Raad Callantsoog
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
De strijd om de
-kk „Betty
Jjfcx, Bonn"
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 14 December.
Oosterland.
OOK WEER EEN TWIJFELNUMMER.
De jongeheer Hans Br., die Oosterland,
gemeente Wieringen, met zijn blijvende
tegenwoordigheid vereerde, is een persoon
tje, waarmede men veel consideratie heeft
gebruikt, welke hij feitelijk niet bleek te
verdienen. Hij had zich onder meer schul
dig gemaakt aan diefstal van rijwielen en
stond daar op 12 October voor terecht. De
Officier, die niet hoog tegen dit heertje
opzag, requireerde direct 6 maanden de
petoet in. Hemel en aarde werden toen nog
bewogen, om hem met een voorwaardelijke
straf te bevoorrechten en uitstel van een
definitieve beslissing te nemen. Heden werd
de zaak dan voortgezet, doch het bleek, dat
de jongeman nog te miserabel was om zelfs
persoonlijk te verschijnen. Mijnheer Wiggers
zeer teleurgesteld, de goede man neemt
kennelijk af in gewicht door al die ondank
bare candidaten voor de reclasseering, stel
de nog voorgeleiding voor, maar Officier en
Politierechter vermeenden nu toch, dat
Hansje de emmer voldoende had omgetrapt,
om hem voor 6 maanden secuur op te ber
gen.
Texel.
JANTJE MOEST ER EERST WEER
BOVENOP KRABBELEN.
De Texelaar Jan L. had nog een open
staand nota'tje met meneer de Politierech
ter te verrekenen, ter zake dat hij de hee-
ren Jan Hendrik en Arie Mosk in den
nacht van 12 op 13 September eens gron
dig had afgedroogd. Aangezien Jan echter
thans officieel ziek scheen te zijn, werd
voor onbepaalden tijd uitstel verleend, wat
voor het Rijk een leelijk schadcpostje aan
getuigengeld beteekende. Misschien zal ech
ter deze faciliteit wel in Jan's boete ver
disconteerd worden.
Alkmaar.
ALS DAT ALLEMAAL OOK MAAR GEEN
BOTER AAN DE GALG IS GESMEERD.
De bekende tabaksgrossier Berkhout te
Alkmaar, was in het minder gelukkig bezit
van een 17-jarige loopjongen, zekere Luutzc
G., die het met de eerlijkheid niet al te
nauw nam en met zoo veel ijver en nauw
gezetheid sigaretten gapte, dat de firma
vele honderden guldens schade leed. Waar
een dief is, vind men gewoonlijk ook wel
diefjesmaat en zoo beschikte Luutze over
een gretigen afnemer, de 21-jarige Jan K..
een 12 ambachten en 13 ongelukken-specia
liteit, die zich bereid verklaarde de gestolen
sigaretten tegen dieventarief te koopen.
Over deze snuiter wal al heel wat te doen
geweest en was het niemand minder dan
mevr. dominé Rappold, onder wier toezicht
hij stond. Onverdeeld pleizier had de pre
dikante nu juist niet van haar bescherme
ling, die nu terecht stond wegens heling.
Er werd zwaar over de geestelijke deugden
en gebreken van Jan K. geboomd en me
vrouw Rappold was geneigd het dolende
schaapje weer in genade aan te nemen,
maar ten slotte bleek hji den sukkela-molen
toch niet te kunnen ontloopen en werd, als
allerlaatste gunst een gecombineerde straf
opgelegd en wel 3 maanden gev. definitief
en 3 maanden voorwaardelijk met 3 proef
jaren. De jonge sigaretten- jatter, die nog
onder de kinderwetten viel, was bereids
veroordeeld tot 8 maanden tuchtschool, om
daar nog eens goed te leeren, dat eerlijk
het langst duurt.
Texel.
PRACHTEXEMPLAREN VAN KAM
PEERDERS.
Het rustige en natuurschoon-rijke Texel
wordt elk jaar bezocht door kampeerders,
zelfs uit andere provincies, waaronder blijk
baar exemplaren, die lang niet 18 karaats
zijn. Reeds verleden jaar hadden de nering
doenden schade geleden door diefachtige
begunstigers uit het kamp en ook dit jaar
was het weer van het zelfde laken een pak.
Wonder genoeg waren het telkens Utrechte
naren, die met lange vingers schenen te
zijn bedeeld en geen reclame maakten
voor de deftige grijze bisschopsstad. Dit
maal was het vooral een zekere Jongeheer
Adrianus Anth. Th., oogenschijnlijk een
keurige burgerjongen, die zich deed ken
nen als een winkeldief en bij de winkeliers
Vlas en v. Ginkel respectievelijk een wek-
kerklok, een zilveren servetring, een naai-
garnituur enzoovoorts had gestolen. Voorts
had hij zich in combinatie met een ander
pracht kampeerder schuldig gemaakt aan
diefstal'van rijwielbelastingmerken!
Dit veelbelovende jongmensch had zich
nu deswege te verantwoorden en werd nu
eens duchtig de pen op de neus gezet, door
het opleggen van f30 boete of 15 dagen, be
nevens ter beteugeling van eventueels an
dere strafbare excessen in de toekomst, tot
3 maanden water en brood-dieet voorwaar
delijk met een proeftijd van 3 jaar!
Alkmaar.
EEN ALKMAARSCHE RECHERCHEUR
TIPPELT OOK NIET OVER EEN DOORN
LOOS ROZENPAD.
De heer v. d. Burg, die de eer geniet de
Alkmaarsche recherche mede te vertegen
woordigen, maakte op 30 Augustus in de
Lombardsteeg een onwelvoegelijke kermis-
ganger attent op een urologische overtre
ding, waarmede een andere feesteling zich
ook bemoeide. De rechercheur, die gewoon-
lig als „stille diender" geen uniform draagt,
werd in de borst gepakt en hem een ge
voelige schop toegediend, v. d. Burg sloeg
den viiand terug met de gummiknuppel en
maakte tegen zijn belager, Geert P., proces
verbaal op wegens belemmering. Deze werd
thans voor zijn bemoeizucht gestraft met
f25 boete of 15 dagen.
Het lijden van deze zelfde rechercheur
was echter nog niet ten einde, want in
dienzelfden rumoerigen kermisavond werd
hij door zekeren heer Theodorus O begroet
met de declineerende woorden: Ga weg,
snotneus, welk feit heden werd gewaar
deerd op f 20 boete of 10 dagen.
Wieringen.
DE KNORHAAN WAS NIET LEKKER!
Willem Karei Friso K., was blijkbaar in
den nacht van 5 op 6 September in een
slecht humeur en diende hij den vriende-
lijken winkelier N. Metselaar, die hem nog
wel een potje bier offreerde, zoo'n watjekou
toe, dat de valsche boventanden Klaas uit
den mond vlogen en hij op den grond zijn
hoofd aan bloeden viel. Een dergelijk onbe
schoft optreden zonder eenig motief, dien
de streng te worden gestraft en de Officier
had dan ook een maand gevangenisretraite
beschikbaar, doch de Politierechter was zoo
lief er f30 of 15 dagen van te maken.
S t.-P a n c ra s.
WORDT GRAM. MAAR ZONDIG NIET!
Een St. Pancrasser tuinbouwer, Willem
K., verloor op 1 -Sept. zijn christelijke be
daardheid, toen hij eenigszins werd aange
reden door een fiets, bestuurd door zijn
jeugdige dorpsgenoot Dirk Druif. In drift
speelde hij voor muilezel en gaf eenige nij
dige trappen tegen het rijwiel, dat daar
door werd beschadigd. De familie Druif
nam geen genoegen met die behandeling
en stelde Willem het ultimatum: De daal
der schade betalen of anders zou er werk
van worden gemaakt. Het voorstel werd
niet geaccepteerd met het voor K. ongunstig
gevolg dat hij niet alleen de f 1.50 schade,
doch ook nog 8 pop boete zal hebben af
te tikken.
M e d e m b 1 i k.
ZIJN BESTUURDERSPLICHT VERZUIMD.
Een handelsreiziger uit Sneek, Tjeerd R.,
had geen gevolg gegeven aan het stopsein,
hem door de politie in de Wieringermeer
gegeven. Er wordt daar namelijk meer
malen 's nachts gesurveilleerd, in verband
met de vele strooperijen en diefstallen van
opeeslagen materiaal.
De welbespraakte handelsreiziger stond
voor dit verzuim terecht en werd ondanks
zijn uitvoerig „oratio pro domo" tot f20 boe
te of 15 dagen veroordeeld.
Wieringen.
GA JE WEG OF IK PAK JE WEG.
Van bovengenoemd gezegde was blijk
baar de niet verschenen verdachte Johan-
nes G., wonende te Wieringen, uitgegaan,
toen hij dit voorjaar op verschillende tijd
stippen tot tweemaal toe kans zag, een
portemonnaie in te pikken van den 18-
jarigen arbeider Harm Hamstra, die zich
hierdoor benadeeld zag voor f10 en boven
dien een nieuwe hoed, die hij verdachte
had uitgeleend, tot nu toe niet meer terug
zag.
Eisch 1 maand. Uitspraak conform.
Hamstra had nog 't geluk, in 't bezit te
worden gesteld van zijn uitgeleende hoed,
over welks bezit hij zich thans zeer ver
heugd gevoelde.
Alkmaar.
GESTRAFTE IJDELHEID.
Adriana K., 31 jaar, oud-werkster van
beroep, had 't in één van haar werkhuizen
al zeer leelijk laten zitten, daar zij haar
handen uitstak naar 't goud en de juwec-
len', toebehoorende aan Mevrouw van Grun-
ningen, die hier natuurlijk zeer over ont
stemd was en zoo iets van haar werkster
niet had verwacht. Verdachte plengde nu 'n
heeleboel tranen en wist zoowaar 't hart
van den Officier te vermurwen, die in plaats
van een gevangenisstraf, haar met een hoo-
ge geldboete wilde bestraffen, in de hoop
dat deze les wijze leering zou geven. Eisch
f25 of 15 dagen. Uitspraak f20 of 15 dagen.
Een bijeenkomst met een zeer vlot
verloop. Een nieuwe brandmees
ter. De begrooting voor 1936 ge
wijzigd* De gratificatie van den
heer Brussaard en een gemeentelij
ke bijdrage voor het Julianafeest,
bestemd voor de kinderen* Geen
verhooging van jaarwedde van den
gemeenteveldwachter. Geen ver
laging van grondslagen personeele
belasting voor biljarten. Heffing
van besmettelijke-ziekte-gelden.
Benoemingen. Een dankbetuiging.
Vergadering van den Raad op Dinsdag
15 December 1936, des voormiddag half 10.
Voorzitter de heer G. D. Rehorst, burge
meester. tevens secretaris.
Afwezig zijn de heeren Weij en Van
Graas, de eerste met kennisgeving van ver
hindering, de heer Van Graas komt later
ter vergadering.
De Voorzitter opent met enkele woorden
van welkom de vergadering, waarna de
notulen worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken en mede-
deelingen.
Door den Voorzitter wordt mededeeling
gedaan van een groot aantal ingekomen
stukken, o.a. dat de Minister van Sociale
Zaken goedkeuring heeft gehecht aan het
besluit inzake bebossching van het Luttik-
duin. Van Ged. Staten kwam het bericht in,
dat van hun college geen voorstel van wet,
strekkende tot "vereeniging van de gemeen
ten Zijpe en Callantsoog is te verwachten.
Hetzelfde college zond een lijst van ge
meenten en waterschappen, die in aanmer
king komen voor bijdragen uit het wegen
fonds. De gemeenterekening 1934 is door
Ged. Staten gesloten. Goedgekeurd is de
wijziging in de gemeenschappelijke rege
ling voor den schoolartsendienst.
De heer A. Thomasz berichtte, dat hij
zijn benoeming tot brandmeester aan
neemt.
Diverse verslagen zullen circulecren.
Van de commisie voor ontwikkeling en
ontspanning van jeugdige werkloozcn
kwam het verzoek in om een subsidie van
f25.— Zal bij de behandeling der begroo
ting 1937 aan de orde worden gesteld.
De heer Vries vraagt wie voor brand
meester had bedankt.
De heer Kruisveld antwoordt, dat de heer
Adr. Vader had bedankt, en de heer Tho
masz in diens plaats is benoemd.
Al deze stukken en mededeelingen wor
den voor notificatie aangenomen.
Wijziging begrooting 1936.
B. en W. stellen voor, de begrooting 1936
te wijzigen, in verband met da diverse over
schrijvingen die moeten plaats vinden.
Daarbij stallen zij voor. den heer Brussaard
een gratificatie van f150.te verleenen, in
verband met de werkzaamheden, voort
vloeiende uit de werkverschaffing en
varen had. Veranderd was er in den grond
van de zaak niet veel, alleen kon hij zich nu
reeder noemen en zelf zijn bemanning hun
gage schuldig blijven.
Buitendien moeten wij op den voorgrond
dit zeggen: op het gebied van vrachten was
er voor hem met dit schip niet veel meer te
bereiken. Die hjj kreeg, waren dan ook altijd
ladingen die hij toevallig oppikte, vrachten
die ander enniet wilden hebben omdat zij te
smerig, bedorven of voor te ver afgelegen
plaatsen bestemd waren.
Dit was trouwens de taktiek van de wilde
vaart, zjj verschenen plotseling in de een of
andere kleine haven, waar de komst van een
schip van 800 ton toch nog een bezienswaar
digheid was.
Had men hier aan de kade gemeerd en
waren er voldoende nieuwsgierigen naderbij
gekomen, dan kwam ook altijd steevast een
zwart bord buitenboord hangen waarop met
groote witte olieletters stond: „Orders voor
goederen naar alle havens der wereld."
Daarbij kwamen zij zelden aan de Noord-
Amerikaansche kusten. Vond men in deze
haven ook weer geen vracht, dan werd na
drie, vier weken van stompzinnig wachten
by nacht en nevel het anker weer gelicht en
liet men niets achter dan een stapel onbe
taalde rekeningen.
Het zwarte bord was dus niets anders dan
het laatste bewijs van optimisme omtrent een
bepaalde lading of het restant van een reeds
lang verdwenen achting voor zichzelf.
Wanneer er werkelgk eens een lading kwam,
die het schip tot op de laatste plek in het
ruim vulde, dan werd dit geluk, deze gave
van den hemel, uitgebuit.
Niet dat men het een of ander openbare on
eerlijkheid deed, maar er waren zooveel moge
lijkheden om langs wetteljjken weg zijn deel
Winkel.
DAAR WAS "WEINIG MEE TE BEGINNEN
Tot slot van de schilderachtige zitting
kregen we als verdachte Marinüs van der
V., 23 jaar, landbouwer te Winkel, die op
den 30en Augustus huisvredebreuk had ge
pleegd. Verd., die bij zijn binnenkomen een
vreemde indruk maakte, werd door den po
litierechter gemaand, een behoorlijke hou
ding aan te nemen, en sprong bij deze ver
maning als 'n luitenant in de houding, dui
men op de naden van zijn pantalon.
't Gepleegde feit bestond hierin, dat hij
zonder toestemming van zijn ex-patroon,
den. 40-jarigen tuinder Pieter de Graaf,
diens woning was binnengeslopen om zijn
goederen te halen, die er niet eens waren.
Achteraf bleek, dat een zakdoek en een
portemonnaie bij deze inspectie waren ver
dwenen, doch door gebrek aan bewijs moest
dit vervallen. Bij de ten laste legging bleef
dus over de huisvredebreuk. Hiervoor kreeg
verdachte, aan wien alle goede woorden
nutteloos besteed waren, zijn welverdiende
portie in den vorm van f20 of 15 dagen.
steunverleening; vorig jaar heeft de grati
ficatie f200.bedragen.
Voorts stellen B. en W. voor, een bedrag
van f 10.beschikbaar te stellen voor het
Julianafeest, ten bate van de kinderen; de
ingezetenen hebben voor dit doel reeds f26
bijeengebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt con
form de voorstellen van B. en W. besloten.
Een verzoek om jaarwedde-
verhooging.
Van den Alg. Ned. Politiebond is een ver
zoek ingekomen tot verhooging der jaar
wedde van den gemeente-veldwachter.
Adressant wijst erop dat de jaarwedde van
dezen functionnaris is bepaald op f 1100.
plus vrije woning of f165, benevens f25
voor bezit diploma of f50 voor diploma met
aanteekening, f25 rijwieltoelage, benevens
vrije kleeding en schoeisel. Blijkens circu
laire acht de Minister van Binncnlandsche
Zaken het gewenscht, de jaarwedde te be
palen op f1300 tot f1700, f25 voor diploma
of f50 voor diploma met aanteekening,
f100 voor kleeding en schoeisel en f30 rij
wielvergoeding. Bij genot van vrije woning
kan f 150 van het salaris worden afgetrok
ken.
Mede namens den betrokkene wordt ver
zocht de jaarwede in overeenstemming te
brengen met de door den Minister gestelde
normen.
B. en W. stellen den Raad voor afwijzend
op het verzoek te beschikken, omdat zij
aan den eenen kant overwegen, dat de
veldwachter nog maar kort in functie is.
en in de tweede, plaats, omdat de tijdsom
standigheden niet gunstig zijn om jaar-
weddeverhooging te bevorderen.
De heer Kruit zegt, zich best met het voor
stel van B. en W. te kunnen vereenigen;
het is nu geen tijd voor loonsverhooging.
De heer Vries verklaart zich ook sterk
voor het voorstel van B. en W., maar kun
nen we er mee af, vraagt spr. Als de Mi
nister zijn eisch doorzet, zullen wij wel
voor zijn wil moeten buigen. Maar als het
half kan, is spr. ervoor dat loonsverhooging
wordt tegengegaan. Het is toch reeds moei
lijk voor de gemeente om het hoofd boven
water te houden.
De Voorzitter wijst erop dat aangegeven
wordt de norm van de jaarwedden, het is
dus een richtsnoer die in de circulaire van
den Commissaris wordt aangegeven. De
veldwachters-verordening is tenslotte goed
gekeurd, zoodat de Minister zich met de
jaarwedde-regeling hier heeft vereenigd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel van B. en W. besloten.
Van regeeringswege wordt bezwaar ge
maakt tegen de verlaging van de grond
slagen voor de personeele belasting, voor
biljarten, omdat de opcenten op de gemeen
tefondsbelasting meer dan 55 bedragen, en
DEN HELDER
van dezen onverwachten rijkdom machtig te
worden.
Het was toch best mogeljjk, dat een deel
van de lading overboord geslagen was bij
storm. Er kon toch ook, laten we eens aan
nemen water in het ruim gedrongen zijn en
een deel van de lading bedorven hebb.en. Zelfs
konden reeds bij het inladen kisten of zakken
„ongelukkig vallen".
Met deze mogelijkheden werd echter even
eens door den bevrachter rekening gehouden
Dat was hun risico. Daarvoor- waren zij dan
ook verzekerd. En wanneer de storm dan ook
slechts op papier bestond en als bij het over-
boordslaan de zakken een klein beetje ge
holpen waren, dat kon men per slot van
rekening toch geen bedrog noemen of hoe een
haarklovende Rechter dat dan ook noemen
mocht.
De bevrachter had er geen schade door, die
betaalde de verzekeringspremie en de ver
zekering was voor deze ruwe teerjakken nu
eenmaal niets anders dan een bodemlooze
geldput, waaruit een ieder het zijn kon putten,
die er maar eventjes aanleg voor had en de
mogelijkheid wist te benutten. Dit kon men
met den besten wil van de wereld niet als een
oneerlijkheid aanrekenen. Dit was nu eenmaal
de bijverdienste die elke vracht in zich sloot
en waarvan de omvang bepaald werd door
de vindingrijkheid en sluwheid van den
schipper.
-Men behoorde nu eenmaal tot de lompen
verzamelaars der zee. Uitgestooten uit de
groote vaart was het alleen mogeljjk op zy-
wegen van de groote zee in brakwater naar
een beetje drijfgoed te visschen enkele toeval
lige vrachtjes op te schommelen.
Het wantrouwen en de minachting der lui
van de groote schepen kon men alleen beant
woorden door strenge afzijdigheid en een
de huurwaarde van koffiehuizen reeds ln
deze gemeente is verlaagd.
Overeenkomstig het voorstel van B. en
W. wordt bedoeld raadsbesluit ingetrokken.
Heffing van besmettelijke-ziek
te-gelden.
Ingevolge de besmettelijke-ziektewet Is
thans geregeld het verhaal van kosten voor
ontsmettingen, die plaats vinden. Het. ta
rief. aldus licht de Voorzitter toe, dat de
regeering gewenscht acht, is progressief en
beneden een inkomen van f1000 vindt geen
verhaal plaats. B. en W. stellen voor een
verordening met het door de regeering aan
bevolen tarief vast te stellen.
Aldus wordt besloten.
Een navorderingskohier der brandverze
keringsbelasting over 1936, tot een bedrag
van f 5.wordt vastgesteld.
Ontheffing wordt verleend aan Jb. Kos-
sen van zijn aanslag in de hondenbelasting,
gedeeltelijke ontheffing aan D. Prins, voor
schoolgeld, idem aan G. de Wit, honden
belasting, terwijl afgewezen wordt het ver
zoek om ontheffing van Jo Commandeur,
voor brandverzekeringsbelasting.
Benoemingen,
Achtereenvolgens wordt de heer G. D.
Rehorst benoemd tot ambtenaar van den
burgerlijken stand,, en vertegenwoordiger
van de gemeente voor den Vleeschkeurings-
dienst, kring Barsingehorn, schoolartsen-
dienst Den Helder en Departement Den
Helder van de Maatschappij van Nijverheid
en Handel.
Onder dankzegging voor het In hem ge
stelde vertrouwen verklaart de voorzitter
deze benoemingen aan te nemen.
Met het oog op de aanhangige kwestie van
vereeniging van de gemeenten Zijpe en Cal
lantsoog was de heer Dr. Boeraia tijdelijk
benoemd tot gemeentegeneesheer, belast
met de armenpraktijk en de kostelooze vac
cinatie.
B. en W. stellen voor den heer Boerma
voor vast te benoemen, ingaande 1 Januari
a.s.
Met algemeene stemmen wordt de heer
Boerma als zoodanig benoemd.
De raad kan zich voorts vercenigen met
een wijziging van redactioneelen aard van
het uitbreidingsplan.
Nog wordt vastgesteld het kohier van
woonforenscnbelasting 1936 tot een bedrag
van f 385.-
De heer Vries informeerde of nu de be
zwaren van betrokkenen waren ondervan
gen.
De Voorzitter antwoordde dat rekening
was gehouden met de bezwaarschriften die
verleden jaar waren ingediend en in 't
gelijk waren gesteld. Of er verder nog be
zwaren zullen zijn: moeten we afwachten.
De rondvraag
De heer Vries acht zich verplicht dank te
brengen aan den voorzitter van den Land-
arbeidersbond voor hetgeen deze heeft ge
daan inzake de werk verschaf fïngsobjecten te
Callantsoog. De toestand toch baarde zorg
doch de moeilijkheden zijn door den voor
zitter en den secretaris ondervangen en
spr. kan dat tenzeerste toejuichen want
daardoor hebben de menschen voor langen
tijd werk gekregen.
De Voorzitter zegt dat B. en W. de woor
den van den heer Vries ten volle onder
schrijven.
De heer Kruit vraagt of er buiten de
werkverschaffing op het Witte duin, nog
andere werkobjecten zijn.
De Voorzitter deelt mede dat bij de be
handeling van de begrooting onder 't oog
zal worden gezien. B. en W. hebben er reeds
over gesproken, enkele objecten hebben zij
op 't zicht. Het is de bedoeling met de werk
verschaffing op de oude wijze door te gaan.
De heer Kruit wijst op den slechten toe
stand, waarin de muziektent zich bevindt.
Enkele balken zijn verrot zoodat de vrees
voor doorzakken bestaat Spr. vraagt of
bij 't opnemen van het onderhoudswerk
ook de muziektent wordt opgenomen.
De heer Kniisveld zegt dat dit gewoon
lijk het geval is.
De heer Kooger licht toe dat dit dan be
treft het schilderwerk. Naar de balken is
niet gekeken, want het is haast niet te den
ken dat er balken verrot zijn, omdat 't
ding pas staat.
De voorzitter zegt onderzoek toe.
Hierna volgt sluiting.
zelfde verachting. Want mocht het schip,
waarop men ronddreef, eigenlijk allang ten
ondergang gedoemd zijn, en slechts door een
aaneenschakeling van toevalligheden nog be
staan, zoo was het ook met de bemanning, die
zich op deze morsige planken het leven nog
een beetje rekten.
Niettegenstaande alle ellende, niettegen
staande alle moeilijkheden, waarin zij steeds
weer opnieuw met landrotten of de bemanning
der groote schepen kwamen, hier aan boord
was er slechts één strijd, hier aan boord
heerschte de geest van een zeldzame kame
raadschap. Ja zelfs, al mocht men buiten het
schip, tegenover ambtenaren en politie, nog
zoo op nauwkeurigheid, echt en eerlijkheid
aandragen, hier aan boord kon men jaren met
het grootste geduld op de uitbetaling van zijn
gage wachten, kon men zich voegen en ge
hoorzamen, alleen om niet op den een of an-
deren dag het schip te moeten verlaten. Want
dit halfvergane schip beteekende voor hen het
laatste redmiddel voor een volledigen onder
gang.
Het was voor hen ook steeds een hernieuw
de hoop, op den „grooten slag", net zoo als
zij in iedere haven opnieuw het zwarte bord
uithingen.
Want nergens was er zooveel hoop dan op
deze schepen der hopeloozen, In de eindelooze I
uren van het wachten op de een of andere
lading, konden zij bij elkaar gedoken zitten, in
de logies of op dek, om steeds weer opnieuw
over den „grooten slag" te redeneeren, over
wat zij doen zouden, hoe zij leven zouden, als
zij plotseling den zegen van den rijkdom zouden
ontvangen dat op het schip zou nederdalen.
(Wordt vervolgd.)
F euilleton
door Friedrich
L i n d e m a n
22.
Zij verwonderen er zich zelf het meest
over, dat zij niet eenvoudig wegliepen, dat zij
den aanblik van deze acht-voudige vrouwelijk
heid verdragen konden, die met trommel en
trompet, met trekharmonica en banjo in het
vuur van hun muzikale begeestering kleine
lustkreten uitstooten en een zgn. opwinding
tentoonstelden, die minstens even onecht
waren als de papieren rozen boven hun
hoofden.
Voor hen, voor deze kleine scheepseigenaren
en vrachtbootkapiteins, getuigde het bijna
van een pijnlijke wereld-mannelijke zelfinge
nomenheid, wanneer plotseling een door
Whisky tot tranen toe geroerden Ier, laat op
de avond met lallende stem het „Green-Erie-
lied bestelde. Wanneer dan de dikke aan
voerster van de Kapel ging staan en gevoel
vol en smeltend een pistonsolo de tabak'snevel
inblies, dan werd hun haast de adem afge
sneden van bewondering en ontroering, alleen
over de mogelijkheid van zulk een orgie.
Het hoogtepunt van den avond was steeds
het oogenblik, waarop de paillet-schitterende
dames hun instrumenten opzij legden, van het
podium afstegen om zich ter verpoozing van
de gasten waartoe zij contractueel door
Jim Paddock verplicht waren onder de zee
lui te mengen. Dezen gingen schuw opzij, zoo
dra een gepoederde en beschilderde vrouw
zich bjj hen aan tafel zette, zeiden geen
woord meer, wanneer een naakte arm het
eerste het beste glas greep, wanneer uit
bloedroode lippen een heesch lachen of dub
belzinnige woorden te voorschyn kwamen,
wanneer men hen, die allang grootvader had
den kunnen zijn, vleiden met het naampje
„Baby" o£ „Sweety". Het liep hen koud ovef
den rug en hun hart bleef bijna stilstaan.
Stokstijf zaten zy van ongehoord geluk,
van bewondering over hun mannelyken moed
en van een lichten afschuw over hun zedeiyke
verdorvenheid.
Hier had John Spurling gezeten, wanneer
hij met zgn schuit te New York lag. Onder
de kleinburgers der zee, die daar in „All Na-
tion- Saloon" samenkwamen, behoorde kapitein
Spurling tot de allerkleinsten.
Z^ker, hij kon zich scheepseigenaar noemen.
De „Frisco" behoorde hem.
Maar de kleine brik had nu al een dikke
veertig jaar op zee gezwalkt en was nog
maar net zeewaardig. Reeds de vorige bezitter
had er weinig vreugde aan beleefd. Hg was
zelfs blij geweest, toen zgn kapitein, die reeds
jaren bij hem in dienst was, de schuit, die
allang voor slooping rgp was, voor het hem
maandenlang schuldig gebleven loon, had
overgenomen. Spurling zelf was op deze zaak
eigenlijk meer uit luiheid ingegaan of uit
angst voor een bepaalde verandering in zijn
leven of uit een onverklaarbaar gevoel van
verhoogd zelfbewustzijn.
In ieder geval, hg ging verder met het
schip, waarop hg jarenlang als kapitein ge