De oude
commode
De a*s* tocht
van de „O XVI'
Onderhoud met
prof, Vening Meinesz
Het a.s. vorstelijk huwelijk
geregeld
Bijna een misdrijf
Dubbel auto ongeluk
te Laren
Spelling 1936 blijft
Een ontslagkwestie
Rioolgassen ontploft
Vrijdag 27 November 1936.Tweede blad
Groote medewerking van de
Nederlandsche marine, voor
wie de geleerde vol lof is.
Amersfoort, "26 November In
„De Bremberg", zijnp rachtig gelegen
woning aan de Potgieterlaan, heeft
prof. dr. Ir. F. A. Vening Meinesz
ons het een en ander verteld naar
aanleiding van den tocht, dien hij
met Hr. Ms. „O XVI" in de eerste
maanden van het nieuwe jaar op
den Atlantischen Oceaan zal maken
Gezeten in zijn ruime studeerkamer, wel
ke uitziet op de Geldersche vallei, heeft de
geleerde ons verhaald van
de reizen, die hij aan boord van onderzeeërs
in de afgeloopen jaren in dienst van de
wetenschap heeft ondernomen en ons bo
vendien enkele bijzonderheden medegedeeld
over zijn wetenschappelijken arbeid.
„Uw hoeveelste reis wordt dit, professor?
Een glimlach.
„Dat kan ik niet zoo dadelijk zeggen.
Maar laat eens kijken: In 1923 ben ik
met m'n „onderwatertochten" begonnen.
U moet weten, dat het uiterst bezwaarlijk
is. zwaartekracht- onderzoekingen te land
te verrichten. Dat geldt in het bijzonder
voor een groot deel van Nederland, wear
de bodem daarvoor te „slap" is en te veel
beweegt.. Gewone schepen zijn er evenmin
toe geschikt, omdat zij eveneens te zeer
aan beweging onderhevig zijn. Bij een on
derzeeboot vervalt dit bezwaar weliswaar
niet geheel, maar dan toch voor een groot
deel. Vandaar, dat ik de laatste jaren steeds
van duikbooten gebruik heb gemaakt".
„Maar om op mijn zeereizen terug te
komen. In 1935 trok ik er op uit met de
„K II" waarvan destijds gezagvoerder was
kolonel Doorman, de tegenwoordige com
mandant van den onderzccdienst. De com
mandant van de „O XVI" luitenant ter
-zee, C. J. W. M. Waning, was toen jongste
oficier a.b. van de „K. II"De boot was op de
uitreis naar Indië en de tocht heeft waar
devolle resultaten opgeleverd".
„Enkele jaren late rwas er een nieuw
toestel voor zwaartekrachtmetingen gecon
strueerd en de marine- autoriteiten ver
klaarden zich dadelijk bereid, mij in de ge
legenheid te stellen, het te beproeven. Dat
gebeurde in 1935, op de „K. XI", die ook op
de uitreis naar onze Oost was. Dien tocht
maakte ik echter slechts mee tot Port
Said".
„Een jaar later ging ik met de „K XIII"
via het Panamakanaal naar Indië. Niet
minder dan 6 V* maand duurde de reis."
„In 1928 onderzocht ik, op uitnoodiging
van het Carnegie Institution, aan boord
van een Amerikaanschen onderzeëer, de
„S. 21" de West-Indische wateren. In 1929
en 1930 maakte ik drie reizen door onze
Oost, in 1931 ging ik met de „O XII" de
Noordzee op en in de eerste maanden van
het volgende jaar met de „S 48" weer een
Amerikaansche „Schuit" naar West-Indië
In den Zomer van 1932 ging het met de
„O XII" naar de Azoren Madeira, enz. en
in den winter van 1933 met een Fransche
boot naar de Middellandsche zee. Dezen
laatsten toch maakte ik mee om een colle
ga in te werken. En toen kwam de tocht
met de K XVIII waarover ik u wel niet
veel meer zal behoeven te vertellen."
„Het toestel, professor, dat u gebruikte..."
„Dat was een slingerapparaat. Maar niet
zoo een als men vroeger had, met één enke
ten slinger, maar met meer slingers, waar
door alle bijkomstige effecten worden ge
ëlimineerd. U begrijpt, hoe noodzakelijk
dat is, want de slingeringen zijn vaak bui
tengewoon gering."
Het apparaat, waarvan hier sprake is, is
'door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen
en vervaardigd door den chef-instrument-
Gisteren zijn uitgegeven:
Staatsblad no. 1, wet van 24 November
1936, houdende -goedkeuring van het huwe
lijk van H. K. H. Prinses Juliana en rege
ling van de toelating van getuigen bij de
voltrekking van dat huwelijk, alsmede van
eenige gevolgen van deze echtverbintenis.
Staatsblad no. 2, wet van 24 November
1936, houdende naturalisatie van Z. D. H.
Prins Bernhard van LippeBiesterfeld en re
geling van eenige gevolgen dier naturalisatie.
Prins Bernhard bij de huzaren.
Als zeker kan nu wel worden aangeno
men, dat Prins Bernhard nog vóór zijn hu
welijk met Prinses Juliana tot een militairen
rang zal worden benoemd en wel bij de ca
valerie. Aangenomen mag worden, dat het
bij de blauwe huzaren, naar alle waarschijn
lijkheid den staf van het 1ste regiment, die
te Amersfoort is gevestigd, zal zijn. Bij dit
reglement is zijn vriend en secretaris, jhr.
Böell, reserve-lste-luitenant.
De hertog van York zal met zijn
gemalin en dochtertje de plech
tigheid bijwonen.
Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de hertog
van York met zijn vrouw en hun oudste
dochtertje Elisabeth voor het huwelijk van
Prinses Juliana en Prins Bernhard overko
ken,
maker Van Rest, van het Meteorologisch
Instituut te de Bilt.
„Hoeveel mijlen hebt u zoo ongeveer al
gevaren, professor?"
„Dat heeft juist dezer dagen een kennis
voor me uitgerekend: Als ik deze reis ach-
terd en rug heb, dan zal ik er zoo'n 100.000
mijl op hebben zitten: iYz maal om de
aarde."
De hoogleeraar was als steeds, vol lof
over de marine.
„De medewerking, die ik van hoog tot
laag heb ondervonden, is eenvoudig niet te
schetsen. Soms werd het heelemaal aan
mij overgelaten, de route te bepalen en
meermalen is het ook voorgekomen, dat de
marine-autoriteiten de route mijnentwille
veranderden. Ook in dit opzicht heeft het
kleine Nederland aan tal van andere lan
den een voorbeeld gegeven."
De route van de „O. XVI" is in hoofd
zaak door prof. Vening Meinesz zelf ont
worpen. Alleen de havens zijn door de
marine aangegeven. Het gedeelte van den
Atlantischen Oceaan rondom de Azoren is
op vorige tochten reeds „verkend". De route
van de „O. XVI" gaat óók over dit gebied.
Men treft er hier en daar „gaten" van 60600
a 6500 M. diepte aan, waaromtrent nog niet
veel bekend is. Prof. Vening Meinesz hoopt
thans te onderzoeken, of de middel-Atlan
tische rug een plooiingsgebergte is, zooals
de Andes, de Himalaya de Alpen of een
zuiver vulkanisch gebied. Daarnaast zal
men zich bezig houden met loodingen.
Wij merkten tenslotte nóg op dat het
voor den professor wel „kort dag" was, nu
de officieele toestemming voor het meema
ken van de reis met de O. XVI eerst dezer
dagen is verleend terwijl de tocht, naar
men weet 11 Januari reeds aanvangt.
„Inderdaad. Er moet nog heel wat werk
worden verzet voor m'n vertrek. Maar
en wijst u daar vooral op dat alles wordt
mij veel vergemakkelijkt door de enorme
medewerking, die de marine mij verleent.
Mijn dankbaarheid daarvoor, èn voor haar
medewerking bij vroegere gelegenheden, is
werkelijk niet in woorden uit te drukken."
JEUGDIGE PASSAGIERS
Amsterdam 26 November Hte vlieg
tuig „Djalak" dat gister omstreeks zes
uur in den avond Schiphol bereikte, had
behalve „gewone" passagiers, ook wat jong
volk aan boord. In Karachi was een Engel-
sche familie ingestapt, die bestond uit man
en vrouw en twee kinderen, van resp. twee
jaar en vier manden. Buiten dit „klein
goed" vervoerde het Indië vliegtuig het
10-jarig zoontje van den vertegenwoordi
ger der K.N.I.L.M. in Indië, den heer Nieu-
wenhuis, Mevrouw Nieuwenhuis vergezelde
haar zoon.
WIELRIJDER AANGEREDEN EN
GEDOOD
Op den Rijksstraatweg te Haarlem Noord
is gisteravond een ongeluk met doodelij-
ken afloop gebeurd. De 48-jarige D. M. wo
nende in de z.g. Vogelenbuurt, kwam te
rijden van de Vergierdeweg en wilde den
Rijksstraatweg oversteken, toen uit de rich
ting Santpoort een personenauto naderde.
Vermoedelijk heeft de chauffeur den wiel
rijder te laat opgemerkt, waardoor deze aan
gereden en tegen den grond geslingerd
werd. Hij bleef bewusteloos liggen en bleek
ernstige inwendige kneuzingen te hebben
opgeloopen. Per ziekenauto is hij naar het
ziekenhuis St. Joannes de Deo overge
bracht, waar hij kort na aankomst is over
leden.
door
Violette Carr.
In de slaapkamer stond sinds tientallen
jaren de commode van mahoniehout. Het was
geen meubelstuk van bijzondere afmetingen,
geen duur pronkstuk, slechts een erfstuk.
Hans, de heer des huizes, een sterke, jonge
man, trad op zekeren morgen voor de com
mode, zag de wormgaten en kieren, schudde
het hoofd en vroeg: „Wat denk je er van,
Marie? Staat die oude commode niet in den
weg? Willen wij hem verkoopen, dan krijgen
wij ruimte vrij voor een moderne kast."
„Aan wie wil je die oude commode ver
koopen?
„Misschien aan een opkooper?"
Men liet een opkooper komen; deze bekeek
het meubel, krabde zich eens achter het oor
en zei spottend: „Beste meneer, het ding
heeft geen kunstwaarde, het is grof gemaakt
en heelemaal wormstekig wat zou ik er
mee moeten beginnen? Brandhout van maken,
anders niets!"
Hij ging weg en het jonge echtpaar be
greep, dat het niet goed was het vooruitstre
vende leven met oude rommel op te schepen.
Ja, als er nu nog maar wat snijwerk aan het
ding had gezeten, maar zoo? De worm had
in de planken geknaagd als de mot in de
kleeren.
„Laten wij de commode weggeven, Hans,"
zei de vrouw.
„Goed, aan wie?"
„Aan iemand, die hem kan gebruiken."
„Weet jij iemand?"
Zij vroegen verschillende arme menschen
bij hen te komen; nadat vier van hen hadden
gezegd, dat het zieke meubelstuk ook de an
dere meubelen, die zjj hadden, zou aansteken
en dat de commode daarom geen gewild ge
schenk was, schaamde het echtpaar zich, dat
zjj de arme menschen niet blij hadden kun
nen maken.
Intusschen waren er acht dagen voorbij
gegaan en de commode stond nog steeds in
de slaapkamer, in een hoek gedrongen en
schuw, alsof hg wist, wat hem boven het
hoofd hing. Dan trok Hans vastbesloten zjjn
DERDE HARINGCONTRACT MET
RUSLAND.
De Reedersvereeniging voor de Nederland-
sche haringvisscherij heeft gisteren een der
de haringcontract met Rusland afgesloten.
Dit contract betreft de levering van 8S00
Schotsche tonnen haring. Door tusschen-
komst van deze vereeniging is dus dit sei
zoen het zeer belangrijk totaal-kwantum van
78.800 Schotgche tonnen haring aan Rusland
verkocht.
De ouders van den W-jarigen N. te Bus-
sum hadden opgemerkt, dat de jongen, sinds
hij twee weken geleden in contact was ge
komen met den 28-jarigen G. uit Hilversum,
erg zenuwachtig was geworden. De ouders
wisten na een lang gesprek uit hem te krij
gen dat hij G. bij een misdadig plan zou
moeten helpen. G. had in de Spiegelstraat
te Bussum 'n garage gehuurd, waarin dezer
dagen een oude auto zou worden geplaatst,
die nog gestolen moest worden. G. had voor
dezen auto een kooper gevonden, die f 300
zou betalen. De kooper zou den eersten De
cember komen en dan, zooals G. wist, een
duizend gulden bij zich hebben.
N. zou dan in de garage verborgen moeten
zitten en den kooper met een leeg benzine-
blik op. het hoofd slaan, tot hij bewusteloos
werd, waarna hij den man moest berooven.
De vader, een arbeider, heeft zich tot de
politie gewend, die G. heeft aangehouden.
G. heeft anderhalf paar gevangenisstraf ach
ter den rug wegens den moordaanslag, dien
hij eenige jaren geleden op notaris P. te
Hilversum heeft gepleegd. H- wordt ter be
schikking van de justitie gesteld.
Twee auto's rijden op dezelfde
plek tegen twee stilstaande
vrachtauto's op. - Vier gewonden.
Gisteravond heeft op den nieuwen Rijks
weg te Laren een dubbel auto-ongeluk
plaats gehad, waardoor 4 personen werden
gewond, van wie 1 ernstig.
Even voorbij de Vredclaan stond op den
Rijksweg een vrachtauto met aanhangwa
gen stil, welke bestuurd werd door H. Faas-
sen uit Steyl (L.). Uit de richting Baarn
kwam een personènaüto, waarin zaten de
heer en mevr, Land uit Amersfoort, hun
kind en nog een dame. De heer Land, die
chauffeerde, had de vrachtauto waarschijn
lijk te laat gezien en reed er tegen op. Hij
bekwam ernstige kneuzingen, terwijl zijn
echtgenoote een ernstige hoofdwonde en een
hersenschudding opliep. De andere dame
die te Laren woont, liep eveneens een her
senschudding op, teiwijl het kind ongedeerd
bleef. De heer en mevr, L. zijn naar het
R.K. ziekenhuis St. Jan ovprgebracht.
Even later kwam uit de richting Amster
dam een vrachtauto, bestuurd door den
broer van den chauffeur van de aangereden
vrachtauto. Hij stopte en plaatse zijn wa
gen aan de rechterzijde, dus aan den over
kant, van den weg. Weer even later kwam
een truck met aanhangwagen eveneens uit
de richting Amsterdam, bestuurd door J. H.
Bolland uit Zutphen, die tegen de achterzij
de van de stilstaande auto opreed. De truck
KORT VERHAAL
jas uit, rolde zijn hemdsmouwen op, nam de
bijl en wilde deze juist opheffen, toen zijn
vrouw hem dat met een haastigen greep ver
hinderde. „Wat wil je gaan doen, Hans?"
„Brandhout van het oude ding maken!"
„Maar toch niet hier in de slaapkamer!"
Toen eerst viel het Hans in, dat zij met
geen mogelijkheid het hout zouden kunnen
verbranden, omdat de woning geen kachel of
fornuis bezat, doch slechts centrale verwar
mingsradiatoren
Nog steeds stond de oude commode in de
slaapkamer, wachtend en vaak zuchtend, zoo
leek het tenminste, als hij zich in het duister
door gekraak en geknars liet hooren. Hans
en Marie hoorden het en zij vroegen zich af,
waarheen met het oude meubel? Klokslag
één uur middernacht stond Hans vastbeslo
ten op en zei: „Ik heb het raadsel opgelost".
De jonge vrouw wreef zich de oogen uit,
toen Hans het schelle licht aanknipte, om het
dan zoo gauw mogelijk weer uit te draaien.
„Het moet hier donker blijven, Marie."
„Waarom?" vroeg zij.
„Niemand mag me zien. Ik neem de com
mode op mijn schouders en draag hem naar
beneden op straat. Komt de melkboer en
neemt hij hem mee, dan mag hij hem hebben.
Laat hij hem echter staan, dan doen wij net,
alsof wij er niets van weten, totdat het ding
verdwenen is, want hij zal toch niet eeuwig
op straat blijven staan."
Hans nam het zware meubel op de schou
ders, zijn vrouw ging behoedzaam en zacht
op haar teenen met een kaars in de hand
voor hem de trap af, terwijl zg de deuren
open hield en er voor zorgde, dat Hans de
muren niet beschadigde.
Beneden in het portaal bleef Hans even
staan. Marie deed de straatdeur open en keek
voorzichtig de straat af, eerst links, dan
rechts de wind was koud, de lantaarns op
straat verspreidden een spaarzaam licht.
„Hans, kom vlug!"
Aldus kreeg de commode de vrijheid, sinds
vele, vele jaren. En hij werd op straat neer
gezet, voorzichtig, dat niemand er iets van
kon hooren inderdaad gelukte het Hans"
het meubelstuk tegen den blinden muur naast
zgn woning neer te zetten. Als eekhoorns zoo
met aanhangwagen schoof over den weg en
kwam in een greppel terecht. De truck
werd geheel vernield. De chauffeur kwam
met den schrik vrij, doch de knecht, een ze
kere Franken uit Zutphen, die naast hem
zat, werd uit de cabine geslingerd en liep
een ontwrichting van den rechter arm, een
kneuzing van de borstkas en een gebroken
rechtér bovenbeen op. Hij werd in een ern-
stigen toestand per ziekenauto eveneens
naar het bovengenoemd ziekenhuis vervoerd
waar door 3 Larensche doktoren hulp werd
verleend. Men vreest voor het leven van het
slachtoffer.
Nader vernemen wij, dat het slachtoffer
G. Franken uit Zutfen in den loop van den
nacht weer tot bewustzijn is gekomen en dat
de toestand bevredigend wordt geacht.
Voor invoering in officieele stuk
ken acht minister tijd nog niet
gekomen. Minister vreest
geen chaos.
In de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer betreffende de Onderwijs-
begrooting zegt minister Slotemaker de
Bruine:
Volgens vele leden zou door het K.B. van
18 Juli 1936 opnieuw de chaos dreigen te
ontstaan, die vóór de besluiten van 1934
ontstond. Voorts zou volgens dit besluit een
spelling moeten worden onderwezen, waar
van de regels niet vaststaan. Noch de eer
ste. noch de tweede bewering heeft, naar
de overtuiging van den minister, reden van
bestaan. Voor invoering der spelling-1936
in de officieele stukken zal hij het voorstel
doen, zoodra hij het oogenblik daartoe ge
komen acht. Dit is thans nog niet het ge
val.
Voorts deelde de minister mede, dat hij
zich overeenkomstig zijn voornemen on
langs gewend heeft tot de Koninklijke
Akademie van Wetenschappen met het ver
zoek een voorstel te mogen ontvangen
omtrent de beste wijze waarop het vraag
stuk van de geslachten en hetgeen daar
mede samenhangt, zou kunnen worden be
handeld, en omtrent samenstelling en
taak-omschrijving eener commissie ad hoe.
Het verzoek is bij de Akademie in behan
deling. Naast den aandrang in het Voorloo-
pig Verslag om tot de spelling 1934 terug
te keeren, staat die om terug te keeren
tot de spelling De Vries en Te Winkel, zoo
als deze thans in gebruik is. Noch aan het
een, noch aan het ander kan de minister
voldoen.
Meisje onder een
autobus
Doodelijk nogeluk in de Water
graafsmeer.
Amsterdam Gisteravond te kwart over
vijf is een meisje van 17 jaar, dat van den
Ringdijk op de fiets de Linnaeuskade wilde
oprijden, op de kruizing van den ringdijk
en den Middenweg door een autobus van
lijn Iv. gegrepen.
Het meisje kwam van rechts en de busbe
stuurder zou haar geen vorrang hebben
verleend. Op het laatste oogenblik heeft
de chauffeur nog naar links uitgehaald,
doch daarbij kwam 't meisje onder 't rech
tervoorwiel terecht. Zij werd op slag ge
dood.
Het stoffelijk overschot is naar het bin
nen gasthuis overgebracht.
vlug holden zij daarna naar binnen en in een
ren door naar boven gelukkig het is ge
lukt!
De torenklok in de omgeving sloeg twee.
Het echtpaar legde zich ter ruste en droom
de behaaglijk, nu de zwaarste zorg naar be
neden en daarna naar buiten was gedragen
en niet meer in de kamer stond te kraken.
's Morgens al vroeg werden de slapenden
gewekt door een luid alarm. En omdat het
geschreeuw van verschillende menschen
kwam, kroop Hans uit bed en keek door een
kier van de overdijnen, wat er beneden aan
de hand was. Zijn haar rees te berge bij het
geen hij zag. De melkboer had het oude meu
bel niet meegenomen en nu stond het midden
op de straat. Een paar slagersjongens, die al
vroeg naar hun baas moesten, hadden de
laden er uit getrokken, nu vloog de commode
over den kop, dan weer over de zijkanten.
Een koetsier, die er bgna niet langs kon, liet
met hevig geklap zijn zweep op de commode
neerkomen, terwijl zijn hond van den wagen
sprong om de kast in een van de poten te
bijten. Er was veel leven en gelach om heen.
Hans drukte het voorhoofd tegen het koele
glas en Marie, niet in staat een enkel geluid
uit te brengen, hoorde iedere klap, ieder ge
kraak het scheen alsof de commode om
hulp riep, zij hoorde het klagen van het ge
martelde creatuur, een geschonden offer, dat
daar zijn zwaar noodlot onderging...
Toen schoof Hans de gordijnen weer dicht.
Hij wilde iets zeggen, maar de tong zat hem
aan het gehemelte gekleefd. Eindelijk sta
melde hij: „Hoe is het jou te moede, Marie?"
„Waarom vraag je dat, Hans?"
„Je bent zoo bleek zoo ernstig".
De tranen sprongen haar in de oogen en
beide menschen, de een op een stoel, de an
der op den rand van het bed, beefden, alsof
er iets was gestorven, dat hun liefde waar
dig was geweest en wat hen nog het meest
kwelde, was, dat zij zich schuldig hadden ge
maakt aan de voltrekking van het oordeel
van een onschuldige.
„Gauw, doe het raam open!"
Zij zeiden het tegelijk, met vochtige oogen
en verstikte stem. En zij openden het raam,
de morgen was kil. Op de straat stond ech
ter een politie-agent op te schrijven, wat er
hier gebeurd was. De commode klaagde naast
hem als een kind, dat overreden is, klaagde
schuw en wankelend, alsof1 het eindelijk
medelijden gevonden had.
Het hart van Marie klopte heftig, het ge
zicht van den man gloeide, alsof hij koorts
had. „Eigenlijk hadden wij de commode moe-
bij de politie te Soest
Bezwarende verklaring tegen een
hoofdagent onder bedreiging in
getrokken en later weer gehand
haafd.
Door een plotselinge en onverwachte wen
ding is dezer dagen een einde gekomen aan
een geschiedenis, welke gedurende meer dan
een jaar de gemoederen der inwoners van
Soest en omstreken in beroering heeft ge
bracht.
Op grond van medeplichtigheid aan een
zedendelict was de burgemeester ongeveer
een half jaar geleden overgegaan tot schor
sing, gevolgd door ontslag van een hoofd
agent-rechercheur van het plaatselijk poli
tiecorps. Niettegenstaande aan dit ontslag
een zeer nauwgezet en langdurig onderzoek
was voorafgegaan, heeft de politiebeambte
appèl tegen dit ontslag aangeteekend. Tij
dens de laatste zitting in hooger beroep heeft
de aanklaagster, een inmiddels gehuwde
vrouw, echter een verklaring overgelegd,
waarin zij mededeelde, dat de door haar ge
uite beschuldiging wat den hoofdagent be
treft, als onwaar moest worden beschouwd.
De zitting werd hierop tot nader onderzoek
verdaagd.
Eenige dagen geleden verscheen de echt
genoot van de vrouw ten politiebureele, al
waar deze niet alleen verzocht de ingedien
de verklaring van zijn echtgenoote weder
in te trekken, doch tevens verschillende an
dere voor het politie-onderzoek van belang
zijnde feiten mededeelde. Onder meer kwam
hierbij vast te staan, dat het indienen van
de verklaring, waarin de vrouw erkende ge
logen te hebben, had plaats gevonden als
gevolg van door vrienden van den hoofd
agent gedane beloften en bedreigingen. Een
en ander had tot gevolg dat besloten werd
tot onmiddellijke arrestatie van deze per
sonen over te gaan. Eén hiervan, een hoofd
inspecteur van een groote verzekeringmaat
schappij te Amsterdam, kon spoedig worden
gearresteerd en is naar het huis van bewa
ring te Utrecht overgebracht. De tweede
schuldige, een 35-jarige stucadoor, eveneens
te Soest woonachtig, bleek inmiddels de
•vlucht te hebben genomen.
Stuk straat te 's Hertogenbosch
over een lengte van 50 meter
opengescheurd.
Gistermiddag heeft op den Hoogen Steen
weg te 's-Hertogenbosch een hevige ontplof
fing plaats gehad, welke echter zonder per
soonlijke ongelukken is afgeloopen. Reeds
eenigen tijd had men in een woning kwade
dampen waargenomen en toen heden een
loodgieter bezig was de oorzaak op te spo
ren en daarbij een steekvlam gebruikte,
had plotseling een ontploffing plaats, die
zich over een heel stuk van de straat
voortzette. Men hoorde daar een onder-
aardsch gedreun en over een afstand van
ongeveer vijftig meter werd op den Hoo
gen Steenweg en in de Achterstraat de
straat open gescheurd en vloog het trot
toir tevens omhoog.
Eenige voorbijgangers kwamen te val
len, doch liepen geen letsel op. In enkele
huizen zijn waterputten vernield.
De ontploffing is vermoedelijk veroor
zaakt, doordat zich in de rioolbuizen gas
sen hadden gevormd. Het verkeer werd
door de politie omgeleid, maar korten tijd
later hersteld.
ten houden, Marietje!" zei hij zacht.
Hans werd een beetje weekhartig en naar
beneden wijzend, zei hij: „Kijk, vrouwtje, als
men oud en versleten is, ondervindt men din
gen, die men niet verdiend heeft. Ik voel me
net, alsof wij zonder noodzaak een lam voor
den wolf hebben gegooid. Of, alsof wij een
kind buiten de deur hebben gezet, alleen om
dat het niet mooi is. Misschien krijgen wij
boete. In de onderste lade heeft moeder al
tijd haar omslagdoek bewaard. Moeder was
erg kouwelijk. Zij is al lang dood. In de lade
daarboven heeft mijn kindergoed gelegen, dat
heeft moeder mij vaak verteld. Niet huilen,
Marie, ik vertel het alleen maar".
„Waarom vertel je dat nu pas?
„Omdat ik er nu pas aan denk."
„Wij hebben die arme commode laten ver
hongeren. Ja, heusch, zulke gedachten en her
inneringen hadden haar gevoed, hadden haar
mooier en jonger gehouden. Zij bevroor en
kraakte en zuchtte, omdat onze zorg haar
niet meer verwarmde."
„Stil, Marie. Kijk, de agent dringt de men
schen terug, luister eens, hoe ze mopperen*
Nu belt hij huis aan huis, niemand wil er
iets van weten
Na een half uur werd er gebeld. Door het
raampje van de straatdeur zag men de helm
van den agent. Zeker, nu dreigde de gevan
genis en het gerecht. Hans opende deur, de
angst klopte in zijn bloed. En de agent, wiens
uniform nat was van den regen, riep naar
boven: „Mijnheer, die oude commode daar op
straat
„Ik weet het, agent!"
„Helpt U mg even, de anderen willen niet.
Misschien kunt U het ding een paar dagen
binnen houden, tot wij den bezitter gevonden
hebben!"
Hans ging zwijgend naar beneden, in de
slaapkamer haalde Marie eens diep adem. En
toen de commode weer op haar oude plaatsje
stond, besmeurd en geschonden, streken vier
handen over haar heen, als over het haar van
een verloren kind
De eigenaar werd nooit gevonden. Wel had
Hans weken lang werk om het meubelstuk
weer heelemaal in orde te brengen, tot het
weer, opnieuw gevernist in nieuwe glorie in
den hoek stond.
In het voorjaar lag in de onderste lade een
omslagdoek voor de jonge moeder, terwijl de
lade daarboven de kinderkleertjes bevatte van
het zoontje, dat nu een paar weken oud was.
En iederen keer als de jonge moeder de
op een na onderste lade opentrekt, is het als
of de oude commode zwijgend glimlacht...,.
i