I 11111II11111IIII11111111 Raadsels Beste jongens en Meisjes Verleden week begon ik met jullie te schre ven dat het zulk slecht weer geweest is, en ik kom haast in de verleiding, dat weer te doen. Iedere dag bijna regen, en iedere dag die bulderende wind, die kwaje rakker, die 's nachts aan de dakpannen boven m'n hoofd sjort en 's morgens probeert me in de sloot te drukken, 't Is me het wintertje wel! Maar nu genoeg over het weer en wat an ders: er waren een stuk of wat raadselvriend jes en -vriendinnetjes, die hun briefje inzon den zonder vermelding van naam. Tja... dan wordt het lastig om terug te schrijven en ook de oplossing komt dan niet in de krant. Denkt er dus in de toekomst goed aan: Op ieder briefje een volledig adres. Ziezo, dat is ook al weer voor elkaar. En nu: wel, nu gaan we met reuze schreden op de mooiste tijd van het hele jaar aan. De tijd van de geboorte van het Kerstkind, waar ik jullie verleden week al van vertelde, de tijd dat je zo fijn kunt zingen, en ook de tijd van boeken lezen achter de warme kachel, van bruingebakken appelbollen, van oliekoeken en van allerhand andere zaligheden. Het zijn ge zellige dagen en ik verheug me er zelf al net zo op als jullie. De gelukkige winnares (ja, het zit wéér bij de dames, jongensvan deze week is BETSIE DE GOEDE, Dirkshorn, Gefeliciteerd Betsie: ik zie nog een heel rijtje boeken in de kast staan en zal een prachtig voor je uitzoeken. Wat zal je lezen, zèg! Maar dat heb je ook verdiend aan die goede oplossing. Heb je er lang over gedaan? Schrijf dat maar eens, want ik merk tot m'n grote schrik, dat je me niet eens een briefje geschreven hebt. Als ik dét geweten had Betsie.. Rein Kuin, Aalsmeer. Ja, het raadsel was „dik in orde", Rein. Dat heb je knap ge daan, hoor. Ga zo door, en je wordt nog eens een raadsel-genie. Dag Rein! Wennie Nobel, Lutjewinkel. Zo, was ik Vlak bij jullie huis, Wennie? Als ik dét ge weten had was ik beslist even aangewipt, wie weet stond de koffie niet op tafel en was er nog een stuk marsepein van het Sinterklaas feest over...,_.« Zo, heeft je broertje geen zin om raadsels op te lossen, omdat hij zo'n Mecano kreeg? Ja, Wennie, ik kan me dat eigenlijk best voorstellen, hoor. Ik weet nog goed dat ik zelf hijskranen maakte, en liften en spoorwagens en draaimolens. Dan had ik ook geen gedachten voor ander dingen. Doe hem maar m'n groeten. A. van Scheyen, Groote Keeten. Zo, zo, ga jij uit naar de operetteDét noem ik me nog 's boffen. Ik kan me nog precies her inneren de eerste operette die ik zag. Toen ging ik met m'n grootvader, m'n tante en m'n vader. Het was in een klein plaatsje en de operette heette „Repelsteeltje". Dat verhaal ken je vast wel, niet?? Greta Goet, Nieuwe Niedorp. Wat een -cadeau Gretaen wat een prachtig post papier. Geweldig! Zo mooi heb ik 't vroeger nooit gehad. Ik scheurde altyd stilletjes een velletje uit m'n vaders blocnoot. O ja, daar heb ik me Greta's achternaam fout geschre ven. En boos dat ze op me isJa, maar er zit wel eens een haartje tusschen de poten van jullie pennen en al zit ik dan te turen, een half uur lang, ik kan het niet ontcijferen. Dus: duidelijk schrijven en: de goede naam in de krant. Afgesproken! Geerie en Muntje de Jongh, Kolhorn. Ja, Geerie en Myntje, al die vrienden en vrien dinnen vormen eigenlijk één groote familie en het is leuk, dat je zo in de krant ouwe ken nissen van je tegenkomt. Ik lees, dat je sokken voor je vader breit en dat vindt ik flink van je. Ik ken een hele boel meisjes, die niet meer kunnen breien tenminste, niet meer zo goed als de meisjes van vroeger. Je moeder is zeker wel dol op je P. Bakker, Schagen. De verloting laat zich nu eenmaal niet dwingen, Piet, en hoewel het jammer is dat nog geen enkele maal een prijs in Schagen gevallen is, kan ik er niets aan doen. Maar wie weet, misschien vallen er nu wel een stuk of 4 tegelijk in Schagen. Stel je voor, dat jy daar bij was, Piet! Ik zal eens voor je spinnen Geertje Roozing, Hazepolder. Zo Geertje, de raadsels waren goed en je had dus ook de kans de prys te winnen. Stel je voor, dat je direct al de gelukkige geweest was. Dan had je zeker 3 meter hooggesprongen, zodat de wind, de olijke guit, je mee op z'n wieken genomen had en wie weet ergens aan de Noordpool neergelaten. Of spring je niet zo hoog? Adrie Biemond, Oudesluis. Wat een ca- deaux Adri, hoe houdt je het allemaal uit mekaar. Heb je er een goeie bergplaats voor? Pas op voor de dievenof heb je geen on deugende broertjes? Ja,wat is dat leuk hè Adri, om heel in 't geheim iets voor je moe der te maken. Dan is de verrassing dubbel- fijn. Dat vind ik ook. Hillechien Kamst, Westerland W. Ze waren goed hoor, de raadsels, knap gedaan. Ik vind het erg aa~d;g van je, dat je zo blij met al je cadeaux bent en schrijft dat él je wensen uitkwamen. Wat jammer, dat er zo veel kinderen zijn, die zo weinig krijgen. Als je daaraan denkt, voel je je altyd dubbel- gelukkig Hillechien. Grietje Martens, Westerland, W. Ik vind het altijd fyn, Grietje als er een nieuwe vriend of vriendin in onze kring treedt en daarom: aangename kennismaking. Deftig hè?! Ja, op Wieringen is het prettig wonen, en je kunt er heerlijk spelen. Vooral als het dicht bij de badplaats is. Wat zul je pootje-baden in de zomer, zeg! Nelly Geel, Groet-Polder (Winkel). Ja, jij bent een boffert Nelly, vlak na de feest dagen jarig. Ik benyd je, hoor! Je vraagt me of de Sint mij vergeten heeft?? Geen denken aan. Ik kreeg een paar prachtige boeken, een das, een nieuwe hoed (de andere was ver regend bij jullie in de polder, zie-je!) en een marsepij nen negertje. Of ik ook bij hem in de gunst staat! Geertje van Stipriaan, Heerhugowaard. Geertje, jy bent net zoo'n boekenwurm als ik, en daarom begrijp ik heel goed, dat je boeken direct uit zijn. Ik kan er van mee praten, hoor. In één week: De Woudloper, Wilde Bob en Zeven jongens in een ouwe schuit, maar dat is al een hele tijd geleden. Tegenwoordig is het 1 boek in de 3 weken en nog wel minder. Soms vind ik dat heel jammer. Beterschap met je broertje hoor. Cor de Beurs, Nieuwe Niedorp. Ja Cor, die moeders weten het wel gezellig te maken, hè Er is niets heerlijkers om zo 's winters- avonds thuis te zitten bij de kachel met een mooi boek en zoals je schrijft, met chocolade melk erbij. Laat dan de wind maar razen bui ten, Cor en de regen en hagel een klepper- marsch op de ruiten spelen. Ik kom vast eens in dat gezellige huis van jullie kijken. Frederik Jonker. Ik vind het uitstekend, dat jè lid van ons gezin wordt Fred. Hartelijk welkom in ons midden. Maar als je wilt, dat ik je iedere week een epistil terugschrijf, moet je me wat meer van je vertellen, hoor. Tot de volgende keer dus. Matha en Tini Marees, 't Zand Veel naar me uitgekeken, en me toch niet gezien... dat is precies als in het sprookje van het elfje en de kabouter, Martha en Tini. Toch ben ik geen elf en ook geen kabouter, zodat je nog maar eens goed je ogen de kost moet geven. Ja, wat hebben jullie een cadeaux ge had, zeg! Braden jullie op dat fornuis ook appelbollen en sausijsjes? Daar mogen ze me 'snachts voor wakker maken. Jullie .ook? Siemon Keesman, Haarlem. Ik hoop met jou, Siemon, dat het gauw gaat vriezen. Wat zullen we ryden, kerel! Van links naar rechts. Kun jy kunstrijden Siemon? Ik een beetje. In die taart hebben we allemaal zin, ik ook, en het spijt me genoeg, dat ik zelf niet mee mag puzzelen. Stuur de raadsels maar trouw in. Wie weet Marie Kater, Koegras. Zin in het boek, hè Marie? Dat kan ik me best indenken hoor en als je iedere week de opgaven oplost, dan zal Fortuna (dat is. de godin van degoede gaven) zeker wel eens jouw briefje aanwij zen. Wat een reusachtige Sint hebben jullie gehad. Zeker het hele jaar goed opgepast, niet? Dirk Willem Visser, Nes (Schagen). Dirk Willem, Dirk Willemwaar zou dat briefje van jou wel gebleven zijn! Ik heb me er suf over zitten prakkizeren maar kan geen oplossing vinden. Heb je het niet in je zak laten zitten? Heb je het niet verloren? Is het niet tusschen een boek blijven zitten Nee?? Ja, dan weet ik ook geen oplossing. Wel jammer, hè Dirk! Dirk Groet, Anna Paulowna. Ik begryp niet Dirk, hoe de Sint en Pieterknecht al die cadeaux van jou en je broertje hebben kun nen dragen. Het is in een woord geweldig. Of jullie ook blij geweest zullen zijn! Nu kun nen jullie domineren. Ik kan het ook, maar in mijn spel is dubbel-zes verdwenen. Ik wou, dat ik wist waar dat krentenbroodje gebleven was. Gerda Zyp, Oostwoud. Gefeliciteerd met je vaders verjaardag, Gerda; breng m'n wen sen maar aan hem over. Niet vergeten hoor! Een kerstboom is zeker fyn. Als het groen zoo heel zachtkens geurt, als de kaarsjes flikkeren in de zilveren ballen en als het zo heel, heel gezellig binnen is. Het is het fijn ste feest van het hele jaar, Gerda! Ziezo, ik houd er mee op jongens en meis jes. Er ligt nog wel een heele stapel voor me, maar dan zou ik byna een pagina vol moeten schrijven. We moeten dus weer afspreken deze week geen briefjes in te zenden. Volgende week gaan we weer gewoon door maar eerst moet ik de oude partij opmaken. Niet vergeten hoor! Kindervriend Oplossing raadsels vorige week: 1. Aap, hap, kap, lap, map, nap, pap, rap ap. 2. Horizontaal: krans, raaf, aap, a.p. en i. Verticaal: kraai, raap, aap, n.f. en i. Goede oplossingen van: Dirk G., Anna Paulowna; Dirk Willem V., Schagen; Marie K., Koegras; Dirk A., Juliana- dorp; Jaap en Corrie G., Julianadorp; Siemon K. von O., Haarlem; Martha en Tinie M., 't Zand; Adri B., Oudesluis; Frederik J„ Oudijk gem. Westwoud; Cor de B., Nieuwe Niedorp; Geertje van S., Heerhugowaard-N.; Nelly G., Groet-Polder, Winkel; Grietje M., Westerland (W.); Hillechien K., Westerland (W.); Gerda Z., Oostwoud; Marietje B., Stolpen; Betsie Q., Tjallewal; Geertje R., Hazepolder; P. B., Scha gen; Geertje en Mijntje de J., Kolhorn; Annie en Jan B., 't Zandt; Willem M., Groetpolder, Winkel; Gre G., N. Niedorp; Aagje M., Sint Maarten; A. v. S., Groote Keeten; Nennie M., Lutjewinkel; Dieuwertje B., Groetpolder, Win kel; Rein K., Aalsmeer; Trijntje en Mijntje v. W. v. R., Moerbeek; Jan S., N. Niedorp; Grada R., H.-H.waard; Rie T., Winkel; Gerrit D., Medemblik; Trientje M., Oudesluis; Jantje M., Oudesluis; Trijntje v. d. V., Amsterdam (W.); Cor v. d. V., Amsterdam (W.); Jan P., Breezand; Gerrit V., N. Niedorp; Martha L., Middenmeer; Guus W., Winkel; Cootje B., Lutjewinkel; Annie de B.; Immie S.; Cor en Bert B., Winkel; Dirk Sp., Andijk; Aris K., Schagerwaard; Jannie W., Dirkshorn; Hillie K., Dirkshorn; Cornelis en Guurtje de H.; Arie en Elmert M., Nisdijk; Tjeerd v. d. B., Kolhorn; G. Z. Tolke; Albert B., Groenveld; Klaas K., Schagen; Jacob H., Schagen; Annie B., Schagen; Klaart je D., Schagerwaard; Rieu- wert B., Schagerbrug; Gert B; Nellie K., Sint Maartensbrug; Marietje G., Stroet-St. Maar ten; Betsie de G., Dirkshprn; Leendert V., Dirkshorn; Nellie en Kees E., Keinsmerbrug; Aat G., Aardswoud. Nieuwe Raadsels L 2 3 1. 4 5 6 4. 7 6. 8 Horizontaal. Komt dikwijls in een sprookje voor. Snee of insnijding. Waarmee je fyn uit rijden gaat, wanneer er sneeuw ligt. Getal tussen nul en elf. 8. Ook een getal tussen nul en elf. Vertikaal. 1. Diefachtige vogel. 2. Mooie bloem. 3. Tovermeisjes uit sprookjes. 5. jWaarmee je schryft. n. Ik ben vol gaten en toch kan ik heel wat water bergen. Wie ben ik? Geschiedenis van Bruinbaard de wijze. Hoe hfl recht sprak over de beide prinsen, die ruzie hadden over een schitterende parel. Heb je wel eens opgelet, hoe eigenaardig het is, dat wanneer je op iemand héél erg boos bent razend boos en je ziet hem in een tijdje niet, dat dan die woede langzamer hand slijt en dat je hem tenslotte niet meer zo kwaad bekijkt. Dat komt, omdat je dan den tyd hebt om tot bezinning te komen en eens na te denken of het feit, waarover je kwaad bent, eigenlijk wél de moeite waard is, om daar steds maar weer ruzie over te maken en kwaad met elkaar te leven. Op deze eenvoudige waarheid berust dit hele verhaal... Er was eens een koning, Bruinbaard de Wijze. Zo had men hem genoemd, omdat hij een lange, golvende, bruinen baard had en door zyn wijze beslissingen iedereen bewonde ring afdwong. Van heinde en verre kwamen de menschen naar hem toe om bij hem recht te vragen en als ze het niet eens konden worden, was hun laatste eis altijd: Naar Koning Bruinbaard. Zo waren er eens twee prinsen van een vreemd land. Zij hadden geweldige ruzie ge kregen en leefden al jaren in onmin, omdat hun vader, de gestorven Koning, een parel van grote waarde had nagelaten voor hem, die binnen vijf jaar gebleken had de verstandigste te zijn. Nu, je begrijpt, dat zij allebei beweer den de verstandigste te zijn, om toch maar in het bezit van de schitterende parel te komen. Dat liep steeds op ruzie uit en tenslotte was het zo ondragelijk, dat de beide prinsen, ieder in hun eigen rijtuig, op weg gingen naar den beroemden Koning Bruinbaard de Wijze, om daar recht te vragen. De beslissing van den Koning zou doorslaand zijn. En Koning Bruinbaard sprak recht. „Wie uwer de verstandigste is, zal de parel krijgen," zei hij, „maar dat is heel moeilijk te bepalen; .neen het is bijna onmogelijk Daarom stel ik voor er om te vechten, waarbij ik zal bepalen, op welke voorwaarden." De beide broeders keken elkaar woedend en knarsetandend aan. Ja vechten erom, dat was goed! Daar hadden ze wel oren naar! Toen liet de Koning hen naar een groot, uitgestrekt bouwwerk brengen. De ene broer in de ene hoek van het gebouw in een kamertje achtergelaten, de an dere in de tegenovergestelde hoek, even eens in een kamertje. In deze kamertjes begon een gang. „Zo," zeide de Koning, loop elkaar nu tegemoet, net zolang totdat je aan een groot vertrek komt, midden in dit bouw werk en daar vecht je het samen uit. Wie wint, komt zo spoedig mogelijk weer naar buiten. Als je een hoornsignaal hoort, kan je op weg gaan! Toen verdween de Koning in een van de gan gen van het doolhof, want dét was het! En daar hy er heel goed den weg wist,was hij al spoedig bij de kamer, in het midden. Daar haalde hy zijn grote jachthoorn van zijn schou der en blies een fanfare.. De beide prinsen gingen nu op weg... „Vechten," dacht de een, „vechten om een parel. Eigenlyk is dat krankzinnig. Veronder stel, dat ik het verlies, want mijn broer is ongeveer even sterk, dan wint hij de parel en ben ik dood of zwaar gewond... in ieder geval neb ik pijn en narigheid ervan! En win ik het, dan zal ik allicht ook al enige blauwe plekken hebben opgelopen... en dat alles om een dood gewone, dode parel, terwijl we allebei zo rijk zijn, dat die ene parel slechts een druppel in den overvloed betekent! Daar hebben we al die tijd ruzie óm gehad... idioot eigenlijk!" En hij nam zich voor zich overwonnen te ver klaren en zyn broer de parel te laten, niet uit lafheid, maar om een eind aan de ruzie te maken, zonder elkaar eerst te hebben afge ranseld! Evenzo verging het den tweeden broer. Die liep te denken aan vroeger, toen hun vader nog leefde en zij iri vrede met elkander omgingen! Toen hadden zij een veel rustiger leven. Thans was het niets dan narigheid, haat en jalouzie, plagerijen en elkaar-hinde- ren. En hij nam zich voor zijn rechten op de parel maar te laten varen en zijn broer de hand te reiken en vrede te sluiten. Om dat alles te overdenken hadden zij ruimschoots den tyd, want het doolhof was groot en meer dan eens gingen zij een verkeer de weg in en moesten zij weer een heel eind teruglopen. Eindelijk betraden zy toevallig tegelij kertijd de middelkamer, waar de koning stond. Beiden waren zy echter zo in hun ge dachten verdiept, dat zij Bruinbaard de Wijze helemaal niet zagen. „Roland," zei de ene prins, ,we moesten..." Maar voor dat hij zijn zin kon voltooien, zeide de andere prins: „...elkaar maar de hand rei ken!" „En jij mag de parel!" riepen ze elkaar toe, en ze moesten er zelf om lachen... „Weet je wat," zei de een, „we moesten die akelige parel maar verkopen en ieder de helft van hét geld nemen, dan is alle twee dracht de wereld uit!" „Top!" zei de ander... Nu trad de Wijze Koning uit zijn hoekje te voorschijn. De prinsen zagen nem en maak ten een diepe buiging. „Mijn beste vrienden," zei de wijze koning, „jullie hebt goed gehan deld. Door vrede te sluiten ten koste van eigen voordeel, heb je getoond, ieder even ver standig te zijn, zodat het delen van de op brengst van de parel precies volgens de laat ste wenschen van je overleden vader zou zijn! Dét heb ik juist willen bereiken en de wande ling door het doolhof heeft jullie tot deze ge dachten gebracht! Leer daaruit nooit overyld kwaad op iemand te worden en steeds te be denken of die ruzie het wel waard is. Leef voortaan in vrede! En volg mij nu naar de uitgang!" De Wijze Koning geleidde beiden naar de uitgang, gaf hen nog tal van fraaie geschen ken als herinnering mede en gelukkig en tevreden verlieten de beide prinsen, nu gezwo ren kameraden, het doolhof en hun vriende lijke gastheer. Zij verkochten de parel, deelden de opbrengst en leefden vele jaren gelukkig en in zuivere harmonie met elkaar voort. En als ze niet gestorven zyn, leven ze nog!... De plattegrond van het doolhof zie je hier voor je. Probeer nu eens de weg te vinden van het ene kamertje over het middelste vertrek, naar het andere kamertje. Ik ben benieuwd of je daar lang over doet. EEN TEKENPLAATJE. Annie was jarig, vier jaar was ze, zoals je kunt zien aan het aantal kaarsjes, dat op haar verjaarstent is geplant. Maar ze heeft niet alleen die taart gekregen, die ze straks 3Sf ut '1v - 5? ,vi if met de hele familie samen gaat opeten. Als je weten wilt wat zij nog meer heeft gekregen, dan hoef je slechts de cijfertjes, die boven haar hoofdje staan, met elkaar te verbinden. Het maken van een Kerstboomversiering Vouw een mooi stuk gekleurd papier, of een stuk goud- of zilverpapier overlangs door. Nu knippen jullie vanaf de vouw tot onge veer een centimeter van de bo venkant af allemaal gelijke re pen, zoals de grote tekening heel duidelijk laat zien. Z^jn jullie daarmee klaar, dan wordt het papier voorzichtig opengemaakt en de niet doorgeknipte boven- en benedenkant wordt ieder aan elkaar geplakt, waardoor een lantaarntje ontstaat, zoals hier is afgebeeld. Een klein hengsel- tje, dat gewoon een smal reepje papier is, wordt er van boven nog aangelijmd, om .de lantaarn in de Kerstboom te kunnen ophangen. Als jullie een Kerstboom hebben met een electrische verlichting, dan is het aardig om de bolletjes hier en daar zo'n lantaarntje te maken, verlichten jullie de boom met kaars jes, dan kan dat natuurlyk niet, omdat het lantaarntje dadelijk in brand zou vliegen. Maar zo zonder lichtje, dus enkel als versie ring is het ook aardig. Gezichtsbedrog. Hier zien jullie negen cirkels in elkander getekend. Als je nu strak naar de punt kykt en je beweegt de tekening zachtjes heen en weer dan gaan de cirkels draaien. Probeer het maar eens. Als de maan eens bewoond was. En hoe ze daar dan de aarde op zouden zien komen, zooals wy hier op aarde de maan op zien komen. Dit landschap komt jullie stellig niet be kend voor. Je hebt er ook niet naar te raden, want het is op deze aarde nergens te vinden, het is geen aards landschap. Het is een reconstructie van een aarde-opgang op de maan, door een bekend astronoom gemaakt naar de gegevens, die hy met behulp van verrekijkers en maanfoto's had verkregen. Ik zei daar aarde-opgang. Ja lezertje, dat moet je je niet precies zóó voorstellen als bij de zon opgaat over de aarde. Van een aarde-opgang op de maan zouden de maan bewoners, indien zy er al waren, veel meer genieten dan wy van een maanopgang ge nieten. Ten eerste is de maan veel kleiner dan de aarde, de aarde komt dus op de maan als een veel grooter schyf aan den hemel. Ook is er op de maan geen schemering, wat in verband staat hiermee, dat de maan niet omgeven is door een dampkring, zooals dat bij onze aarde het geval is. Als dan ook de aarde opkomt over de maan, wordt al wat zij beschynt ineens hel der verlicht, maar daar waar haar licht niet door kan dringen; heerscht nog volkomen duisternis, zoodat men 't verschijnsel zou kun nen waarnemen, dat de toppen der bergen zich baden in het licht, terwijl uit de dalen de nacht nog niet geweken is. Zoo is het bij het opkomen en bij het ondergaan van de zon. Maar verder is het de geheele dag even licht in de morgen- en avonduren is het licht al even sterk als midden op de dag. Kindermond. Fritsje (die een rokende fabrieksschoor steen ziet en daarnaast een kleinere). Niet waar, mama, als die kleine schoorsteen groot is, dan mag hy ook roken?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 15