WOENSDAGSCHE MIJMERIJ Binnenland Dijkverzakking bij Kapelle De Queen Mary's der oudheid IJsselmeervisscherij Het geschenk der Nederl. schooljeugd Vliegongeval bij Soesterberg Nederlandsche trawler opgebracht Na de ramp van de „Lijster" Op zoek naar de goudstad Saba Toen en nu. Sommige bladen hebben een vermakelijk rubriekje: „Vandaag voor honderd jaar". Uit zoo'n rubriek kon men van de week deze gemoedelijke zinnen knippen, overge nomen uit de courant van een eeuw ge leden: „De hedenmorgen ontvangen Parjjsche dagbladen bevatten noch uit Frankrijk, noch uit Spanje iets, dat wij niet reeds hebben medegedeeld. De Belgische dagbladen be helzen niets, der overneming waardig". Zouden we dat heden ten dage ook kun nen beweren? Het moet omtrent 1836 een rustige tijd zijn geweestEn men zou deze zelfde rubriek voor de aardigheid eens een eeuw later willen lezen! Nee, wy hebben over gebrek aan nieuws niet te klagen. Maar wij zouden toch willen weten, wat ons nageslacht van het nieuws van deze week wel het merkwaardigste zou hebben gevonden: Dat koning Edward mevrouw Simpson verkoos boven de kroon van het machtigste rijk op aarde; dat de Chineesche dictator en generalissimus Tsjang Kai Sjelc bij het baden in Sian-foe werd gevangen genomen door muitende soldaten; of dat de Argen- tijnsche democraten een eigen groet invoer den, bestaande uit het ineenslaan van de handen boven het hoofd Wat de uitwerking van die berichten op ons, tijdgenooten, betreft, de koning is reeds vervangen door een ander, en hoe schok kend de berichten ook zijn geweest, de En- gelsche pers zet het voetbalnieuws alweer op de eerste pagina; de kopjes en schotel tjes met Edward's kroningsmonogram, waarmee de fabrikanten in hun maag dach ten te blijven zitten, vliegen om hun curiosi- teitswaarde nog harder weg dan indien er nooit een mrs. Simpson had bestaan; en de kroning van George VI belooft zelfs schitterender te worden dan voor den tragi- schen Prince Charming werd voorbereid, aangezien het Engelsche volk er een be vallige koningin bij wintZoo heelt de tijd in een ommezien de schrijnendste won den Wat Tsjang Kaj Sjek betreft, China is ver weg, en er is nicht bij huis helaas zoo véél te doen, dat onze aandacht trekt; het eenige dat wij uit zijn avontuur geleerd heb ben is, dat het niet verstandig is, in Sian- foe te gaan baden. Wie van ons zou daar trouwens aan denken, met Huisduinen en Bergen zoo dicht in de buurt? Maar met die groeterij is het heel wat anders. Dit is iets wat voor ons allemMl van belang kan worden. Het oude paedago- gische adagium: „Neem netjes je petje af, als je oudere menschen groet" is niet alleen onvoldoende geworden, maar kan een mensch van dezen tijd in de allergrootste moeilijkheden brengenDie „oudere menschen" kunnen daarin wel eens ten hemel schreiende partijloosheid zien! En waarom zou het blijven bij die boven-het- hoofd-in-elkaar-geslagen-handen, die „ge nade!" schijnen te roepen? We staan pas aan het begin van de groeten-code! Straks krijgen we nog den groet van de badmees ters pats op den blooten bovenarm van de schoenmakers: drie schuiven voor en achter met den rechterzool; of van de wijn liefhebbers: klik, mét de tong. We krijgen misschien nog den knipoog, als den heil- wensch der opticiens; den gorgelgroet, als herkenningsteeken der dokters. Ook wij menschen van de krant zullen over een eigen groet moeten piekeren en dien misschien vinden in een knipbeweging, uitgevoerd met de twee voorste vingers van de rechterhand. En we zullen dien met hand en tand moeten verdedigen tegen de kleermakers en effec tenmakelaars, voor wie de schaar een even onmisbaar attribuut is! Enzoovoort, enzoo- voort. Zoo wordt het leven van dag tot dag inge wikkelder en nadert het oogenblik, dat de overheid, uitbreiding gevend aan haar vori ge wetten in die richting, kort en goed het groeten verbiedt. Dat zal op 'n avond zonder veel vijven en zessen in de couranten worden medegedeeld, en dan zal de ondankbare lezer, die zich nergens meer over verbaast allang niet net als lederen dag zeggen: „Er staat vanavond weer niets nieuws in de krant". Maandagavond is over een lengte van 200 tot 300 meter een verzakking geconsta teerd in den dijk van* de Westerschelde langs den Willem Annapolder, gelegen in Biezelingen (gem. Kapelle) en 's-Graven- poldcr. In den polder staan een vijftal boe renhoeven. Twee daarvan, die van de fami lies Des en van de Recht zijn ontruimd. Onmiddellijk nadat de dijkvak zooals een dergelijke verzakking wordt genoemd, was bemerkt, is men begonnen den dijk te ver sterken. Met vijftig man werd den gehee- lenn acht doorgewerkt om door het aan brengen van zakken zand en basaltblokken een doorbraak te voorkomen. Omtrent den dijkval in den dijk van de Westerschelde langs den Calamiteuze Wil- lem-Anna-polder vernemen wij nog, dat om wonenden Maandagavond omstreeks 4 uur het alarmeerend geluid van den dijkval hoorden. Groote stukken van het talud aan de rivierzijde stortten in het Scheldcwater. Terstond werden de dijkgraaf van den fiol- der en de ingenieurs van den provincialen waterstaat gewaarschuwd die zich onmiddel lijk naar de bedreigde plaats spoedden. De kruin van den dijk was op dezelfde hoogte gebleven, maar de glooiing naar de rivier zijde was verdwenen en de dijk ging over een afstand van twee tot driehonderd me ter steil omlaag het water in. Het bedreig de punt ligt juist op de plek, waar de Westerschelde een scherpe bocht naar het Zuiden maakt en de stroom schuurt hier voortdurend met groote kracht langs den dijk. Telkenjare worden nieuwe zinkstukken aangebracht, om 't gevaar voor den polder- te kccren. Sedert aan de Zuidzijde van de Schelde een zandbank het scheepvaartverkeer on mogelijk maakte, is de vaargeul langs de Noordzijde verlegd, waar de stroom voor de noodige diepte zorgt. De vaart gaat hier vlak langs den Dijk, welke van de zuiging der voorbijkomende schepen de nadeelig ge volgen ondervindt. Zeven jaar geleden heeft zich eenzelfde dijkval voorgedaan. Men is er toen in geslaagd den polder te behou den. In de gemeente Kapelle, waar veel tuin bouw wordt beoefend, is juist de Willem- Anna-polder de beste voor den landbouw. Hij is 300 ha. groot en bevat twee hofste den, een woning voor den opzichter en dïjk- wachter en een viertal andere woningen. In totaal woont er een veertigtal menschen. In verband met het lang niet denk beeldige gevaar voor doorbraak van den dijk, hebben de waterschaps- en waterstaatsautoriteiten met den bur gemeester van Kapelle en de politie den geheelen nacht de wacht gehou den op het bedreigde punt. Bij laag water is het gevaar het grootst, om dat de ondergespoelde dijk dan niet langer de steun van het water heeft en doordat hij als het ware los komt te hangen, en veel spoediger afbrok kelt De woningen in den polder zijn voor het grootste gedeelte ontruimd en de boeren hebben hun graan naar Biezelinge, dat buiten den pol der ligt, gebracht. Gistermorgen om negen uur, zoodra het goed dag was, is men met vijftig man be gonnen om de gehavende plek te verste vigen. Ook aan de binnenzijde van den dijk maakt men versterkingen om het ge vaar van doorbraak zoo lang mogelijk te keeren. Het onderloopen van den polder met het zoute Scheldewater zou, behalve de schade van de overstrooming zelve, een ui terst nadecligen invloed op den vruchtba ren bodem hebben. De polder heeft aan de landzijde echter goede slaperdijken, zoodat, wanneer ondanks de thans aangebrachte voorloopige voorziening van basalt en zak ken zand, de dijk het toch mocht begeven, het verdere Zeeuwsche land niet wordt be dreigd. Intusschen is men op zijn hoede: voortdu rend wordt de dijk geobserveerd. REEDS 3000 JAAR VOOR CHR. SCHEPEN, DIE IN LUXE ONZE PRACHTSCHEPEN EVENAAR DEN. Op uitnoodiging van de Vereeniging van Vrienden van bet „Allard Pierson Muse um", heeft de heer J. Oderwald, oud-ge zagvoerder. Maandagavond een voordracht gehouden over de Nieuw Amsterdam's en do Queen Mary's der oudheid". Aan de hand van een serie goed gekozen lichtbeelden toonde spreker aan, dat bij de bewondering voor onze moderne reuzen- schepen eenige bescheidenheid past, omdat ook de ouden reeds zoo veel op dat gebied gepresteerd hebben. Hij behandelde daar bij in hoofdzaak twee schepen, n.1. de Tha- laméeos van Ptolemaeiis en de Syracusia van Iliëron. beide schepen van ongeveer 200 voor onze jaartelling. Gaspari en Koster hebben deze schepen uitvoerig besproken. Opmerking verdient nog, dat de Thalamè- gos eigenlijk een voortzetting is van de ge; hrnikelijke pleizierjacbten, waarvan wij reeds omstreeks 300Ó v. Chr. hooren, en die toen reeds belangrijke afmetingen moeten hebben gehad. De inrichting van het mail vracht- en passagiersschip „Syracusia" is even weelderig geweest als die van de he- dendaagsche prachtschepen. Bij de jongere zeelieden dringt dat niet zoo door. Zij zijn gewoon te rekenen in afmetingen van Nieuw Amsterdam's, .Tan van Oldcnharneveldt's en Demno's, maai de ouderen die nog met scheepjes van on geveer 50 meter lengte naar Oost en West voeren, kunnen zich moeilijker voorstellen hoe een dergelijk groot en perfect te noe men schip in die dagen kon bestaan, waar zij. 2000 jaar later, in veel bekrompencr om standigheden over zee voeren. Het schiint ongelooflijk, maar niet minder ongelooflijk is het, dat er in die dagen schrijvers bestonden, die zulke berichten maar uit den duim zogen. En hiermede komt spr. op de bewijzen die de archeologie ons in de laatste jaren gegeven heeft, ook on dat gebied. De sche pen van Caligula zijn monumenten, die licht werpen op den scheepsbouw der Grieken en Romeinen, en de waarde der ge borgen schepen uit het Nemi-meer recht vaardigt in alle opzichten de kosten en de moeite, die de Ttaüaansche Staat en de Ttaliaanscbe archeologen aan het voor den dag brengen ten koste hebben gelegd. Tenslotte wees spr. er op, dat de studie van dit onderwerp ook van belang is voor de studie van de geschiedenis van ons va derland. De Batavieren kwamen in uitge holde boomstammen in ons land, is de al gemeen verbreide leer, en daarmede acht men de scheepvaart van onze voorouders uit die dagen behandeld. Geheel ten on rechte, want er zijn talrijke bewijzen van een belangrijk verkeer via Rijn en Schelde op Engeland, hetgeen vanzelf al 't bestaan van een goede scheepvaart en scheeps bouw insluit. Een aardig voorbeeld daar van is hetgeen ons over een zekeren Ca- rausius wordt medegedeeld, een zeeman, zeer waarschijnlijk een ronde Zeeuwsche jongen als Michiel de Rutyer in sommige opzichten. Uit. de derde eeuw n. Chr. ook het feit, dat Caesar melding maakt van 't gebruik van ankerkettingen in plaats van touwen kabels in onze streken, is zeer merkwaardig. Ook hier is de archeologie bezig ons in het goede spoor te leiden en spr. wijst op de belangrijke vondst bij graafwerk te Utrecht, eenige jaren geleden, n.1. het voor den dag brengen van een vaartuig, meer bekend onder den naam van „Utrechtsche schuit". Dank zij de uitstekende restaura tie, staat dit vaartuig nu in het centraal museum te Utrecht voor studie gereed en is ons land een vondst rijk geworden, die licht werpt op den scheepsbouw van onze voorouders van, naar spr.'s meening, het begin onzer jaartelling. en Zuiderzeesteunwet Maatverhooging voor aal ge- wenscht. Beperking van de kuilvisscherij is noodig. Dezer dagen had ten kantore van den Rijksdienst ter uitvoering van de Zuider zeesteunwet te Amsterdam, onder voorzitter schap van den directeur van dezen dienst, den heer Ir. G. F. H. Houben, een vergade ring plaats van de contact-commissie voor de IJsselmeervisscherij. Uitvoerig werd over de ervaringen, met de IJsselmeervisscherij opgedaan in den afgeloopen zomer, van gedachten gewis seld. Algemeen was men van oordeel, dat de in 1936 gevangen kuilaal veel dunner was dan voorheen en dat bij de uitoefening van de kuilvisscherij niet voorkomen kan worden, dat veel jonge zoetwatervisch wordt vernietigd. Men was het er over eens, dat aan de aal voldoende gelegenheid zou moeten wor den gegeven om tot wasdom te komen, het geen door maatverhooging kan worden be- reikt en dat beschermende maatregelen ten behoeve van de zoetwatervisch zouden moeten worden genomen. Tot zulke maat regelen zou o.a. beperking van de kuilvis scherij behooren. Vervofgèris wérden besproken maatrege len: 1. tot verhooging van de 'productiviteit van het IJsselmeer; 2. ter verkrijging van doelmatige bevis sching; 3. ter verkrijging van een behoorlijken afzet. Maatregelen tot dit doel leidende, werden algemeen van groot belang geacht voor de toekomst der IJssélmccrvisscherij. De voorzitter zegde toe, dat in een volgen de vergadering maatregelen, om te komen tot een doelmatige uitoefening van de vis schcrij. alsnog een punt van bespreking zouden uitmaken.' Gistermorgen bloemen aan de Prinses aangeboden. Gistermorgen te tien uur is op alle Ne dorlandsche scholen, lagere zoowel als mid delbare, openbare zoowel als bijzondere, de inzameling gehouden voor het geschenk, dat de Nederlandsche schooljeugd Prinses Juliana en Prins Bernhard ter gelegenheid van hun huwelijk zal aanbieden en dat naar men weet zal bestaan uit de biblio theek voor het Paleis te Soestdijk. Als symbool van de sympathie, die op dit uur de geheele Nederlandsche schooljeugd vereenigde heeft terzelfder tijd. een deputa tie van het comité van de Nederlandsche schooljeugd op het paleis Noordeinde Prin ses Juliana een bloemstuk aangeboden. Vlieger licht gewond. Toestel ernstig beschadigd. Gistermorgen omstreeks tien uur heeft op het vliegterrein Soesterbei-g een ongeval plaats gehad. De tweede-luitenant-vlieger F. A. A. M. Jansens maakte met den weerbe- richtjager D 7 een ongelukkige landing. Toen hij bijna op het vliegterrein was neergekomen, stepg hij weer, doch gleed op een hoogte van acht meter af. Het toestel werd ernstig beschadigd. De bestuurder kreeg een lichte lcaakfractuur en een her senschurlding. Gistermiddag is hij ter verpleging overge bracht naar het Diaconessenhuis te Utrecht Zijn toestand is niet ernstig. Wegens vlsschen in verboden wateren. Maandag is de trawler I. S. Groen, schip per W. Visser, van de reederij Wed. S Groen te IJmuiden wegens het visschen in verboden wateren in de nabijheid van de Fransche kust opgebracht. Een polifievaartüig kwam langszij c bracht de trawler in de haven van Boulo; ne. De machine is verzegeld om uitvaren te verhinderen. De reeder zal naar Boulogno vertrekken om te onderhandelen. Onderzoek van den Coroner Slachtoffers hebben niet geleden Londen 15 December (Reuter A.N.P.) Gistermorgen om 10 uur is te Bandon Hill (Surrey) een onderzoek van den coro ner geopend naar den ramp van de „Lijs ter", waarbij in totaal 15 personen om het leven zijn gekomen. De coroner verklaar de dat hij zich voorstelde uitsluitend for- mecle getuigenverklaringen te vragen, waar na het onderzoek verdaagd zou worden in afwachting van het resultaat van het door deskundigen ondernomen onderzoek. Dr. Lancaster die ooggetuigen verklarin gen aflegde, besloot zijn uiteenzettingen met te zeggen dat een aantal van zijn me debewoners op den heuvelrug aandrang op hem heb uitgeoefend te verklaren zoolang het vliegveld in zijn huidige ligging blijft, er maatregelen genomen moeten worden tot dwingende beperking, afgescheiden van de wenschen van passagiers en piloten, waardoor voorkomen zou kunnen worden, dat vliegtuigen starten onder omstandighe den die gekenmerkt worden door een on miskenbaar slecht zicht. De door dr. Lancaster genoemde heuvel rug is de plaats waar de ramp van den „Lijster" zich heeft voorgedaan. De politiedokter Gardner verklaarde ver volgens, dat alle passagiers ernstige brand wonden hadden bekomen aan armen en bcencn, maar dat de lichamen, gedeeltelijk beschermd door de lcleeren, minder ver brand waren. De merkwaardige rose verkleuring der lij ken doet denken aan koolmonoxyde-gas, waarmede het bloed der slachtoffers, naar getuige heeft geconstateerd, tot 70 procent verzadigd was. De bewusteloosheid tenge volge van dit gas trad waarschijnlijk bin nen enkele seconden op en in dit verband is het opmerkelijk, dat na het ongeluk van niemand der inzittenden eenig geluid ver nomen is. De Coroner verklaarde, alvorens het on derzoek te verdagen, tot 12 Januari a.s., er zeker van te zijn, dat allen zich bij hem zouden aansluiten, wanneer hij uiting gaf aan zijn diepste en meest oprechte sympa thie met de personen en landen, die op zoo plotselinge en droeve wijze een verlies had den geleden. Er ligt echter eenige troost in de wetenschap, dat deze kostbare levens ver loron zijn gegaan zonder dat de slachtof fers geleden hebben. De aanwezige vertegenwoordiger van de K.L.M., de heer I. Aler, sloot zich aan bij de \VooC'den van" 'den Co fop er.' Bij de sluiting der zitting speelde zich nog een ontroerende scène af, toon aan de verwanten en vertegenwoordigers der slachtoffers de persoonlijke eigendommen der omgekomenen, welke uit het wrak gered waren, overhandigd werden. Parijs, December 1930", Een Fransch-Amerikaansche expe ditie is thans van Mai*seille naar Jemen vertrokken, om daar een on derzoek in te stellen naar de le gendarische goudstad Saba. Van het oude Zuid-Arabische rijk va« Saba is ons niet al te veel bekend, maar in ieder geval weten wij toch zooveel, dat wij de ligging van het oude land kunnen be* palen en zelfs zijn geschiedenis in grootef trekken kennen. Het meest bekend is dei koningin van Saba. waarover in het Oude Testament verteld wordt, dat zij koning Sa* lomo bezocht en rijke geschenken overhang digde. Historisch staat vast, dat de Sabancn in den eersten tijd van het bestaan van hun rijk iets noordelijker woonden dan later. Hun koningen resideerden eerst in Sirwahi latei^ in Marjab. Onder keizer Augustus werd ook dit rijk onder Romeinsche heei> schappij gebracht. In de eerste eeuw n. Chr, werd het vcrcenigd met het rijk der Himja* rieten. Omstreeks het jaar 500 verviel ook heï oude Saba, dat wegens zijn rijkdommen; lang stand had kunnen houden. Zandstor* men hebben de legendarische stad geheel bedolven. In de 19e eeuw heeft een aantal onderzoekers tevergeefs getracht, het oude Saba terug te vinden. Aan onzen tijd met zijn luchtfotografie bleef het voorbehouden^ tenminste eenige aanknoopingspunten tq ontdekken. Twee Fransche vliegers, Mar* raux en Corniglion, hebben verklaard, dati zij de ruïnen van een ouden tempel hebben ontdekt. Dit is voorloopig alles, wat men van Saba! weet. Vijf Fransche archeologen en geschied* kundigen, waarbij zich twee Amerikaanschq geleerden hebben aangesloten, willen nU onder leiding van Graaf de Prorok door dq woestijn trekken, om dezen tempel te vin* den. Intusschen maken zij er geen geheim! van, dat aan het bereiken van hun doel groote moeilijkheden in den weg staan. Naast honderd kameelen zal de expeditiq voor alles een groot aantal Arabische zand* gravers met zich medenemen. De mededeelingen van de Fransche vlie* gers waren niet zoo nauwkeurig, dat mep; de plaats, waar het oude Saba zich zou be* vinden, precies kon vaststellen. De archeo* logen mecnen, dat zij meer in do omgeving van de Perzischen Golf moeten zoeken dap inliet midden van de woestijn. Hopelijk gelukt het de expeditie tenmïnstq de plaats te vinden, waar het Oude Saba! ligt. Later kan men dan tot het doen vap opgravingen overgaan. DONDERDAG 17 DECEMBER* HILVERSUM H Orkest Concerten Concertgebouworkest AVRO Nieuwsberichten A.N.P. Gramofoonmuziek Lichte Muze De Minstreels AVRO Operette orkest met solisten AVRO Godsdienstige Uitz. Morgenwijding AVRO Dansmuziek AVRO Dansorkest AVRO Dansorkest Lezingen Declamatie AVRO Voor de Vrouw AVRO Naaicursus AVRO Engelsche les AVRO Solisten-concerten Orgel en viool AVRO Piano-recital AVRO Voor de Jeugd Voor de kinderen AVRO Sport. Sportpraatje AVRO Diversen Voor zieken en thuis zittenden AVRO Reportage AVRO 3.45 4.30 2.00 3.00 8.00 11.00 7.05 11.10 HILVERSUM 1 Orkest-concerten KRO-Orkest Nieuwsberichten A.N.P. Grainof oo nmuziek Godsdienstige Uitz. Morgendienst NCRV Godsdienstig halfuur KRO Bijbellezing NCRV Advents programma NCRV Schriftlezing NCRV Lezingen Handwerkcursua NCRV V rou wenhalf uur Enkrateia kwartiertje NCRV Journalistiek Week- overz. NCRV Orgelbespelingen Orgelconcert NCRV Voor de jeugd Handenarbeid NCRV Diversen Cembale, viola da gamba, viola d'amo- re NCRV -o 0) bó e3 XJ ■O O O 12.15 8.00 3.00 10.00 5.30 10.45 10.15 11.30 4.00 2.00 3.15 5.00 6.00 8.00 ïo.oa 11.0Q 8.13 U.3Q 6.45 7.15 10.05

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2