jacht op verzonken zeeschatten
TOPil
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
De strijd om de
„B etty
Bonn"
Zitting van Dinsdag 12 Januari.
Heer Hugowaard.
EEN CHAUFFEUR DIE PER SE AAN DE
LAATSTE GALG WILDE HANGEN.
De vrachtautotbus-chauffeur Fr. O. uit
Alkmaar, had op 25 Juli op den Berkmeer-
dijk den 15-jarigen Piet Sinnege, die met
zijn vader per fiets naar een brand te Berk
meer ging kijken, bij het passeeren aan
gereden, omdat zoo men zeide, hij niet vol
doende naar links was uitgeweken. De jon
gen bezeerde zich zoodanig aan zijn rechter
arm, dat hij zich onder medische behande
ling moest stellen en Vader Jan verplicht
was voor zijn zoon een plaatsvervangenden
knecht aan te nemen.
De heer O. stond voor den Kanton
rechter terecht en werd door dezen Magis
traat, hoewel de plaatsv. ambtenaar rar. C.
A. de Groot vrijspraak had gevorderd, ver
oordeeld tot 8.— boete of 4 dagen en be
taling aan Vader Sinnege van 18.75
wegens arbeidsschade.
Van dit vonnis kwam de chauffeur in het
heden weer uitgekiende appèl. De heele film
werd nog eens onder presidium van mr. Ub-
bens afgewikkeld, waarbij zoo weinig
nieuws, volgens den officier, naar voren
kwam, dat bevestiging van het Kantonrech
terlij k vonnis werd gerequireerd.
A.s. week uitspraak.
Den Helder.
OOK WEER AAN DE GALG GESMEERDE
BOERENBOTER.
Een zekere heer J. Kr. was niet versche
nen en toonde daarmede niet veel interesse
in de zaak te hebben. Later bleek echter,
dat hij ziek was. Verd. had te Den Helder
in de drukke Spoorstraat zeer roekeloos en
onvoorzichtig, zooals 's Officiers dagvaar
ding terminologie luidt, met zijn bakfiets
naar links gemanoeuvreerd en toen den
wielrijder Wieringa, die aldaar met zijn
stiefdochtertje peddelde, met het voornemen
Simon de Wit met zijn gunst te vereeren,
aangereden. Voor dit feit veroordeeld door
den Helderschen Kantonrechter, kwam de
bakfietsrijder in appèl met het magere
resultaat, dat bevestiging werd gerequireerd
We hopen nu maar, dat Jaspar na zijn her
stel het eerst op zijn achterste pootjes zal
gaan staan en in verzet zal komen.
Anna Paulowna.
CRISISSIERTEELT-BOLLEN-SANEERINGS
ELLENDE.
De heer Simon de G. te Beverwijk, die
aan het hoofd staat van een omvangrijke
bollerükweekerij te Heemstede, is absoluut
geen anti-bollenisaneerder, maar kreeg tot
loon van zijn goéde gedrag een conflict met
de gewichtige Sierteeltcentrale, hetgeen
hem'niet alleen een schop geld kostte, maar
ook ontzettend veel onaangenaamheden be
rokkende, terwijl een halve kraam met bol
len, uitgepl'ant te Anna Paulowna, geweid-
dadiglijk werden opgerooid. Ten slotte
[bracht de affaire hem niog op de zondaars-
bank ook!
En al die ellende werd op zijn waardig
eakenhoofd uitgestort, omdat hij door de
crisismisère in het bedrijf en nog vele an
dere tegenspoeden, niet in staat was ge
weest, de hooge bijdragen aan de Sierteelt-
centrale te voldoen, die wettelijk door dit
semi-officieele lichaam werden gevorderd.
Aangezien deze Siercentrale de liefelijke
gewoonte heeft, om teeltvergunningen eerst
uit te reiken, als de tulpen al in bloei staan,
had hij zijn omvangrijke bollenkraam te
Anna Paulowna zooals noodig is,
want de natuur stoort zich
niet aan ministerieele besluiten en Sierteelt-
manieren, zijn bollen reeds in November
uitgeplant, om uitstel van betaling verzocht
en zelfs door een accountantsonderzoek
doen aantoonen, dat het hem niet mogelijk
was om het verschuldigde in Mei te vol
doen, mede omdat ook de voorschotbank
weigerachtig bleef, hem te helpen. Toen
echter ten slotte de banlk over de brug
kwam en de bijdrage, laat ons liever zeg
gen, de belasting, voldeed, was het te laat,
de heer de G. was al veroordeeld zijn bol
lenkraam gedeeltelijk op wettelijk gezag
opgerooid en de bollen in beslag genomen.
En ter zelfder tijd werd de verschuldigde
contributie aan de Siercentrale voldaan!
Voorts was de heer de G. door het Kan
tongerecht veroordeeld tot f50 boete of 25
dagen hechtenis met last tot verbeurdver
klaring der ingeslag genomen bollen ter
waarde van f 600!
Een afdoende saneering, waarvan d« heel
de G. veel plezier en voordeel beleefde!
De bollenkweeker kwam alsnu in appèl
ten einde nog te redden wat te redden over
bleef, welk hooger beroep heden door de
meerv. strafkamer werd behandeld. Ap-
«pèllant werd bijgestaan door mr. Prinsen.
Geerlinigs, advocaat te Haarlem als raads
man en verdediger.
Na ampele behandeling vand eze funeste
hollenzaak, moest echter de Officier tot de
conclusie komen, de appellant toch wel
schuldig was en dus bevestiging van het
gewezen vonnis moest worden gevraagd.
In een uitvoerig en keurig gearrangeerd
pleidooi trachtte pleiter aan te toonen, dat
hier de schuldvraag niet bevestigend moest
worden beantwoord, omdat zijn cliënt al 't
mogelijke had aangewend om het onheil af
te wenden. Pleiter concludeerde alsnu vrij
spraak, subsidair geen toepassing van
straf en teruggave der in beslag genorrfen
bollen.
B e v e r w ij k.
ZES APACHEN UIT BEVERWIJK EN OM
STREKEN OP HET OORLOGSPAD IN DE
ZIJPE EN ENVIRONS!
Een „notabele" uit Beverwijk, de 25-,iarige
oppenman Herman Henmanus M., had om
trent 29 Juli zijn verjaardag onder groote
belangsteling gevierd en wilde uit dank-
'n heerlik stak
toiletzeep.
Dat buitenkansje mag U niet
ontgaan. 1.2.3. voor de wasch
en deze fijne toiletzeep voor U.
1.2.3. is toch al zoo zeldzaam
goedkoop - slechts 18 cent
per groot pak. En nu deze Savon
Mille Fleurs, een pracht stuk
toiletzeep van 121/2 cent, gratis
bij 2 pak.
Zijn er nog huisvrouwen, die
geen 1.2.3. gebruiken? Probeert
het dan nu en ziet zelf hoeveel
mooier Uw waschgoed wordt,
hoeveel gemakkelijker Uw werk.
Hoeveel mooier vooral ook het
fijne göed. Dan zegt U voortaar
ook, evenals duizenden vóór U
Eerlijk is eerlek,
1. 2. 3. is 't best
HANDELSONDERNEMING ARSOL, APELDOORN
(baarheid zijn kameraden een soort rij-Jool
aanbieden. Een oude Ford werd gecharterd
en het doorluchtige gezelschap, bestaande
uit den jubilaris en een vijftal vrienden,
besloot een tochtje te agan maken, door
Westfriesland en de Zijpe, na zich eerst te
hebben gesterkt door de noodige biertjes in
Beverwijk, bij welke gelegenhei de jarige
opperman 7 potjes bier door zijn keelgat
liefcg lijden. Daarna werd de tocht aanvaard
naar Zijpersluis en gepleisterd in het café
van den heer Klaas Kooijmian. Allereerst
annonceerde men dat M. jarig was en fe
liciteerde de kasteleinsche hem hartelijk
met dit heugelijk feest, natuurlijk in "de
veronderstelling, dat het haar geen wind
eieren zou leggen. Nu, er werd dan ook
geducht verteerd en meer besteld dan zelfs
deze 6 paard'enmagen konden consumeeren.
Biertjes, bittertjes, schilletjes voerden de
sleniiming ten top en de kracht tot feest
vieren werd gesterkt door gekookte eieren,
en andere lekkernijen, broodje kqas, enz.
Ter variatie ging men eens gezellig bil
jarten, waarbij meneer M. in een verstrooi
de bui den rooden bal in zijn zak stak. Ver
volgens voerde M., terwijl de andere feest-
genooten bereids in de geduldig wachtende
Ford hadden plaats genomen, een kunstige
step in het café uit en eclipseerde al dan
sende over de drempel van het café, om
daarop vlug in de auto te wippen, waarop
vol gas werd gegeven en het nobele gezel
schap verdween, nagestaard door liet echt
paar Kooijman. met de treurige weten
schap, dat zij de slachtoffers waren gewor
den van een bende oplichters, die de bec-
nen namen, zonder een cent van de voor
fl2.SS gemaakte vertering te voldoen. Om
van de gestolen biljartbal dan nog te zwij
gen.
Het flesschentrekkersclubje was onder-
tusschen naar Harenkarspel gereden waar
het zelfde vuile spel werd gespeeld in het
café van den heer Boersen, die de dupe
werd voor f3.85. Daarop ging de rit, het
wasi nmiddels reeds laat geworden, naar
Schoorldam, hier werd de café- en garage
houder Piet Mantel opgeklopt en gerequi
reerd om voor aanvulling van de vrijwel
verbruikte benzine te zorgen. Hij genoot de
eer voor f2.40 benzine te mogen leveren.
Daarop speelde M. de truc met het, glas
water en verzocht Mantel een fris&chen
dronk. Toen de argelooze man zich verwij
derde, om een glas water te halen, maakten
de schelmen van de geboden kans gebruik
om zonder betaling weg te rijden.
Ten slotte werd te Akersloot de kastelein
N. Tijmes nog het slachtoffer voor 'n half
fleschje cognac en dito citroen, alsimede
eenige glaasjes, want deze voorraad was
meer bestemd als een opkikkertje voor de
laatste etappe! De heer Tijmes, niet wetende
met welk schitterend gezelschap hij te doen
kreeg, werd bij het portier van de Ford
fierocpen, om te vangen". Hij hoorde geld
klinken, doch vroeg het nimmer! De auto
reed eensklaps weg en Tijmes had het na
kijken!
Het i9 echter duidelijk, dat dergelijke
brutale en laag bij de grondsche oplichterij
niet buiten het gehoor der Justitie zou blij
ven. Zoowel Haarlem als Alkmaar beijver
den zich, deze oplichterszaak te onderzoeken
en het gevolg was, dat aanvankelijk alle 6
deelhebebrs aan den strooptocht werden ge
arresteerd, doch het bleek ondoenlijk om in
ca.su het voldoende bewijs te vinden tegen
de vrienden van "den jarigen opperman, die
ten slotte alléén het loodjel egde en heden
terecht stond. Iiij was op de zitting nogal
meegaande, erkende de feiten, doch ontken
de het voornemen te hebben gehad den bil
jartbal te stelen. Dit voorwerp had hij on
derweg weggeworpen, was later terugge
vonden en weer in het bezit van den eige
naar geraakt.
Bijzonder kwalijk echter werd bet hém en
zijn kornuien genomen, dat niemand er nog
aan gedacht had, de benadeelden schade
loos te stellen,
Mr. Ubbens noemde dit gebrek aan goe
den wi'1 zeer berispelijk en ook de Officier
iin zijn requisitoir verzuimde niet den ver
dachte, alvorens hij overging een gevanae-
nistraf van 4 maanden te vorderen, duchtig
den mantel uit te vegen.
Van eenig leedwezen was trouwens bij
den opperman weinig te bespeuren.
Uitspraak a.s. Dinsdag.
Be uitvinder van de onderzeeboot,
de grijze Mr. Simon Lake, heeft
een opzienbarende uitvinding ge
daan, die het mogelijk moet
maken, verzonken schatten op den
bodem van de zee, die tot nu toe
niet geborgen konden worden, aan
de oppervlakte te brengen. Simon
Lake zal binnenkort zijn nieuwe
uitvinding in de haven van New-
York probeeren.
De uitvinder van de onderzeeboot, de heer
Simon Lake, is een beminnelijke, oudé heer.
Hij woont sedert jaren in het kleine Ame-
rikaansche stadje Stratford, dat zeer ver
van de zee gelegen is, en een uitgesproken
rustplaats voor een landrot zou zijn. Eigen
lijk is de heer Lake een landrot onder de
zeelieden, want hij interesseert zich alleen
voor den bodem van de zee. De uitvinding,
die hem voor alle tijden beroemd gemaakt
heeft, dient er juist voor om de diepte van
de zee te overwinnen. De zee met zijn ge
heimzinnige afgronden interesseert hem
ook nu nog, terwijl zijn haren toch al grijs
zijn. Slechts uiterlijk leeft hij in alle rust.
De vele zeekaarten, die de wanden van zijn
werkkamer versieren, en die iederen dag
met geheimzinnige teekens bedekt worden,
leggen daarvan getuigenis af. Merkwaardige
kringen teekent hij met een rood potlood
op de kaarten en schrijft er bijzondere
cijfers bij: 200 millioen dollar, 30 tot 70 mil-
loen dollar, enzoovoort.
„Dollars op den bodem van de zee," ver
klaart hij met een vroolijk lachje. „Hier
werden, nog voor de uitvinding van de
onderzeeboot, schepen tot zinken gebracht,
die groote schatten met zich mee voerden.
Al sedert dertig jaren zoek ik de verzonken
zeeschatten in de oude chronieken op. Tot
nu toe gelukte het mij, er zevenduizend te
vinden, die alle zeer goed geborgen zouden
kunnen worden. De schatten lagen er, maar
de middelen, om ze te bergen, waren niet
goed. Ik heb instrumenten gemaakt, die
het onmogelijke nu mogelijk gemaakt heb
ben."
De uitvinding bestaat uit een telescoop-
vormige uit elkaar geschoven buis, die van
uit een duikerschip tot op den bodem van
den Oceaan uitgestrekt kan worden. De
luchtdruk in deze buis is net zoo sterk, al9
de druk van het water op groote diepte.
Ofschoon de buis van onderen open is, komt
er toch geen druppel water in. De duikers
kunnen zich er gemakkelijk langs een trap
in bewegen. Het verwijderen van het slijk,
dat in meters dikke lagen de dikwijls hon
derden jaren geleden gezonken schepen be
dekt, gebeurt met behulp van waterstralen,
die onder geweldigen druk op den zeebodem
gericht zijn.
Een paar maanden geleden heeft Simon
Lake den president in het Witte Huis be
zocht, en hem een voorstel gedaan. Van
iederen schat wil hij 90 pet. voor zich zelf
houden, en 10 pet. aan belasting opbrengen.'
De president nam dit aan. Zoo zal Simon
Lake nu in de eerstvolgende weken begin
nen, de eerste schat te bergen. Deze ligt
juist zeer nabij: in de haven van New-Yorlc.
Het is slechts ccn kleine schat, van onge
veer 4 millioen dollar in oude zilvermunten.
Twee oude, Engelsche fregatschepen werden
er in het jaar 1780 tot zinken gebracht. Het
geld, dat ze met zich meevoerden, diende
om de Engelsche soldaten te betalen. De
fregatten zonken en zooals nu eenmaal het
lot van soldaten is, de Engelsche soldaten
werden nooit meer betaald.
Kort daarna deden de Engelschen ver-
geefsche bergingspogingen. Tenslotte wer
den ze dooi* de Amerikaansche rogeering
verdreven. Van 1SS1 tot 1884 werden nieuwe
pogingen in het werk gesteld. Het resultaat
was zeer gering. Men haalde er een paar
kanonnen uit, en dat was alles. Naderhand
werd de haven van New-York geheel ver
anderd en verloor men de plaats uit het
oog, waar het schip gezonken was.
Behalve het slijk, dat de zee neerlegt,
spreidt ook het New-Yorksche gasbedrijf
ieder jaar een meterdikke laag teer op den
bodem van de zee uit. De schat is voor goed
verzonken en vergeten.
Ook de schatten van de „Armada" en da
„Lusitania" zijn door iedereen vergeten, be
halve door Simon Lake. In zijn jeugd heeft
hij van den oever af toegekeken naar da
"bergingspogingen in het jaar 1884. „Ik denk,
dat de schat hier ligt," zegt hij en wijst
op een kring op zijn kaart, die ongeveer ter
hoogte van de 60ste straat van New-York
ligt. „Maar al mocht ik ook geen cent in
de gezonken schepen vinden, de hoofdzaak
is voor mij, dat ik de schepen zelf vind<
Dan zal men tenminste gelooven aan de
bruikbaarheid van mijn uitvinding. Niets
zal er dan volgens mijn meening in don
weg staan, ook andere schatten van de zea
aan de oppervlakte te brengen. Er zijn eii
bij van onmetelijke waarde. Nog steeds is
het niet gelukt, de rijkdommen te bergen,
die met de Spaansche „Armada" verdwenen
zijn. Of met de Spaansche schepen, die in;
1702 den Oceaan wilden oversteken en doop
George Rook in de Vigobaai tot zinken wen»
den gebracht. De goud- en edelsteenvoor»
raden, die daarbij verloren gegaan zijn,
hebben een waarde van ongeveer 150 mil*
lioen dollar. De lijst van gezonken schepen
met groote schatten aan boord kan men tot
op heden uitbreiden. Op 15 Augustus 1901
zonk in de buurt van Alaska het schip „Is»
lander", dat voor 5 millioen dollar aan stof
goud meevoerde. Goud en juweelen tep
waarde van 12 millioen dollar, zijn verdwe»
nen, toen het Japansche schip „Yasaka;
Maru" kort voor den ■vvereldoorlog in da
Middellandsche Zee verzonk. En tenslotte
de „Lusitania". De pogingen, die onder*»
nomen werden, om al deze schatten te lich
ten loopen in de honderden.
Afgezien van eenige nieuwe pogingen, zoo
als bijvoorbeeld de berging van het schip
„Admiraal Alchimow", een schip van de
voormalige Russische Baltische vloot, zijn:
alle bergingspogingen zeer ongelukkig uit
gevallen. De uitrusting van zulk een expe
ditie kost millioenen. Gelukt de berging van
schatten niet, dan is het resultaat meestal
een bankroet. Een gelukkige berging heeft
echter groot finantieel voordeel, zooals bijv,
bij de berging van de „Admiral Alchimow",
waarbij 53.460.000 dollar aan de oppervlakte
gebracht werd. De oorzaak van de mislukte
bergingspogingen ligt daarin, dat men nooit
met de goede werktuigen en instrumenten
te werk gegaan is. Met behulp van duiker
klokken en duikerpakken alleen kan men
niet beginnen aan de lichting van voorwer
pen, die met een dikke laag slijk bedekt zijn
en waarvan de ligging onbekend is. Daarom;
heb ik een speciaal toestel gemaakt, dat uit
sluitend dient om schatten aan de opper
vlakte te brengen. De onkosten zijn hierbij
veel geringer, en een schat, die niet gevon
den wordt, beteekent dan ook niet direct een
financieel bankroet.
....zouden wij den automobilist wel
willen toeschreeuwen, die 'n auto
gaat voorbijrijden, welke op zijn beurt
ai bezig is een voorrijder in te halen,
't Nieuwe voorschrift zegt immers:
GEEN DRIE WAGENS NAAST ELKAAR
Feuilleton
door Friedrich
L I n d e m a n
Het was net, alsof de „Frisco" de „Betty
Bonn" nooit gezien had. Het eenige wat Nancy
meebracht, en dat kenden we al lang
waren de scheepspapieren van de „Frisco", het
het journaal met de mededeelingen betreffen
de het vinden en de scheepsiyst met den naam
van den raadselachtigen passagier Emmo
Peerkson. Anders niets.
Stil kwam zy by m\j zitten, daar ik nog
steeds aan het roer stond, zy dacht wellicht
aan haar vader, die nu waarschynlijk In Gi
braltar aan zijn schryftafel zat en toekomst-
droomen fantaseerde, die wy waarschynlyk
nooit in vervulling zouden kunnen brengen.
Maar waarom denkt ge dan, dat die
vier vannacht verdwenen zijn? Zou het alleen
het geld van de scheepskas zyn, dat hen ver
lokt heeft?
Ik haalde mijn schouders op.
Dat kon ik nauweiyks gelooven. Want
per slot hadden zy toch nog in Genua de helft
van hun bergloon te wachten. Maar ik denk,
dat het zoo gegaan is; omdat het geld in Spur-
lings cassette het bedrag, dat zy te Genua
moesten ontvangen, gelijk was, ja misschien
zelfs overtrof, hebben zy het geld in Genua
laten schieten en biykbaar den voor hen ze-
kersten weg genomen: de vlucht.
Gij zijt er dus van overtuigd, dat de
eigenlijke beweegreden voor hun vlucht niet
het geld, maar iets anders was?
I
Nancy was ontgoocheld.
Die eigenlijke reden zyn... wy.
Wy beiden?"
Ja. De stomme vragen van den stuurman
gisteravond, zeggen mij genoeg. Hij heeft ons
beslist van het begin af aan als spionnen aan
boord bekeken. Dat hy ons overtocht aange
boden heeft, was de gewoonlijke gemakkelijk
heid, waarmee hij ons zand in de oogen heeft
willen strooien vanwege Emmo Deerkson. Hy
heeft natuurlyk niet kunnen vermoeden, dat
wij zijn aanbod zouden aannemen. Maar nu we
het toch aangenomen hadden, kon hy natuur
lyk niet meer terug, al heeft hy daar spyt ge
noeg van gehad, zeker sedert gistermorgen.
Ge bedoelt sinds Spurling's dood?
Ja. hy heeft zelfs gedacht, dat er een
bepaald verband bestond tusschen ons en de
verdwijning van den kapitein. Dat kan echter
wat ons betreft niets anders zijn dan dat
wij van Spurling bemerkt hebben, wat dezen
in den dood drijven kon. Wanneer wy echter
iets van Spurling weten, en misschien zelfs
iets heel gewichtigs, dan voelen zy zich ook
niet zeker meer, dan durven zij zich in geen
geval meer in Genua vertoonen
Daarom hebben zij liever van het resteeren-
de gedeelte van het bergloon afgezien, omdat
zy niet zeker meer van zichzelf waren, hebben
zich echter schadeloos gesteld met io scheeps
kas en zijn 's nachts gevlucht..
Maar zyt gij er werkelijk van overtuigd,
dat deze menschen werkelyk ergens bang voor
moeten zyn?
Als ik ooit mocht getwyfeld hebben, dit
nu, deze vlucht anders kan ik het niet
noemen is voor my een vaststaand teeken,
dat zy iets op hun kerfstok hebben.
Alleen, wat?
En of het iets te maken heeft met de
„Betty Bonn"?
Dit gesprek en dan voor alles de onmoge-
lykheid, nu wij een zeker bewys in handen
dachten te hebben, hen te vervolgen, in arrest
te laten stellen, zette een geweldige domper
op onze aanvankelijke vroolijkheid.
Daarby kwam nog, dat de schemering be
gon te vallen. De wind ging liggen. Vanaf het
water kwam langzamerhand de nachtkoelte
naar boven.
Wij hadden overdag goede vorderingen ge
maakt. Wij waren zelfs een heel stuk dichter
bij ons doel gekomen. We hadden ook een ry
stoomschepen gezien. Maar die waren alle te
ver weg geweest om ons te kunnen bemerken.
Nancy vroeg zelfs geheel terneergeslagen:
Kunnen we niet een roodvlag of zoo iets
naar boven hijschen?
Maar wat wisten wy van noodsignalen af.
Wij mochten bly zyn, dat 'we niet werkelyk in
nood verkeerden, dat wij niet op een wrak
ronddreven.
Maar, hoe sterker de avond viel, des te
onaangenamer begonnen wij ons te gevoelen.
Alleen reeds de gedachte, eindelooze uren in
liet donker te moeten ronddryven, zonder
eenige zekerheid en te kampen met opkomende
vermoeidheid, maakte ons stil.
Geen van ons beiden durfde den ander deel
genoot te maken van zijn of haar gedachten
en vrees. Zou dan werkelijk de geschiedenis
van de „Betty Bonn" zich herhalen?
Toen het geheel donker was geworden, zei
ik tegen Nancy:
Ga haar bed morgenvroeg kimt ge me
voor een paar uur aflossen.
Zy knikte. Zij ging zonder èen woord te zeg
gen naar voren. Zij keek nog eenmaal om, alsof
zy vanaf den horizon het reddende schip na-
derby kon trekken met haar oogen.
Maar reeds na enkele minuten kwam zy
weer terug. Zij liep hard, keek steeds om,
struikelde. Zij kwam weer snel overeind. Viel
tegen mijn schouder aan, klampte zich aan my
vast. Zij trilde, beefde over haar geheele
lichaam. In haar oogen was een vreeselijke
angst te lezen. Haar lippen brachten nauwe
lijks een klank te voorschyn.
zy vormde met de grootste moeite de woor
den.
Er klopt iemand.
Ik legde mijn arm om haar schouder en wilde
haar geruststellen.
Onzin. Nancy. De opwinding...
Zij klemde zich nog vaster om mij.
Neen! neen! Ik heb duidelyk gehoord, er
klopt iemand tegen de deur.
Thans begon ik ook te twijfelen. En plotse
ling kreeg ik een waanzinnige gedachte. Spur
ling! Zouden zij misschien Spurling opgeslo
ten hebben om het geld te kunnen stelen?
Ik zette het roer met een touw vast. Ik ging
naar beneden in de kajuit en haalde voor alle
zekerheid mijn revolver. Deze laatste opwin
ding was wel het allerlaatste, wat mijn ze
nuwen konden verdragen. Het lief-et had, ik
in het blinde weggeschoten om myn zenuwen
een beetje opluchting te gevèn. Maar ik ging
met Nancy naar voren.
Zachtjes...
Wij slopen op onze teenen voorby het man-
schaplogies over het voordek.
Vlak bij het voordek hield Nancy my by
myn arm terug en fluisterde:
Hier, deze deur was het.
Onder den bak waren twee deuren, de link-
sche naar de proviand kamer, waarvan a'leen
de stuurman den sleutel bezat en waaruit hy
steeds zelf het proviand te voorschijn haalde.
De rechter deur was van de zeilkast, zooals
Crane me eens verklaard had. Daar lagen de
zeilen, touwen, alle reservedeelen. Ik had er
nooit in gekeken. Op deze deur wees Nancy.
Hoor! Daar is het weer. Hoort ge?
Nancy sprak met trillende stem. Ook ik
kreeg door de klanken daar binnen een prop
in mijn keel. Het was een zacht kloppen als
van vingerknokkels, die tegen het houtwerk
bonsden. In de stilte van den avond drong het
griezelig duidelijk tot ons door. Nu hoorden
wij ook woorden, gedempt roepend, fluisterend
opgewonden. Ik kon niet verstaan wat hij zei.
Het was een mannenstem, dat kon ik duidelijk
hooren, maar niet de stem van Spurling.
Ik kwam een paar passen dichterby en
riep:
Hallo, wat wilt ge daarbinnen? Wie zyt ge?
Het kloppen verstomde Geen antwoord.
Niets. Die daar binnen was blykbaar geschrok
ken door myn roepen
Nu bonsde ik met myn vuisten tegen de
deur.
Hallo, geef antwoord; wie zyt ge?
Ik luisterde. Nancy stond achter my.
Ik kon haar adem hooren jagen. Ik hoorde
haar hart bonzen. Maar daar binnen niets.
Ik riep nog een keer. Weer geen antwoord.
Nu werd ik woedend, door dit spookachtig
gekkenspel. Ik trok myn revolver uit mijn zak.
Ik draaide den sleutel, die buiten in het slot
stak om, en stootte de deur open. Een lucht
van teer en zeildoek en touwwerk kwam my
tegemoet. Ik kon niets zien. Ik hield myn
revolver voor mij uit en liep naar binnen in
het duister:
Antwoord! Kom er uit! Of ik schiet!
Nog steeds geen antwoord.
Nog drie tellen of ik schiet!
Nu verroerde zich iets. De vreemde had
waarschynlyk aan den klank myner stem ge
hoord, dat ik het ernstig meende. Geheel ach
ter in den hoek bewoog zich iets. Zeilbalen
werden omver geworpen. Daar kroop een ge
stalte te voorschijn. Ik hield dezen onaange-
namen gast myn revolver tegen het voorhoofd.
Opstaan!
Hij kwam overeind Ik ging eenigszins ach
teruit, nog steeds met opgeheven wapen. Hy
stond voor ons in de opening van de deur. Wy
konden hem vrij duidelyk zien in het avond
licht der zee. Het was een jong mensch, by'na
een jongen nog. Ik schatte zyn ouderdom op
nauweiyks 20 jaar. Hy had een smal, Noorsch
gezicht, scherp, boersch. Zijn wit blond haar
viel met een lok over zijn voorhoofd. Hij droeg
een blauw wollen sweater en een blauwe
werkbroek, die vuil en gehavend was, waar
schynlyk door zyn verblijfplaats tusschen de
balen.
(Wordt vervolgd