Madrid.
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
De strijd om de
„Betty
Bonn"
Plantenziektenkundigen Dienst
De honden van
het slagveld
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 8 Deoeonfcer.
Den Helder. A 1 k m a ar.
EEN TOT ZWIJNTJESJAGER GEDEGRA
DEERDE BROODBAKKER.
De ruim 30-jarige. te Den Helder het le
venslicht. ontvangen hebbende Sander L., 'is
een snaak, die wel eens placht te worden
aangeduid als een „mooie" jongen, jrnet de
klemtoon op het bijvoegelijke „mooie", waar
door deze loftuiting een geheel andere be-
teekenis krijgt. Reeds meermalen hebben
we Sander in onze rechterlijke annalen
onoeten noteeren en zoo is hij in 1934, des
tijds in kwaliteit van bakkersknecht te
Schagcn, 'er zake diefstal van een geheele
serie rijwielen tot 1 jaar mikpruimen ver
oordeeld. Thans stond hij opnieuw terecht
wegens het achteroverd rukken van een aan
tal rijwielen, eigendom van mej. H. Boode,
en de heeren Deemster, Pasma en Winter.
Laatstgemelde, die zonder ecnig motief, he
den als getuige afwezig bleef, mag dat grap
je wel gauw met mr. Tack uitknobbelen,
anders zal hij ook nog met den kanton
rechter kennis maken.
De heer Sander echter, had met succes
zijn zwijntjesjacht te Alkmaar vanaf 23 tot
28 October voortgezet, tot een Alkmaarsche
rechercheur hem in het nachtelijk uur op
een damesfiets zag racen.
Sander gaf de rechtbank geen moeilijk
heden. Hii had geldgebrek, voila tout! Al
leen beweerde hij, dat bet hem niet was te
doen om de fietsen, maar om de beter ver
handelbare rijwielbelastingplaatjes.
De heer Officier gaf eenige grepen uit het
'leven van Sander en requireerde thans 1
jaar en 8 maanden, waarop verdediger, mr.
Dwars uit Hoorn, die alweer voor dit klcin-
Jiefdewerk was uitverkoren, nog het een en
ander in 't voordeel van zijn schralen cli
ënt ter sprake bracht en met den moed der
wanhoop een gecombineerde straf voor
stelde, 'n propositie die echter bij den Of
ficier absoluut geen steun genoot. Het
moest toch eindelijk maar eens uit zijn,
die rijwieldiefstallen, zei het O. M.
Den Helder.
DE HERSENS-ORDE-STORENDE EN
DUIZELINGEN-WEKKENDE
CRISISWETTEN.
Een Heldcrsche winkelier, de heer Anth.
Jac. K., verkoopt onder meer ook fleschjes
koffieroom, waarvoor hij vergunning had
van de Heldersche „crisis"-melkcommissie.
De man dacht dus safe te zijn en verkocht
zonder gemoedsbezwaren dit nuttig pro
duct, tot op eens een zwaarlijvige crisis-
zuivelcontroleur, hem uit zijn zoeten droom
ruw wakker schudde, dooi te constateeren,
■dat de goedkeuringen der stedelijke crisis-
zuivelcommissie geen klap hadden te be-
teekenen, maar dat hij moest, beschikken
over een consent' van de NederTaridsche Zui-
vel-Centrale, voorheen genoemd Crisis Zui-
vel-Centrale. Aangezien echter de heer K.
de bedoelde vergunning niet kon toonen,
volgde proces-verbaal en veroordeling tot
f 10 boete of 3 dagen door den Ilelderschen
kantonrechter.
De veroordeelde waagde er echter nog een
paar pop aan en kwam in hooger beroep.
En gelukkig niet zonder succes! De Officier
toch moest zelf eerlijk erkennen, dat zelfs
juristen, laat staan eenvoudige burgers uit
al die steeds afwisselende crisisvoorschriftcn
niet meer wijs kunnen worden. Hij nam
aan, dat appellant geheel ter goeder trouw
was geweest en stelde voor de opgelegde
'boete te verlagen tot f2 of 1 dag, zulks lot
volle tevredenheid van den heer K.
Den Helder.
DE ARME HUISJESMELKER ZOCHT HULP
EN BIJSTAND IN MOEILIJKE OMSTAN
DIGHEDEN AAN HET VERKEERDE
KANTOOR.
Had zijn stadgenoot Anth. KI., zooals blijkt
uit het verslag der vorige Heldersche za*k,
in Alkmaar bij de geleerde heeren van de
meervoudige strafkamer een aangenaam
onthaal gevonden, minder prettig verging
het den huiseigenaar Jan de K., 'n 65-jarig
heer, die ook zijn schild ende betrouwen
had gesteld op de meerv. kamer.
Deze bejaarde pechvogel was de geluk
F e uilleton
door Friedrich
L i n d e m a n
18)
Maar gelijk had hg. Zeker, hij had gelijk.
Toetssteen der beschaving. Wij. Het was een
ideaal parlement, en indien er te dien tijde
een partij was: de partij der anti-trevortisten.
En Jimmie Bolston was haar profeet.
Maar iets had zelfs Jimmie Bolston zich
in zijn stoutste droomen niet kunnen denken.
Het werd een der grootste momenten uit zgn
leven, toen hij het zgn vrienden kon toonen,
zelfs grooter, aan dat de Koningin persoonlijk
van haar ziekbed zou zijn opgestaan en btj
hem afgestapt.
Het gebeurde den lOen Januari, 's mid
dags 12 uur 35. Ik zat thans niet op mijn
gewone plaats. Het was me te heet. De zon
brandde door het groote raam. Het was net
alsof er onweer op komst was. Ik had mij op
een koele plek in de hal teruggetrokken en
schreef een paar kleine artikelen voor mijn
dagbladen.
Niets bijzonders, alleen maar zoo iets, dat
men schrijft om den tijd te dooden.
In het midden van de Hall onder de on
rechte palmen zaten de vier „Bristol-parle-
kige bezitter van een tweetal bouwvallige
perceelen, geteekend 1 en 3 in de Jodensteeg
te Den Helder, welke perceelen hij ver
huurde voor het kapitale bedrag van 25
stuivers de twee per week, aan een eer
zame scharrelaar, genaamd Salomon L.
Het gemeentebestuur van Den Helder
echter waren de wormstekige kasteel en
van genoemden huiseigenaar een" doorn in
het oog. Hem werd alsnu een ultimatum
gesteld: grondige restauratie of opruiming
vóór 27 April 1935 en anders zouden er
maatregelen worden genomen. En toen nu
het effect dezer sommatie uitbleef, werd de
bedreiging ten uitvoer gelegd, met gevolg,
dat de heer de K. werd veroordeeld door
den kantonrechter tot f25 boete of 10 da
gen. Zooals gezegd, zocht ook de heer de
K. hulp en troost 'bij de hoogere rechtbank,
helaas echter met veel minder moedgevend
gevolg. Het bleek ter zitting, dat volgens de
opinie van hét Heldersche gemeentebestuur,
gezegde perceelen gevaar opleverden voor
de veiligheid, hoewel de eigenaar met on
verholen trots releveerde, dat ze met goed
gevolg het brute geweld der November
stormen, die zeekasteelen verpletterden,
hadden getrotseerd. Aan de hand van de
voorlichting van 't gemeentebestuur,- bouw
de de heer Officier echter een onvriendelijk
requisitoir op, strekkende tot bevestiging
van het gewezen vonnis. De Officier
schroomde zelfs niet, het gemeentebestuur
van Don Helder op te wekken, om bedoelde
gevaarlijke perceelen voor rekening van den
eigenaar te amoveeren en hem bovendien
nog een flinke boete op te leggen. Beladen
met den inhoud van de fiolen der geduren
de de morgenzitting opgespaarde toorn des
heeren Officiers, strompelde het slachtoffer
met zijn nutteloos getoonde vodjes papier
ter verdediging, uit de zaal der gerechtig
heid.
Den Helder.
HIJ WILDE EENS PROBEEREN OF HIJ
VERZACHTING VAN STRAF KON
KRIJGEN.
De 21-jarige winkelbediende Frits C. te
Den Helder, had het ongeluk op 29 April
in de Keizerstraat aldaar mét een door
hem bestuurden auto een fietsrijder, den
monteur Jan Nijman, aan te rijden en was
te dier zake veroordeeld door den Ilelder
schen Kantonrechter tot f25 boete of 15 da
gen, met welk vonnis hij niet instemde, wes
halve hij in het heden door de mcerv.
strafkamer behandelde beroep kwam. Een
4-tal getuigen waren gedagvaard, n.1. de
heeren Jan Nijman, G. Meijer, KI. Bierste
ker en A. Veenstra.
Het gewone, afschuifsysteem-spelletje, dat
veelvuldig wordt toegepast als men in de
knijp zit, bad hier ook weer plaats, doch
ten slotte draaide de wind in het nadeel
van FGrits en werd gerequireerd bevestiging
van het vonnis, 'n requisitoir, waarmede
niet alleen Frits, doch ook een paar geleer
de. muskieten aan de perstafel niet accoord
gingen.
EEN LEERZAME BIJDRAGE TER WAAR
SCHUWING TEGEN DE ZWENDELAARS
IN Z.G. SPAARBRIEVEN, DIE DE MAAT
SCHAPPIJ ONVEILIG MAKEN.
Zoo goed als de geheele trieste wintermid
dagzitting was gewijd aan een onbetrouw
baar individu, 'n zwendelaar in zoogenaam-
do spaarbrieven, de heer Petrus Adriaan
v. d. L., 'n „verzekeringsagent" uit Castri-
cum, thans tijdelijk onschadelijk gemaakt
door een gedwongen verblijf achter de so-
liede tralies van het huis van bewaring.
Deze zwendelaar was helaas in kennis
gekomen met de weduwe Dekker en haar
dochter Anna R., die hij de groeten van een
zoon bracht, 'n bekende oplichters-introducé
truc! Hij kreeg de lucht van het spek in
den vorm van een effectenbezit en rustte
niet voor deze waardepapieren waren om
gezet in zijn waardelooze spaarbrieven.
hem ten verkoop ter hand gesteld door een
of andere zwendelbank. Zoo met elkaar
had hij voor pl.m. f2000 aan soliede ef
fecten van de weduwe ingepikt en kon de
weduwe op 'n houtje in casu de spaarbrief-
prullcn, zitten bijten.
Toen de justitie eindelijk termen vond
om in te grijpen, was het natuurlijk te laat.
Dat is niet de schuld van de justitie of po
litie, maar van de argelooze bedrogenen,
die eerst wakker schrikken als alles verlo
ren is.
Deze valsche speler met zijn spaarbrieven-
sp'el had intusschen al grootscheeps een
safe gehuurd bij de Noorderbank, waar ook
een verduisterd effect, een Ned.-Ind. stuk,
werd beleend.
Het is natuurlijk duidelijk, dat na ont
mentariërs" en zwegen. Men was het er over
eens, dat in de zaak Trevor geen enkel nieuw
gezichtspunt was naar voren gekomen. Dan
daarbij het loome van den dag, de ongewone
hitte voor den tgd van het jaar. Men soesde
maar zoo'n beetje voor zich heen.
Plotseling kwamen van de straat twee hee
ren binnen, twee vreemdelingen. Zij hadden
best uit hetzelfde warenhuis afgeleverd, kun
nen zijn: dezelfde hoekige, gladgeschoren ge
zichten, dezelfde grijze overjassen, dezelfde
hoeden, dezelfde pijpen tusschen de tanden,
misschien stamden die van denzelfden tand
arts.
Geen bijzonder voorname lui. Beslist geen
Engelschen. Bolston stond niet eens op. Dat
kon zijn bureau wel af.
Links alstublieft.
Verder bemoeide hij er zich niet mee.
Amerikanen.
Hiermede richtte hij zich weer tot de zwijg
zame parlementszitting. Hg kon zich toch
ook niet met eiken tweedaagschen gast be
moeien.
De Amerikanen verdwenen een oogenblik
achter de glasdeur, waarop het woord „office"
geëtst was. Even later bracht de boy hen
naar boven, naar hun kamers. Dit was alle
maal heelemaal niet opwindend.
Maar nu vloog de deur van het bureau
open en een half grijze krullekop kwam om
den hoek kijken: Myria Picton, boekhoudster
van het Hotel, een dame tusschen oud en Jong,
met twee papieren manchetten over de onder
armen en een bril met stalen randen op haar
neus. Myria Picton keek eerst zoekend door
de Hall, toen kakelde zij als een opgejaagde
hoen:
Mr. Bolston. Mr. Bolston!
Wat is er?
Mr. Bolston, Vlug! Vlug!
dekking van de zwendel, meneer v. d. L.
zelf ook in een safe werd gedeponeerd,
waaruit hij heden te voorschijn werd ge
haald. om terecht te staan.
De heer Officier hield een scherp requisi
toir, releveerde dat verdachte reeds meer
malen ter zake verduistering was veroor
deeld. Op den dag van zijn arrestatie werd
zijn 7de kind geboren! De oudste is 9 jaar.
Voorts werd beslag gelegd op het van het
gestolen geld gekochte meubilair. Tenslotte
.achtte de Officier een gevangenisstraf van
2 jaar geëvenredigd aan de zwaarte van
het ergerlijk vermogensdelict.
De verdediger, mr. Judell, noemde zijn
cliënt een slappeling en opperde de moge
lijkheid of hier geen sprake kon zijn van
kleptomanischen aanleg, reden waarom hij
voorstelde een psychiatrisch onderzoek, ten
einde na te vorschen, op welke wijze de
man tot zijn oneerlijke daden is gekomen.
Uitspraak 15 Dec.
PUBLICATIES.
Hoewel er in den loop der tijden wel iets
veranderd is, toch is het nog een feit, dat
de doorsnee tuin- en landbouwer het „land"
heeft aan administratief werk en ook aan
lezen heeft hij nog weieens een broertje
dood. Er is wel iets veranderd maar het
is toch nog niet zooals het wezen moet,.
Zoo zijn b.v. de verschillende publicaties
van verschillende voorlichtingsorganen nog
niet bekend genoeg in de meeste tuinbouw
streken. In de fruitteelt is dat al een wei
nig anders. Ieder jaar zijn de mededeelin
gen die den fruitteler betreffen uitverkocht.
Van andere, even nuttige mededeelingen
hoort men dat nooit.. Nu zijn de publicaties
die de plantenziektenkundige dienst uit
geeft alle op de praktijk gericht en men
behoeft dus niet bang te zijn met een hoop
nuttclooze?? theoretische bombast te wor
den lastig gevallen. Bovendien is de prijs
niet berekend op het maken van winst zoo
dat er ook geen groote bedragen mede ge
moeid zijn en tenslotte worden in do ver
schillende mededeelingen slechts onderwer
pen behandeld, die door hun belangrijkheid
uitmunten. Dit ter inleiding van het ver
schijnen van het verslag van den planten
ziektenkundigen dienst over het jaar 1935.
Slaat men het onvermijdelijke officieele
deel over, dan bevat dat verslag niets dan
praktische wenken, waarmede men zijn nut
kan doen.
Het begint met het behandelen van be
langrijke ziekten van landbouwgewassen
waarbij tevens over de bestrijding gespro
ken wordt. Ook voor het herkennen van
nieuwere of oudere ziekten kan men duide
lijke beschrijvingen of fotos vinden.
Men kan zien, dat in het jaar 1935 weer
zeer veel gevallen van het optreden van
bladluizen aan de spruiten van voorge-
kiemde poters zijn gesignaleerd geworden.
Voor de bestrijding van virusziekten wel
van belang.
Er wordt gesproken over een druivenzielc-
te, die in Iloom en in het Westland veel
schade deed. In Zeeland trad een snuitke-
ver schadelijk op in uien, iets wat wij in
Noord-Holland nog niet waargenomen heb
ben. Zoo kwam in het Westland een aaltjes-
ziekte voor in wortelen, die voor uitplan-
ting, voor zaadwinning dus, bestemd waren
Het kan goed zijn, dit in het oor te ltnoo-
pen, men mocht het ook hier eens waarne
men.
Dat de motluis, die in Engeland reeds
zeer algemeen is, ook in ons land vasten
voet begint te krijgen is voor de kassen-
bouwers een feit om rekening mede te
houden bij het aanschaffen van stekplanten.
Voor c^e gladioluskweekers kan het zijn
nut hebben nog eens lezen, dat het ont
smetten van de knollen nergens resultaat
heeft opleverd, dan alleen tegen Fusari-
umaantasting. Deze ziekte komt echter
hoofdzakelijk voor bij Pfitzers Triumph.
Dan volgen eenige bladzijden, die de re
sultaten laten zien van vele proefnemingen
op verschillende plaatsen met de meest uit-
eenloopende bestrijdingsmiddelen, waaron
der natuurlijk de allernieuwste. Deze kor
te mededeelingen omtrent die verschillen
de middelen zijn van zeer veel belang
voor den praktikus.
Al met al blijkt wel uit deze korte opsom
ming, dat zulk een verslag voor den belang
stellenden tuinbouwer van zeer veel belang
is en dat aanschaffen niet nagelaten mag
worden. Natuurlijk kan men ze bestellen
bij den plantenziektenkundigen dienst te
Wageningen en ook bij ondergeteekende.
Van Herwijnen, St. Pancras.
Bolston stond op en bromde:
Heaven Myrra...
Zij was altijd zoo opgewonden bij alles wat
er voorviel, maar zij was flink en goedkoop,
daarom zag hg veel door de vingers. t
Nu was zij niet alleen druk, zij was heele
maal uit haar gewone doen. Haar oogén puil
den bijna over haar bril heen. Zij vergat alle
vormen, pakte Mr. Bolston bij zgn arm en
sleepte hem in het bureau.
Het Bristol-parlement lachte, maakte op
merkingen en toespelingen, elk naar zgn
eigen temperament.
Gek mensch!
Hysterische...
Dan ineens vlogen alle hoofden met een
ruk naar boven.
Mijne Heeren!
Timmie Bolston stond in de deuropening.
Vuurrood gezicht. Buiten adem. Heesch van
ontroering. Sleepte het omvangrijke boek der
gasten met zich mee.
Mijne Heeren. Mgne Heeren! Ge hebt er
geen idee van. De bom gaat barsten! Mijne
Heeren! hier! hier!
Gelijkertijd had hij het boek op tafel gewor
pen. Twee whiskyglazen vielen aan scherven.
Mensch. Bolston!
Laat liggen, laat liggen! Hier!
Zijn handen beefden, toen hij de bladen om
sloeg. Zijn lorgnet viel tweemaal van zijn
neus. Dat wond hem nog meer op. Hjj stot
terde steeds weer hetzelfde:
Mijne heeren... mijne heeren... de bom...
Eindelijk wees hij met bevenden vinger op
een bladzijde.
Waar is het nu...?
Hier:
Cornhill... Branker... Perreira... Mor-
lay... Halt, daar. Lees!
Drie hoofden bogen zich over Jimmy Bol-
Geheele scharen verlaten die
ren vreten de lijken der gevan
genen op.
Casa del Campo, Madrid Dec. 1936.
Terwijl de oogen van de wereld op Lon
den gericht zijn, waal* een koning een in-
nerlijken strijd voert tusschen plichtsbe
sef en liefde, woedt de burgeroorlog in
Spanje op de verschrikkelijkste wijze verder
Een van de treurigste en tegelijkertijd
meeste ontzettende begeleidende verschijnse
len van deze oorlog zijn de honden, die dag
en nacht in het niemandsland rondstroo-
pen.
'Oorspronkelijk waren deze dieren hun
meesters naar het slagveld gevolgd, maar
nadat dezen gevallen waren, veranderden
eenzaamheid, honger en vertwijfeling de
ze arme schepselen, die eens de meest trou
we en toegedane vrienden van de men-
schen waren, in wilde beesten, die zich
dikwijls aaneensluiten om rooftochten
te ondernemen en zich met de lijken van
de gevallen soldaten voeden.
Toen ik gisteren, gedekt door een kleinen
heuvel, een uitval van de verdedigers van
Madrid gadesloeg, zag ik, hoe een kleine
hond zich tusschen de ontbloote ribben van
een paard wrong, om zijn honger aan het
aas te stillen. En niet ver daarvan verwij
derd groef een magere herdershond een
gat in een haastig opgeworpen grafheuvel,
waarin de lijken van een aantal Volksfront
soldaten lagen. Hij legde een arm bloot en
begon deze, onbekommerd omde steenen,
die ik naar hem tocgooide, op te vreten.
Eerst toen dicht bij hem in de buurt een
granaat insloeg, maakte de lijkenschender
dat hij wegkwam.
Het aantal honden en katten, dat half-
verhongerd op de slagvelden rondzwerft, is
zeer groot en verrassend is het feit, dat
deze arme dieren geheel aan den oorlog
gewend zijn geraakt. Slechts indien kogels
of granaten in hun onmiddellijke nabijheid
inslaan, geven zij blijken van angst. Uit
den aard van de zaak worden velen van
deze dieren door kogels getroffen en daar
de schoten natuurlijk niet altijd doodelijk
zijn, ziet men, hoe vele verminkte bees
ten zich met de grootste moeite naar het
lokkende aas voortsleepen.
„DE VADER VAN ELISABETH 11"
Londen 8 December 1936 (V.P.B.) Hoe
wel de constitutioneele crisis ook op het
oogenblik nog niet opgelost is, heeft men
voor den qventueelen opvolger van Eduard
VIII reeds een bijnaam gevonden. Want de
hertog van York is veel minder populair
dan zijn thans regeerende broeder.
Daarentegen is de kleine prinses Elisa-
beth, de oudste dochter van den hertog, de
lieveling van het publiek. Daar zij den
naam van de grootste Engelsche vorstinne
draagt en eventueel later als Elisabeth II
op den troon zou zitten, noemt men den
hertog van York reeds thans „den vader
van Elisabeth II".
stons arm. Hijzelf stond met zijn vinger op
de bladzijde, waardig, triomfantelijk. Hg wist,
wat zij nu te zien kregen.
William Thompson, reeder, New-York. Ber-
nard Winchester, scheepsmakelaar, New-
York.
Zijn ze dat? vroeg Cecil Palmer fluisterend
en wees met zijn duim over zijn schouder
naar boven.
Jimmie Bolston knikte geheimzining.
Ja, die heeren. Zag toch direct dat het
Amerikanen waren. De reeder en de make
laar van de „betty Bonn".
Heaven and heil! Velt het geweer!
stormloop op Trevor, uitte Cenway zich op
militaire wijze.
Bolster, voor allemaal nog één whisky
voor den lunch, maar dit was toch werkelijk
een reden Qm een uitzondering te maken.
Daarbij is een nieuw glas nog steeds een
reden om te blijven zitten. En blijven wilden
zij alle drie, moesten toch hooren, wat er ge
beurde, voelden zich als toeschouwers bij een
wereldschadaal.
Uit New-York gekomen. Begrijp eens goed;
uit New York! Alleen omdat zoo'n koppige
Britsche Rechter met alle geweld zijn kop
tegen den muur te pletter wilde loopen.
Een oogenblik voelden zg zelfs een soort
sympathie vooi* Trevor, voor deze koppigheid.
Ja, vastbesloten en mannelijk. Bij God, Bri
tons never will be slaves! Maar -schande
bleef het. En er moest iets gebeuren.
Vooreerst gebeurde er niets. Het duurde
zelfs nog een tweede buitensporige whisky,
die Bolston zelf nu offreerde.
De duivel mag weten, wat die twee daar
boven zoo lang uitvoeren, knorde Mac Can-
nister.
Zullen hun beste pakken aantrekken,
bjj zoo'n voornaam lgk, spotte Conway,
„O, deze heerlijke duisternis van het
zwijgende woud!"
„Hier ben je zoo begeesterd, Emiel, en
als er thuis een lamp niet brandt, ga je
altijd zoo te keer."
...Van huis tot huis, van straat tot straat,
Een kreet, een knal, de handgranaatl
Geweervuur ratelt af en aan,
De tank komt door de wijk gegaan.
Uit raam bij raam, van deur tot deur
Tjreigt stil en strak de mitrailleur,
Die dood-lijk langs de straten veegt,
Zoodra een schaduw zich beweegt!
Wat witte wolkjes, heel...heel hoog,
Onzichtbaar haast voor t zoekend oog.
Een vliegtuig dwarrelt uit de lucht,
Getroffen midden in zijn vlucht,
En t is of H aarzelend stille staat,
Vóór 'f op een plein te pletter slaat!
En danhet rosse avondlicht
Tot een verbijsVrend ver-gezicht!
De vlam slaat uit een kathedraal,
Een trotsch paleis, een schouwburgzaak
En kostb-re kunst van jaren her
Stort vormloos in een poel omver!
Maar immer rukken troepen aan,
Om eiken aanval af te slaan,
Verbitterd en door wrok verblind
Hoog laait de vlam in d'avondwind.
Zóó teekent zich een ideaal,
Ontstellend door zijn wanhoops-taal,
Dat ongehoorde offers vraagt
En nieuwe offers in zich draagtt
Zóó sterft Madrid door d'eigen hand
Van een ontredderd vaderland,
Dat in zichzelve is verscheurd,
En steeds zijn bodem rooder kleurt!
Zóó sterft de eenheid van een ras
Dat nauwelijks een eenheid was.
Maar in principes uitgespitst,
Zich immer weer in tweëen splitst!
Madrid! Wat ook Uw lot mag zijn,
Na zooveel leed en angst en pijn,
Wieook Uw pleinen straks bezet,
Naar t recht van deze oorlogswet,
Geen is er die verwinnaar is,
In 'f oog van de geschiedenis,
Wijl hij, die zulke offers vragt,
De nederlaag reeds in zich draagt!!
KROES
December 1936. (Nadruk verboden).
Maar toen de beide Amerikanen eindelijk
de trap afkwamen, hadden zg dezelfde waren
huisuitrusting nog steeds aan, de jassen, de
hoeden, de pijpen en de tanden. In het par
lement speelde men „overleg-pauze", gingen
verveeld in hun stoelen liggen en deed onver
schillig. Daarbij liepen hun de rillingen van
verwachting en spanning over den rug.
Bolston was de gelukkige, die op de beide
Amerikanen toestormen kon, geheel de han
denwrijvende waard. Hij vreog naar dit en
dat en naar alles wat hem per slot van reke
ning geheel niet interesseerde.
De beide Amerikanen stoorden zich echter
in 't geheel niet aan hem, liepen door de hall
en gingen op mijn lievelingsplaats zitten.
Jimmy Bolston bleef verlegen lachend bij
de trap staan.
Plotseling schreeuwde Thompson, de ree
der, met een verschrikkelijk harde stem, alsof
hij thuis was.
Waar is de Consul?
Gewoon: „de Consul" alsof er in Gibraltar
maar één Consul was.
Maar Bolston greep de gelegenheid aan,
sprong te voorschijn en bleef gedienstig ach
ter de ruggen der beide Amerikanen staan.
Komt de Consul dadelijk?
Ja.
Zeg hem: Mr. Thompson en Mr. Win
chester wachten al een half uur.
Jimmie Bolston boog onderdanig bg deze
woorden. Hij wist niet goed of hij zich kwaad
moest maken over dezen toon en zijn waar
digheid bewaren of... Maar hij öesloot de
draden in handen te houden en den Consul
te laten halen.
Een boy snelde de deur uit.
In de hall was het stil geworden. Door het
breede venster kwamen de geluiden van de
straat. Tusschenbeide stak een Spaansche