RAAD ZIJPE
B. en W. deelen
Propagandaclub
een standje uit aan de
voor cursus jeugdige
werkloozen. Vijfhonderd gulden weg
gesmeten voor de burgemeesterswoning.
Het vertrouwen in B. en W. geschokt
Men schuwt ter secretarie de waarheid
De architect rechter in eigen zaak.
Verzet tegen comité-vergadering inzake
restauratie raadhuis! De Secretaris niet
langer conciërge van het raadhuis. Is een
nieuwe ambtswoning voor den Secretaris
noodig? en moet dan de veldwachter in
het raadhuis wonen? Zal de benoemde
raads-adviescommissie een architect on-
noodig maken? Worden de raadsleden
verkocht waar ze bijzitten? Een protest
van den Burgemeester tegen deze uit
drukking.
Vergadering van den Raad op Dinsdag
19 Januari 1937, des namiddags ten 2 uur.
Alle leden zijn aanwezig, 1 vacature.
Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart, burge-
tneester; waarnemend secretaris de heer W.
L. Correljé.
Na opening brengt de Voorzitter hulde aan
,0e nagedachtenis van het overleden lid van
jden Raad, den heer P. de Boer.
Spr. deelt voorts mede, dat wegens onge
steldheid afwezig is de heer J. A. de Boer,
secretaris, wien spr. een spoedig herstel toe-
\venscht.
Tenslotte wenscht spr. de leden en de inge
zetenen een gelukkig nieuwjaar, een wensch
die spr. ook richt tot de pers en daaraan ver
bindt de wensch van een prettige samenwer
king.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Van de lange lijst mededeelingen en inge
komen stukken vermelden we:
Terzake het raadsbesluit van 8 December
1.1. om op de kasuitkeeringen aan werkloo
zen een brandstoffentoeslag te geven van
1.per week, is op de desbetreffende vraag
,van den Minister bericht ontvangen, dat dit
niet mag.
De heer Doorn vraagt of dat nu zoo noodig
!*vas dit eerst aan den Minister te vragen.
Ook de heer Doedcns achtte dat niet noo-
Bilt-
De Voorzitter antwoordt dat het hem be
kend was dat de rijksvoorschriften zich te
gen een dergelijke uitkeering verzetten en
,van B. en W. is niet te verwachten dat zij
0an toch een dergelijke uitkeering verstrek
ken.
Dc heer Veltman was ook wel bekend, dat
de voorschriften zich er tegen verzetten,
maar de uitspraak van den Raad was in te
gengestelden zin.
Door den Zijper Bestuurdersbond wordt in
een adres er op gewezen, dat de toestand in
'de werkverschaffing voor de werkloozen
[vergeleken bij vorig jaar zeer is verslecht
fen op verbetering van de regeling wordt dan
look sterk aangedrongen.
De Voorzitter zegt toe, dat wanneer a.s.
Zomer de werkverschaffing zal worden stop
jgezet, aandacht geschonken zal worden aan
de gevolgen van de roulcerregeling.
Voorts zijn van den Inspecteur van de rijks
werkverschaffing diverse inlichtingen ge
vraagd en daarbij is gebleken, dat iemand
'die werkloos wordt, eerst uittrekt en daarna
ïn de werkverschaffing komt.
De heer Veltman noemt dit een technische
'fout, het moedigt niet het georganiseerd zijn
aan.
Zoowel de Voorzitter als de heer Van der
Sluijs wijzen er op dat de ongeorganiseerde
een lagere uitkeering of loon krijgt dan een
georganiseerde arbeider. Dat de regeling na-
deelig is voor de verzekering, zijn B. en W.
met den heer Veltman eens.
De kosten van straatverlichting.
In verband met de alarmeerende mededee-
ling door den heer Doedens, in de vorige ver
gadering, dat de kosten der straatverlichting
in Oude Niedorp met 50 zouden zijn ver
minderd, is een onderzoek ingesteld en daar
bij is gebleken, dat de kosten te Oude. Nie
dorp met 50 zijn gedaald, doch die ver
laging ontstond, door te profiteeren van de
algemeene vermindering van kosten, doch
bovendien om de straatverlichting te vermin
deren.
Naar aanleiding van het besluit van den
Raad om subsidie te verleenen aan den cur
sus voor jeugdige werkloozen te 'tZand. was
aan bedoelde Propaganda-club een schrijven
gericht, waarin allereerst er op werd gewe
zen, dat men zich met het verzoek om sub
sidie tot B. en W. had behooren te wenden
en niet tot een lid van den Raad, die dan
de zaak bij de rondvraag ter sprake brengt
Inlusschcn verzochten B. en W. een begroo
ting van kosten in te zenden, waarna aan
'den Minister een subsidie zal worden ge
vraagd. Tot nu toe is de gevraagde begroo
ting niet ingekomen en B. en W. hebben dus
geen uitvoering gegeven aan het besluit van
den Raad.
Verhuring gemeenteland,
Voor de Vfó ha. gemeënteland onder Scha-
gerbrug, waren 3 liefhehbers; het land is ver
huurd aan den heer Kuit te 't Buurtje voor
f 120.in totaal.
Waarom niet wordt uitgebreid.
Wat betreft de uitbreiding van de com
missie tor beoordeeling van te verleenen bij
dragen in de contributie van het Zieken
fonds, ecne uitbreiding, welke B. en W. in
overweging zouden nemen, deelde de Voor
zitter mede, dat B. en W. de zaak aan de
orde hebben gesteld in de commissie zelve
•en daar was men tegen uitbreiding. De ver
zekerden toch waren hoofdzaak, zoo lhidde
het oordeel der commissie, en niet de ver
tegenwoordigers van de Armbesturen; deze
laatsten achtte men niet noodzakelijk.
B. en W. willen daarom aan de commissie
geen verdere uitbreiding geven.
De heer Doedens maakte den Voorzitter
er op opmerkzaam, dat naar de Voorzitter
zeide, de heer Van der Sluijs in de eerste
plaats in de commissie zitting behoorde te
hebben, waarna spr. heeft geprotesteerd en
gevraagd, waarom niet één van de twee leden
an de twee R.K. Armbesturen werden aan
gewezen.
De Voorzitter antwoordde, dat er in zijn
redeneering geen enkele inconsequentie
oorkomt, zoo juist heeft spr. het oordeel
der commissie weergegeven en B. en W.
willen zich nu daarbij aansluiten. Van pas-
seeren is geen sprake.
De heer Veldman vroeg, of er goedkeuring,
was verkregen op het desbetreffende raads
besluit.
De Voorzitter antwoordde ontkennend;
spr. had het niet noodzakelijk geacht
geloofde ook niet, dat het een vereischte
was, die goedkeuring te vragen.
De heer Veldman: Als B. en W. het niet
noodig achten, dan vragen zij het niet. Spr.
oordeelde, dat men hier bezijden de bedoe
ling van den minister was en wanneer men
het nu maar. niet vraagt, wordt het stilzwij
gend toegelaten.
De Voorzitter bestreed deze meening; er
wordt geenszins in strijd met do voorschrif
ten gehandeld; als spr. het wel had, golden
de bewuste voorschriften voor noodlijdende
gemeenten. Bovendien is in overleg gehar^
deld met het afd. Ziekenfonds.
De heer Veldman hield vol, dat de door
hem bedoelde circulaire van den minister
een andere strekking had.
De Voorzitter bleef van oordeel, dat B. en
W. geen goedkeuring behoefden te vragen.
De heer Veldman: Dan hoeft dat voor een
ander geval ook niet!
De gunning van de ambtswo
ning voor den burgemeester.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld,
dat na ingewonnen advies en op advies van
den architect het bouwen van de burgemees
terswoning is gegund aan den heer Kingma
te Slootdorp voor f 8974. Spr. verklaart zich
bereid in comité-vergadering desgew-ensent
nadere inlichtingen te verstrekken.
Van verschillende kanten wordt erop
aangedrongen, dit in openbare vergadering
te doen.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld,
dat de gunning van den bouw niet aan B.
en W. was, doch bij den architect berustte.
De heer Veltman wijst er op, dat in de
comitévergadering door den Voorzitter is ge
dreigd met gevangenisstraf als de raadsle
den mededeelingen over het gesprokene in
comité deden, maar de raadsleden zijn ver
keerd ingelicht. Immers er is ge
zegd, dat t.a.v. de gunning de zeggingschap
niet bij den raad berustte, doch nij B. on
W. Het is ook hier weer geweest, wat de
heeren wijzen, moeten de gekken prijzen.
De heer Doorn merkt op dat op deze wijze
maar weer met geld is gesmeten en er al
weer f 500 verdwijnen. Het is nu wel geble
ken, dat wij niets te vertellen hebben, maar
dat de architect hier alles heeft te vertellen.
De heer Doedens zegt dat toch wel geble
ken is dat de comitévergadering in 't geheel
niet noodig was.
De Voorzitter ontkent dit en deelt mede,
dat de architect het niet voor zijn verant
woording wilde nemen, de gunning aan den
laagsten inschrijver op te dragen.
De heer Doorn noemt dit een gewoon
kletspraatje, er blijkt uit dat de architect
dan weinig zelfvertrouwen heeft.
De heer Veltman is het met den heer
Doorn eens, de raad is voor de mal gehou
den, want toen door den Voorzitter werd me
degedeeld, dat de gunning aan B. en W.
was, heeft de raad in vol vertrouwen zich
aan B. en W. overgegeven.
De uitspraak van thans is dan ook voor
spr. een teleurstelling en het spijt spr. dat
het vertrouwen dat in B. en W. werd ge
steld, op deze wijze is geschokt. Als wij ver
trouwen hebben in B. en W. moet dit colle
ge toonen, dat vertrouwen waardig te zijn.
Het is nu reeds de tweede keer dat dit ge
schiedt. de eerste keer met de restauratie
van de raadzaal. Toen spr. daarover met
iemand uit de gemeente sprak, sloeg deze
zich voor het hoofd en wees erop dat hij het
heele raadhuis in Den Helder had verzorgd.
Spr. herhaalt dus, dat het hem spijt dat het
zoo geloopen is.
De Voorzitter zegt dat als er door hem ge
zegd is, dat de gunning aan B. en W. was
hij daarmede heeft bedoeld, dat de gunning
niet aan den raad was.
De heer Veltman: Neen, dat ls niet gezegd.
De heer Doedens: Neen( neen.
De Voorzitter wijst er op, dat tenslotte de
architect de technische verantwoordelijkheid
heeft en stel je eens voor, dat B. en W.
de gunning verleenden tegen den architect
in. Wanneer het dan fout liep, zou de ar
chitect er op kunnen wijzen, dat het werk
tegen zijn advies was opgedragen.
Na de comitévergadering hebben B. en W.
goedgevonden dat de architect een paar da
gen beraad hield, teneinde nadere inlichtin
gen te kunnen inwinnen.
B. en W. zijn moreel gebonden aan het
oordeel van den architect. Het genomen
besluit is ook niet bij B. en W. geheel con
amore geschied, niet het college in zijn ge
heel was het met de oplossing eens. Maar
spr. herhaalt dat B. en W. niet moreel ver
antwoord waren om tegen het advies van
den architect in te gaan.
Spr. deelt verder nog mee, dat 't een deel
van het college van B. en W. speet dat het
werk niet aan den laagsten inschrijver werd
opgedragen, maar in dit opzicht hebben B.
en W. den architect niet trachten te be-
invloeden, ook al waren de meeningen bij
B. en W. verschillend.
De heer Doorn zegt, dat de Voorzitter een
hoop gezegd heeft, maar eigenlijk niets ge
zegd heeft. Spr. kan niet begrijpen, dat B.
en W. met een dagelijksch opzichter, het
werk niet aan den laagsten inschrijver kun
nen gunnen, wanneer die aannemer finan-
tieel goed is. Dan is toch wel een goede uit
voering van een eenvoudig hokje, want dat
is het tenslotte toch, te verwachten. Maar
de architect neemt maar weer een beslissing
waardoor de gemeente naast de f1500 voor
den architect, en de kosten voor dagelijksch
toezicht, f500 meer moet betalen.
De Voorzitter merkt op, dat het dagelijksch
toezicht niet door den architect geschiedt.
De heer Doorn zal dit dan buiten bèschou-
wing laten.
De Voorzitter merkt voorts nog op, dat de
finantieele toestand van de beide betrokken
aannemers geen doorslag heeft gegeven.
De heer Doorn begrijpt dan het bezwaar
tegen den laagsten inschrijver niet, temeer
omdat de toezegging was gedaan dat ge
zorgd zou worden dat binnen een week al
het materiaal aanwezig zou zijn.
Maar men schuwt hier de waarheid
zegt spr.
De Voorzitter verzoekt den heer Doorn der
gelijke uitdrukkingen te bewijzen.
De heer Doorn zegt, dat de hoofdadviseur
van het adviesbureau toch geen adviseur,
geen rechter in eigen zaken dient te zijn. Het
spijt spr., dat de Raad verleden jaar t.a.v. het
adviesbureau geen beier inzicht heeft gehad.
Spr. wijst er met nadruk op dat het werk
door deze commissie wordt gestagneerd, stel
selmatig worden de zaken tegengewerkt.
Men wik met die soesah niets te maken heb
ben.
De heer Van der Sluijs zegt, dat hij er in
de B. en W.-vergadering bezwaar tegen ge
maakt heeft, dat. de laagste inschrijver ge
passeerd zou worden. Het scheelde f500.
cn dat bedrag zou dan besteed worden voor
dagelijksch (oezicht. Spr. meende dat in dat
geval de aannemer z.i. geen kwaad zou kun
nen doen. Want spr. wijst er op, dat het
niet zoo gemakkelijk gaat, een werk niet te
gunnen aan den laagsten inschrijver, want
dat kan voor den laagsten inschrijver een le-
vensquaestic zijn. Maar de architect bleef op
zijn standpunt staan; doch hij deelde de mee-
.ïing niet, dat de architect, als het wer-k
aan den laagsten inschrijver werd gegund,
de verantwoordelijkheid van zich af zou
schuiven en die op B. en W. zou schuiven.
De architect beaamde dat dit wel wat al te
gemakkelijk zou zijn. Om de zaak voor de
gemeente zoo goed mogelijk te regelen is de
voorwaarde gesleld. dat de uitvoerder zooveel
mogelijk menschen uit de gemeente te werk
zou stellen. Voor dagelijksch toezicht is nog
een klein bedrag uitgetrokken, daarvoor zou
dan voor 2 maanden, een volontair wortlen
aangesteld. Spr. herbaalt, dat naar zijn over
tuiging het werk aan den laagsten inschrij
ver opgedragen had kunnen worden.
De beer Doedens hoopt, dat. de heeren Velt
man c.s., wanneer het straks gaat om gel
den beschikbaar te stellen voor de adviescom
missie. aan onze zijde zullen staan. Zij heb
ben nu kennis gemaakt met den heer Wie-
ger Bruin.
De Voorzitter zegt, dat dit nu niet aan de
orde is; dat komt bij de behandeling van
de begrooting en dan zal spr. zijn meening
over de adviescommissie wel .tegenover die
van den heer Doedens stellen.
staan om aan het verlangen van Ged. Sta
ten te voldoen.
Aldus geschiedt.
Nieuwe schoolgeldheffing met in
vorderingsverordening.
In verband met de wet van 22 Febr. 1936
tot verlaging der openbare uitgaven, is het
noodig, dat een nieuwe schoolgeldverorde
ning wordt vastgesteld Bij de huidige rege
ling kwam het voor dat goed gesitueerden,
die door bepaalden tegenslag in zaken of
door andere oorzaken, over eenige jaren niet
de rijksinkomstenbelasting werden aan
geslagen, dan automatisch ook vrijgesteld
worden van betaling van schoolgeld, hoe
wel dikwijls uit levenswijze of uiterlijken
staat was op op te maken, dat zij zeer wel
tot betaling van schoolgeld in staat konden
worden geacht.
Aan die onbillijkheid is thans een einde
gekomen, omdat de gemeenten nu de be
voegdheid hebben de draagkracht te bepalen
aan de hand van gegevens, door 's Rijks be
lastingadministratie verstrekt, als aan de
hand van feiten en omstandigheden van ge
meentewege verzameld en vastgesteld.
B. en W. willen zich, om onbillijkheden
uit te sluiten, bepalen tot eerstgenoemde ge
gevens en het totaal van de hoofdsommen
verschuldigd wegens gemeentefondsbelasting
en vermogensbelasting tezamen nemen.
Het door B en W. ontworpen tarief komt
hierop neer, dat voor de lagere inkomens
ongeveer hetzelfde schoolgeld moet worden
betaald als voorheen, doch voor de hoogere
inkomens een sterke progressie wordt toege
past, waarbij dan eventueel nog het element
van het vermogen in aanmerking zal ko
men.
Verwacht wordt, dat het in de ontwerp-
begrooting 1937 geraamde bedrag aan school
geld ad f 1000.voor het openbaar en f 500
voor het bijzonder onderwijs op deze wijze
zal worden ontvangen.
Nadat door den Voorzitter eenige inlich
tingen zijn verstrekt wordt de verordening
vastgesteld en tevens een verordening op de
invordering.
Huurverlaging.
B. en W. stellen voor tot verlaging van
de huur der door de gemeente aan C.
Speelman verhuurde woning te Oudesluis
met een bedrag van f0.25 per week. Speel
man betaalt thans een huur van f3 en in
verband met de door den Minister van So
ciale Zaken toegestane verlaging der huur
van de woningen der woningbouwvereeni-
ging, komt het B. en W. billijk voor, ook de
huur van deze woning te verlagen en dus
te bepalen op f2.75.
Aldus wordt besloten.
Benoeming nienw raadslid!
In de vacature, ontstaan door het overlij
den van den heer P. de Boer, Ez., is tot lid
van den raad benoemd verklaard de heer
W. Bos te Oudesluis. Diens geloofsbrieven
worden onderzocht en overeenkomstig het
uitgebrachte rapport wordt tot zijn toela
ting besloten.
De rondvraag.
het raadhuis.
De vertouw van
Landarbeidersplaatsje.
Van den heer G. van der Stoop te Bur-
gerbrug was een aanvrage van f 1575.ter
verkrijging van een landarbeidersplaatsje,
gelegen aan de Grootesloot, tusschen Scha-
gerbrug en Keinsmerbrug (voorheen be
woond door D. Zeeman) ingekomen.
B. en W. willen aan de aanvrage voldoen,
mits door bet Rijk aan de gemeente een ge
lijk voorschot wordt toegekend.
Aldus wordt besloten.
Continueering geldleening.
B. en W. stellen voor een in 1931gesloten
4% geldleening bij de Algemeene Frie-
sche Levensverzekering Maatschappij te con-
tinueeren tegen een rente van 4 per jaar.
Aldus wordt besloten.
Te hooge rente.
Waar in de vergadering van 8 December
1.1. besloten werd tot het aangaan van een
geldleening, groot f57.600.vonden Ged. Sta
ten 't rentepercentage ad 41/8 te hooi. ter
wijl zij oordeelden dat voor deze leening met
een looptijd van minder dan 40 jaren kan
worden volstaan. Bij een rente van 4 zou
de looptijd kunnen worden bepaald op 30
jaren.
Aangezien het B. en W. is gelukt de lee
ning te doen plaatsen tegen 4 af te los
sen in 30 jaren (afsluitprovisie */4 stel
len zij voor bedoeld raadsbesluit in dien zin
te wijzigen.
Aldus wordt besloten.
De rekening-courant-overeenkomst
met de Boerenleenbank te Schager-
brug.
Ged. Staten deelen mede, dat hen het in
het 't besluit opgenomen maximum-percen
tage van 5 voor de rente over debetsaldi
te hoog voorkomt en verzoeken te bevorde
ren, dat in het besluit worde bepaald, dat
deze rente niet meer mag bedragen dan
1 y2 boven het promessendisconto der Ned.
Bank. Het Bestuur der Boerenleenbank
verklaarde zich met deze wijziging accoord,
zoodat er bij B. en W. geen bezwaren be-
De heer Doorn wil liever de comitéverga
dering, die straks na het openbare gedeelte
volgt en waarin zal worden behandeld de
reorganisatie van de inrichting van het ge
meentehuis en bouw van een ambts
woning voor den gemeentesecretaris uitstel
len en dit onderwerp in openbare behande
ling nemen.
De Voorzitter merkt op, dat het in alle op
zichten voorloopige besprekingen zullen
worden, waarbij de tegenwoordigheid van
den gemeente-opzichter bovendien noodza
kelijk is. En de wet verbiedt, dat deze func
tionaris bij deze gelegenheid in het openbaar
spreekt. De besprekingen zullen trouwens
slechts een toelichtend karakter dragen. I-Iet
zal het publiek weinig interesseeren of
hier een deur moet, of daar een loket en
waar de bergplaats is voor het gehakt in
blik. Hier toch gaat het om, hoe de com
missie, in overleg met den opzichter zich de
indeeling heeft gedacht. Ook de pers heeft
wel iets beters te doen, dan te luisteren naar
de behandeling van het vraagstuk, één of
twee loketten, enz. Natuurlijk komt de
kwestie zelf later in openbare vergadering.
De heer Doorn informeert naar de werk
zaamheden van de commisie inzake het
Middenstandsborgstellingsfonds.
De Voorzitter zegt er weinig van te weten,
A.s. Vrijdag heeft de commissie een bestuurs
vergadering en dan zal spr. er zeker op
wijzen, dat het gewenscht is, te beginnen.
Wel heeft spr. vernomen, dat er reeds aan
vragen zijn.
De heer Doedens sluit zich aan bij den
heer Doorn, waar deze betoogt, de reorgani
satie-gemeentehuis liever in openbare zit
ting te behandelen. In de vergadering van
de commissie, die n.a.v. deze reorganisatie
is ingesteld, stond spr. alleen, maar uit de
besprekingen die hij later met raadsleden
had. hleek wel anders.
De Voorzitter zegt, dat dit bezwaarlijk zal
gaan. De heer De Boer is er ten nauwste
bii betrokken cn zijn aanwezigheid is daar
om van het grootste belang.
De heer Doedens: Dan behoeven we de
comitévergadcring ook niet te houden. Spr.
was van meening, dat de commissie bij el
kaar was geroepen, om de verschillende
mogelijkheden van de reorganisatie van oe
inrichting van het raadhuis te onderzoekon.
Als het dan kon, zou de ambtswoning in het
raadhuis blijven. Toen spr. dan ook in de
commissievergadering het anders kreeg te
hooren, n.1. dat mijnheer De Boer niet lan
ger conciërge van het raadhuis wilde blij
ven, stond spr. stom verbaasd.
De Voorzitter merkt op, dat de bedoeling
is geweest de reorganisatie aan te brengen
in het belang van de gemeente-administra
tie, en in het belang van het gezin van den
Secretaris. Als gevolg van de rcorsanisatie
van de indeeling ter secretarie, zou de se
cretaris dan huiten het raadhuis komen le
wonen. Spr. gelooft, dat vrij duidelijk te heb
ben gezegd. Overigens heeft het geen zin er
verder over te spreken; dat doet spr. liever
als de Secretaris ook tegenwoordig is.
Waar het nu de vraag wordt, welke de
taak was van de commissie, wordt gevraagd
wat de notulen hieromtrent meidén.
De heer Doedens: De notulen zijn nog
niet klaar»
De heeren Bruin e.n Dignum hebben het
ook niet begrepen, zooals de Voorzitter het
i thans uitlegt.
De heer Doedens constateert, dat er is ge
sproken over gebrek aan ruimte, dan was
het lastig, dat menschen, die kwamen voor
zaken betreffende seunverleening en werk
verschaffing voor dezelfde toonbank moes
ten staan als anderen, die voor iets anders
kwamen. Wilde de heer Ott de menschen
toch onder 4 oogen spreken, dan moest hij
in een koude kamer. Er is o.a. door den
heer Jansma gevraagd en spr. heeft het
later zelf ook gedaan, of de heer De Boer
een aparte kamer wilde, doch de heer
De Boer heeft geantwoord: Ik wil niet uit
de secretarie, ik blijf er. Maar heit boeltje
moet voor elkaar gezet worden: straks is
er een kamer voor den Secretaris, maar die
komt er nooit in en het resultaat zal zijn:
weer een ambtswoning.
De Voorzitter: Eén en al fantasie!
De heer Blom heeft begrepen, dat het
raadhuis dan zou worden tot woning voor
den veldwachter.
De Voorzitter: Hieruit blijkt duidelijk, dat
de heer Doedens een en ander verkeerd
heeft begrepen. De heer De Boer heeft ge
zegd, dat de menschen hem soms zonder bij
zijn van anderen willen spreken, waarvoor
een kamer noodig is, die meteen van dienst
kan zijn bij ondertrouw en voor commissie
vergaderingen.
De heer Doedens zegt, dat dit is gezegd in
de commissie-vergadering, maar niet in de
vorige raadsvergadering.
De Voorzitter merkt op, dat de heer Doe
dens aldus redeneert: wat eerst is gezegd,
slaat vast; met latere besprekingen houdt
hij geen rekening.
De heer Doedens: Het komt weer net zoo
af. als met de restauratie van de raadzaal
en den bouw van de ambtswoning voor den
burgemeester. Je wordt verkocht waar je
bij zit.
De Voorzitter wil deze uitdrukking niet
aanvaarden; de heer Doedens heeft niet het
recht, om dit te zeggen.
De heer v. d. Sluijs betoogt, dat er nu een
commissie is met 2 deskundigen, de heeren
Doedens en Jansma, henevens Mevr. Vries
man en het zit nu voor om met behulp van
den opzichter het te kunnen stellen zonder
architect.
De heer Bruin: Laat de commissie dan
maar bestaan blijven!
De heer v. d. Sluijs vervolgt, dat het woord
aan de commissie is en men wacht op de
gegevens.
De heer Dignum vraagt, of deze reorgani
satieplannen gaan over de advies-commis
sie voor bouwontwerpen.
De Voorzitter: Nee, tenzij het komt tot
den bouw van een secretariswoning, dan
gelukkig wel.
De heer Dignum zegt, dit geluk niet te
kunnen deelen.
De heer Veltman betoogt hoe de werkwij
ze van de commissie bekort had kunnen
worden. N.a.v. een uitlating van den Voor
zitter zegt spr., hier niet voor de pers te zit
ten, maar voor de belangen van de gemeen
te Zijpe. Van Mevr. VriesmanSlot had spr.
vernomen, dat de commissie nog niets heeft
vastgesteld. Hoe moet de raad dan tot re
sultaat. komen?
De Voorzitter: Dat is ook niet de bedoeling,
we willen alleen den Raad op de hoogte hou
den.
De heer Veldman: En er is niets gebeurd!
De Voorzitter: Dat zult U wel hooren!
De heer Veldman: Als de commissie nu
kwam met een rapport maar wij zwam
men weer in de ruimte.
De Voorzitter. Dat U in de ruimte zwamt
moet U zelf weten.
De heer Veldman: Ik niet!
De Voorzitter: En U zegt: wij!
Mevr. VriesmanSlot vindt het beter, dat
eerst de commissie nog eens vergadert.
De Voorzitter is dezelfde meening toege
daan. Overigens vindt spr. het, als de hee
ren niets hooren willen, ook best.
De heer Veldman wijst er nog op, dat de
commissie niet homogeen is.
De heer Dignum zegt deze vergadering
heel vervelend te vinden, we moeten de
zaken maar bekorten, aldus spr. want ver
velend is vervelend.
De heer Blom is het hiermede eens.
De voorzitter vraagt of de heer Blom
nog iets heeft voor de rondvraag.
De heer Blom: Nee, maak maar af!
De heer Veldman informeert of het juist
is, dat de uitvoering van het Werkloosheids
besluit in handen is gelegd van een con
troleur.
De Voorzitter: Neen, dat gaat over den
agent van de arbeidersbemiddeling. Steun
regeling en werkverschaffing zijn zaken,
die door B. en W. met den daartoe aange
wezen ambtenaar worden behandeld.
Mevrouw Vriesman-Slot zegt. dat aan Jon
ker vergunning is verleend, arbeiderswo
ningen te bouwen. En nu is er één ver
huurd aan een arbeider en één aan een
niet-arbeider.
De Voorzitter antwoordt, dat was over
een gekomen wanneer er aanvraag was
zou aan arbeiders worden verhuurd. Zelfs
zouden dan weer nieuwe arbeiders-wonin
gen worden gebouwd. Spr. moet dus wel
concludeeren, dat er geen aanvragen zijn.
De heer Nannis is ook verwonderd. Als
Jonker de arbeiders weert, dan zal spr. niet
stilzitten, maar maatregelen nemen.
De heer Veldman: Dat kan niet!
De Voorzitter merkt op, dat wanneer het
particulier initiatief achterwege blijft, de
gemeente zelf de bouw van arbeiderswo
ningen dient te bevorderen.
De heer Doom: Wat nu gebeurt is al
voorzien. We zijn geen Wieger Bruin aldus
spr. maar hebben toch nog wel wat ver
stand van den bouw van deze woninkjes;
Jonker heeft volkomen gelijk.
De heer v.d. Sluijs; Jonker heeft zijn
woord te houden
De heer Nannis: Doet hij zijn woord niet
gestand, dan is hij voor mij een man zon
der waarde.
De heer Doom wil niet veel waarde
hechten aan het woord van een aannemer,
het is tenslotte een zakenman.
Dc Voorzitter verwondert zich over deze
redeneering.
De heer Nannis stelt voor de comité-ver
gadering te verdagen tot de secretaris is
hersteld Maar als men wil vergaderen raadt
spr. aan de besprekingen kort te houden.
De Voorzitter sluit zich bij dit laatste
aan: wanneer blijkt dat de heeren niet één
van gedachte zijn en het voorts gaat om
den secretaris, dan moeten we maar stop
pen.
Hierna volgt sluiting van het openbare
gedeelte.