Hoe ik den eersten
Panda ving
EEN PHILIPS RADIOTOESTEL
EEN SIMPLEX HEEREN- OF DAMESFIETS
EEN ZILVEREN HEEREN- OF DAMESHORLOGE
Fa Sn LEVELT
Uit onze Omgeving
Feuilleton
HET RAADSEL
Huis
Dit jaar bestaat onze firma 125 jaar, gedurende welken tijd zij steeds de bekende
prima Sterkoffie en Sterthee met stijgend* succes heeft verkocht. Om ook ónze clien
tèle in dit jubileum te betrekken, stellen wij beschikbaar:
voor hen, die uit het opschrift van deze advertentie „Sterkoffie en Sterthee jubilee-
ren'' de meeste, bestaande Nederlaiidsche woorden (oude spelling) weten te vormen
en aan ons vóór 1 Mei 1937 inzenden.
Voorwaarden voor deelname:
Voor ieder ingezonden woord moet een sluitétiket met klein Sterretje, geknipt van een zak
Sterkoffie of Sterthee worden bijgesloten.
Ieder woord mag niet meer letters van één soort bevatten dan totaal in het opschrift
voorkomen; alle woorden moeten verschillend zijn.
Alle inzendingen moeten ons vóór 1 Mei 1937 franco worden toegestuurd.
Bovendien ontvangt ieder deelnemer, die minstens 8 woorden en sluitétiketlen heeft
ingezonden een jubileumgeschenk. Dit geschenk heeft U direct, want het opschrift
geeft U zoo zonder meer reeds 4 van de acht woorden.
STER KOFFIE
Prins Hendrikkade 26
AMSTERDAM.
STER THEE
MRS. HARKNESS VERTELT.
DE LAATSTE WILSBESCHIKKING
VAN DEN ZOÖLOOG.
EEN PANDA-JONG LEVEND GE-
VANOEN.
DE MELKFLESCH IN DE BEREN
HUID.
Dezer dagen circuleerde in de bla
den ©en foto van twee merkwaar
dige Tibetaansche pelsdicren, waar
van hot eerste exemplaar onlangs
door een Amerikaanschc reizigster
naar Amerika is gebracht. Eerst
thans bereiken ons uit Shanghai de
bijzonderheden over deze avontuur
lijke vangst.
In Juli 1936 verscheen te Shanghai e?n
Amerikaansehe dame, een zekere Mis. Mark-
ness. die den Chineoschen autoriteiten ver
gunning verzocht om Noord-West Czo-chu-
an tc bereizen. Ze maakte er geen geheim
van dat haar slechts één doel voor oogen
stond den eersten panda levend naar haar
vaderland te brengen.
Uit de vreemdelingenacten der Chince-
schc autoriteiten bleek, dat twee jaar tevo
ren de naam Iiarkness ook reeds was ver
meld. Toen was het een ontdekkingsreiziger
die vergunning aanvroeg, doch hij werd
ziek en stierf, nog oer zijn papieren in orde
Waren. Deze Iiarkness. een bekend Amori-
kaansch zoöloog, liet zijn echtgenoote een
groot vermogen na en oen uitvoerig testa
ment, waarvan de voornaamste bepaling
luidde: „Voltooi de taak. die ik niet neb
kunnen volbrengen: breng den eersten pan
da levend naar Amerika!"
In 1868 voor de eerste maal ontdekt!
De diersoort waar het hier om handelt,
staat in de wetenschappelijke wereld omlei
den naam van reuzen-panda bekend. Dit
eigenaardige dier komt slechts voor in en
kele zeer bepaalde stroken van Azië en wel
in het reeds genoemde Noordwestelijke Sze-
chuan. De eerste reuzenpando werd in het
jaar 1SGS door den missionaris en natuur-
vorscher Abbé Armande David ontdekt.
Voor dien tijd had men reeds een soort
dwerg-panda in het Zuid-Westen van Nepal
gevonden. In de 60 jaren, die op de eerste
ontdekking van. den reuzen-panda volgden,
kreeg geen blanke jager het vreemde dier
meer tc zien. Af en toe bracht oen in-
heomsch jager een schedel en een gedroogd
vel mede, welke buit telkens weer de groot
ste belangstelling bij de zoölogen wekte.
Doch van de levenswijze van het dier wtet
men niets af.
De eerste panda geschoten.
In 1928 slangden eindelijk dc broeders
Kermit en Theodore Roosevclt, een bloedver
want van den Amerikaanschen president,
erin, na wekenlangon strijd met dc woe
dende elementen tijdens een zwaren
sneeuwstorm een reuzen-panda neer te log
gen. In de daaropvolgende jaren gebeurde
ditn og drie maal. Doch men had alle hoop
reeds opgegeven, ooit een reuzen-panda le
vend thuis te brengen. Dc moeilijkheid om
dit gedaan te krijgen, was vooral hierin ge
legen, dat het transport van het gebied
waar de panda leeft, naar de Chineesche
kust zoo buitengewoon gevaarlijk is. Toch
kon men uit de verkregen vellen en sche
dels reeds vaststellen, dat deze panda's een
op zichzelf staande dierenfamilie moesten
vormen en ongeveer als een kruising tus-
sehen den Aziatischen beer en den wasch-
becr konden Worden gekarakteriseerd. Ken
merkend is; dat zelfs de voetzolen van het
dier niet baar zijri begroeid. De schedel is
buitengewoon groot en do kaken zijn bezet
mot geweldige kiezen. Deze kiezen wijzen er
mogelijk op, dat de reuzen-panda vroeger
vleosfheler is geweest. Tegenwoordig leeft
hij uitsluitend van plantenkost, en wel
hoofdzakelijk van bamboespruiten.
Toen Mrs. Harkness en haar Chineesche
assistont Quentin vertrokken, hadden zij
slechts een zeer vaag signalement van den
reuzen-panda. Het dier moest ongeveer zoo
groot zijn als een middelmatige beer, doch
een langeren staart, een witten kop en een
wit lichaam met zwarte kringen om de
oogen, zwarte pöoten en een zwarten band
over de schouders hebben. Mrs. Harkness
had op haar tocht een haast onwaarschijn
lijk geluk.
Toen zij nog maar veertien dagen in
het gebied van den panda was, werd zij ver
rast door een wijfjespanda, die in een hol
len boom had gehiiisd en het bij de nade
ring der vreemdelingen op een loopen zette.
Doch in den hollen stam had de moeder
een klein panda-jong achtergelaten. Hier
was dus het zoozeer begeerde dier in leven
de lijve en het kwam er nu slechts op aan,
dit jong van de moedermelk te doen over
gaan op ander voedsel dan bamboespruiten,
want in geen enkelen Amerikaanschen of
Európoeschcn dierentuin zou men. het hier
van voldoende kunnen bezorgen.
De nagemaakte bereranoeder.
Nu brak er een tijd van moeite en zorgen
aan voor Mrs. Harkness en Quentin Young.
Het kleine beest wilde eerst niets met dc
menschen te maken hebben. Young moest
daarom zijn pelsjas omkeeren, met liet bont
naar buiten, flink grommen en den kleinen
panda de melkfleseh met den speen door het
armsgat van de jas voorhouden. Het dier
werd toen wat vertrouwelijker en meende
blijkbaar, dat dat grommende wezen in
de pelsjas werkelijk zijn moeder was. Doch
dit was nog niet hun eenige zorg. Ze moes
ten bovendien het kleine dier droog hou
den. Hiervoor offerden de Amerikaansehe
en haar Ghineesche helper geleidelijk al hun
ondergoed op en later ook hun bontvesten,
hun sweaters, hun dek en al wat hun ver
der nóg aan stoffen overbleef. Zij leden kou
doch de panda-baby voer er wel bij. Hij be
reikte gezond en wel >de kust, waar hij aan
boord van het schip, dat hem naar Amerika
zou brengen, gemakkelijker kon worden ver
zorgd.
„Ik laat de baby geen
oogenblik alleen."
Toch had Mrs. Harkness ook tijdens den
overtocht nog de handen vol aan dc verzor
ging van haar kostbaren tochtgenoot. „Ik
wil hem geen minuut, geen seconde uit het
oog verliezen. Ik ben zoo met hem ver
trouwd' geraakt, dat ik al .voel, wanneer hij
honger heeft en zal gaan janken. Of eigen
lijk janken doet hij niet, hij huilt net als
een klein menschenkipd. En nu heb ik ook
geen binnenste buiten gekeerde bontjas
meer noodig, om hein zijn.flesch te laten
drinken. 'Hij heeft zijn natuurlijke moeder
al lang vergeten."
Op deze wijze is Mrs. Harkness, ten
koste van veel moeite en ontbering er in
geslaagd- de opdracht van haar gestorven
echtgenoot ten uitvoer te brengen en daar
mede tevens de Ayefcnschap een onschat-
baripi dienst -bewijzen. -
(Nadvuk .verbodén).
HAREKKARSPEL
dirkshorn.
De Vereen, voor Ontwikkeling en Ont
spanning (V.V.O.) hield Dinsdagavond haar
algcin. vergadering in café Pijper.
In zijn openingswoord kon voorzitter dc
heer W- Kistemaker slechts een klein aan
tal bezoekers welkom hect-en.
Echter mocht hij daarin tevens zien een
bewijs van vertrouwen ten opzichte van het
bestuur. Spr. wees tevens op den gezonden
toestand waarin de vereen, verkeert, en
haalde ook den gestadiecn groei van het
aantal leden (dat momenteel 120 bedraagt)
aan als bewijs, dat hetgeen door de vereen,
gebracht werd, tót -nu toe groote waardec-
ring ondervindt.
De notulen der vorige vergadering werden
zonder opmerking onder dankzegging aan
den secretaris goedgekeurd en vastgesteld.
Bij hot. punt. mcdédeelinpen; deelde voorz.
mee, dat evenals vorig jaar geschiedde, ook
nu weer de leden voor de uitvoering op 7
Febr. door de Maskerspelers hun plaatsen
Winternacht in het gebergte
tot 8 uur gereserveerd zullen vinden.
De rekening over 1935-'36 gaf de volgende
uitkomsten: ontvangsten tentoonstelling
f 132.09, uitgaven idem f 176.62, nadeelig
saldo f 44.53. Met inbegrip der verloting
werd dit nadeelig saldo omgezet in een
bate van f 32.58.
Het financieel verloop der vereen, over het
tijdvak 1 Nov. 1935 tot en met 16 Dee. 1936
was als volgt: totaal ontvangsten f 769.601/»,
uitgaven f 623.71. Saldo f 145.89V£.
De financieele commissie tot nazien dezer
rekening, gevormd door de hoeren L. Groot
en P. Iloman bracht een zeer gunstig ver
slag over haar bevindingen uit en voorzitter
bracht d«en heer P. Tijsen als penningmees
ter den dank der vereen, over voor het accu
rate verzorgen der boekhouding.
Tot leden der financieele commissie 1936-
'37 werden benoemd Mcj. N. Bruin en den
heer L. Groot. Van nu af werd besloten
om één der commissieleden 2 jaar zitting te
laten houden.
De periodiek aftredende bestuursleden W
Kistemaker en A. van Dijk werden bij ac
clamatie herkozen en namen hunne be
noeming wederom aan.
Bij de rondvraag werd gevraagd of dit jaar
nog een tentoonstelling zal worden gehou
den. Het bestuur meende om dit jaar met
het oog op verminderde belangstelling eens
over te slaan. Een voorstel uit de vergade
ring om de „mogelijkheid van het houden
van een wedstrijd op voordracht gebied te
onderzoeken, werd uitvoerig besproken. De
ze zaak zal nader worden uitgewerkt. Nog
werd besproken de inrichting van den laat-
sten avond, waarbij besloten werd om even
als vorig jaar voor een aantal stukjes ver
schillende menschen te zoeken en dus alles
trachten te doen als vorig jaar.
Hierna sluiting onder dankzegging voor
de aangename samenwerking.
BARSINGERHORN
Woensdagavond werd ten huize van den
heer A. de Graaf alhier een bijeenkomst ge
houden om te komen tot de (^richting van
een afdecling van den Bond van Boerinnen
en andere Plattelandsvrouwen.
Mevr. Schoorl—Kcetman heette de aanwe
zigen hartelijk welkom, in het bijzonder
Mevr. VisserBakker uit Wieringenvaard,
en sprak er haar genoegen over uit, dat on
danks het ongunstige weer zoovelen van,
hare belangstelling blijk gaven. Zij gaf
ver,volgens het woord aan Mevr. Visser, die
het doel en het streven van een dergelijke
afdecling op duidelijke wijze uiteenzette en
sprak tenslotte den wcnsch uit, dat er in
Barsingerliorn een groote, krachtige en ac
tieve afdecling zou komen. Tot de definitie
ve oprichting werd hierna besloten en reeds
gaven zich 43 dames als lid op.
In verband met het feit. dat het bekend
was, dat ook vanuit Haringhuizen en Kol-
horn belangstelling bestond voor een der
gelijke vereeniging en vrijwel geen dames
uit die dorpen, waarschijnlijk door het'
slechte weer, aanwezig waren, werd beslo
ten de volgende week Woensdag wederom
een vergadering te houden... teneinde te
komen tot do verkiezing van een Bestuur
en .de vaststelling van de noodige regle
menten.
Mevr. Schoorl dankte de spreekster voor
de wijze, waarop zij dc vergadering had
voorgelicht en sloot de bijeenkomst met
den wensch, dat allen de volgende weck
weer aanwezig zouden zijn.
ANNA PAULOWNA
Biljarten.
De laatste onderlinge competitiewedstrijd
van de biljart vereeniging Anna Paulowna
ging tusschcn groep 3 en groep 6. Bij de
laatste groep vielen voor Jb. Rozenbroek
in W. Alkemade en C. Slikker.
Bij groep 3 won: Gr. Philipscn 32 van W.
Alkemade 47; C. Philipscn 50 van P. Ro-
zonbroek 58; N'. Jonker 60 van F. Alkemade
39. C. Slikker 2iS (tc maken 300) en K. dc
Groot 3S; P. Alkemade 40 van K. de Groot
32.
Bij groep 6 won: P. Rozenbroek 60 van G.
Philipscn 11. N. Jonker 34 en P. Alkemade
35; W. Alkemade 54 van P. Alkemade 35; C.
Slikker 100 (over band?) van C. Philipscn
15; F. Alkemade 43 van C. Philipsen 8, P.
Alkemade 26 en Gr. Philipsen 18: K. de
Groot 46 van Gr. Philipsen 27 en C. Philip
sen 42.
Groep 6 won dus met 10 tegen 6 van
groep 3.
Een opwindende jacht.
VAN HET
ONBEWOONBARE
Naar het Eogelach bewerkt door
THEA BLOEMERS
3)
HOOFDSTUK I.
„Precies", zei mg'nheer Berry, „precies".
George Forsham die tegenover hem zat,
droogde met een vloeiblad zgn handteekenlng
en gaf het papier zwggend en met gefronste
wenkbrauwen aan den heer Berry.
,,'t Is naturlgk een erg schecve positie",
sprak George Forsham. „Maar dat zal ons
niet helpen om... eh... het huis te verhuren."
„Staat het dan al zoo lang leeg?" vroeg de
notaris.
De deftige cliënt keek bedenkelijk.
„Sinds m\jn tante Georgina gestorven is,
dat ia vier jaar geleden. Ik besloot het
kasteel en de villa beide te verhuren, en dat
kostte geen moeite. Bronson huurde het
kasteel en op de villa kwamen de dames Tul-
kinghorn, heel rustige, nette bewoners.
Maar toen ze er veertien dagen woonden,
vertrokken ze weer; zei zeiden, dat het er
spookte."
„Oudé dames hebben wel eens last van ze
nuwen". merkte de heer Berry op.
George Forsham fronste de wenkbrauwen
nog meer.
„Hun overhaast vertrek maakte een heel
slechten indruk. Het huis is na dien tijd nog
tweemaal verhuurd, maar den eersten keer
was het maar twee dagen bewoond, den
tweeden keer nauwelijks vier en twintig uur.
Telkens kwam dat malle gerucht weer boven,
dat het er spookte. Hebt u ooit zoo'n onzin
gehoord, mijnheer Berry? Het huis, waar mijn
grootmoeder in gewoond heeft, waar tante
Georgina en tante Harriet hun heele leven
hebben doorgebracht... vrouwen met gezond
verstand... 't Is ongelooflijk!"
„Hebt u 't er zelf wel eens geprobeerd?"
informeerde de heer Berry.
„Maar waarde heer, ik kan er geen dienst
bode of bediende naar toe krijgen! Er loopen
in het dorp allerlei belachelijke praatjes,
geen mensch zou er willen slapen, al bood je
hem een fortuin. Mijn broer Julian en ik zijn
er een paar nachten geweest, toen hij den
laatsten keer thuis was. We zagen natuurlijk
niets. Maar dat hielp de praatjes de wereld
niet uit. Integendeel. De dorpelingen beweren,
dat de spoken een Forsham nooit iets zullen
doen... omdat 't zelf Forshams zijn!"
De cliënt lachte even, schoof zijn stoel ach
teruit en stond op.
„U noemde zooeven uw broer Julian", zei
de heer Berry, eveneens opstaand. „Volgens
de „Times" is hij in Italië, maar ik meen
toch stellig hem vanmorgen op 't Embark-
ment gezien te hebben. Ik wilde hem niet aan
spreken. maar ik had toch graag, dat hij me
een half uurtjè tgd gaf, ik zal zorgen dat
er geen reporters in de buurt zijn".
George Forsham deed verstrooid. Hg keek
over den notaris heen en mompelde: „Ja... o,
juist." Toen ging hij naar de deur. Met den
knop in de hand bleef hij staan en zei:
„Om nu nog even terug te komen op. dat...
eh... voorstel. Ik voel het als een smaad voor.
de familie, dat de villa lteg staat. Als u
iemand kunt vinden, die als een geschikte
huurder kan worden beschouwd dat wil
zeggen iemand van goede familie dan be
taal ik dien persoon tweehonderd pond, mits
hg een half jaar op de villa blijft wonen, zoo
dat er aan die mallè geruchten een einde
komt. Als hij vóór dien tijd vertrekt, moet hij
't geld terugbetalen. U moet maar zien, dat
u daar voldoende waarborg voor krijgt. Maar
dat laat ik allemaal met een gerust hart aan
u over. Ik zie u nog wel, voor ik vertrek."
„Ja, Vrijdag," antwoordde mijnheer Berry,
de hand die hem werd toegestoken, druk
kend. „D gaat toch eerst Maandag weg, niet
waar? U zult daarginds in Nieuw-Zeeland
wel meer zon te zien krijgen dan hier. Tot
ziens dus, en de groeten aan uw broer, als
hg tenminste niet in Italië is!"
George Forsham keerde zich om en ging.
Hij passeèrde de wachtkamer, en keek vluch
tig naar een dame, die voor het raam stond.
Hg was te boos om eenige notitie van haar te
nemen,, boos op Berry, die hem naar Julian
gevraagd had, en op Julian zelf, die hem in
zoo'n lastige positie gebracht had.
Zoodra hij de voordeur uit was, kwam
mijnheer Berry uit zijn kantoor. De dame aan
het raam keerde zich om en stak hem beide
handen toe.
„Beste mevrouw Grey", sprak de notaris,
„neemt u mg niet kwalijk, dat ik u moest
laten wachten! Onder ons gezegd, ik had
nogal een lastig heerschap bij me."
Lachend ging Amabel de andere kamer bin
nen. ,,'t Was George Forsham, nietwaar?"
vroeg ze, toen ze gezeten was.
„Kent u hem?"
Weer lachte Amabel en mijnheer Berry
vond dat zij er charmanter uitzag, jonger
dan gewoonlgk en opgewekter.
„Hg zou mij niet herkennen." zei ze. „Ik
heb hem jaren en jaren geleden ontmoet,
toen hg nog student was. Ik vond hem nogal
vervelend. Maar ik stel hoegenaamd geen be
lang in George Forsham, hoewel dat huis van
hem mg bijzonder interesseert. Ik kon het
heusch niet helpen, dat ik iets hoorde... hg
trok de deur open en toen zei hij een paar
dingen... toe, vertelt u me er alles van, mijn
heer Berry."
„Maar mevrouw Grey!" schertste de heer
heer Berry. „Ik sta verbaasd over u! Wat
een vraag! Het vertrouwen van een cliënt...'
„Ja vreeselijk, hè?" lachte Amabel. Maar
als menschen geheimen vertellen, met open
deuren... ofschoon, 't is niet eens een geheim.
Hij vroeg, of u een huurder voor zgn huis wou
zoeken. Welnu, u is daarin geslaagd, ik
wil dat huis huren."
„U?" riep de notaris verbaasd uit. „Maar u
hebt zelf een huis en..."
„Mijn eigen huis verhuur lk. Clilde Lee
wil- het direct hebben."
Ze lachte hem toen toe en vervolgde op
ernstigen toon:
„Mgnheer Berry. ik heb die tweehonderd
pond noodig."
De notaris fronste de wenkbrauwen en
trommelde op de tafel.
„Mevrouw Grey, u weet dat uw man mijn
beste vriend was. Als ik u van dienst kan
zgn..."
„U bent een echte vriend," antwoordde ze.
„Als ik van iemand leenen kon, zou 't van
u zgn. Maar ik kan het niet zoo ben ik nu
eenmaal. Ik zou niet weten, hoe ik 't terug
moest geven, en ik zou er dag en nacht over
tobben. Begrijpt u?"
Ze keek hem aan met een blik, die hem
altijd het gevoel gaf, als stond hij aan den
rand van een lokkenden afgrond. Hij was een
verstokt vrijgezel, hij had nog nooit een
vrouw gevraagd maar ééns per jaar, als
Amabel Grey tegenover hem zat en tegen
hem glimlachte, voelde hij zich In gevaar.
,,'t Is heel vriendelgk van u", vervolgde
Amabel, „maar ik wil het geld liever verdie
nen. 't Is toch waar, dat hg' tweehonderd
pond geven wil, als iemand een half jaar op
de villa blijft wonen?"
„Ja, beaamde de heer Berry, maar..."
„Er is geen maar, ik ben de huurder. Ik
kwam juist hier om te vragen, of u niets
wist, waarmee ik tweehonderd pond verdienen
kon! U zult een goed woordje voor me doen,
nietwaar?"
„Het is werkelgk niets voor u," zei de no
taris met een ernstig gezicht. „Er schgnt
daar iets niet pluis te zijn... er loopen geruch
ten over spoken de huurders nemen over
haast de vlucht... 't is nog eigenaardig..."
„Het zal wel niet zoo erg zijn," meende
Amabel. „En ik begrijp best dat ik die twee
honderd pond niet cadeau krijg, vooral niet
van George Forsham!"
„Ik zou het u beslist afraden", hernam de
heer Berry. „Het huis heeft een slechten
naam."
„Vroeger toch niet!" zei mevrouw Grey.
„Ik ben met de Berkeley's op Forsham ge
weest, toen ik eeen jong meisje was. Toen
woonden de twee oude dames Forsham op de
villa heel lieve menschen. En het was een
een prettig, zonnig huis. Wat 'n idee... spo
ken! Zit er nog een geschiedenis aan vast?"
„Dat niet bepaald", gaf de notaris ten ant
woord. „De huurders vluchten stuk voor stuk
en ze beweren bg hoog en laag, dat het er
spookt. In het dorp gaan natuurlijk allerlei
praatjes. Mijnheer George en zgn broer heb
ben er eens een paar nachten gelogeerd, maar
ze hebben niets gehoord of gezien."
(Wordt vervolgd.)