Praag wensclit opheldering van dan toestand De Thomas-Chiistenen De Belgische neutraliteit Geen bolsjewisme in Spanje Propaganda-veldtocht der Engelsche Liberalen Veiligheid of Oorlogswinst DE DUITSCHE PERSCAMPAG NE TEGEN TSJECHO-SLOWA- KIJE. Ongerust maar niet pessimis tisch. Onze V.P.B.-correspondent schrijft uit Praag: De scherpe perscampagne tegen Praag heeft in Tsjecho-Slowakije veel onrust op gewekt. Hoewel men hier reeds aan den eigenaardigen toon van de Duitsche bladen gewend is schijnt toch deze laatste veldtocht der pers alle vorigen in scherpte te over treffen. Praag heeft nu eenige dagen gele den getracht, eenige ontspanning in den toestand te brengen, door zoowel den En- gelschen als den Duitschen militairen atta ché tot een bezoek aan de Tsjechische vlieg velden, die naar beweerd wordt geheel in handen van Russische militairen zouden zijn, uit te noodigen, maar zulks heeft tot nog toe weinig mogen baten. Men neemt derhalve in Praag aan, dat in geval van een mislukking in Spanje, Duitschland ergens anders b.v. in Midden-Europa compen saties wil zoeken en deze reeds thans voor bereidt. Het is immers geen geheim, zoo verklaart men hier, dat ongeveer twee maanden ge leden er een dergelijke, zij het ook nog veel gevaarlijker situatie bestond. Daarna trok ken de wolken weg en het scheen alsof het onweer op dat oogenblik veeleer in Spanje dan in Midden-Europa zou uitbreken. De laatste successen van de Engelsche diploma tie hebben er echter veel toe bijgedragen, de situatie in Europa eenigszins te saneeren. Praag is derhalve, ondanks het Duitsche persoffensief, rustiger dan vroeger. Want tenslote staat Tsjecho-Slowakije niet alleen. De politieke situatie heeft zich na de nieu we Engelsch-Fransche samenwerking en het gentleman-agrecmcnt met Rome in vele op zichten ten gunste van Praag veranderd en men ziet hier de toekomst dan ook met groo- ter vertrouwen dan vroeger tegemoet. Het probleem der Tsjechisch- Poolsche betrekkingen. Hoewel de Poolsche minister van Buiten landsche Zaken, overste Beek, het Tsjechi sche aanbod, om de Poolsch-Tsjechische be trekkingen geheel op te helderen, min of meer van de hand heeft géwez^.n, zijn deze betrekkingen toch, voor zoo ver het buitenlandsch-politieke vraagstuk ken en speciaal de politiek tegenover Duitschland betreft., verbeterd. Ter gelegen heid van het bezoek van den Roemeenschen minister van Buitcnlandsche Zaken, Anto- nescu, aan Parijs werden de belangrijkste politieke problemen ampel besproken, En aan deze besprekingen heeft ook de Pool sche ambassadeur deelgenomen. Sinds het bezoek van Rydz-Smigly aan Parijs en het sluiten van de Poolsche leening valt er in de Poolsch-Tsjechische betrekkingen in ieder geval een aanzienlijke ontspanning waar te nemen, die een constructieve samenwerking mogelijk maakt. Wat wil Duitschland? Wat is het eigenlijke doel van de Duitsche perscampagne? Welke aanspraken stelt het Derde Rijk? Men meent in Praag, dat de Duitsche politici hun eischen met voorbe dachten rade zoo vaag stellen, om iedere overeenstemming met Praag onmogelijk te maken. De druk wordt echter op den duur ondragelijk en derhalve wenscht Praag op heldering. Duitschland heeft het woord de Duitsche aanspraken moeten duidelijk ge formuleerd worden, opdat Praag daarte genover zijn houding kan bepalen. Het is zeer waarschijnlijk, dat de belangen van de beide staten niet zoozeer uiteen loopen, als het op dit oogenblik schijnt. Duitschland wil den invloed van Moskou niet grooter zien worden. Tsjecho-Slowakije voelt zich bedreigd en zoekt, daar hulp, waar het deze wellicht niet eens krijgen kan. Want het is de vraag, of de U.S.S.R. haar verplichtingen inderdaad onder iedere omstandigheid zal nakomen: de situatie in Rusland zelve is o-p het oogenblik zoo, dat in geval van oorlog een revolutionnaire beweging tegen Stalin niet geheel tot de onmogelijkheden behoort. Tsjecho-Slowakije mag nimmer vergeten, dat Midden-Europa cultureel tot West-Eu ropa behoort. Oost-Europa heeft zijn eigen problemen en ideeën. Praag mag zich niet ZAL OOK DUITSCHLAND ALS GARANT OPTREDEN? Mevrouw Tabouis schrijft in „l'Oeuvre" dat de Führer op 30 Januari België de ver zekering zal geven, dat Duitschland het precies dezelfde verzekeringen zal geven als Frankrijk en Engeland hebben gedaan. Dat wil zegsren, algeheelen bijstand met of zonder wederkeerigheid. De Duitsche verzekering zal Bel gië zeer zeker veroorloven terug te keeren tot de positie van volkomen neutraliteit. Indien België uit Berlijn de plechtige ver zekering ontvangt, dat Duitschland zijn ge bied niet zal schenden, waarom zou België dan nog voortgaan met de politiek van her bewapening, welke in dat land zoo onpopu lair is? Er is geen twijfel, dat dit deel van de redevoering van Hitier allen Europeeschen kanselarijen te denken zal geven, want men weet, wat het voor Parijs en Londen kan beteekeneu, niet op België te kunnen reke nen. De „Eoho de Paris" over de Bel gische neutraliteit. De „Echo de Paris" levert op bovenbe doeld bericht het commentaar, dat het doel' der Rijksrcgoering blijkbaar is alles, wat in haar macht is te doen om alle uitzonderlij ke voorwaarden van een Belgische neutrali teit, zooals deze in 1014- bestond, te herstel len on het der Belgischo regeering moeilijk te maken met Frankrijk en Engeland de fensieve regelingen te treffen, laten oriëntaliseeren In het hijzonder niet op het oogenblik, dat er een West-Euro- peesch eenheidsfront in wording schijnt te zijn. Praag en oen paot van vier. De politieke toekomst van Europa schijnt er van af te hangen, of het Mussolini ge lukt, zijn oude plan tot een pact van vier in de werkelijkheid om te zetten. Daarmede zouden de vier West-Europeesche groote mogendheden Engeland, Duitschland. Ita lië en Frankrijk -meesters van de situ atie zijn. Na de Middellandsche Zee-overeenkomst met Engeland en de huidige besprekingen met Goering schijnt de duce weer nader dan ooit bij de verwezenlijking van zijn plan te zijn. Hoewel 'n dergelijke combinatie in strijd is met de traditioneele Tsjechische politiek, zou Praag toch met do uitvoering van dit plan willen instemmen, indien liet er verzekerd van kan zijn, dat de vrede in dat geval behouden blijft. Men moet het ijverige en vredelievende Tsjechische volk kennen, om dit te begrijpen. De verantwoor delijke Tsjechische politici hebben alles ge daan om in het binnenland, ondanks zijn ingewikkelde ethnografische constellatie al le nationale tegenstellingen te overbruggen. En ook indien hun dit niet in alle opzichten gelukt is, zal toch niemand hun goeden wil kunnen ontkennen. Duitschland kan, om tot een positief po litiek resultaat te geraken, ten volle op de zen Tsjechischen wil tot den vrede reke nen. Tegelijkertijd moet het Derde Rijk dan echter aan zijn eischen, voor zoover deze gerechtvaardigd zijn, een duidelijke omlij ning geven, om niet van een vrede versto rend dynamisme te kunnen worden be schuldigd. Concludeerend kan men zeggen: Praag is ongerust, maar toch niet al te pessimis tisch gestemd. De heftigste aanvallen zijn tenslotte dragelijk, indien men slechts de werkelijke bedoelingen kent en een over eenstemming mogelijk lijkt Dit laatste mag men in Berlijn niet over het hoofd zien. Het bestaat, volgens Alvarez del Vayo slechts in de verbeelding. De Spaansche minister van buitenland- sche zaken, Alvarez del Vayo, heeft den cor respondent van de „Daily Herald" te Parijs, een onderhoud toegestaan en daarin ver klaard, dat het „bolsjewisme" in Spanje slechts in de vez'beelding bestaat van hen, die dit sprookje in de wereld hebben ge bracht en die een voorwendsel zoeken om verandering te brengen jn. den stand van zaken in de Middellandsche Zee en in Afrika. ALVAREZ DEL VAYO. Spaansch minister van buitenlandsche zaken. Het Spaansche volk heeft bij de laatste verkiezingen bewezen, dat het slechts in vrede wil leven onder een democratisch re giem, dat uit een oeconomisch en intellec tueel standpunt bezien zeker zeer geavan ceerd is, doch innig gehecht blijft aan de vrijheidsbeginselen. De tegenwoordige politieke situatie is het resultaat van den oorlogstoestand. Geen on zer acht den huidigen stand van zaken ideaal. Dat zullen wij na den oorlog bewijzen door zoo snel mogelijk de democratische vrijhe den met inbegrip van godsdienst, te herstel- Engeland te liberaal om een li berale partij noodig te hebben? (Van onzen V.P.B.-correspondent.) Londen, 20 Januari 1937. De Engelsche liberalen, die sind jaren bij iedere verkiezing in een hopelooze minder heid gebleven zijn, hebben thans het besluit genomen tot het organiseeren van een groo ten propaganda-veldtocht, om opnieuw in het liberaalste aller landen een sterke libe rale partij op de been te brengen. Aan dezen propaganda-veldtocht. nemen natuur lijk slechts de z.g. oppositioneele liberalen deel; de overige groepen van de eens zoo groote liberale partij, de Simon-liberalen, zijn reeds door hun deelname aan de na tionale rcgecring verhinderd, aan deze ac tie hun steun te verleenen. Voor elke propaganda is intusschen geld noodig. In de politiek niet minder dan in het economische leven. Dientengevolge heeft de liberale partij-organisatie haar strijd de zer dagen ingeluid met een oproep in de liberalen bladen, die niet minder dan een gchoele pagina beslaat. In dezen oproep wordt aangespoord tot het schenken van giften. Men heeft minstens 50.000 pond sterling per jaar noodig. De oproep richt zich tot de „vijf millioen ver klaarde liberalen" en bovendien tot de „millioenen andere mannen en vrouwen, die liberaal gezind en van liberalen geest ver vuld zijn". Vlammende opschriften, verlucht met een teekening van een jonge fakkel- draagster verkondigen, dat „het overwin nende liberalisme waardigheid, grootheid en vrede zal herstellen" Neutrale politici, die den nieuwen veld tocht van de liberalen reeds lang verwacht hadden, beoordcelen de kansen ojï succes vrij gering en gelooven niet, dat deze pro paganda tot een wedergeboorte van de op: positionccle liberale partij zal leiden. Zij basecren hun twijfel op de these, dat het po litieke systeem en het partijleven van Enge land reeds zoozeer van den traditioneelen liberalen geest, doordrenkt is, dat er voor een speciale liberale partij nog slechts oen smalle operatiebasis overblijft. Dat hebben volgens de meening van deze politici de verkiezingsresultaten van de laatste tien ja- ren niet. alle duidelijkheid aangetoond en men is dan ook cenigermatc verrast over het feit, dat de oproep zich „tot. vijf milli oen verklaarde liberalen" richt, terwijl toch de verkiezingen van November 1935 den li- stemmon brachten. Indien men beralen van de oppositie slechts 1.370.000 daarbij zelfs de 866.000 stemmen van de re- gecringsgetrouwe Simon-liberalen telt zijn de vijf millioen nog lang niet bereikt. LUITENANT BAILLIE-STEWART VRIJ GELATEN. Luitenant Baillie Stewart, bekend onder den naam „de officier van den Tower", is Woensdag in vrijheid gesteld. Zooals men zich zal herinneren, was lui tenant Baillie Stewart tot vijf jaar gevan genisstraf veroordeeld wegens het verraden van militaire geheimen aan een buitenla.id- sche mogendheid. Hij heeft gratie gekregen voor een deel van zijn straf en zou de vol gende maand in vrijheid worden gesteld, doch Dinsdag j.1. is zijn vader, kolonel Baillie-Wright, overleden en hierom is hij eerder vrijgelaten. ONTPLOFBARE STOFFEN AAN BOORD VAN BUITENLANDSCH SCHIP ONTDEKT. Gister zijn aan boord van een buiten- landsch stoomschip, dat in de haven van Barry (Glanmorgansbire), Wales) ligt, ont plofbare stoffen ontdekt. De kapitein van het schip heeft verklaard, dat het gevaarlijke goedje misschien be stemd was voor verkoop aan de inboorlin gen van Guyana, DE VERSTERKING VAN HELGOLAND. De „Manchester Guardian" meldt: ,J)e versterking der Duitsche eilanden in cle Noordzee is sedert begin December gemten- sifeerd. Ongeveer 80 zware kanonnen zijn op Helgoland opgesteld. Ondergrondschc vliegvelden, tuighuizen on 'benzinetanks, gelegen op een diepte van 25 M. zijn thans voltooid. Poolsche motorlogger op de Duitsche kust gestrand De gedeeltelijk Nederlandsche bemanning gered. Volgens te Scheveningen ontvangen be richt is op de kust van de Oostzee, 70 mijl van Kiel, gestrand een Poolsche motorlog ger, eigendom van de N.V. Visscherij Maat schappij Mewa te Scheveningen, schipper Corn. de Graaf, uit Scheveningen. De bemanning, bestaande uit 9 koppen, onder wie eenige Scheveningers, is door eeri reddingboot van het schip gehaald en te Prerow behouden aan wal gebracht. Het schip was geladen met 500 kantjes haring, die de „GDY 126" in Gdynia (Polen) moest afleveren. De oorzaak van de stranding is een hevige sneeuwstorm, waarbij nog kwam, dat de zee ten deele met ijs geblokkeerd was. Nog enkele schepen van dezelfde maat schappij, die ook naar Gdynia onderweg zijn, zijn in Kiel binnengeloopen. Nieuwe brandstof voor auto's De Indische regeering moedigt onderzoek aan. Het College van burgemeester en wethou ders van Bandoeng diende een voorstel in om een subsidie te verleenen aan het. labo ratorium van Prof. Mom, ter bestudeering van imhoff-tankgas, waarvan het hoofdbe standdeel is methaan, welk gas bruikbaar is voor brandstof voor gemeente-auto's. Prof. Mom deelde mede, dat het tijdstip waarop benzine grootendcels door lankgas kan worden vervangen niet meer veraf is. Ook de regeering verleent een subsidie aan het onderzoek. 90.000 Christenen aan de kust van Malabar getuigen nog van Apostel Thomasarbeid. Men schrijft ons: Men kent delegende volgens welke de apostenlen na het eerste Pinksterfeest de geheele wereld in twaalf deelen zouden hebben verdeeld, waarvan elk een stuk te kerstenen kreeg. Petrus zou eerst Antiochië en later Rome als centrum van zijn werk zaamheid hebben gehad, Johannes zou in Klein-Azië zijn zending hebben gedreven, Jacobus de jongere zou de kerk .te Jerusa- lem hebben bestuurd. En zoo zou de apostel Thomas ver naar het Oosten zijn getrokken, naar de streek die tegenwoordig Afghanis tan heet en Perzië ja zelfs nog verder naar Voor-Indië, waar hij aan de kust van Mala bar zou hebben gearbeid. Er is hier veel bij, dat niet door histori sche bronnen gedekt wordt doch zeker is in ieder geval dat alle apostelen tot de predi king van het evangelie zijn uitgetrokken. En evenzeer is bet een feit, dat de Chris tenen aan de kust van Malabar zich er op beroemen door Thomas tot het Christendom te'zijn bekeerd. Vandaar dat zij dan ook tot den huidigen dag den naam van Thomas- Christenen dragen. In totaal telt men on geveer 900.000 van deze Thomas-Christenen, waarvan 400.000 een geheel onafhankelijke gemeenschap vormen. Wat is er nu waar van die reis van Tho mas en hoe beleden die Thomas-Christenen hun godsdienst, zal men vragen. Een Neder lander de Nijmeegsche hoogleeraar prof. dr. D. Franses, is op grond van zijn onder zoekingen tot de conclusie gekomen, dat Thomas wel degelijk in Voor-Indië heeft gewerkt. Een geschrift uit het. begin van de derde eeuw, cle Acta Thomas, doet den apostel in Indië werken, .waaruit, op zich zelf niet veel is op te maken, daar Indië vooral in dien tijd 'een zeer ruim begrip was. Origenes, die tezelfder tijd leefde, doet Thomas onder de Parthen werken, dus al iets meer bepaald. Tusschen de havens aan dc Roode Zee en die van Voor-Indië bestond in het begin onzer jaartelling een druk handelsverkeer. De bekende schrijver Pli- nius zegt, dat Rome jaarlijks voor 12 mil lioen uit Arabië, Indië en China betrok. In Voor-Indië zijn talrijke Romeinsche munten gevonden. En daar de handel evenals tegen woordig voornamelijk door Joden gedreven werd, is er dus niets tegen om aan te ne men, dat Thomas omstreeks dat jaar 46 eens meegereisd is met een handelaar. Tho mas zou in Karatsji relatien hebben ge had met een zekeren koning Cundaphorus. Jongere onderzoekingen hebben nu- bewe zen, dat een koning van dezen naam inder daad omstreeks dien tijd aldaar heeft ge regeerd. Wat het Noord-Westen betreft kan men uit deze en andere meer gedetailleerde gegevens met vrij groote zekerheid aflei den, dat Thomas daar gewerkt heeft. ZATERDAG 23 JANUARI. Hilversum L VARA-UItzending. 10.00 v.m. en 7.30 n.m. VPRO. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voordracht en Gramofoonplaten 12.00 Gramofoonplaten. 12.30 Melody-Circle. 1.151.45 De Flierefluiters en zang. 2.00 „Rat, lice and histry", causerie. 2.20 Vervolg concert. 2.50 „Uit Filmland". 3.15 Schaakpraatje. 3.30 R'damsch Philh. Orkest er. - i. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Vervolg concert. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 De Wielewaal en toespraak. 7.00 Betuwsche uitzending. 7.30 Bübelvertellingen, causerie. 8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia 8.15 Ramblers. 8.45 VARA Groot-orkest. 9.15 Voordracht. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg concert. 11.00 Berichten. 11.0512.00 Gramofoonplaten. Hilversum n. KRO-Uitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Orkest en Gramofoonplaten I.20 De KRO-Melodisten en zang. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Gramofoonplaten. 3.05 Kinderuur. 4.05 Gramofoonplaten. 4.15 KRO-Orkest en Gramofoonplaten. 5.30 Gramofoonplaten. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonplaten. 6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Gramofoonplaten. 7.00 Berichten. 7.15 Kath. RVU. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeellingen. 8.10 Overpeinzing en concert. 8.30 KRO-Orkest, de Cavelli's (a' KRO-Melodisten en Gramofoonple 10.30 Berichten ANP. Gramofoonpla 10.40 Intern, sportreveu. 10.55 De KRO-Boys en zang. II.2512.00 Gramofoonplaten. Op 1 Mei loopt de thans van kracht zijnde wet at Wat de voorgeschiedenis van het probleem leBrt. (Van onzen V.P.B.-correspondent). Washington, 20 Januari 1937. Het Amerikaansche congres heeft welis waar reeds in de eerste dagen van de nieuwe zittingsperiode door een gelijkluidend besluit van de beide huizen de geldigheid van de neutraliteitswet tot de burgeroorlogen en dus ook tot het Spaansche conflict uitge breid, maar daarmede is het werk van het congres ten aanzien van dit bijzonder be langrijke vraagstuk nog geenszins afgcloo- pen. Op 1 Mei a.s. houdt de tegenwoordige wet n.1. op van kracht te zijn en zal dus vernieuwd of door een andere wetgeving vervangen moeten worden. Wederom zal men zich dus in de komende weken met het principieels probleem der betrekkingen tusschen oorlogvoerende en neutrale staten moeten bezighouden en wederom zal men zich voor de principieele vraag gesteld zien, of men het als een goede politiek moet beschouwen, zich de uit bui tenlandsche oorlogen voortspruitende winst mogelijkheden ten voordeele te maken en daarom het zwaartepunt op de bescherming van den eigen handel en de eigen scheep vaart in dergelijke oorlogen te leggen, of wel dat men de geheele neutraliteitspolitiek in dienst moet stellen van de taak, de Ver- eenigde Staten onder alle omstandigheden buiten buitenlandsche venvikkelingen te houden. Terug naar Thomas Jefferson. Toen het Congres in het afgeloopen jaar tot de laatste politiek besloot, knoopte het vast aan een traditie, die nog tot in cle dagen van den derden president van de Vereenig- de Staten, Thomas Jefferson, teruggaat. Maar ook het andere alternatief, dat door Washington in voorafgaande periodes ge volgd was en waarmede het Congres het vorige jaar brak, gaat in zijn oorsprong tot de vroege geschiedenis van de Vereenigde Staten terug. De eerste kwart eeuw der Amerik«%an- sche geschiedenis, die met het tijdperk van de Fransche revolutie en Napoleon samen viel, was een periode van experimenteeren op het gebied der neutraliteitspolitiek. Men nam proeven met de bovengenoemde, elkaar tegensprekende theorieën, geraakte echter niet tot een nauwkeurig vastgestelde poli tiek en het practische resultaat was een nimmer formeel verklaarde zee-oorlog met Frankrijk en de Engclsch-Amerikaanscho oorlog van 1812. Reeds eenige jaren voor dezen tweeden oorlog, bij den breuk van den Engelsch- Franschen vrede van Amiens in het jaar 1803, begon de gedenkwaardige historische demonstratie van het Amerikaansche neu- traliteitsprobleem. De op dezen vredesbreuk volgende decreten van Napoleon over het continentale stelsel en de daaruit voort vloeiende Engelsche kabinetsverordeningen brachten aan den handel en scheepvaart van de Vereenigde Staten, wier aanspraken op neutraliteitsrechten op krasse wijze voor bij werden gegaan, jarenlang groote moei lijkheden. Van 1803 tot 1807 werden door Engeland 528 en door Frankrijk 389 Amerikaansche schepen in beslag genomen. In de Vereenigde Staten werd bittere critiek op dezen toe stand uitgeoefend, maar men durfde toch niet tot actieve tegenmaatrege len in het belang van de Amerikaan sche scheepvaart te besluiten, ook niet, toen Engeland door Nelson's overwinning bij Trafalgar tot de alles beheerschende zeemacht en tegelijkertijd tot de voornaamste hindernis voor den Amerikaanschen handel met Europa geworden was en de Amerikaansche animositeit zich dientengevolge steeds meer tegen Groot-Brittannië richtte. President Jefferson gaf er in December 1807 de voorkeur aan, den Amerikaanschen schepen het vertrek naar de havens van de oorlogvoerende landen te verbieden. De Amerikaansche zeemacht werd met de uit voering van dit embargo belast. De andere politiek- Maar ontevredenheid onder de bevolking van de Vereenigde Staten kon niet uitblij ven, daar nu binnen den tijd van een enkel jaar de uitvoer met 75 pet. en de invoer met 50 pet. daalde, wat een ernstige economische crisis tengevolge had. Vooral het op den uit voer van landbouwproducten aangewezen zuiden en westen en de Nieuw-Engelsche handelskringen protesteerden heftig tegen het embargo, met het resultaat, dat dit na een toepassing van 14 maanden tot de naar Engeland en Frankrijk gaande schepen be perkt werd en dat daarna, in 1809, de aan het bewind komende president Marlison overging tot een politiek van onderscheid tusschen de verschillende oorlogvoerende mogendheden, met dien verstande, dat de mogendheid, die het best de Amerikaansche neutraliteitsrechten in acht nam, zou worden begunstigd. Doch nieuwe moeilijkheden en tenslotte de voor den Amerikaanschen han del en scheepvaart welhaast catastrophale oorlog van 1812 met Engeland lieten zich ook door deze maatregel niet verhinderen. Zoo eindigde de Amerikaansche neutrali- teitsstrijd van den Napoleontischen tijd, zon der dat er een oplossing gevonden was. Eerst thans heeft men het neutraliteitsvraagstuk weer even scherp gesteld als toendertijd. In de latere jaren van de negentiende eeuw heeft men dit vraagstuk verwaarloosd en zulks had voor Amerika tengevolge, dat het eveneens in den wereldoorlog verwikkeld werd. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7