Voor den Zaterdagavond
T HOEKJE
OUDERS
r-
Blijft niet staren op het
verleden»
Lichtpunten trachten te vinden
en moedig voorwaarts.
door
Mevr. G. C. MEYER—SCHWENCKE.
Onlangs kwamen wij bij een jong vrouwtje,
die heel veel leed ondervonden had. Zij was
zoo diep onder den invloed, dat zij zeide, dat
het leven geen waarde meer voor haar had,
dat de toekomst donker en duister en geen
enkele lichtstraal te zien was. Zij had haar
man verloren en tevens het laatste geld, dat
haar restte en dat zjj in een onderneming had
gestoken, die niet aan de verwachtingen had
beantwoord.
Den ganschen dag gaf zy zich over aan
haar verdriet, en leefde geheel en al in het
verleden, in wat eens was, en steeds kwam
zij weer op hetzelfde punt terug, namelijk het
waardelooze leven, dat zich in al zijn som
berte voor haar openbaarde.
Velen van ons bederven hun leven en dat
van anderen door zich blind te blyven staren
op wat eenmaal was, en door een geleden
verlies, dat zy niet te boven komen.
Is het wel verstandig zulks te doen en zich
gebroken te voelen door het leed en steeds te
blijven denken hoe het had kunnen zijn, in
dien dit of dat niet gebeurd was?
Hoe zou het leven er uit zien, als ieder zoo
handelde na groot verdriet of zorgen? Ieder
menschenkind heeft zijn zorgen en moeiten,
alleen met dit verschil, dat het leed voor den
een vroeg, voor den ander later komt. Laten
wij toch nimmer denken, dat het leven voor
ons zooveel zwaarder is dan voor anderen,
bijvoorbeeld voor hen, die het schijnbaar zoo
goed hebben. Wat weten wij van het leven
van anderen af, hoe moeilijk zij het hebben
en hoe zij toch moedig voorwaarts gaan?
Zonder er anderen in te betrekken? Heel
goed mogelijk is, dat zij op andere wijze een
veel grooter verdriet te torsen hebben dan
degenen, die denken het o, zoo zwaar te
hebben.
Het getuigt trouwens in zeker opzicht van
groote eigenliefde, om steeds te blijven denken
aan het verdriet of de zorgen, die over ons
kwamen. Er behoort veel meer persoonlijk
heid toe, om deze meester te worden en de
plaats, die ons is toebedeeld in het leven, al
is die nog zoo bescheiden, op waardige wy'ze
"^te vervullen.
"g£t leed zelf te overwinnen, zonder er
steed^Söideren deelgenoot van te maksfij is
de beste heèïïïlêester, die tev^K& sterker
maakt, om 's levens" ïïWeiJijKheden te aan
vaarden en het hoofd te doen bieden.
Zelfs indien een van onze naasten is heen-
geaan, bereiken wij er niets door indien wij
ons overgeven aan ons verdriet en handelen
evenmin in den geest van dengene, die ver
scheiden is.
Wij kunnen niet blijven staren op het ver
leden, doch moeten verder, omdat het leven
met al zijn eischen en plichten ons hiertoe
dwingt en ongetwijfeld ook voor den meest
mismoedige nog iets goeds in zich houdt.
Lichtpunten! Ze zijn er, indien we ons de
moeite slechts getroosten om ze te zoeken,
dan zullen wij ze vinden.
Wanneer wij steeds met onze herinneringen
in het verleden blijven toeven, dan zien wij
tenslotte vele gebeurtenissen in een aureool
van licht, omdat wij ze gaarne op onze eigen
wijze zien. Ze blijven voortleven in een geheel
anderen en mooieren vorm, dan in werkelijk
heid het geval is geweest en zulks doen wij
onbewust.
Wij moeten het leven aanvaarden zooals het
tot ons komt met al zijn zorgen en verdriet,
doch tevens het goede weten te waardeeren,
dat het ongetwijfeld eveneens biedt. Trachten
de lichtzijden der dingen te zien geeft kracht,
want nimmer mag vergeten worden, dat geen
wolk zóó donker is of hij heeft zilveren
randen.
Tot krachtige persoonlijkheden moeten wij
onszelf onpvoeden, voor zoover wij weten, dat
wij te kort schieten. Het kost inderdaad veel
moeite, om de schakels te verbreken, die ons
aan het verleden binden, doch een sterke wil
maakt zulks inderdaad mogelijk. Eerst wan
neer wij onszelf geheel overwonnen hebben,
dan zullen wij rustig terug kunnen denken
aan hetgeen eens was, zonder ons geheel aan
ons verdriet over te geven, doch tevens zullen
wij dan moedig de toekomst tegemoet gaan.
Indien wij onszelf steeds laten gaan, schep
pen wij hierdoor een sfeer, die niet nalaat zijn
schaduwen op het leven onzer omgeving te
werpen en het licht te verduisteren, dat
nieuwe krachten moet geven.
We moeten niet tegenover het leven staan
met een „waarom", doch het aanvaarden met
al zijn smarten en vreugden en er van maken,
wat we kunnen; dat is de taak, die wij ten
uitvoer moeten brengen, niet slechts ten deele,
doch in zijn vollen omvang.
Uitstekende afsluiting voor jampotten ver
krijgt men, door enkele laagjes vetvrij boter
hampapier in kokende stijfsel te doopen en
onmiddellijk over de jampot te doen, terwijl
men de zijkanten stevig om het glas vouwt.
Een aangebrande aluminiumpan kan men
schoon maken door er azyn in te koken en
deze er nog een uur of vy'f, zes in te laten
staan. Daarna de azyn er uit gieten en de
pan omgekeerd laten drogen.
Wanneer men traploopers borstelt, is het
goed, het blik vooraf vochtig te maken, waar
door het stof er op blijft zitten en zich niet
verspreidt.
„Sinds ik je heb leeren kennen, heb ik maar
een enkele gedachte".
„Nou, dat is er één meer dan toen ik je
voor het eerst ontmoette."
Snoeperijen voor de
komende feestdagen.
Huisgenooten stellen het steeds zeer op
prijs, indien de huisvrouw allerlei snoeperijen
voor de komende feestdagen zelf heeft klaar
gemaakt. Hoe zuinig we ook moeten zijn, we
hebben toch nog wel een kleine reserve, die
ons in staat stelt op bescheiden wijze te trac-
teeren, hetgeen nu eenmaal zoo behoort'bij
de Decembermaand.
Het allerbeste is, dat men zich een thermo
meter aanschaft, die speciaal voor het koken
van de suiker geschikt is, en weliswaar een
extra-uitgave met zich brengt docht deze
wordt dubbel beloond door het practisch nut,
dat hy geeft (verkrijgbaar in winkels van
keuken-artikelen)
Om dezen thermometer te gebruken, plaatst
men hem eerst in een beker met warm water,
waardoor de temperatuur reeds hooger aan
gaat wijzen, en daarna brengt men hem voor
zichtig in de kokende massa, waarin hij wordrt
gehouden totdat de vereischte warmtegraad
is verkregen, daarna wordt zij verwijderd
en de pan onmiddellijk van het vuur genomen.
De thermometer weer in het warme water,
zetten en de siroop afmaken volgens het/re
cept.
Dadel Delight.
1 doosje dagLels, 1 kep melk, 1 kop gehakte
okkernoten, 1 geraspte citroenschil, 4 kopjes
suiker, 2 eetlepels boter, vanillesuiker of es
sence.
De suiker, boter en melk in een steelpan-
neetje doen, en op een laag vuur plaatsen tot
dat de suiker gesmolten is, daarna aan den
kook brengen tot ong. 236240 graden en re'
de gehakte dadels byvoegen. Precies vijf min.
laten koken onder voortdurend roeren, en van
het vuur vanille en geraspte citroen doormen
gen en daarna de noten. Kloppen tot de massa
dik is, uitstoten op een ingeolied deksel van
biscuitblik. Wanneer de massa stevig is, er
kleine .vierkante blokjes van snijden.
Caramel Okkernoten,
120 gram gemalen amandelen, (vooraf ge
broeid en van de velletjes ontdaan), 120 gr.
lichte basterdsuiker, theelepel amandel
essence, 60 gram poedersuiker, 1 eiwit, 400
gram suiker, 1 kopje water, een tikje dubbel-
kooolzure soda, gehalveerde okkernoten.
Zeef beide soorten suiker, voeg amandelen
eiwit en essence bij, en kneed alles tot een
stevige massa, waarvan kleine balletjes wor
den gevormd. Aan onder- én bovenkant wordt
een halve okkernoot gestoken, daarna wordea
alle balletjes ong. 24 uur op een koele plaats
weggezet. De witte suiker in een pan doen,
aan den kook brengen tot ong. 290 graden of
totdat een weinig stroop in koud water bros
is. Een voor een de balletjes in de stroop dom
pelen en op een beboterd bakblik laten op
drogen, daarna in kleine papieren bakjes
leggen.
Truffels.
250 gram chocolade (vanille-feepen), 2 eet
lepels boter, 1 ei, wat geraspte cocosnoot,
chocoladehagelslag of strooisel.
De chocolade wordt in stukjes gebroken,
en in een pannetje gedaan, dat in een pan met
kokend water gezet wordt, waarna de ge
smolten massa vermengd wordt met boter en
het klopte ei. Geheel koud laten worden,
liefst tot den volgenden dag laten staan, en
van het mengsel kleine balletjes vormen, die
gedeeltelijk door gemalen cocosnoot (die per
ons by den kruidenier verkocht wordt), cho
coladehagelslag of strooisel gerold worden.
Eenlge uren voor het presenteeren maken,
zoodat zy weer goed stevig worden.
Vader, u hebt me een kwartje beloofd,
als ik de eerste was op de school! Ik ben nou
al twee weken no. 1.
Hier zijn twee kwartjes, jongen, maar
je moet niet zoo hard studeren, dat is niet
goed voor je.
„Vader: „Je begrijpt me nou wel, hè, ik
geef je alleen een pak slaag, omdat ik van
je hou".
Zoon: „Ja, vader, ik wou alleen, dat ik
groot genoeg was om Uw liefde te beantwoor
den."
Zondag.
Pouletsoep.
Kalfsnierstuk Snijboonen.
Aardappelen.
Abrikozenpudding.
Maandag.
Koud vleesch.
Brusselsch lof met Kaassaus.
Aardappelen.
Zoete appeltjes.
Dinsdag.
Pikante runderlapjes.
Gestoofde bieten.
Aardappelen.
Rystebrei.
Woensdag.
Gehakt.
Knolraap aardappelpuree.
Watergruwel.
Kerstcake.
Donderdag.
Runderrollade.
Spruitjes aardappelen.
Appelschoteltje.
Kerstpudding.
Vrijdag.
Magere groentensoep.
Vleeschlooze stamppot van
groene kool en selderij.
Compote.
Zaterdag.
Bruine boonen met speksaus.
Aardappelen.
Appelmoes.
Abrikozenpudding.
200 gram gedroogde abrikozen, 1 pakje
poedergelatine, 2 dl water, 2 eiwitten, 1 dl
room, 1 pakje vanillesuiker 3 blaadjes witte
gelatine, dl water, 75 gram suiker.
De abrikozen, die 24 uur geweekt hebben,
worden eenige minuten gekookt met 2 dl
water, daarnamet een garde tot moes ge
klopt. Het water, waarin de abrikozen ge
klopt zyn, wordt weer aan den kook gebracht,
en hierin wordt de suiker opgelost, vannille-
suiker byvoegen, en het pakje poedergelatine,
dat in een half kopje water heeft geweekt,
totdat dit geheel is opgelost, daarna de abri—
kozenpulp bijvoegen en af en toe roeren.
Wordt deze geleiachtig, dan worden de eiwit
ten en de slagroom geklopt en door de abri-
kozenpulp gemengd, waarin alles wordt over
gebracht in een kristallen schaal om volko
men koud te worden.
Engelsche Kerstpudding.
120 gram bloem, 30 g zelfrijzend bakmeel,
125 g kruim van oud brood, 225 g niervet,
225 g sultana's, 225 g sunmaid rozijnen, 150
g sucade,'150 g lichte basterdsuiker, geraspte
schil v. e. 'citroen en sap, 2 eieren, wat melk,
1 wijnglas, iets zout.
Thans is het tijd om de Kerst- of plum
pudding te bereiden en goed afgesloten in den
vorm te bewaren, om deze dan brandende en
versierd met hulst op lsten Kerstdag binnen
te brengen. Even van te voren wordt er een
weinig rum over gegoten, dei „aangestoken"
wordt en in enkele oogenblikken verbrand.
Wij geven hier het recept van een pudding,
die in vergelijking met andere plumpuddingen
weinig kostbaar is, terwijl van de opgegeven
hoeveelheden twee vormen gevuld worden;
indien men geen puddingvorm heeft, die af
gesloten kan worden, kan. men een paar kom
men gebruiken, afgesloten met perkament
papier, dat met een touwtje stevig vastge
bonden wordt.
Bloem en bakmeel zeven; het niervet zeer
fy'n hakken en met alle droge ingrediënten in
een kom doen, door elkaar roeren en geklopte
eieren en brandewijn toevoegen, daarna ge
noeg melk om een vochtig geheel te krijgen.
Beide vormen goed invetten en vullen, daar
na sluiten met beboterd deksel of perkament
en gedurende 4 uur in pan met water koken,
daarna de gevulde vormen wegzetten op koele
plaats; voor gebruik nog 1 1% uur laten
koken.
Kerstcake,,
250 g zelfrijzend bakmeel, 250 g sultana's,
125 g sucade, 125 g lichte basterdsuiker, 125
g krenten, 250 g boter, theelepel kaneel, 2
3 eetl. melk, geconfijte kersjes.
Boter en suiker tot room roeren en eieren
kloppen, telkens een weinig bij de crème voe
gen en kloppende vermengen; daarna gelei
delijk de gezeefde bloem; krenten en rozijnen
wasschen en afdrogen in een doek, sucade
hakken en met de kersjes bij de overige in-
drediënten voegen, alles mengen en nog 2
lepels melk toevoegen. Vormen worden goed
ingevet en gevoerd met vetvrij papier (dub
bele laag, binnenste ook boteren) en dan ge
vuld met deeg. De oven 57 minuten voor
verwarmen, blikken erin plaatsen, na 10 mi
nuten temperen en de cakes ong. iy2 uur
gaar laten worden bij zeer middelmatige
temperatuur. Storten, koud laten worden, in
vetvrij papier bewaren in gesloten trommel
tot Kerstmis.
Vleeschlooze stoofpot
van groene kool en selderie.
3 groene kooltjes, 1 selderijknol, iy2 kg
aardappelen, 100 gram boter, 1 dl melk, 100
gram geraspte kaas, peper, zout, gehakte
peterselie.
De kooltjes worden dun geschaafd, nadat
alle buitenste bladeren zijn verwijderd, daarna
opgezet met weinig water en aan den kook
gebracht, in goed sluitende pan. Intusschen
de knol schillen en in kleine blokjes verdee-
len, boter toevoegen en zachtjes laten stoven,
totdat kool en knol bijna gaar zyn, daarna de
geschilde en aan blokjes gesneden aardappe
len toevoegen, alles te zamen even aan den
kook brengen, 1 dl melk toevoegen, peper en
zout naar smaak, en daarna het vuur tem
peren en ten overvloede een asbest plaatje
onder de pan leggen, en alles nog ong. 25
minuten laten stoven. Even voor het opdoen
de massa door elkaar roeren, doch niet stam
pen en op een schotel overbrengen, en be
strooien met kaas- en peterselie. Men moet,
vooral zorgen, dat stoofpot niet te nat, maar
vooral ook niet te droog wordt opgediend.
Tob nooit hoekje
Functies van het geheugen.
Scliakel tusschen het bewustzijn en
onderbewustzyn.
In het Maart-nummer plaatsten wij een ar
tikeltje over het geheugen, waarin wij schre
ven, op de functies van de herinnering nader
terug te zullen komen. Wij doen dit bij dezen,
ook al wegens vele ingekomen verzoeken van
lezers.
Zooals wij al schreven, wordt elk van onze
indrukken bewaard in het onderbewustzijn.
Deze indrukken kunnen daar soms jarenlang
als het ware sluimeren, totdat een nieuwe,
daarmede verwante indruk ze wekt. Dit „wek
ken" bestaat in het overgaan van het onder
bewustzijn naar het bewustzijn, en de schakel
waar langs deze overgang geschiedt, is de
herinnering.
Een andere functie van het geheugen is,
dat het ons dikwijls waarschuwt voor het ten
tweede male begaan van dezelfde fout.
De schakel-functie van onderbewustzyn
naar bewustzijn is een bewuste functie, waar
bij wij ons bewust inspannen om door middel
van de herinnering een gedachte-beeld uit het
verleden scherper en vollediger te maken.
De waarschuwings-functie daarentegen is
onbewust, althans in den aanvang zeer zeker.
Wij allen hebben het weieens ondervonden,
dat wy op het punt stonden te handelen en
dat wij het gevoel hadden, of iets ons er op
het laatste oogenblik van terughield. Onbe
wuste functie van de herinnering. Eerst later
wordt het ons duidelijk, dat wij vroeger eens
op dergelijke wijze gehandeld hebben en dat
dit verkeerd is uitgeloopen.
Verder kan de herinnering ons troost en
afleiding bezorgen door ons in levendige kleu
ren een prettige gebeurtenis of een prettige
reeks van gebeurtenissen uit het verleden
voor den geest te brengen.
Ook bij het aanleeren van elke tak van
wetenschap bewijst het geheugen ons goede
diensten. Het houdt de basis voor ons vast,
waarop wy verder kunnen bouwen.
Wij willen er hier even op wijzen, van hoe
veel belang het is om vooral de beginselen
goed in het geheugen te prenten van alles,
wat wij beginnen te studeeren. Menige studie
is gestrand op een te oppervlakkige kennis
van de beginselen. Vooral voor hen, die ge
makkelijk leeren is het verleidelijk om te den
ken: „dit ken ik nu wel, nu maar verder
gaan". In een stadium, dat zij het inderdaad
wel kennen, maar niet zóó grondig of ze zul
len binnen enkele weken het meerendeel ver
geten.
Terwijl een uurtje langer studeeren op het
zelfde materiaal hen waarborgt, dat ze het
voor goed kennen.
Wat men goed gekund heeft, vergeet men
niet meer. Wie goed heeft kunnen schaatsen
rijden, die mag na verloop van jaren in den
beginne even onvast op de smalle ijzers staan,
na een oogenblik van wennen rijdt hij even
vlot en zeker weg als vroeger. En zoo gaat
het ook met wetenschap. Wat men eenmaal
grondig geleerd en goed gekend heeft, dat
kan men voorgoed zijn eigendom noemen.
Zonder misleiden als een functie te willen
beschouwen, willen wij hier toch volledigheids
halve niet onvermeld laten, dat de herinne
ring .ons soms misleidt.
Heeft u b.v. weieens een huis teruggezien
waarin u jaren geleden gewoond had en waar
aan daadwerkelijk niets veranderd was?
Dan zult u ook weten, dat uw herinnering
u omtrent de indeeling correct heeft inge
licht, maar dat deze u alles veel grooter
heeft voorgespiegeld dan het in werkelijk
heid is. Kamers lijken kleiner en lager van
verdieping, gangen en trappen lijken smaller
dan wij ze ons hadden voorgesteld.
De voornaamste functie van ons geheugen
is er een, waarvan niemand zich ooit reken
schap geeft, n.1. het in ons bewustzijn houden
van de meest alledaagsche feiten.
Want hoe hulpeloos is de mensch, die aan
geheugenverlies lijdt!
Hij herinnert zich zijn eigen naam niet
meer, hy weet niet wie hij is, noch wat zijn
beroep is. Hy weet ook niet meer waar hij
woont, noch hoe hij daar gekomen is, waar
hij zich op het tijdstip van zijn geheugen-ver
lies bevindt. Hij weet evenmin wat er gisteren
als wat er een half uur geleden gebeurd is.
En het eenige, wat hem uit zyn netelige
situatie verlossen en hem veilig thuis bren
gen kan is, de herinnering van anderen, die
te eeniger tijd vernomen hebben wie hij is en
waar hij woont.
Waarlijk, de herinnering is een factor, die
wij op ieder moment in eenig verband noodig
hebben.
Dr. JOS. DE COCK.
VOOR DE
IETS OVER DE LIEFHEBBERIJ.
Het is algemeen bekend, dat onder vaklui
de „liefhebberij" niet best aangeschreven
staat. Geen wonder! Menig knutselaar is de
vaklui den baas. Maar afgezien hiervan, het
is onbillijk producten van liefhebberij-werk te
gaan vergelijken met het werk van vaklui.
Doch de vraag is echter deze: Heeft de lief
hebberij beteekenis voor 't geluk van den
mensch
En dan bantwoord ik deze vraag met een
volmondig ja.
Ik wil dit antwoord nader motiveeren.
Ieder mensch heeft naast het werk, dat hy
om den broode verricht, behoefte aan iets, dat
hem aangenaam bezig houdt en gedurende
eenige uren afleidt van het dagelij ksche werk.
Velen zoeken dit in loos vermaak. Dat is
ten slotte hun zaak.
Maar beter zijn zij er aan toe, die een „lief
hebberij" er op nahouden.
De een knutselt 's avonds eenige uren aan
zaagwerkjes, de ander houdt zich bezig met
snijwerk, een derde met schilderen, een vierde
met muziekbeoefening, een vijfde met teeke
nen, boetseeren, enz enz. En nu doet zich dit
algemeene feit voor, dat de liefhebberij-bezig
heid bijna steeds afwijkt van het dagelijksche
werk. We mogen gerust als eerste oorzaak
hierbij noemen het feit, dat vele menschen ge
heel niet in hun beroep passen. Zeer dikwijls
blijkt het liefhebberij-werk een goede en be
trouwbare maatstaf by de beoordeeling, wélk
vak gekozen moet worden. Doch aangezien
allerlei omstandigheden den doorslag geven
bij de beroepskeuze, komt er van deze laatste
in de practyk vaak weinig tér echt.
De jongen kiest geen vak, maar, k r ij g t
een vak. En al moge bij er op den duur aan
wennen, zijn „liefhebberij" voor een bepaald
vak verdwijnt niet. Als het een flinke arbeider
is, zal hij in zijn vrije uren zich er mede bezig
houden. Wat hij dan tekort komt aan beroeps
liefde en geluk, vindt hij vergoed in zijn lief
hebberij-bezigheid,
Een feit, dat vaak is opgemerkt en ons reeds
dadelijk bewijst, welk een groote waarde er
schuilt in liefhebberij-bezigheid ten opzichte
van het geluk van een bepaald mensch.
Zelfs al zou 't werk, dat uit de handen van
zoo'n mensch komt, het verliezen moeten bij
vergelijking met vakwerk, toch is hiermede
niets ontkend van de beteekenis, welke het
heeft voor dezen man of deze vrouw in het
leven.
Een andere verklaring is deze.
Men heeft wel eens gezegd, dat de aanleg
van een mensch te groot is voor een bepaald
vak.
We aanvaarden de waarheid dezer uitspraak
ten volle. Het is voor flinke algemeen ontwik
kelde menschen met een goeden aanleg, on
mogelijk zich alleen bezig te houden met een
vak. Hierbij komt nog, dat door de verindus-
trialiseering, een vak meestal verdeeld wordt
in zeer veel onderdeelen, waardoor de aanleg
nog beperkter ruimte krijgt zich te ontplooien.
Zoo gezien wordt het duidelijk, dat liefheb
berij aanvullend werkt. Dit moet men vooral
niet onderschatten!
ONZE WEKELIJKSCHE CITATEN-
RUBRIEK.
Over ouderliefde en liefde tusschen broers
en zusters onderling kan men geen geboden
uitvaardigen. Is zij aanwezig, dan zijn de ge
boden onnoodig in het tegenovergestelde
geval doen ze toch geen nut. Wel kan men in
het concrete duidelijk maken wat zulk een
liefde beteekent, hoe ze zich openbaart en
zich werkzaam betoont.
(Foerster.)