Eco
Kroniek
De strijd om de
„Betty
Bonn"
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Onze zuivel-exporf naar
Duitschland
OVERHEIDSBEMOEIING IS VAAK
VEEL NUTTIGER EN MEER DOOR-
DACHT, DAN SOMMIGEN DENKEN
Als voorbeeld het een en ander
over de pluimveehouderij.
De dagen, waarin kon worden gesproken
van een vrij handelsverkeer, liggen reeds
lang achter ons. Eerst was het de oorlog,
die voerde tot een bureaucratie als zelden
of nooit was beleefd. Toen de vrede, was
geleekend, hoopte ieder, producent, consu
ment, zoowel als tysschenpersoon, dat er
spoedig verandering zou komen. Wel waren
er groote winsten gemaakt, maar rruen had
genoeg van het web van regeeringsvoor-
schriften, waarin men verward zat. Een
oogenhjik leek het er op of de oude vrij
heid zou terugkomen, maar de tegenwoor
dige crisis brak aan. In plaats van een
voortdurende prijsstijging kregen we een
niet eindigen willende daling, werkloosheid
en weer moest de overheid ingrijpen. Weer
zitten wc aan alle kanten verward in de
regeeringsbemoeiingen, die mede noodig
zijn geweest, omdat het buitenland een groot
deel onzer producten niet meer wenschte te
betrekken. Er ontstond een overproductie,
die men weliswaar langs natuurlijken weg
kon laten genezen, ware het niet., dat dit
natuurlijk proces in den regel voert tot
een toestand van zoo groote uitputting, dat
er ten slotte heel wat meer reden is om te
spreken van afbraak, dan bij eenige aan
passingspolitiek het geval is.
In tijden van achteruitgang zal men altijd
zien, dai ieder zijn uiterste best doet zijn
hoofd zoo lang mogelijk boven water 1e
houden. Houdt de malaise aan, dan vallen
er hoe langer hoe meer slachtoffers. Dege
nen, die zich voorloopig staande weten te
houden, moeten al hun krachten inspan
nen. Er vallen er meer en meer. En bij een
zoo langdurige crisis als we de laatste ja
ren hebben gekend .vinden alleen de allcr-
storksten, degenen die werken onder de gun
stigste omstandigheden, nog een behoorlijk
bestaan. Velen hebben het loodje moeten
leggen en alle overblijvenden zijn verzwakt,
soms in hooge mate.
Het is feitelijk een vanzelfsprekend feit,
dat het tot de taak van de overheid behoort,
te trachten de nadeelige gevolgen van de
dalende conjunctuur zooveel mogelijk af te
wenden. En wanneer industrieën, die den
naam van nationale industrieën verdienen,
gevaar loopen te zullen ondergaan, dan zou
het een slechte overheid zijn, die dit over
zich liet komen, zonder te trachten het te
voorkomen. Ze grijpt in .Maar onherroepe
lijk zijn daaraan verbonden: voorschriften.
Er ontstaat een ambtenarij, de oude vrij
heid verdwijnt, doch, zoo het inderdaad juist
is, dat mèt de vrijheid alles naar de kelder
zou gaan, dan mag het verlies daarvan niet
te zeer worden betreurd.
Het komt er-bij die bemoeiingen in den
regel op neer, een behoorlijk verband te leg
gen tusschen productie en prijs. De voor
namelijk ten gevolge van allerlei exportbe
lemmeringen meestal veel te groot gewor
den voortbrenging móet worden beperkt,
ten einde te voorkomen, dat de prijs daalt
op oen niveau, waarbij een loonende ex
ploitatie practisch- nergens meer mogelijk
is.
Over het algemeen ontbreekt, het vaak niet
aan op- en aanmerkingen en menigeen, die
de desbetreffende artikelen geregeld leest,
moet, de gedachte krijgen, dat men er bij
de instanties, waaraan de leiding is opge
dragen, toch feitelijk allerwonderlijkst op in
hakt. Een beetje vreemd is dat. natuurlijk
wel, wanneer men bedenkt, dat veelal dege-'
non, die hek-end staan als de bekwaamste
deskundigen in den lande in de verschillen
de commissiën zitting hebben. Zijn die men
schen dan zoo weinig deskundig én hebben
ze zoo weinig kijk op zaken, dat ze er
oogcnschijnlijk zoo ontzettend ver naast
grijpen?
Leert men (Ie gang van zaken bij eenig
bedrijf echter Avat beter kennen, dan valt
het vaak nog al mee. Men doet de ontdek-
king, dat er in de geheelo opzet soms veel
systeem zit, dat de leiders zeer goed weten,
wat ze doen en men komt tot de conclusie
dat de critiek dikwijls groot kabaal maakt
van dingen, die zc eigenlijk moest toejuichen.
Ten einde dit in het licht te stellen willen
we het heden even hebben over de toestan
den in de pluimveehouderij, een tak van
bedrijf, waarbij de overheidsbemoeiingen af
en toe aan zeer scherpe critiek hebben bloot
gestaan, maar waar ze er in werkelijkheid
toch redelijk goed bij door kunnen.
Het begin der moeilijkheden bij de eieren
was als dat bij zooveel andere artikelen. De
export naar Duitschland werd geregeld klei
ner, voor hüt overschot moesten andere ka
nalen worden gezocht en daarvoor kwam
voornamelijk in aanmerking Engeland.
De prijzen in Duitschland hieven welis
waar goed, maar hier, zoowel als in Enge
land daalden ze geleidelijk, met hot gevolg,
dat het bedrijf der pluimveehouderij meer
en meer onrendabel werd.
,De regeling werd opgedragen aan de
Eieren- en Pluimveecentrale, die in de eerste
plaats ordenend optrad bij den export. De
overprijzen naar Duitschland werden ge
bruikt om de export naar. Engeland loonend
te maken.
Daarnaast echter ontwierp ze een teelt-
regeling, waarbij ze zich plaatste op het lo
gische standpunt., dat. weliswaar de eieren-
productie moest worden beperkt door het
aantal hoenders te verminderen, maar dat
daarnaast moest worden getracht de pro
ductie zoo goedkoop mogelijk te maken door
de productie per kip zoo hoog mogelijk op te
voeren.
In theorie is daartegen niet zoo heel veel
in te brengen. En in de praktijk gebracht
schijnt, het te moeten voeren zoo verwe
zenlijking van de gedachte inderdaad moge
lijk is tot een Nederlandsche pluimvee-
stapel'van een hoog gehalte, die productie
ver en dus betrekkelijk goedkooper is dan
die van andere landen.
Het beteekent echter regeeringsbemoeiing,
dus een zekere mate van onvrijheid, en uit
dien hoofde heeft de teeltregeling, die zoowel
de fokkers als de broeders, henevens de z.g.
vermcerdcringsbed rij ven verschillende ver
plichtingen oplegde, heel wat tegenkanting
ondervonden.
Hetzelfde verschijnsel deed zich voor als
zoo dikwijls in het. veehoudersbedrijf is ge
constateerd: de ondernemers geven er de
voorkeur aan in vrijheid te werken met vee,
dat. soms van slechte kwaliteit is en totaal
onproductief. Ze weten dat" zelf niet. Het
kan gebeuren, dat zc een koe aanzien voor
hun beste stuk vee, omdat ze een groote plas
melk geeft. Dat het vetgehalte van die melk
soms schrikbarend laag is, zoodat ze 't dier
heter direct kondon afschaffen, is hun on
bekend.
Dat hij kippen controle op de productie
moeilijk is, spreekt van- zelf. De dieren be
lmoren daarvoor geheel afzonderlijk te wor
den gehouden. Tóch heeft de pluimveeccn-
trale controle op de productie doorgezet en
'zijn we in Nederland thans zoover heen,
dat kuikens Van ongecontroleerde hoenders
niet meer verhandeld mogen worden.
Natuurlijk wordt door sommige fokkers
nog wel eens gezondigd en ook moeten de
prijzen van de kuikens hooger zijn dan
zonder controle het geval zou zijn. maar er
zijn toch uitstekende resultaten bereikt.
Deze controle bestaat daaruit, dat geen
eieren mogen worden uitgebroed van hen
nen, wier productie kleiner -is geweest, dan
een bepaald minimum, terwijl ook de lia
nen van „goede familie" behooren te zijn.
Niettegenstaande de tegenkanting, die dik
wijls is ondervonden, hebben de menschen,
aan wie deze aangelegenheid in handen was
gegeven, kalm voortgewerkt Daarbij werd
door hen een nieuwe merkwaardigheid vast
gesteld: de kuikens, die in het voorjaar het
eerst worden geboren, kenmerken zich ge
durende den legtijd door een veel hoogere
productie dan de later geborenen.
Op het oogenblik wordt de broedtijd ge
sloten op 9 Mei.
Het lijkt mogelijk, dat met d'c nieuwe ge
F eullleton
door Friedrich
Lindem a n
30.
Booze gedachten..#
Dat was de slotzin van Spurling's vertel
ling in de koude ruimte van de Internationale
Bar op de Wallroad te Gibraltar.
Gelooft gij, dat booze gedachten een
mensch dooden kunnen
Deze vraag werd na een oogenblik zwij
gen gesteld. Maar ik kon geen antwoord ge
ven, omdat ik den zin van de vraag niet be
greep.
Zoo zaten we lang aan onze marmeren
tafel in dit belachelijke spelonk en zwegen.
Het was stil, nu pas zag ik, dat de lampen al
brandden.
Een zwoel, gedempt licht kwam uit de pa
pieren lantaarn. De waard leunde tusschen de
onechte bloemen achter zjjn toonbank en sliep.
Misschien ook Spurling, afgemat door zijn
verhaal. Ik wist het niet. Hij verroerde zich
al lang niet meer. Maar ik kon mij voorstel
len, waarover hij nadacht en waarvan hij
droomde. Slechts dit was mij op dit moment
volkomen duidelijk: de vraag misdaad of niet?
daar ging het niet om.
Ik geloofde zelfs zeker te weten, dat hier
zelfs niet eens een misdaad begaan was, en
in ieder geval dat Spurling het zeker niet
gedaan had. Hij was wel is waar in het zeld
zaam ingewikkeld net van verwarring ge
raakt en wist niet meer hoe er uit te komen.
Gelijkertijd wist, dat niettegenstaande dit
feit, misschien juist hierdoor, alle vragen nog
onbeantwoord zouden blijven. Dat wist ik.
Maar zeker geloofde ik aan Spurling's on
schuld, nu ik zijn verhaal gehoord had en hem
zoo voor mij zag zitten: een eenzaam mensch
met een boos gezicht.
Daarom geloofde ik ook, wat ik nog als
laatste mededeeling van hem te hooren kreeg,
hoewel het mij wederom in een moeilijke ket
ting van verwarde gedachten stortte. Als slot
van een lange overpeinzing, klonk plotseling
en onverwacht nog zijn stem, zwaar als on
der een grooten last:
Gelooft ge me, meneer: ik heb het ge
wild, maar ik heb het niet gedaan.
Hij stond op, nam zijn muts, maakte zoo
waar iets van een buiging trok zijn hoofd
nog dieper tusschen zijn schouders en ging
weg.
Ik kon niet meer vragen, niets meer'zeg
gen, zoo onverwacht kwam het. Ik heb het
gewild Wat nu weer Betty Bonn Wat had
dat met de Betty Bonn te maken? Maar ik
heb het niet gedaan? Waarom niet? en wat
had hij niet gedaan, dat hij doen wilde?
De waard stond buigend naast mij.
Neen hy heeft het niet gedaan. Hij is een
arm mensch met een slecht gezicht,
Hoeveel? Hoeveel is het? Alles? Ja, alles.
De Spanjaard rekende. Vier flesschen Ver-
mouth. Twee gebroken glazen. Ik betaalde.
Spurling had zyn glas niet aangeraakt. Ook
was hij weggegaan zonder aan de rekening te
denken. Hij behoorde bijna niet meer op deze
wereld.
Ik ging. Maar nauwelijks had ik een paar
schreden buiten de deur gedaan, of een luide
stem riep mij.
Hallo, gentleman!
Het was Crane, die metzwaaiende armen
op mij toekwam. Hij wees op de deur met den
kralen voorhang, waaruit ik juist naar buiten
gekomen was.
Is de oude er nog?
Ilc schudde van neen.
gevens eens in zooverre rekening zal worden
gehouden, dat de datum, van 9 Mei wordt
vervroegcL
We willen hiermee afstappen van de
pluimveehouderij. Het was ook niet in de
eerste plaats onze bedoeling daarover te
schrijven. We wilden slechts aantoonen, dat
de onvrijheid, waardoor deze dagen zich
kenmerken niet alléén verwerpelijk is, dat
er ook goede dingen uit voortspruiten.
Het zou dwaas zijn te willen voorspellen,
dat het met de vrijheid ten eenen male is
afgeloopen. Er zullen tijden komen, waarop
de werkloosheidsbemoeiingen kunnen wor
den verminderd. Dat we daar dicht aan
toe zijn, lijkt, gezien de internationale om
standigheden. voorloopig nog onwaarschijn
lijk. Maar wanneer het zoover heen is, zou
het kunnen wezen, dat sommige toestanden,
die thans zijn gegroeid en die alleen konden
groeien, omdat de regecring toch moest in
grijpen, straks vrijwillig worden gehand
haafd. Wijl men er'zich aanheeft gewend
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 22 December.
Uitspraken 15 December.
D. de H., wijnhandelaar. Hoorn, toebren
gen ernstig lich. letsel dóór schuld. Eisch
f200 boete'of 60 dagen hechtenis. Uitspraak
f 100 boete subs. 25 dagen! hechtenis.
Albertus Wijnberg, Alkmaar, zonder be
roep, zedendelict art. 248 bis strafrecht,
eisch 10 maanden gev., vonnis vrijspraak.
De rechtbank overwoog, dat het getuigen
verhoor geen voldoende bewijs voor de
schuld van verdachte heeft opgeleverd, om
een vcroordeelcnd vonnis uit te spreken.
II e il o o
ERNSTIGE WAARSCHUWING AAN
VOORW. VEROORDEELDEN.
Als een voorbeeld om aan te toonen, hoe
gevaarlijk het is voor rcclassantcn om de
ernst van een voorw. straf met proefjaren
oh opgelegde bijz. voorwaarden te onder
schatten, diene dat de 46-jarige arbeider
Kondr. Joh. Sch. te I-Ieiloo, thans te Oude
Niedorp, die op 31 Sept. 1935 voorw. werd
veroordeeld tot 1 dag gev. en ter beschik
king-stelling der regeering ter zake open
bare schennis der eerbaarheid te Koedijk
gepleegd, thans werd medegedeeld, dat we
gens het niet nakomen der voorwaarden,
do voorw. straf op hem zal worden ten uit
voer gelegd.
Den ITelder.
TWEE SNUITERS DIE HET NIET EENS
KONDEN WORDEN VOOR WELK KEEL
GAT HET VERBORGEN SPIJSWETVET
BESTEMD WAS.
In de slagerij vap den jeugdigen slagers
patroon Arie M. te .Dcn Helder, verscheen
op 17 Juni de aldatfr gestatiohneerdë crisis-'
spijsvctwet-controleur Marsman, snuffelde
met zijn getrainde hondenneus de .slagerij
rond en ontdekte weldra in een kast een
hoeveelheid crisisspijsvet, dat niet behoor
lijk de kenmerken -vertoonde, door de wet
vereischt. Hij najn dit buiten de wet ge
stelde spijsvet in beslag, fabriceerde een
keurig proces-verbaal, met gevolg dat -Ie
slager tot f 20 boete of 10 dagen werd ver
oordeeld. Van dit vonnis werd geappelleerd
en heden maakte cle slager de rechtbank
deelgenoot van zijn bezwaren, bewerende dat
bedoelde spijsvet niet diende tot gebruik
voor eventueele afnemers, doch voor zijn
eigen huishoudelijk brandmiddel. Een toe
lichting, die echter blijkbaar de officier
steenkoud liet, aangezien bevestiging van
het vonnis werd gevorderd.
Bergen.
EEN WAARDELOOS EXEMPLAAR VAN
HET „GENUS HOMO".
In don persoon van den 32-jarigen kellner
Willem B., destijds in betrekking in een
hotel te Bergen, hadden we het dubieuze
Maar Crane wasemde een wolk whisky uit
en was in een vroolijke bui en had spreek-
water ingenomen.
Die moet vreëselijk te keer gegaan heb
ben. Billy is woest als een mannetjeswalrus.
Ik begreep hem niet.
Wie bedoelt ge?
Bi'11 Thompson. Wie anders?
Waart gij dan bij Tompson?
Kom ik juist vandaan. Had mij laten
roepen omdat hij met de ouwe niet opschoot.
Ja, vertel mij eens, wat wil die Thomp
son eigenlijk van Spurling of van U? Die
komt toch niet heelemaal van New-York hier
naar toe alleen om zijn geld zoo gauw moge
lijk los te krijgen.
Crane keek mij met zijn waterige oogen
wantrouwend aan.
Gij moet menschen uithooren, niet?
Ik ontkende.
Daar denk ik niet aan. Alleen begrijp ik
er met den besten wil van de wereld niets
van; Thompson houdt Spurling en U en de
bemanning van de „Frisco" voor schuldig of
minstens voor medeschuldig aan de verdwij
ning van de bemanning der „Betty Bonn" en
toch wendt hij zich tot U om tot een verge
lijk te komen.
Crane lachte luidkeels. Maar hij antwoord
de niet op mijn vraag. Daarom ging ik ver
der.
Ziet ge dat is punt één. En nu het an
dere. Als Thompson U werkelijk van zooiets
verdenkt, waarom geeft hij U dan nog lading
mee aan boord?
Crane werd plotseling ernstig. Hij keek mij
van terzijde aan, als probeerde hij te door
gronden, hoeveel ik van alles wist of ver
moedde.
Toen vroeg hij snel, met zijn duim over zijn
schouder naar de Internationale Bar wijzend:
Heeft hij u wat verteld?
Ik toonde duidelijk mijn verwondering want
ik had het duidelijke gevoel: Crane wil spre
ken.
Hoedat? Kapitein Spurling! Ja, Maar is
en naar de voordeelen, die men eerst niet
wenschte te zien, dan niet meer wil missen.
De critiek tegen overheids bemoeiing in
het algemeen komt voor een goed deel uft
de koker van hen, die zich stellen op het
liberalistisch standpunt van: vrijheid al
leen is het ware. Dat mag juist zijn, zoodra
de mensch zichzelf de noodzakelijke bespre
kingen weet op te leggen, zoolang hot nog
niet tot zoover is gekomen en dat is bij
zeer velen niet het geval kunnen ook
aan onvrijheid zekere voordeelen verbon
den zijn.
Daarmee behoeft de critiek op regoerlngs-
inmenging niet te zwijgen. Als tegenwicht
is die zeker op zijn plaats. Maar ze dient
redelijk 1e zijn. En waar tegenwoordig de
ontevredenheid over datgene, wat de over
heid meent te moeten doen soms stellig
met recht! groot is, dacht het ons goed
er eens op te wijzen, dat men er bij de re
geering niet zoo ondoordacht en stelselloos
op in hakt, als enkelen het wel eens willen
laten voorkomen.
genoegen kennis te maken met een geweten
loos 'individu, wiens ecnigste levensdoel
scheen te zijn, de mooie meneer te spelen,
ten koste van andersmans geld.
Zoo had hij onder meer diverse flesschen-
trekkerijen gepleegd en waren er verschil
lende flinke firma's leelijk ingeloopen voor
bier en ander dorstlcsschings-materia'al,
ameublement, lampen, 'n nette smoking van
f30, die de fa. Spaander cle hooge eer had
te leveren. De firma Trijbetz tippelde er in
voor een compleet meubilair Bovendien had
dit hartelooze sujet, hoewel wettig getrouwd,
zich verloofd met een 41-jarige juffrouw Ida
Br. uit den Helder, welke jongedame hij een
■gouden ring en andere sieraden ontfutselde.
Tenslotte liep de maat over en werd hij
achter slot en grendel onschadelijk gemaakt,
en. nu de officier hem eenmaal te grazen
had, wilde hij dezen schavuit, die reeds 7
veroordeelingen ter zake oplichting, verdui
stering, diefstal en beleediging had onder
gaan, zoolang mogelijk vasthouden ook,
reden waarom 1 jaar en zes mnd. gev. werd
gevorderd.
Verdediger, mr. Thomas uit Hoorn achtte
het geen zuivere flesschentrekkerij en pleitte
'n beetje clementie, die hem persoonlijk wel
•onverschillig zal hebben gelaten Voor zoo'n
knul moest hij tijd en reisgeld offeren!
Zuidscharw oude.
TWEE KERMISBEZOEKERS, DIE VAN 'N
SLECHTE KERMIS THUIS KWAMEN.
Of liever, de opperman S. V. te Oudorp
die in den nacht; van 19 op 20 Juli cle ker
mis te Koedijk had bezocht en per rijwiel
huiswaarts keerde, kwam feitelijk heelemaal
niet, meer thuis, want hij werd op den I-Iee^
remveg aangereden door een motorrijder, de
landbouwer Petrus H. uit Z.-Scharwoude en
moest met een zwaar gebroken been en een
schouderkwetsuur naar het St. Elisabeth's
ziekenhuis te Alkmaar worden getranspor
teerd, welke inrichting hij 3 maanden later,
nog lang niet genezen kon verlaten.
De onvoorzichtige motorbestuurder kwam'
er echter ook niet zonder kleerscheuren af,
hij bekwam ook nog eenige verwondingen en
moest bovendien thans nog wegens het toe
brengen van ernstig lichamelijk letsel aan
den nog treurig voortscharrelepden opper
man Venniker, terechtstaan.
Na door een deskundig rijksveldwachter
ingesteld onderzoek was namelijk geble
ken dat Piet met onvoldoend parkeerlicht
had gereden, omdat zijn groot licht defect
was en toen liet cle officier hem beslist niet
meer los. Piet stónd heden terecht en scheen
heel ontactisch cle malle theorie te belijdendat
menschen, die op zijn rijbaan zich bevon
den, maar op zij moesten gaan, 'n opvatting
van Jan Kalebas, die cle officier aandachtig
beluisterde om later in zijn ver van
malsch requisitoir, waarin hij 2 maanden
hechtenis en 1 jaar ontzegging rijbevoegd
heid vorderde weertcgen Piet uit te spelen
Verdediger mr. Kamminga pleitte in een
uitvoerig betoog een minder zw. straf liefst
een vooiw. veroordecling en refereede zich
voorts aan het oordeèl van het College, ter
wijl mr. Leesberg, vermoedelijk ten behoeve
in de civiele actie, ijverige notiteis maakte.
deze lading dan zoo'n groot geheim.
Hij lachte weer hard en onbezorgd.
Geheim? Voor mij in ieder geval niet.
Maar.
Hij dempte zijn stem en zag mij geheimzin
nig aan.
Meneer William Thompson wil het graag
geheimzinnig maken.
Eerst begreep ik het niet goed. De geschie
denis werd hoe langer hoe ingewikkelder.
Ik geloof dat ik met open mond stond van
verbazing. Crane deed een stap achteruit en
genoot van de uitwerking zijner woorden. Hij
was nu eenmaal een uitstekend tooneelspeler.
Hij had een bijna kinderlijk genoegen in
dergelijke geheimzinnigheden. Maar nog groo-
ter plezier had er in zijn wetenschap zoo in
drukwekkend mogelijk aan den man te bren
gen.
Zoo droppelde hij mij dan ook, opnieuw
fluisterend, het tweede gedeelte in:
Deze meneer Thompson heeft zelf geen
zuiver geweten.
Nu kon ik me eenvoudig niet meer inhou
den. Ik nam den stuurman onder mijn arm
en trok hem met mij mee.
Kom Crane, een Whisky of twee, dat
moet ge me vertellen.
En maar al te graag liet hy zich meenemen.
Dus zat ik opnieuw in dit lokaal met de
nagemaakte bloemen en de papieren lan
taarns, zaten we aan dezelfde tafel, die ik zoo
even verlaten had.
Met dit verschil, da een geheel ander mensch
in den stoel op zijn gemak tegenover my zat,
met een frisch rood jongensgezicht en met
breede tooneelspelersgebaren begon te spre
ken:
Hij is namelijk bang voor mij.
Wie? Thompson?
Vanzelf.
Maar ge hebt toch met Glover de lading
gedeeld, en daarvan moet Thompson toch af
weten'.
In ieder geval weet ik dat van Spurling.
Natuurlijk. Maar heeft Spurling dan
Zuidscharwoude:
KEES HAD ZICH MAAR AAN ZIJN TROF
FEL EN KALKBAK MOETEN HOUDEN
In de middagzitting compareerde de 41-
jarige metselaar Cornelis M. te Zuid-Schar-
woude achter het gezakte tooneelscheim
voor het edelachtbare Straf College, ten
einde rekenschap te geven van cle minder-
oorbare handelingen, die hij zich met meis
jes beneden de 16-jarigen leeftijd had geper-,
mitteerd.
Deze zedezaak, rakende artikel 247 Straf
recht, werd echter niet beëindigd, doch zal
op 12 Jan. 1937 worden voortgezet, op dien
datum tevens uitspraak.
Onze Oosterburen hebben onze
zuivelproducten nog steeds noo
dig Meer armslag t.a.vhet
Duitsche afzetgebied wensche-
lijk.
In het Off. orgaan van cle Alg. Ned. Zui-
velb. vinden wij een beschouwing over onze
zuivelexport naai- Duitschland, waaraan wij
het volgende ontleencn:
Sinds jaar en dag zien wij met bezorgd
heid uit naar een kentering ten goede in
onzen zuivelexport naar Duitschland. Drin
gend behoefte is er aan meer armslag t.a.v.
het Duitsche afzetgebied cn het blijkt in den
laatsten tijd steeds duidelijker, dat niette
genstaande allerlei bezwaren en moeilijkhe
den, Duitschland voor onzen zuivelexport
ook voor.de toekomst van de grootste, zoo
niet van beslissende bctcekenis moet worden
beschouwd.
Het is. te voorzien, dat zonder een
spoedige terugkeer naar een meer
normalen omvang van onzen afzet
naar Duitschland, het zuivelbedrijf
hier te lande een verdere ontwrich
ting tegemoet gaat.
In dit verband zijn cle toestanden ten on
zent toch zeker niet gunstiger dan in De
nemarken, waar men er nu al ruim twee
jaren op uit is zijn zuivelbelangen in
Duitschland, het koste wat wil, uit te brei
den, vooral met het doel om maar te voor
komen, dat zijn positie op cle Engolsche
markt overbelast zou worden. En met deze
politiek boekt Denemarken zoowel uit een
oogpunt van prijzen als met het oog op de
Britsche handelspolitiek zeer bevredigende
resultaten. Wij daarentegen moeten nu al
twee jaren, noodgedwongen vanwege het
geringe en slinkende betalingscontingent pre
cies het tegenovergestelde doen en ver
zwakken daardoor en onze markt in Enge
land, èn geven onze grootste concurrenten
in Duitschland de gelegenheid om onze po
sitie op een voor de hand liggende markt,
waar men onze producten altijd uitstekend
gewaardeerd heeft, te ondermijnen.
-De zienswijze, dat Duitschland voor
zijn zuivelproducten het buitenland
steeds minder noodig heeft, gaat
thans ïïïet meer op. Eénigë jaren was v.
er ï-eden om dat te vreezen, en ook
nog in 1933 stond bij het afsluiten
van verdragen met het buitenland
van Duitsclien kant het streven
naar zelfgenoegzaamheid voorop.
Sindsdien staat autarkie bij de
Duitsche invoefpolitiek, voor wat
onze producten betreft, niet meer
voorop. Wel het gebrek aan devie
zen, hetgeen echter niet heeft kun
nen beletten dat m.i. de Duitsche
boterinvoer sinds 1933 gestadig en
niet onbelangrijk is toegenomen, on
danks de sindsdien in het algemeen
gestegen prijzen.
Andere landen heben daarvan geprofiteerd1,
terwijl, men met onze zuivelproducten nog
niet eens op het minimum, hetwelk in 1933/;
34 van den export was overgebleven, is blij-i
ven staan, doch daarop nog belangrijk is
gekort. Met het gevolg dat in Duitschland
onze zuivelproducten meer en meer achter
aan raken en door landen met een althans
voor den zuivel actiever clearingpolitielc
zoowel voor de boter als voor dc kaas,
steeds meer ter zijde worden gedrukt.
ookverteld, waarom Glover zijn lading mefc
ons gedeeld heeft?
Ten eerste omdat hij nog iets tegenover
het leenen van de drié mannen zetten moest;
en ten tweede, en dat wel in hoofdzaak, omdat
hij wilde trouwen.
Zoo Heeft Spurling u dat vei'teld Dan
zal ik u eens vertellen, waarom Thompson er
zoo op gebrand was z'n halve lading aan ons
te geven.
Nü maakte hij een kleine pauze. Hij boog
zich naar mij toe:
Omdat hij anders verdronken Was als een
hond.
Opnieuw leunde hij behagelijk achterover én
glimlachte me toe. Ik kon alleen maar met
m'n hoofd schudden. Maar hij ging al verder:
Ge moet namelijk weten: de „Malbo-
rough" of de „Betty Bonn', hoe de pot dan
ook heet, is net zoo oud en net zoo'n verrotte
kist als onze „Frisco".
loopen en gezonken als een lekke waschtobbe,
Begrijpt ge het nu?
Het begon mij te schemeren.
Het schip was verzekerd?
Crane was zichtbaar voldaan over de
schranderheid van zijn leerling.
Nu, ziet ge wel! Nu heb ge het! Dat
moest een prachtig verzekeringszwendeltje
worden van meneer Thpmpson.
Maar Glover? Wist die er van?
Natuurlijk wist die ei-van; en had ook
aan meegedaan'. Per slot ging het toch ook
om zijn eigen geld. Maar opeens kwam het
meisje er tusschen. Nu. Dat weet ge toch ook.
Oude boomen branden het felst. Hij kon niet
gouw genoeg trouwen, niet gauw genoeg op
zijn huwelijksreis gaan, en daarom moest die
goede „Betty Bonn" nog een beetje blijven
leven en daarom gaf hij ons .de halve lading.
Met toestemming van Thompson?
Ja, daar zit 'm de kneep. Hij heeft niet
toegestemd, maar hij heeft ook niet neen
gezegd.
Glover en ik hebben de zaak met hem bei
sproken. Glover is naar Thompson toegegaan: