Madrid. Arrondissements rechtbank te Alkmaar De strijd om de „Betty Bonn" Plantenziektenkundigen Dienst De honden van het slagveld MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 8 Deoeonfcer. Den Helder. A 1 k m a ar. EEN TOT ZWIJNTJESJAGER GEDEGRA DEERDE BROODBAKKER. De ruim 30-jarige. te Den Helder het le venslicht. ontvangen hebbende Sander L., 'is een snaak, die wel eens placht te worden aangeduid als een „mooie" jongen, jrnet de klemtoon op het bijvoegelijke „mooie", waar door deze loftuiting een geheel andere be- teekenis krijgt. Reeds meermalen hebben we Sander in onze rechterlijke annalen onoeten noteeren en zoo is hij in 1934, des tijds in kwaliteit van bakkersknecht te Schagcn, 'er zake diefstal van een geheele serie rijwielen tot 1 jaar mikpruimen ver oordeeld. Thans stond hij opnieuw terecht wegens het achteroverd rukken van een aan tal rijwielen, eigendom van mej. H. Boode, en de heeren Deemster, Pasma en Winter. Laatstgemelde, die zonder ecnig motief, he den als getuige afwezig bleef, mag dat grap je wel gauw met mr. Tack uitknobbelen, anders zal hij ook nog met den kanton rechter kennis maken. De heer Sander echter, had met succes zijn zwijntjesjacht te Alkmaar vanaf 23 tot 28 October voortgezet, tot een Alkmaarsche rechercheur hem in het nachtelijk uur op een damesfiets zag racen. Sander gaf de rechtbank geen moeilijk heden. Hii had geldgebrek, voila tout! Al leen beweerde hij, dat bet hem niet was te doen om de fietsen, maar om de beter ver handelbare rijwielbelastingplaatjes. De heer Officier gaf eenige grepen uit het 'leven van Sander en requireerde thans 1 jaar en 8 maanden, waarop verdediger, mr. Dwars uit Hoorn, die alweer voor dit klcin- Jiefdewerk was uitverkoren, nog het een en ander in 't voordeel van zijn schralen cli ënt ter sprake bracht en met den moed der wanhoop een gecombineerde straf voor stelde, 'n propositie die echter bij den Of ficier absoluut geen steun genoot. Het moest toch eindelijk maar eens uit zijn, die rijwieldiefstallen, zei het O. M. Den Helder. DE HERSENS-ORDE-STORENDE EN DUIZELINGEN-WEKKENDE CRISISWETTEN. Een Heldcrsche winkelier, de heer Anth. Jac. K., verkoopt onder meer ook fleschjes koffieroom, waarvoor hij vergunning had van de Heldersche „crisis"-melkcommissie. De man dacht dus safe te zijn en verkocht zonder gemoedsbezwaren dit nuttig pro duct, tot op eens een zwaarlijvige crisis- zuivelcontroleur, hem uit zijn zoeten droom ruw wakker schudde, dooi te constateeren, ■dat de goedkeuringen der stedelijke crisis- zuivelcommissie geen klap hadden te be- teekenen, maar dat hij moest, beschikken over een consent' van de NederTaridsche Zui- vel-Centrale, voorheen genoemd Crisis Zui- vel-Centrale. Aangezien echter de heer K. de bedoelde vergunning niet kon toonen, volgde proces-verbaal en veroordeling tot f 10 boete of 3 dagen door den Ilelderschen kantonrechter. De veroordeelde waagde er echter nog een paar pop aan en kwam in hooger beroep. En gelukkig niet zonder succes! De Officier toch moest zelf eerlijk erkennen, dat zelfs juristen, laat staan eenvoudige burgers uit al die steeds afwisselende crisisvoorschriftcn niet meer wijs kunnen worden. Hij nam aan, dat appellant geheel ter goeder trouw was geweest en stelde voor de opgelegde 'boete te verlagen tot f2 of 1 dag, zulks lot volle tevredenheid van den heer K. Den Helder. DE ARME HUISJESMELKER ZOCHT HULP EN BIJSTAND IN MOEILIJKE OMSTAN DIGHEDEN AAN HET VERKEERDE KANTOOR. Had zijn stadgenoot Anth. KI., zooals blijkt uit het verslag der vorige Heldersche za*k, in Alkmaar bij de geleerde heeren van de meervoudige strafkamer een aangenaam onthaal gevonden, minder prettig verging het den huiseigenaar Jan de K., 'n 65-jarig heer, die ook zijn schild ende betrouwen had gesteld op de meerv. kamer. Deze bejaarde pechvogel was de geluk F e uilleton door Friedrich L i n d e m a n 18) Maar gelijk had hg. Zeker, hij had gelijk. Toetssteen der beschaving. Wij. Het was een ideaal parlement, en indien er te dien tijde een partij was: de partij der anti-trevortisten. En Jimmie Bolston was haar profeet. Maar iets had zelfs Jimmie Bolston zich in zijn stoutste droomen niet kunnen denken. Het werd een der grootste momenten uit zgn leven, toen hij het zgn vrienden kon toonen, zelfs grooter, aan dat de Koningin persoonlijk van haar ziekbed zou zijn opgestaan en btj hem afgestapt. Het gebeurde den lOen Januari, 's mid dags 12 uur 35. Ik zat thans niet op mijn gewone plaats. Het was me te heet. De zon brandde door het groote raam. Het was net alsof er onweer op komst was. Ik had mij op een koele plek in de hal teruggetrokken en schreef een paar kleine artikelen voor mijn dagbladen. Niets bijzonders, alleen maar zoo iets, dat men schrijft om den tijd te dooden. In het midden van de Hall onder de on rechte palmen zaten de vier „Bristol-parle- kige bezitter van een tweetal bouwvallige perceelen, geteekend 1 en 3 in de Jodensteeg te Den Helder, welke perceelen hij ver huurde voor het kapitale bedrag van 25 stuivers de twee per week, aan een eer zame scharrelaar, genaamd Salomon L. Het gemeentebestuur van Den Helder echter waren de wormstekige kasteel en van genoemden huiseigenaar een" doorn in het oog. Hem werd alsnu een ultimatum gesteld: grondige restauratie of opruiming vóór 27 April 1935 en anders zouden er maatregelen worden genomen. En toen nu het effect dezer sommatie uitbleef, werd de bedreiging ten uitvoer gelegd, met gevolg, dat de heer de K. werd veroordeeld door den kantonrechter tot f25 boete of 10 da gen. Zooals gezegd, zocht ook de heer de K. hulp en troost 'bij de hoogere rechtbank, helaas echter met veel minder moedgevend gevolg. Het bleek ter zitting, dat volgens de opinie van hét Heldersche gemeentebestuur, gezegde perceelen gevaar opleverden voor de veiligheid, hoewel de eigenaar met on verholen trots releveerde, dat ze met goed gevolg het brute geweld der November stormen, die zeekasteelen verpletterden, hadden getrotseerd. Aan de hand van de voorlichting van 't gemeentebestuur,- bouw de de heer Officier echter een onvriendelijk requisitoir op, strekkende tot bevestiging van het gewezen vonnis. De Officier schroomde zelfs niet, het gemeentebestuur van Don Helder op te wekken, om bedoelde gevaarlijke perceelen voor rekening van den eigenaar te amoveeren en hem bovendien nog een flinke boete op te leggen. Beladen met den inhoud van de fiolen der geduren de de morgenzitting opgespaarde toorn des heeren Officiers, strompelde het slachtoffer met zijn nutteloos getoonde vodjes papier ter verdediging, uit de zaal der gerechtig heid. Den Helder. HIJ WILDE EENS PROBEEREN OF HIJ VERZACHTING VAN STRAF KON KRIJGEN. De 21-jarige winkelbediende Frits C. te Den Helder, had het ongeluk op 29 April in de Keizerstraat aldaar mét een door hem bestuurden auto een fietsrijder, den monteur Jan Nijman, aan te rijden en was te dier zake veroordeeld door den Ilelder schen Kantonrechter tot f25 boete of 15 da gen, met welk vonnis hij niet instemde, wes halve hij in het heden door de mcerv. strafkamer behandelde beroep kwam. Een 4-tal getuigen waren gedagvaard, n.1. de heeren Jan Nijman, G. Meijer, KI. Bierste ker en A. Veenstra. Het gewone, afschuifsysteem-spelletje, dat veelvuldig wordt toegepast als men in de knijp zit, bad hier ook weer plaats, doch ten slotte draaide de wind in het nadeel van FGrits en werd gerequireerd bevestiging van het vonnis, 'n requisitoir, waarmede niet alleen Frits, doch ook een paar geleer de. muskieten aan de perstafel niet accoord gingen. EEN LEERZAME BIJDRAGE TER WAAR SCHUWING TEGEN DE ZWENDELAARS IN Z.G. SPAARBRIEVEN, DIE DE MAAT SCHAPPIJ ONVEILIG MAKEN. Zoo goed als de geheele trieste wintermid dagzitting was gewijd aan een onbetrouw baar individu, 'n zwendelaar in zoogenaam- do spaarbrieven, de heer Petrus Adriaan v. d. L., 'n „verzekeringsagent" uit Castri- cum, thans tijdelijk onschadelijk gemaakt door een gedwongen verblijf achter de so- liede tralies van het huis van bewaring. Deze zwendelaar was helaas in kennis gekomen met de weduwe Dekker en haar dochter Anna R., die hij de groeten van een zoon bracht, 'n bekende oplichters-introducé truc! Hij kreeg de lucht van het spek in den vorm van een effectenbezit en rustte niet voor deze waardepapieren waren om gezet in zijn waardelooze spaarbrieven. hem ten verkoop ter hand gesteld door een of andere zwendelbank. Zoo met elkaar had hij voor pl.m. f2000 aan soliede ef fecten van de weduwe ingepikt en kon de weduwe op 'n houtje in casu de spaarbrief- prullcn, zitten bijten. Toen de justitie eindelijk termen vond om in te grijpen, was het natuurlijk te laat. Dat is niet de schuld van de justitie of po litie, maar van de argelooze bedrogenen, die eerst wakker schrikken als alles verlo ren is. Deze valsche speler met zijn spaarbrieven- sp'el had intusschen al grootscheeps een safe gehuurd bij de Noorderbank, waar ook een verduisterd effect, een Ned.-Ind. stuk, werd beleend. Het is natuurlijk duidelijk, dat na ont mentariërs" en zwegen. Men was het er over eens, dat in de zaak Trevor geen enkel nieuw gezichtspunt was naar voren gekomen. Dan daarbij het loome van den dag, de ongewone hitte voor den tgd van het jaar. Men soesde maar zoo'n beetje voor zich heen. Plotseling kwamen van de straat twee hee ren binnen, twee vreemdelingen. Zij hadden best uit hetzelfde warenhuis afgeleverd, kun nen zijn: dezelfde hoekige, gladgeschoren ge zichten, dezelfde grijze overjassen, dezelfde hoeden, dezelfde pijpen tusschen de tanden, misschien stamden die van denzelfden tand arts. Geen bijzonder voorname lui. Beslist geen Engelschen. Bolston stond niet eens op. Dat kon zijn bureau wel af. Links alstublieft. Verder bemoeide hij er zich niet mee. Amerikanen. Hiermede richtte hij zich weer tot de zwijg zame parlementszitting. Hg kon zich toch ook niet met eiken tweedaagschen gast be moeien. De Amerikanen verdwenen een oogenblik achter de glasdeur, waarop het woord „office" geëtst was. Even later bracht de boy hen naar boven, naar hun kamers. Dit was alle maal heelemaal niet opwindend. Maar nu vloog de deur van het bureau open en een half grijze krullekop kwam om den hoek kijken: Myria Picton, boekhoudster van het Hotel, een dame tusschen oud en Jong, met twee papieren manchetten over de onder armen en een bril met stalen randen op haar neus. Myria Picton keek eerst zoekend door de Hall, toen kakelde zij als een opgejaagde hoen: Mr. Bolston. Mr. Bolston! Wat is er? Mr. Bolston, Vlug! Vlug! dekking van de zwendel, meneer v. d. L. zelf ook in een safe werd gedeponeerd, waaruit hij heden te voorschijn werd ge haald. om terecht te staan. De heer Officier hield een scherp requisi toir, releveerde dat verdachte reeds meer malen ter zake verduistering was veroor deeld. Op den dag van zijn arrestatie werd zijn 7de kind geboren! De oudste is 9 jaar. Voorts werd beslag gelegd op het van het gestolen geld gekochte meubilair. Tenslotte .achtte de Officier een gevangenisstraf van 2 jaar geëvenredigd aan de zwaarte van het ergerlijk vermogensdelict. De verdediger, mr. Judell, noemde zijn cliënt een slappeling en opperde de moge lijkheid of hier geen sprake kon zijn van kleptomanischen aanleg, reden waarom hij voorstelde een psychiatrisch onderzoek, ten einde na te vorschen, op welke wijze de man tot zijn oneerlijke daden is gekomen. Uitspraak 15 Dec. PUBLICATIES. Hoewel er in den loop der tijden wel iets veranderd is, toch is het nog een feit, dat de doorsnee tuin- en landbouwer het „land" heeft aan administratief werk en ook aan lezen heeft hij nog weieens een broertje dood. Er is wel iets veranderd maar het is toch nog niet zooals het wezen moet,. Zoo zijn b.v. de verschillende publicaties van verschillende voorlichtingsorganen nog niet bekend genoeg in de meeste tuinbouw streken. In de fruitteelt is dat al een wei nig anders. Ieder jaar zijn de mededeelin gen die den fruitteler betreffen uitverkocht. Van andere, even nuttige mededeelingen hoort men dat nooit.. Nu zijn de publicaties die de plantenziektenkundige dienst uit geeft alle op de praktijk gericht en men behoeft dus niet bang te zijn met een hoop nuttclooze?? theoretische bombast te wor den lastig gevallen. Bovendien is de prijs niet berekend op het maken van winst zoo dat er ook geen groote bedragen mede ge moeid zijn en tenslotte worden in do ver schillende mededeelingen slechts onderwer pen behandeld, die door hun belangrijkheid uitmunten. Dit ter inleiding van het ver schijnen van het verslag van den planten ziektenkundigen dienst over het jaar 1935. Slaat men het onvermijdelijke officieele deel over, dan bevat dat verslag niets dan praktische wenken, waarmede men zijn nut kan doen. Het begint met het behandelen van be langrijke ziekten van landbouwgewassen waarbij tevens over de bestrijding gespro ken wordt. Ook voor het herkennen van nieuwere of oudere ziekten kan men duide lijke beschrijvingen of fotos vinden. Men kan zien, dat in het jaar 1935 weer zeer veel gevallen van het optreden van bladluizen aan de spruiten van voorge- kiemde poters zijn gesignaleerd geworden. Voor de bestrijding van virusziekten wel van belang. Er wordt gesproken over een druivenzielc- te, die in Iloom en in het Westland veel schade deed. In Zeeland trad een snuitke- ver schadelijk op in uien, iets wat wij in Noord-Holland nog niet waargenomen heb ben. Zoo kwam in het Westland een aaltjes- ziekte voor in wortelen, die voor uitplan- ting, voor zaadwinning dus, bestemd waren Het kan goed zijn, dit in het oor te ltnoo- pen, men mocht het ook hier eens waarne men. Dat de motluis, die in Engeland reeds zeer algemeen is, ook in ons land vasten voet begint te krijgen is voor de kassen- bouwers een feit om rekening mede te houden bij het aanschaffen van stekplanten. Voor c^e gladioluskweekers kan het zijn nut hebben nog eens lezen, dat het ont smetten van de knollen nergens resultaat heeft opleverd, dan alleen tegen Fusari- umaantasting. Deze ziekte komt echter hoofdzakelijk voor bij Pfitzers Triumph. Dan volgen eenige bladzijden, die de re sultaten laten zien van vele proefnemingen op verschillende plaatsen met de meest uit- eenloopende bestrijdingsmiddelen, waaron der natuurlijk de allernieuwste. Deze kor te mededeelingen omtrent die verschillen de middelen zijn van zeer veel belang voor den praktikus. Al met al blijkt wel uit deze korte opsom ming, dat zulk een verslag voor den belang stellenden tuinbouwer van zeer veel belang is en dat aanschaffen niet nagelaten mag worden. Natuurlijk kan men ze bestellen bij den plantenziektenkundigen dienst te Wageningen en ook bij ondergeteekende. Van Herwijnen, St. Pancras. Bolston stond op en bromde: Heaven Myrra... Zij was altijd zoo opgewonden bij alles wat er voorviel, maar zij was flink en goedkoop, daarom zag hg veel door de vingers. t Nu was zij niet alleen druk, zij was heele maal uit haar gewone doen. Haar oogén puil den bijna over haar bril heen. Zij vergat alle vormen, pakte Mr. Bolston bij zgn arm en sleepte hem in het bureau. Het Bristol-parlement lachte, maakte op merkingen en toespelingen, elk naar zgn eigen temperament. Gek mensch! Hysterische... Dan ineens vlogen alle hoofden met een ruk naar boven. Mijne Heeren! Timmie Bolston stond in de deuropening. Vuurrood gezicht. Buiten adem. Heesch van ontroering. Sleepte het omvangrijke boek der gasten met zich mee. Mijne Heeren. Mgne Heeren! Ge hebt er geen idee van. De bom gaat barsten! Mijne Heeren! hier! hier! Gelijkertijd had hij het boek op tafel gewor pen. Twee whiskyglazen vielen aan scherven. Mensch. Bolston! Laat liggen, laat liggen! Hier! Zijn handen beefden, toen hij de bladen om sloeg. Zijn lorgnet viel tweemaal van zijn neus. Dat wond hem nog meer op. Hjj stot terde steeds weer hetzelfde: Mijne heeren... mijne heeren... de bom... Eindelijk wees hij met bevenden vinger op een bladzijde. Waar is het nu...? Hier: Cornhill... Branker... Perreira... Mor- lay... Halt, daar. Lees! Drie hoofden bogen zich over Jimmy Bol- Geheele scharen verlaten die ren vreten de lijken der gevan genen op. Casa del Campo, Madrid Dec. 1936. Terwijl de oogen van de wereld op Lon den gericht zijn, waal* een koning een in- nerlijken strijd voert tusschen plichtsbe sef en liefde, woedt de burgeroorlog in Spanje op de verschrikkelijkste wijze verder Een van de treurigste en tegelijkertijd meeste ontzettende begeleidende verschijnse len van deze oorlog zijn de honden, die dag en nacht in het niemandsland rondstroo- pen. 'Oorspronkelijk waren deze dieren hun meesters naar het slagveld gevolgd, maar nadat dezen gevallen waren, veranderden eenzaamheid, honger en vertwijfeling de ze arme schepselen, die eens de meest trou we en toegedane vrienden van de men- schen waren, in wilde beesten, die zich dikwijls aaneensluiten om rooftochten te ondernemen en zich met de lijken van de gevallen soldaten voeden. Toen ik gisteren, gedekt door een kleinen heuvel, een uitval van de verdedigers van Madrid gadesloeg, zag ik, hoe een kleine hond zich tusschen de ontbloote ribben van een paard wrong, om zijn honger aan het aas te stillen. En niet ver daarvan verwij derd groef een magere herdershond een gat in een haastig opgeworpen grafheuvel, waarin de lijken van een aantal Volksfront soldaten lagen. Hij legde een arm bloot en begon deze, onbekommerd omde steenen, die ik naar hem tocgooide, op te vreten. Eerst toen dicht bij hem in de buurt een granaat insloeg, maakte de lijkenschender dat hij wegkwam. Het aantal honden en katten, dat half- verhongerd op de slagvelden rondzwerft, is zeer groot en verrassend is het feit, dat deze arme dieren geheel aan den oorlog gewend zijn geraakt. Slechts indien kogels of granaten in hun onmiddellijke nabijheid inslaan, geven zij blijken van angst. Uit den aard van de zaak worden velen van deze dieren door kogels getroffen en daar de schoten natuurlijk niet altijd doodelijk zijn, ziet men, hoe vele verminkte bees ten zich met de grootste moeite naar het lokkende aas voortsleepen. „DE VADER VAN ELISABETH 11" Londen 8 December 1936 (V.P.B.) Hoe wel de constitutioneele crisis ook op het oogenblik nog niet opgelost is, heeft men voor den qventueelen opvolger van Eduard VIII reeds een bijnaam gevonden. Want de hertog van York is veel minder populair dan zijn thans regeerende broeder. Daarentegen is de kleine prinses Elisa- beth, de oudste dochter van den hertog, de lieveling van het publiek. Daar zij den naam van de grootste Engelsche vorstinne draagt en eventueel later als Elisabeth II op den troon zou zitten, noemt men den hertog van York reeds thans „den vader van Elisabeth II". stons arm. Hijzelf stond met zijn vinger op de bladzijde, waardig, triomfantelijk. Hg wist, wat zij nu te zien kregen. William Thompson, reeder, New-York. Ber- nard Winchester, scheepsmakelaar, New- York. Zijn ze dat? vroeg Cecil Palmer fluisterend en wees met zijn duim over zijn schouder naar boven. Jimmie Bolston knikte geheimzining. Ja, die heeren. Zag toch direct dat het Amerikanen waren. De reeder en de make laar van de „betty Bonn". Heaven and heil! Velt het geweer! stormloop op Trevor, uitte Cenway zich op militaire wijze. Bolster, voor allemaal nog één whisky voor den lunch, maar dit was toch werkelijk een reden Qm een uitzondering te maken. Daarbij is een nieuw glas nog steeds een reden om te blijven zitten. En blijven wilden zij alle drie, moesten toch hooren, wat er ge beurde, voelden zich als toeschouwers bij een wereldschadaal. Uit New-York gekomen. Begrijp eens goed; uit New York! Alleen omdat zoo'n koppige Britsche Rechter met alle geweld zijn kop tegen den muur te pletter wilde loopen. Een oogenblik voelden zg zelfs een soort sympathie vooi* Trevor, voor deze koppigheid. Ja, vastbesloten en mannelijk. Bij God, Bri tons never will be slaves! Maar -schande bleef het. En er moest iets gebeuren. Vooreerst gebeurde er niets. Het duurde zelfs nog een tweede buitensporige whisky, die Bolston zelf nu offreerde. De duivel mag weten, wat die twee daar boven zoo lang uitvoeren, knorde Mac Can- nister. Zullen hun beste pakken aantrekken, bjj zoo'n voornaam lgk, spotte Conway, „O, deze heerlijke duisternis van het zwijgende woud!" „Hier ben je zoo begeesterd, Emiel, en als er thuis een lamp niet brandt, ga je altijd zoo te keer." ...Van huis tot huis, van straat tot straat, Een kreet, een knal, de handgranaatl Geweervuur ratelt af en aan, De tank komt door de wijk gegaan. Uit raam bij raam, van deur tot deur Tjreigt stil en strak de mitrailleur, Die dood-lijk langs de straten veegt, Zoodra een schaduw zich beweegt! Wat witte wolkjes, heel...heel hoog, Onzichtbaar haast voor t zoekend oog. Een vliegtuig dwarrelt uit de lucht, Getroffen midden in zijn vlucht, En t is of H aarzelend stille staat, Vóór 'f op een plein te pletter slaat! En danhet rosse avondlicht Tot een verbijsVrend ver-gezicht! De vlam slaat uit een kathedraal, Een trotsch paleis, een schouwburgzaak En kostb-re kunst van jaren her Stort vormloos in een poel omver! Maar immer rukken troepen aan, Om eiken aanval af te slaan, Verbitterd en door wrok verblind Hoog laait de vlam in d'avondwind. Zóó teekent zich een ideaal, Ontstellend door zijn wanhoops-taal, Dat ongehoorde offers vraagt En nieuwe offers in zich draagtt Zóó sterft Madrid door d'eigen hand Van een ontredderd vaderland, Dat in zichzelve is verscheurd, En steeds zijn bodem rooder kleurt! Zóó sterft de eenheid van een ras Dat nauwelijks een eenheid was. Maar in principes uitgespitst, Zich immer weer in tweëen splitst! Madrid! Wat ook Uw lot mag zijn, Na zooveel leed en angst en pijn, Wieook Uw pleinen straks bezet, Naar t recht van deze oorlogswet, Geen is er die verwinnaar is, In 'f oog van de geschiedenis, Wijl hij, die zulke offers vragt, De nederlaag reeds in zich draagt!! KROES December 1936. (Nadruk verboden). Maar toen de beide Amerikanen eindelijk de trap afkwamen, hadden zg dezelfde waren huisuitrusting nog steeds aan, de jassen, de hoeden, de pijpen en de tanden. In het par lement speelde men „overleg-pauze", gingen verveeld in hun stoelen liggen en deed onver schillig. Daarbij liepen hun de rillingen van verwachting en spanning over den rug. Bolston was de gelukkige, die op de beide Amerikanen toestormen kon, geheel de han denwrijvende waard. Hij vreog naar dit en dat en naar alles wat hem per slot van reke ning geheel niet interesseerde. De beide Amerikanen stoorden zich echter in 't geheel niet aan hem, liepen door de hall en gingen op mijn lievelingsplaats zitten. Jimmy Bolston bleef verlegen lachend bij de trap staan. Plotseling schreeuwde Thompson, de ree der, met een verschrikkelijk harde stem, alsof hij thuis was. Waar is de Consul? Gewoon: „de Consul" alsof er in Gibraltar maar één Consul was. Maar Bolston greep de gelegenheid aan, sprong te voorschijn en bleef gedienstig ach ter de ruggen der beide Amerikanen staan. Komt de Consul dadelijk? Ja. Zeg hem: Mr. Thompson en Mr. Win chester wachten al een half uur. Jimmie Bolston boog onderdanig bg deze woorden. Hij wist niet goed of hij zich kwaad moest maken over dezen toon en zijn waar digheid bewaren of... Maar hij öesloot de draden in handen te houden en den Consul te laten halen. Een boy snelde de deur uit. In de hall was het stil geworden. Door het breede venster kwamen de geluiden van de straat. Tusschenbeide stak een Spaansche

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6