Uit den Germaanschen oertij
In West-Europa heeft in den oertijd het blanke ras
zich gevestigd
Hier werden de jagers tot landbouwers met een vaste woonplaats
De Germanen verstonden reeds de kunst van het maken van gouden sieraden
De schoonheid van de
Ligurische Riviera
Het is een verblijdend teek en, dat het
praehistorische onderzoek, een tak van
wetenschap waarmee zich vroeger slechts
een kleine groep van geleerden bezighield,
tegenwoordig in zooveel ruimer kring
belangstelling geniet.
De bestudeering van de oude geschiede
nis is tot nu toe altijd het stiefkind der
wetenschap geweest. Pas in onzen tijdw is
er aan verschillende universiteiten van
enkele West-Europeesche landen een plaats
aan ingeruimd.
De eersten, die een diepere studie maak
ten van het praehistorische leven, waren
doctoren en geologen. Zij waren getroffen
door de merkwaardige afwijkingen, welke
de beenderen van menschen en dieren uit
die vroegere tijden vertoonden, met die
van de tegenwoordige aardbewoners.
Doch toen moesten zij al spoedig
den geoloog te hulp roepen, om den ouder
dom der plaatsen vast te stellen, waar
men de voorwerpen gevonden had. Dan
had men den philoloog noodig, den vor-
scher der oude talen. Hij alleen wist iets te
vertellen over de oude schrifturen, waarin
het leven van onze voorvaderen beschre
ven was, hij moest eveneens vaststellen,
of de plaats of familienamen een mede-
deeling konden bevatten. Daarna was het
vaak noodig, dat men ook den botanicus
er bij haalde.
Het bleek, dat ook de botanicus een groot
aandeel in het werk kreeg, want de plan
tengroei, die het landschapsbeeld en de
levensvoorwaarden voor mensch en dier
bepaalt, heeft zich in den loop der eeuwen
steeds en volkomen veranderd. Daarbij
bleek dan, dat ook de meteorologen en de
astronomen een belangrijke taak kregen
te vervullen. Want ook het klimaat is, bij
voorbeeld bij het eerste optreden van onze
Germaansche voorouders, heel anders ge
weest dan thans, en de wetenschap, die het
gesternte bestudeert, kreeg opdracht, de
tijdstippen uit te rekenen, waarop bepaalde
veranderingen hadden plaatsgegrepen.
Daarna kwam de chemicus er bij te pas.
Men ontdekte, dat het met de belangrijk
verbeterde hulpmiddelen van den moder
nen tijd mogelijk was, bij een pas opge
graven scherf na te gaan wat het vaatwerk
voor inhoud had gehad, toen het driedui
zend en meer jaar geleden in de aarde
terecht kwam.
De bestudeering der volkenkunde had
voor de studie van den praehistorischen tijd
kon vinden, meer dan in 't noordelijk deel
van West-Europa in de laatste jaren is
men van dit inzicht geheel teruggekomen.
Men is het er in de kringen der geleer
den meer en meer over eens, dat Nederland
en het Westen van Duitschland de „klas
sieke" landen van den oertijd van het
blanke ras zijn en deze gebieden zijn voor
den oudsten diluvialen mensch ontegen
zeggelijk belangrijker geworden dan die te
Dordogne, waar men toevallig eerst het
best bewaarde skelet van de beide vroegste
rassen ontdekt heeft. Op het West-Euro-
peesch gebied heeft zich in de levensge
woonten van den oermensch een wijziging
voltrokken, die voor de geheele latere
cultuur van groote beteekenis is geweest;
van rondtrekkend jager en visscher werd
hij gezeten landbouwer. Dit is heel belang
rijk voor alle volkeren van het blanke
ras.
Bij deze samenvatting kan verder wor
den aangetoond, dat het studiegebied in
door de natuur afgebakende arbeidsvelden
uiteenvalt. Deze hebben hun beteekenis in
de wereldgeschiedenis gehad en de daaruit
gegroeide gemeenschap heeft deze niet
verminderd, doch juist
versterkt.
Het sprookje van de
„Barbaren", zooals men
de Germanen noemde,
is juist door alle opgra
vingen en onderzoekin
gen geheel te niet ge
daan. We weten nu,
dat de Germanen geen
„wilden", maar zelfs 'n
volk met een hoog ont
wikkelde cultuur wa
ren.
Als er onderscheid
heeft bestaan tusschen
historische vondsten gespen, spelden en
andere sieraden die vroeger aan de
Romeinen werden toegeschreven, thans als
voortbrengselen van Germaansche cultuur
worden beschouwd.
De kampvechters voor het eerherstel
van onze .barbaarsche" Germaansche voor
vaderen zijn dan ook van oordeel, dat de
oude Germaansche cultuur op veel hooger
trap stond dan men vroeger wel meende.
men al lang noodig gehad. Deze scheen
zelfs bijzonder belangrijk te zijn, want men
ging van de veronderstelling uit, dat op
een vroege trap eens alle volkeren» der
aarde dezelfde graad van ontwikkeling
gekend hebben en verschillende voor ons
onbegrijpelijke voorwerpen, die men diep
uit het zand en de moerassen uitgroef, zijn
in ver ver wij derde werelddeelen thans nog
in gebruik bij onontwikkelde wilde volke
ren. Zoo noopte de studie der oude
geschiedenis de meest verschillende krach
ten tot samenwerking. Zij allen putten
echter aanvankelijk het materiaal voor hun
studie uit allerléi collecties van amateur
verzamelaars. In een of andere plaats kwa
men bijvoorbeeld steeds weer vondsten
van oude begraafplaatsen en nederzettin
gen aan den dag, en een plattelandsdokter,
een pastoor of een notaris had ze mee naar
huis genomen, had er ook wel over ge
schreven en de verzamelde oude schrift
uren bestaat uit dergelijk gelegenheids
werk, dat voor ons ten deele als grondslag
zijn waarde heeft, al zullen we zoo nu en
dan moeten glimlachen over de manier
waarop de vondsten beschreven zijn.
In den loop der tijden
kwamen steeds meer
menschen tezamen,
wien deze dingen aan
het hart gingen en zoo
ontstonden er plaatse
lijke vereenigingen. Dat
werd echter aan de
omstandigheden overge
laten en de beteekenis
van de verrichte werk-
Als de avond valt, tooit Italië zich met
een prachtig, duizendvoudig fonkelend
diadeem; het is de dubbele curve van de
lichten der Ligurische Riviera, die langs
de kuststreek davert, van Ventimiglia tot
La Spezia.
Overdag is de Ligurische Riviera als een
gigantisch mozaïek, een aaneenschakeling
van eindeloos genuanceerde vergezichten,
blauw-omzoomde stranden, blanke architec
tuur eji in fantastische kleurenpracht
bloeiende tuinen. Vandaar dat deze onver
gelijkelijke streek, welke zich Oostwaarts
en Westwaarts van Genua uitstrekt, inter
nationale vermaardheid verwierf. De
stranden van Bordighera, Alassio en Va-
razze, de parken van San Remo, de schoon
heid van Portofino en Paraggi, van Ra-
pallo en van Santa Margherita zijn wel
haast in alle talen bezongen; de Ligurische
Riviera is een eeuwige attractie niet alleen
voor den impressionabelen dichter, maar
Hierboven:
Deze prachtige ketting
van barnsteenkralen
versierde 200 300 n.
Chr. de hals van een
Germaansche vrouw.
Hiernaast:
Een bronzen spiraalgesp
met een dubbel kruis
uit het midden van het
bronzen tijdperk, onge
veer 1400 tot 1200 v.
Chr.
Een koffer van eiken
hout met deksel, waar
zwaardklingen, bijlen en
sieraden uit het begin
van het bronzen tijd
perk een plaatsje in
vonden.
Noord- en Zuid-Europa, dan moet men
niet vergeten, dat bijv. de Romeinen reeds
een stedelijke cultuur kenden, terwijl de
Germanen een landbouwend volk bleven,
die in een ruw klimaat en op een armen
bodem woonden.
Hoezeer de nieuwe inzichten in de arche
ologie afwijkend van de vroegere, moge
bljjken uit het feit, dat verschillende prae-
voor allen, die de Zuidelijke zonnevreugde
zoeken.
Temidden van de blijmoedig gestoffeerde
badplaatsen, die elk hun zeer specifieken
charme hebben, verrijst Genua, een der
meest boeiende havensteden ter wereld,
grootsch door een roemrijk verleden en
door het bonte bedrijf van den modernen
tijd.
Genua is een stad, vol van belangwek
kende bezienswaardigheden. Boven het
altaar van de Santa Maria di Castello
een der vele, door haar gaven bouwstijl
indrukwekkende Genueesche kerken - her
inneren de op de Turken veroverde tro-
pheeën aan den slag bij Lepanto. Het ver
maarde Palazzo San Giorgio is de baker
mat van het moderne bankwezen, waar
tevens de grondslagen werden gelegd voor
de algeheele vernieuwing van handel en
scheepvaart in den meest internationalen
zin. In de schaduw van pompeuze paleizen
en imposante kerkgebouwen, bevinden
zich de bescheiden geboortehuizen van
twee groote Genueezen: Colombus an Pa-
ganini.
Zoo is Genua rijk aan suggestieve monu
menten, betreffende de geschiedenis van
kunsten en wetenschappen, de bevestiging
van het Christendom, de ontwikkeling van
het bedrijfsleven, en het is een wonderlijke
gewaarwording, vanaf een der hooge heu
velen, die de Ligurische havenstad omge
ven, den blik te doen dwalen over de
schoone bouwwerken, de machtige oceaan-
stoomers en de eeuwig af en aan varende
kleinere schepen, terwijl het lied van den
arbeid opklinkt uit de industrieele centra,
welke zich in en om de stad groepeeren.
Het is wellicht juist door de frappante
tegenstelling met de door heel Genua zich
rusteloos stuwende bedrijvigheid, dat de
kalmte van de naburige Riviera-plaatsen
des te weldadiger aandoet,
De voortreffelijk geoutilleerde outoweg,
welke van La Spezia langs heel de Riviera
di Levante naar Genua en vandaar, via de
Riviera di Ponente naar de Fransche grens
voert, komt, wat het traject betreft, in
groote trekken overeen met de antieke
Via Aurelia, want reeds de Romeinen
wisten deze milde kuststreek omspoeld
door de blauwen golven der Zuidelijke Zee,
beschut tegen den Noordenwind, door de
massale Appenijnen zeer wel te waar-
deeren. En men zou kunnen zeggen, dat
de natuur zelve, die dit landschap slechts
een betrekkelijk geringe oppervlakte, tus
schen bergen en zee had toegedacht, het
anderzijds met de schoonste gaven heeft
bedeeld.
Het klimaat is zacht, vast en opwekkend;
de tropische plantengroei is van een ver
bazingwekkende verscheidenheid. Naast
talrijke agave- en cactus-soorten, palmen
en oleanders, groeien, bloeien en rijpen
citroenen en mandarijnen, appels, peren,
perziken, amandelen en hazelnoten in ver-
rukkelijken overvloed, en het is verheu
gend, te zien, hoe de bewoners van het
Riviera-gebied ook hunnerzijds al het
mogelijke ertoe bijdragen, de schoonheid
van deze zoo rijkelijk bedeelde landstreek
te bestendigen.
zaamheden van derge
lijke vereenigingen
bleef dikwijls heel ge
ring.
Hoe verder men ech
ter in de geschiedenis
doordrong, hoe meer
verandering er in de
methode van werken
kwam.
Btf het openleggen
van Germaansche paal-
dorpen kreeg men een
duidelijk beeld hoe onze
voorvaderen hebben ge
leefd en gewerkt.
Meende men vroeger,
dat men in de landen
rond de Middellandsche
zee en speciaal ook in
Frankrijk de meeste
aanknoopingspunten
BIJ DE ILLUSTRATIES
Links boven:
Getuigenissen der .Germaansche cultuur
Gespen, armbanden en een speerpunt van
ongeveer 1000 jaar v. Chr.
Rechts boven:
Twee armbanden, meesterstukken van
goudsmeedkunst, werden ongeveer 1500
jaar geleden vervaardigd.
Links:
Een 2000 jaar oude vaarboom wordt uit een
moeras te voorschijn gehaald.
Rechts:
Opgravingen in verschillende landen van
West-Europa hebben veel bijgedragen tot
onze kennis van zeden en gewoonten in
den praehistorischen tijd.