Hoe een recordvlucht tot
stand komt
Elizabeth,
Een vreemde redding
aan den Digoel
Bij mijo 10-jarig jubileum
als Oceaanvlieger
door Overste Charles Lindbergh
„De Oceaanvlucht van New York naar
Parijs is nauw verbonden met den naam
Raymond Orteag, want hij was de eerste
die het plan opperde, zonder tuschenlanding
over den Oceaan te vliegen. Hij richtte een
oproep tot de wereld van de luchtvaart en
loofde een prijs van 25.000 uit voor den
winnaar. Ik zelf overwoog de mogelijkheid
van een oceaanvlucht op een avond in mijn
postvliegtuigje, in den herfst van 1926. Daar
bij stelde ik verschillende belangrijke din
gen vast. Allereerst, moest de vlucht wor
den gemaakt met een modern toestel, voor
zien van moderne luchtgekoelde motoren
en bovendien zou een behoorlijke voorraad
brandstof het mogelijk maken zoo lang mo
gelijk in de lucht te blijven.
In St. Louis vond ik een groepje men-
schen, die voldoende belangstelling voor
mijn vlucht hadden om zulk 'n plan te
willen financieren, en in December van
1926 reisde ik naar New York, om inlich
tingen te verkrijgen over de meest geschikte
apparaten, motoren en andere bijzonderhe
den voor de onderneming.
DE KEUZE VAN HET TOESTEL
Bij alle groote luchtexperim enten zijn na
tuurlijk een aantal vraagstukken, welke
vóóraf dienen te worden opgelost. De meest
gewichtige hiervan zijn wel, welk type vlieg
tuig moet men gebruiken en hoeveel moto
ren moet het vliegtuig bezitten. Eéndek-
kers zijn voor bepaalde doeleinden beter ge
schikt dan tweedekkers, daar de weerstand
van de lucht tusschen de vleugels wegvalt,
waardoor de eendekker een groote re belas
ting per vierkante meter op de draagvlak
ken kan verdragen en toch een grootere snel
heid kan bereiken.
Verder heeft een éénmotorig vliegtuig een
geringeren luchtweerstand aan de punt te
overwinnen, hoewel het gevaar van nood
landing grooter is dan bij een driemotorig
apparaat. Bij dit laatste echter is de mo
gelijkheid van een motordefect driemaal zoo
groot, maar het buiten werking stellen van
een der drie motoren tijdens derf aanvang
der vlucht behoedt den piloot wellicht voor
een noodlanding, doch dan dient er min
stens een deel van de brandstof overboord
te worden gegooid. En terugkeeren naar de
startplaats is eyenzoo noodzakelijk.
En zoo kwam ik dan, na zorgvuldige be
rekeningen, tot de conclusie, dat voor mij
een éénmotorige ééndekker het meest ge
schikte type was en na nog tweemaal een
reis naar de Oostkust te hebben onderno
men, liet ik bij de Ryan Vliegtuigenfabrie-
ken te San Diego in Californië een toestel
bouwen, dat werd uitgerust met een lucht
gekoelde 200 p.k. motor en „pionier"-navi-
gatie-instrumenten, incl. inductie kompas.
Ik bracht de opdracht zelf naar San Diego
en bleef gedurende den bouw van het vlieg
tuig in Californië.
De employé's en de arbeiders van de Ryan
fabrieken waren al spoedig met mijn plan
op de hoogte en gedurende de twee maanden
van den bouw heerschte er in de fabriek een
groote bedrijvigheid. Dag en nacht hebben de
arbeiders doorgewerkt om het toestel tijdig
te kunnen afleveren. Tenslotte was uit een
paar m. stalen buis 't geraamte samenge
steld van het gevaarte, waarmee ik later een
record zou slaan.
Meer dan eens hebben de wei'klieden in
die maanden vier en twintig uur achter een
gewerkt en eenmaal heeft de chef-ingenieur
zes en dertig uur onafgebroken achter zijn
teekentafel gezeten!
EEN GROOTE VOORRAAD
BRANDSTOF.
Ik bracht het grootste gedeelte van dezen
tijd door met het opteekenen van bijzonder
heden over de vlucht op land- en zeekaar
ten, waarbij ik alle mogelijke omstandighe
den in acht nam. Toen stelde ik den afstand
New York—Parijs nogmaals nauwkeurig
vast met behulp van scheepvaarttabellen,
teelcende de route nogmaals op de kaart,
waarbij ik elke 160 k.m., dat is dus onge
veer elk uur, dat ik zou vliegen, van rich
ting veranderde.
Ik had besloten, liever, in plaats van een
mechanicien, reservebrandstoffen mee te ne
men, waardoor ik ongeveer 500 k.m. langer
zou kunnen vliegen.
Hoewel de geheele afstand 6000 k.m. be
droeg, was deze tusschen New Foundland en
Ierland slechts ruim 3000 k.m. breed, en on
der normale vliegomstandigheden zou ik
zelfs meer dan 500 k.m. van de koers af kun
nen wijken, om ergens op de Europeesche
kust te landen en dan zou ik toch altijd nog
voldoende brandstof hebben om de Fransche
hoofdstad te bereiken.
Oftewel: ik zou ergens in Noorwegen of
Spanje landen en daar zou ik steeds gele
genheid vinden tot landen, zonder dat er ge
vaar zou zijn voor mij of mijn toestel.
Deze feiten voor oogen houdend, was ik
er van overtuigd, dat een groote voorraad
brandstof van meer belang was dan een
juiste route-vaststelling of een goede ge
leide.
Voor de vlucht van San Diego naar St.
Louis had ik kaarten van de verschillende
staten, zoowel als van de geheele Vereenigde
Staten bij mij, waarop mijn route stond aan
gegeven. Voor den afstand Nëw-YorkPa
rijs nam ik twee zeekaarten van den Atlan-
tischen Oceaan mee en tenslotte kaarten
van ieder land, waarover ik dacht heen te
vliegen. Ik hoopte, dat ik, wanneer ik de
Europeesche kust naderde, aan de bodem
gesteldheid zou kunnen zien, waar ik mij
bevond; Ierland is min of meer bergachtig;
Engeland aan de zuidpunt heuvelachtig; de
Fransche kust is vlak en Spanje is berg
achtig. Alzoo zou de bodemgesteldheid mij
CHARLES LINDBERGH.
In nevenstaand artikel doet de
wereldberoemde Oceaanvlieger en
wetenschappelijk onderzoeker Char
les Lindbergh interessante mede-
deelingen over zijn bekende oceaan
vlucht, nu bijkans 10 jaar geleden.
In het voorjaar 1937 zal dit jubi
leum worden herdacht met een
luchtwedstrijd over den afstand
welke de piloot vóór 10 jaar aflegde.
kunnen vertellen in welk land ik mij be
vond, terwijl ik alsdan mijn positie zou
kunnen vaststellen door de ligging der plaat
sen, rivieren en spoorlijnen.
VOEDINGS- EN RED
DINGSMIDDELEN.
Tenvijl het toestel werd gebouwd, moest
ik ook voor mijn eigen uitrusting zorgen, en
natuurlijk ook voor een reddingsuitrusting.
Ik rekende er op, dat er na enkele uren
vliegen voldoende lucht in het brandstofre-
Daar staat de „doodstraf" op!
Fietsen in het donker zonder
reflector en zonder wit achter
spatbord kost 'n paar gulder
boete (als de politie u ziet
of... uw leven (als het verkee:
u niet ziet!)
P.S. Wist u, dat alleen „wit"
„wit" is.... („smoezelig"
of „verroest" is dus niet
voldoende
servoir zou zijn, om het vliegtuig een tijd
lang drijvende te houden. Ik nam een gum
miboot mee, welke zich in enkele minuten
gemakkelijk op liet pompen en welke tegen
een flinken golfslag bestand moest zijn.
Behalve mijn voedingsmiddelen voor de
vlucht zelf voerde ik vijf conservenbussen
mee, elk voldoende voor één dag. Drinkwa
ter nam ik in twee reservoirs meë. De eene
was bestemd voor de vlucht en bevatte een
liter, de andere was de reserve voor geval
van nood en bevatte 3 liter. Bovendien had
ik mij nog een z.g. „armborstbeker" aange
schaft, waardoor het vocht uit den mensche-
lijken adem als drinkwater kan neer
slaan. Voorzorgsmaatregelen kan men bij
een dergelijke onderneming nooit genoeg
nemen.
Ziehier een lijstje van datgene, dat ik op
mijn eerste Oceaanvlucht medenam: Twee
electrische zaklantaarns, een rol touw, een
rol bindgaren, een jachtmes, vier roode fak
kels, verpakt in caoutchouc, een waterdichte
lucifersdoos, een groote naald, een water
reservoir, van vier quarts, een waterreser
voir van één quart, 'n „armborstbeker", 'n
gummiboot met luchtpomp en reparatie-
tasch, vijf bussen levensmiddelen, twee
luchtkussens, en een gecombineerde bijl en
zaag. Oogenschijnlijk lijken deze voorwer
pen nogal omslachtig, doch dat alles is mij
op mijn vlucht goed van pas gekomen!"
de nieuwe kroon
prinses van Engeland
DOOR DE TROONAFSTAND
VAN KONING EDWARD EN
DIENS OPVOLGING DOOR
ZIJN BROER, DEN HERTOG
VAN YORK IS DE NAAM VAN
HET OUDSTE DOCHTERTJE
VAN DEZEN, PRINSES ELI
ZABETH, OP ALLER LIPPEN.
Door de troonafstand van koning Edward
VIII, die door zijn broeder, den hertog van
York wordt opgevolgd, valt het volle licht
der belangstelling op diens oudste dochter
Elizabeth, die wel het populairste kind van
Engeland wordt genoemd. Als haar vader
komt te overlijden, zal zi$ de Engelsche
troon bestijgen.
De tijdperken, dat Engeland door een
vorstin geregeerd is, zijn voor dit land zeer
gelukkig geweest. Het zijn twee vrouwen
geweest, die Engeland tot de groote mo
gendheid gemaakt hebben, die het thans is.
De Salische wet, die vrouwen verbiedt de
troon te bestijgen, is in Engeland niet van
kracht. Zoo is het dus gebeurd, dat voor
vier eeuwen Koningin Elizabeth de fundee
ring gelegd heeft voor het Britsche impe
rium, dat gedurende de regecring van Ko
ningin Victoria, zijn schitterendste triomfen
vierde.
De tegenwoordige Prinses Elizabeth mag
zich reeds in een groote populariteit ver
heugen. Zij ontvangt zooveel post, zooveel
cadeaux en zooveel uitnoodigingen, dat haar
moeder, de hertogin van York, speciaal een
hofdame heeft moeten aanstellen, die haar
belangen behartigen moet. Als het Prinsesje
doen en laten mocRt wat zij wilde, zou
zij waarschijnlijk alle uitnoodigingen aan
nemen. Overigens heeft H.K.H. reeds meer
malen bewezen, dat zij alle hoedanigheden
bezit voor een modem koninklijk personage.
In de eerste plaats wel haar houding in
het publiek. De grootste proef, die zij glans
rijk doorstaan heeft, was wel, bij het huwe
lijk van haar Oom, den Hertog van Kent
met Prinses Marina, toen zij bij de imposan
te huwelijksplechtigheid als bruidmeisje
fungeerde.
Prinses Elizabeth lijkt op haar vader en
op haar grootmoeder, Koningin Mary. Haar
zusje daarentegen, Prinses Margaret Rose,
lijkt meer op haar moeder, De Hertogin van
York is een geboren Lady Bowes Lyon; zij
is de kleindochter van graaf Strathmore en
behoort tot de oudste, Engelsche adellijke
geslachten. Zij behoort tot de negen-en-twin-
tigste generatie, die van Willem de Vero
veraar afstamt, terwijl zes-en-dertig genera
ties haar verbinden met Alfred de Groote.
Toen Prinses Elizabeth nog klein was en
nog niet goed spreken kon, heeft zij zich-
zelve Lillibet genoemd en deze naam heeft
zij totdusver behouden. Haar zusje noemt
zij „Roseknope".
Toen zij vier jaar was werd haar
zusje Margeret Rose geboren. Zij vond die
echter nog te klein voor een roos en noem
de haar derhalve Rozeknopje.
Ofschoon Prinses Elizabeth dikwijls bij
haar grootouders in Buckingham Palace ver
keerde, was zij toch grootendeels bij haar
ouders thuis, die hun eigen huis bewonen
in Piccadilly 145 Dikwijls kan men dan ook
Prinses Elizabeth met haar zusje in het
naburige Hyde Park zien spelen. De kinde
ren krijgen les van een gouvernante en
spreken reeds vloeiend Fransch en Duitsch!
Prinses Elizabeth wordt veel strenger op
gevoed, dan vele van de jongens en meisjes,
waarover zij eens zal regeeren. Qfschoon
zij pas tien jaar oud is, leert zij reeds de
PRINSES ELIZABETH.
Menschen, die zóóveel haast
hebben, dat hun de tijd ontbreekt
om veilig te rijden, krijgen vaak
maanden cadeau in hospitaal of
huls van bewaring....
belangrijkste les n.1. te dienen. De Hertog
en de Hertogin van York leerden haar reeds
als klein meisje dat de plicht in de eerste
plaats komt en dat zij dan pas aan zich
zelf mocht denken. Dit is een principe van
hen beiden en van de andere leden van
de Koninklijke familie.
Eiken morgen om half tien beginnen de
lessen in het schoollokaal van haar huis in
Piccadilly. Het onderwijs duurt tot de
lunch.
Prinses Elizabeth heeft nooit naar school
te gaan. Zij krijgt les van een gouvernante,
Miss Crawford. Bovendien heeft zij een
leeraar, die haar les in Latijn geeft, opdat
zij later de oude officieele documenten in
het origineel kan lezen. Verder nog eenige
gouvernantes, die haar pianoles geven en
met haar in de vreemde talen converseeren«
De Hertog en de Hertogin hebben er steeds
op gestaan, dat hun dochter een gelukkig
kind zou blijven en dat de zware last van
haar hooge positie geen schaduw kon wer
pen over haar jeugd. Daarom vormen de
lessen slechts een deel van haar dagtaak,
Na 't eten maakt zij een rit op haar ponny,
die zij zelf optuigt, ofschoon zij een groot
aantal bedienden, kamermeisjes en stal
knechten tot haar beschikking heeft. Haa?
opvoeders hebben haar geleerd zelf de han
den uit de mouwen te steken, 's Avonds
moet het Prinsesje haar schoolwerk maken.
Zij wordt ook ingewijd in de geheimen
van de constitutioneele monarchie en van
de Engelsche wetgeving. Het is de wensch!
van haar grootmoeder dat deze lessen zod
aanschouwelijk mogelijk worden gegeven,
Elizabeth moet kennis maken met de plaat
sen, waar de geschiedenis van Engeland
zich heeft afgespeeld. Zoo kan men vaak'
het kleine meisje door de zalen van het
Paleis van Hendrik VlII, Hampton Court,
zien wandelen, terwijl zij vol eerbied de por
tretten van de Koningin uit het huis Tudor
bekijkt.
Haar ponny, haar poppen, haar hond
„Golden Eagle" en de verkeersagent, die
tegenover haar huis staat, zijn haar lieve
lingen. Eens heeft zij de Londensche Bobby
zijn plicht doen verzuimen. Bijna had het
Tommy Hicks zijn betrekking gekost. Eli
zabeth wuifde voor het raam naar haan
vriend, die genoodzaakt was te doen of
hij haar niet zag. Toen hield zij net zoo
lang haar pop voor het raam totdat Tom
my haar terugwuifde met het gevolg dat
twee auto's op elkaar inreden. Hij werd van
zijn post ontzet, maar de Prinses schreef
een briefje aan zijn superieuren en nam
alle schuld op zich. Toen werd Tommy
Hicks weer op zijn post hersteld.
Thans is het „meest aangebeden meisje
van Londen" voorbestemd om in de toe
komst een groote taak te vervullen. Zij zal
zich daarbij gesteund weten door de on
begrensde liefde van het geheele Engelsche
volk.
KORT VERHAAL
Pater Vermeer heeft toch gelijk gehad,
dacht Terstraaten, toen hij den motor van
de „Tortelduif" afzette, waarna de boot
door zijn inlandschen bediende op den oever
werd getrokken. Zij hadden niet verder mo
gen varen, toen zij het taboeteeken op den
oever hadden gezien.
De hitte van den tropendag lag over het
Papoeadorp, waarvan de huizen, op palen
gebouwd, in een troepje bij de rivier ston
den. Reeds vroeger had de Hollander met
deze menschen onderhandeld over paradijs
vogelhuiden.
Terstraaten haalde zijn schouders op. Ach
wat, hij zou wel kunnen opschieten met den
ouden Moemoe, het oude stamhoofd. Vreemd
dat er geen vrouwen te zien waren voor de
huizen; het dorp scheen uitgestorven. Ter
straaten ging, gevolgd door zijn javaan-
schen bediende, den oever op.
„Sla maar op den gong. Sidin", zei hij
Dreunend galmden de gongslagen door de
stille middaglucht.
Er verscheen niemand. De Hollander
wachtte. Er werd een gordijn van den in
gang van het groote dorpshuis weggescho
ven. Een onzichtbare hand schoof een ruw-
bewerkte ladder naar beneden. Er was
niemand te zien.
Terstraaten zag van terzijde zijn bediende
aan. Die staarde naar het dorp. „Zullen we
teruggaan, Sidin?" vroeg hij. De Maleier
opende zijn mond, om te antwoorden, maar
hij hapte naar lucht, en sloot zijn mond
weer. Toen bracht hij er met moeite uit:
„Niet omkijken, heer! Ze hebben den weg
versperd! Er liggen twee krijgskano's bij
onze boot!" De handelaar greep zijn kleine
zakspiegel en keek over zijn schouder naar
de rivier. Zijn gezicht bleef onbewogen.
Wwars over de rivier lag 'n heele reeks van
inboorlingen-kano's bij de „Tortelduif". Ze
moesten vooruit! „Kom Sidin!"
Toen de blanke de eerste sporten van den
ladder beklommen had, werd de stilte plot
seling verbroken door het geluid van een
tam-tam, dat dof en monotoon vanuit het
dorp klonk. De mannen bij de kano's stie
ten hooge, gillende kreten uit. De Hollander
klom zonder om te kijken verder den lad
der op en stak zijn hoofd door de deurope
ning. Achterin de lage, rookerige ruimte
zaten drie mannen, de hoofdman Moemoe
en zijn twee oudste stamleden. „Echte boe
vengezichten", dacht Verstraaten, terwijl hij
tegenover hen ging zitten.
De bijna naakte gestalten dropen van ko-
ko^et, hun haar was doorvlochten met gras
en geplakt met vet. De maleische tolk hurk
te naast zijn heer.
„Spreek, alsof er niets bijzonders is, Sidin!
Begin met Kaya-Kaya- dat beteekent Wij
zijn ook menschen! en vraag hoeveel vo
gelhuiden zij hebben". Er volgde een stilte
op de woorden van den tolk. Toen wierp
Moemoe een loenschen blik op den blanke,
bracht eenige gorgelende klanken uit, en
sloeg eenige malen met de gebalde vuisten
tegen elkaar.
Buiten hoorde men nog steeds het mono
tone rhythmische geluid van den trommel.
„Nu, Sidin?" De bleeke lippen van den Ma
leier stotterden: „Hij wil niet ruilen, Toean!
Hij vraagt, waar U vandaan komt, en hoe
U heet!"
De mond van den handelaar werd een
smalle streep. Hij keek even naar boven;
onder de balken van het dak hingen een
paar koppen ter grootte van een mannen
vuist, half bedekt met haarbossen! Men
had kunnen denken, dat het apenkoppen
waren, maar Terstraaten wist wel beter. Hij
wist, hoe de Papoea's de hoofden van hun
vijanden prepareeren, hoe er een dunne ve
zeldraad door'neus en mond werd gehaald
en hoe de hoofden langzaam inkrompen
onder den invloed van het vuur. En hij
wist ook, dat de koppensnellers nooit ie
mand dooden, voor zij hun naam en her
komst weten. Hoe zou men immers in de
jachtvelden van het hiernamaals de onder
worpenen, de geesten van deze hoofden,
kunnen bevelen! Een schedel zonder naam
is een waardeloos ding.
Dus dat was hun bedoeling. De Hollan
der voelde een ijskoude rilling over zijn
rug loopen. Hij keek naar het verschrom
pelde gezicht van den ouden Moemoe. Zou
hij het op een handgemeen laten aankomen?
Maar buiten stonden honderden mannen
met speren en vergiftigde pijlen.
Terstraaten zag zwijgend voor zich uit.
Maar plotseling kwam er meer leven in zijn
trekken. In de zwoele stilte van de tropen
was plotseling een geluid hoorbaar gewor
den! 't Scheen 't geluid te zijn van een reus
achtige mug, dat aanzwol, onophoudelijk,
dreunend, machtig! Hemel en aarde schenen
er door vervuld te worden! Er naderde iets
bovenaardsch, iets onbegrijpelijks scheen de
atmosfeer te doordringen!
De vijf menschen in de halfdonkere ruimte
schenen onrustig te worden. De oogleden
van de inboorlingen trilden. Moemoe staar
de in bijgeloovigen angst naar den Europe
aan. Deze keek hem aan, en de andere
kon den blik niet verdragen. Met een kreet
sprong hij op, wierp zich op den grond en
wreef zijn gezicht over de vuile planken
De blanke verstond van zijn gekrijsch
slechts een woord: Kaya-kaya, wij zijn ook
menschen! De beide anderen slopen met
schuwe blikken langs Sidin naar buiten.
Terstraaten bleef als verlamd zitten, ver
doofd door dit moment. Eindelijk stond
hij op, schudde den halfbcwusteloozen Sidin
Maar het klagende, jankende bundeltje, dat
eens Moemoe, het trotsche stamhoofd, was,
klampte zich aan den staande vast Ter
straaten schopte met zijn voet naar hem^
„Wat wil hij, Sidin?"
„Hij vraagt, waar hij de vogels moet af
leveren". „Bij de boot, zooals altijd!" De
handelaar stokte, toen zijn blik over het
strand ging. Overal lagen zwarte, vetglim
mende, gestalten voorover in het zand, met
de wapenen door elkander geworpen. Boven
de mangrovebosschen in de verte zag men
nog net den grijzen romp en de vleugels van
een snel verdwijnend vliegtuigTerstraa
tens blik werd gevangen door witte plek
ken, die als sneeuwvlokken op het strand
verspreidt lagen. „Bij God" dacht hij „strooi-
billetten uit het vliegtuig!" En hij liet door
Sidin de papieren halen.
De Europeaan ging op de bovenste sport
van den ladder zitten. Zijn knieen knikten.
De inboorlingen op het strand stonden lang
zaam op, schuw keken zij naar den blan
ken man en slopen naar hun hutten. Even
later verschenen zij weer, wantrouwend,
maar ongewapend, en reeds na een uur was
er bij de „Tortelduif" een levendigen ruil
handel ontstaan. Tegen glazen kralen, schel
penkettingen, koperen kogeltjes, zakspiegel-
tjes en andere kleinigheden, tegen tabak,
messen en bijlen werden de schitterendste
paradijsvogels afgestaan, Sidin pakte ze
alle in de kamferkisten.
Terstraaten zat nog altijd op zijn hooge
zitplaats, en in gedachten verzonken staarde
hij naar- het papier, dat uitgespreid op zijn
knieen lag. „Idioot", zei hij telkens weer,
„idioot! Maar het heeft mij het leven ge
red!" Het strooibiljet schreeuwde met groo
te letters de wereld in: „Attentie! Attentie!
Nonstop-vlucht MelbourneTokio! „Miss
Australia" het groote vliegtuig, vliegt zon
der tusschenlanding van Melbourne naar
Tokio! Neemt deel aan den grooten prijs
vraag! Wanneer zal de „Miss Australia" in
Tokio aankomen? Voor de beste oplossingen
schitterende prijzen!"
„Idioot!" zei Terstraaten nog eens. en toen
zacht: „Maar ik hoop voor hen, dat het Lot
hun even genadig is als mij"!