. Eindelijk sta melde hij: „Hoe is het jou te moede, Marie?" „Waarom vraag je dat, Hans?" „Je bent zoo bleek zoo ernstig". De tranen sprongen haar in de oogen en beide menschen, de een op een stoel, de an der op den rand van het bed, beefden, alsof er iets was gestorven, dat hun liefde waar dig was geweest en wat hen nog het meest kwelde, was, dat zij zich schuldig hadden ge maakt aan de voltrekking van het oordeel van een onschuldige. „Gauw, doe het raam open!" Zij zeiden het tegelijk, met vochtige oogen en verstikte stem. En zij openden het raam, de morgen was kil. Op de straat stond ech ter een politie-agent op te schrijven, wat er hier gebeurd was. De commode klaagde naast hem als een kind, dat overreden is, klaagde schuw en wankelend, alsof1 het eindelijk medelijden gevonden had. Het hart van Marie klopte heftig, het ge zicht van den man gloeide, alsof hij koorts had. „Eigenlijk hadden wij de commode moe- bij de politie te Soest Bezwarende verklaring tegen een hoofdagent onder bedreiging in getrokken en later weer gehand haafd. Door een plotselinge en onverwachte wen ding is dezer dagen een einde gekomen aan een geschiedenis, welke gedurende meer dan een jaar de gemoederen der inwoners van Soest en omstreken in beroering heeft ge bracht. Op grond van medeplichtigheid aan een zedendelict was de burgemeester ongeveer een half jaar geleden overgegaan tot schor sing, gevolgd door ontslag van een hoofd agent-rechercheur van het plaatselijk poli tiecorps. Niettegenstaande aan dit ontslag een zeer nauwgezet en langdurig onderzoek was voorafgegaan, heeft de politiebeambte appèl tegen dit ontslag aangeteekend. Tij dens de laatste zitting in hooger beroep heeft de aanklaagster, een inmiddels gehuwde vrouw, echter een verklaring overgelegd, waarin zij mededeelde, dat de door haar ge uite beschuldiging wat den hoofdagent be treft, als onwaar moest worden beschouwd. De zitting werd hierop tot nader onderzoek verdaagd. Eenige dagen geleden verscheen de echt genoot van de vrouw ten politiebureele, al waar deze niet alleen verzocht de ingedien de verklaring van zijn echtgenoote weder in te trekken, doch tevens verschillende an dere voor het politie-onderzoek van belang zijnde feiten mededeelde. Onder meer kwam hierbij vast te staan, dat het indienen van de verklaring, waarin de vrouw erkende ge logen te hebben, had plaats gevonden als gevolg van door vrienden van den hoofd agent gedane beloften en bedreigingen. Een en ander had tot gevolg dat besloten werd tot onmiddellijke arrestatie van deze per sonen over te gaan. Eén hiervan, een hoofd inspecteur van een groote verzekeringmaat schappij te Amsterdam, kon spoedig worden gearresteerd en is naar het huis van bewa ring te Utrecht overgebracht. De tweede schuldige, een 35-jarige stucadoor, eveneens te Soest woonachtig, bleek inmiddels de •vlucht te hebben genomen. Stuk straat te 's Hertogenbosch over een lengte van 50 meter opengescheurd. Gistermiddag heeft op den Hoogen Steen weg te 's-Hertogenbosch een hevige ontplof fing plaats gehad, welke echter zonder per soonlijke ongelukken is afgeloopen. Reeds eenigen tijd had men in een woning kwade dampen waargenomen en toen heden een loodgieter bezig was de oorzaak op te spo ren en daarbij een steekvlam gebruikte, had plotseling een ontploffing plaats, die zich over een heel stuk van de straat voortzette. Men hoorde daar een onder- aardsch gedreun en over een afstand van ongeveer vijftig meter werd op den Hoo gen Steenweg en in de Achterstraat de straat open gescheurd en vloog het trot toir tevens omhoog. Eenige voorbijgangers kwamen te val len, doch liepen geen letsel op. In enkele huizen zijn waterputten vernield. De ontploffing is vermoedelijk veroor zaakt, doordat zich in de rioolbuizen gas sen hadden gevormd. Het verkeer werd door de politie omgeleid, maar korten tijd later hersteld. ten houden, Marietje!" zei hij zacht. Hans werd een beetje weekhartig en naar beneden wijzend, zei hij: „Kijk, vrouwtje, als men oud en versleten is, ondervindt men din gen, die men niet verdiend heeft. Ik voel me net, alsof wij zonder noodzaak een lam voor den wolf hebben gegooid. Of, alsof wij een kind buiten de deur hebben gezet, alleen om dat het niet mooi is. Misschien krijgen wij boete. In de onderste lade heeft moeder al tijd haar omslagdoek bewaard. Moeder was erg kouwelijk. Zij is al lang dood. In de lade daarboven heeft mijn kindergoed gelegen, dat heeft moeder mij vaak verteld. Niet huilen, Marie, ik vertel het alleen maar". „Waarom vertel je dat nu pas? „Omdat ik er nu pas aan denk." „Wij hebben die arme commode laten ver hongeren. Ja, heusch, zulke gedachten en her inneringen hadden haar gevoed, hadden haar mooier en jonger gehouden. Zij bevroor en kraakte en zuchtte, omdat onze zorg haar niet meer verwarmde." „Stil, Marie. Kijk, de agent dringt de men schen terug, luister eens, hoe ze mopperen* Nu belt hij huis aan huis, niemand wil er iets van weten Na een half uur werd er gebeld. Door het raampje van de straatdeur zag men de helm van den agent. Zeker, nu dreigde de gevan genis en het gerecht. Hans opende deur, de angst klopte in zijn bloed. En de agent, wiens uniform nat was van den regen, riep naar boven: „Mijnheer, die oude commode daar op straat „Ik weet het, agent!" „Helpt U mg even, de anderen willen niet. Misschien kunt U het ding een paar dagen binnen houden, tot wij den bezitter gevonden hebben!" Hans ging zwijgend naar beneden, in de slaapkamer haalde Marie eens diep adem. En toen de commode weer op haar oude plaatsje stond, besmeurd en geschonden, streken vier handen over haar heen, als over het haar van een verloren kind De eigenaar werd nooit gevonden. Wel had Hans weken lang werk om het meubelstuk weer heelemaal in orde te brengen, tot het weer, opnieuw gevernist in nieuwe glorie in den hoek stond. In het voorjaar lag in de onderste lade een omslagdoek voor de jonge moeder, terwijl de lade daarboven de kinderkleertjes bevatte van het zoontje, dat nu een paar weken oud was. En iederen keer als de jonge moeder de op een na onderste lade opentrekt, is het als of de oude commode zwijgend glimlacht...,. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5