Raadsels
FL
FT
gros
Beste Jongens en Meisjes
Ja, dat was me wat met die kinderraadsels
van deze week. Ze waren niet moeilijk; maar
dat enedaar heeft de hele vriendenschaar
zich de neus aan gestoken. Dat was 't raadsel
van die worm: bijna allemaal vulden jullie in
8 centimeter. Maardat was fout. Jullie
moet maar eens twee van die boeken tegen
elkaar aanzetten. En dan met je vader's duim
stok na gaan meten. Dan zul je zien dat het
precies1 centimeter is. Nietwaar, de voor
kant van het ene boek staat tegen de achter
kant van het andere
Waar of niet
Dat was nu eens wat je noemt: een strik
vraag. Er hadden zeker wel 60 jongens en
meisjes ingezonden en weet je hoeveel er goed
waren:2 stuks.
Het waren Rieuwert Bijl van Schagerbrug
en Gerrit Dekker te Medemblik, die bij loting
met de prijs schoot ging. Wat een bollebozen,
die twee, niet Die hadden de kneep, wat je
noemt, „door".
De man van 't boek is deze week dus:
GERRIT DEKKER,
Medemblik.
En nu het restant Kinderbriefjes van de
vorige week. Allereerst heb ik daar voor me
liggen:
Arnoud de Ruyter, Kolhorn.
Ik zal dat huis met het molentje ervoor in
m'n geheugen griffen Arnoud. Ik heb net zo'n
idee dat ik daar eens gauw kom binnenwippen
om een boek of een taart te brengen. Stel je
voordat er weer een prijs viel in Kolhorn.
Ben je nog bij de gelukkige Theo geweest??
En heb je een stukje van de taart gehad
Jacob KuiperNieuwe Niedorp.
Een 43 overwinning van Andijkalsje
blieft. Is me dat even een boffer! Maar Jacob,
nu wil het geval dat ik van voetballen al heel
weinig verstand heb. Ik vermoed dat jij er nog
meer van weet dan ik en ik heb je brief aan
onzen sport-meneer gegeven. Die zegt dat
Nieuwe Niedorp door verkeerde taktiek ver
loren heeft. N. N. had kunnen winnen. Dat
zegt hij.
Gretha Klare, Kolhorn.
Wat een vooruitgang Grethajy wordt,
als je zo doorgaat, nog eens de eerste van je
klas. Houd je maar taai hoor! Dat jullie fijn"
gymmen; dat weet ik. Misschien kom ik wel
eens bij jullie kijken. Of ik vroeger ook ge
gymd heb?? Dat zou ik denken. Op school,
tweemaal in de week. Maar nu heb ik het in
geen jaar of 10 meer gedaan.
Gerrit DekkerMedemblik.
Ja, dat was wel jammer voor je Gerrit, met
die ijsgeschiedenis, maar enfin, dat is nu al
weer lang achter de rug. Nooit te lang ergens
over getreurd m'n jongen. Het boek Hans
Urian ken ik niet, maar als jij zoveel van reis
boeken houdt (en welke jongen houdt daar nu
niet van!) moet je eens zien te krijgen in de
bibliotheek of op een verjaardag „Met een
kwartje de wereld rond" van Paul D'Ivoi. Dat
is prachtig Gerrit.
Dinekè List, Aardsivoud.
Dineke schrijft me, dat de juffrouw op school
verteld heeft op welke wijze de naam sneeuw
klokje ontstaan is. Ik vind dat aardig verteld
en laat hier Dineke aan 't woord:
De winter en lente hadden ruzie over een
sneeuwklokje. De winter zei, dit is van mij en
hij maakte het bloempje helemaal wit. Maar
de lente zei ook; het is van mij. En de lente
pakte het bloempje uit de winter zijn hand.
De winter zei, het heet sneeuwbloem maar de
lente zei nee het heet lenteklokje. Toen zei de
lente nu weet ik wat, het heet; het eerste deel
van jouw bloem. En het laatste deel van my,
Pus sneeuwklokje.
Hxllie Kant, Dirkhorn.
De Verkade's albums ken ik wel Hillie en
Ik vind ze zelf ook mooi. Het is een fijn werk
de plaatjes op te sparen en ze dan later netjes
in het album te plakken. Dat deed ik al 15
jaar geleden met koelc-plaatjes. Daar heb ik
nu een mooi album van over „De IJsel" van
Jac. Thysse.
Jan Stammes, Nieuwe Niedorp.
Wel, die namen van de maanden van het
jaar en van de dagen van de >veek, die staan
natuurlijk in het Engelsch Jan. Als ik jou was
zou ik zien dat ik wat van die taal leerde, wie
weet ben je later niet eens in de gelegenheid
naar Zuid-Afrika te gaan. En geloof dat van
my; talen kun je altijd gebruiken.
Ik vind het wel erg van die arme zwanen,
Jan.
Een vriendinnetje, dat vergeet haar naam
en adres boven of onderaan het briefje te
schryven. Dat is erg dom, maar als ik haar nu
geen antwoord geef is er volgende week weer
een vriendinnetje, dat zegt: waarom heb ik
geen antwoord gehad. Het is het meisje wier
rapport 1 punt omhoog gegaan is en die een
eigen bedacht raadsel instuurde (De Maas is
een Bronrivier):
Gert en Wim Blaaaboer, Oudesluis.
Nee jongens,1 ik heb niet van het ijs gepro
fiteerd hoor. In die week had ik geen tijd en...
eerlijk gezegd niet zoveel zin ook. 't Was zo
gemeen koud, dat je verkleumd was als je op
't ijs kwam. En die Zondag, wel toen dooide
het me te erg. Dus hopen we maar weer op
YOlgend jaar Gert en Wim.
Klaart je Duin, Schagerwaard (gem. Haren
karspel).
Wel Klaartje, de kans dat jij een boek wint
ls precies even groot als van al de andere
vrienden en vriendinnen. Het scheelt geen
haar! Maar ik begrijp best dat jij verlangend
bent om ook eens een boek te winnen. Natuur
lijk Klaartje, als was ik het zelf! Het boek
„De Sasmeester en zijn pleegzoon" ken ik.
Schitterend mooi, hè
Corrie en Jannie Wardenaar, Dirkshorn.
Eerst hartelijk gefeliciteerd met de verjaar
dag van de Opoe, die gisteren 78 jaar gewor
den is. Dat is een gezegende leeftijd Corrie
en Jannie. Hebben jullie haar verwend??
Zeker wel, niet??
Ja. de ysgeschiedenis ligt al weer achter ons.
Daar zal wel niets meer van komen in dit
seizoen. We gaan nu Lente-waarts.
Mientje van Essen, Petten.
Eindelijkdaar is een vriendinnetje, dat
me nu vertelt hoe je precies moet melken. Ik
zal het zo gauw mogelijk nu weer eens pro
beren. Misschien lukt het dan beter. Mientje
schrijft dat ze de slaande staarten vastbindt
en dat ben ik juist vergeten. Wel bedankt
hoor.
Marietje Kostelijk, Zuid-Scharwoude.
Marietje, Marietjewat een klein briefje.
Wat moet ik daar nu op antwoorden?... Ik
weet het niet, hoor. Je vertelt me alleen, dat
je het jammer vindt nog geen boek gewonnen
te hebben en dat kan ik me best indenken.
Maar wie weet
Kees Stoepker.
Wel bedankt voor de fyne grote brief. Kees.
Jij bent een gezellige schryver hoor. Hoe is het
nu met je mazelen? Ben je al weer uit bed?
Vervelend is dat, hé? Ik weet het nog wel van
vroeger, hoor. Viel me niets mee. Ja, die Theo
Ferwerda is een boffer. Maar hij was zelf ook
blij hoor, z'n neus glom
Ik zie dat het laatste briefje beantwoord is
en kan dus volgende week weer met een schone
lei beginnen. Jullie weet het di*6: allemaal een
briefje schrijven en goede raadseloplossingen.
Afgesproken!
Kindervriend
Goede oplossingen vorige week.
H
E
M
D
E
V
E
R
M
E
D
E
D
R
E
G
Nieuwe Raadsels
FT i3l
41 i
"Fl
i i i
TJ
I I
Horizontaal.
Insekt, dat z'n eieren in kledingstukken
legt.
Wordt gebruikt om water in te koken.
Waarin de ridders in de Middeleeuwen
woonden.
Verkort schrift.
Wit met zwart gestreept dier.
Waarmee prof. Piccard de stratosfeer
bezoekt (van dit woord moet je 't meer
voud invullen).
Drijft 's zomers in de sloot.
Waar je op slaapt.
Verticaal.
Plant, die in 't voorjaar met mooie gele
bloemen langs de slootkant en op voch
tige plekjes bloeit.
Waarmee het land vruchtbaar wordt ge
maakt.
Deel van de voet.
Bergplaats voor geld.
Jongensnaam.
Vind je in bijna iedere broek.
Een kleur.
Meisjesnaam.
2. Mijn eerste deel is van aarde gebakken,
mijn tweede deel is altyd zwaar en myn ge
heel is een schrijfgereedschap.
3. Waarmede begint de dag en eindigt de
avond
Het Chineesche jongetje.
Chung doopte zijn blote teentjes in het wa
ter van het kleine riviertje, dat voorby zijn
huis stroomde en dacht er over na, hoe frisch
dit water was. Weldra stond hy tot zijn en
kels in de stroom en plaste naar hartelust.
De zon scheen fel, doch hij was beschut door
de schaduw van een paar rubberbomen. De
droogte had reeds lang aangehouden en de
weg zag wit van het stof. Maar Chung had
geen last van stof en zon en kon net zoo lang
van het frisse water genieten als hy zelf
wilde, want in de kampong waar hij woonde
was geen school. Nadat hij een eindje door
de rivier had gelopen, kwam hy aan een
bocht. Naast de rivier liep een weg, welke
eveneens een bocht maakte. Al spelende ont
dekte Chung iets op de weg, dat hij daar
nooit tevoren had gezien. En toen hy wat
beter keek, zag hij, dat een dikke boomtak
dwars over de weg gewaaid was. Vlug sprong
hij uit het water en rende naar de plaats des
onheils. Hij trachtte de tak te verwijderen,
doch hoe hij zijn krachten ook inspande, het
gelukte hem zelfs niet er beweging in te bren
gen. Een oogenblik stond hij in diep nadenken
verzonken. Wat moest hij doen? Zijn moeder
en vader waren ver weg op het veld en ieder
ogenblik kon er een auto om de hoek komen
suizen. Opeens kreeg hy een schitterende in
val. Hij ging in de bocht van de weg staan
en bleef eenvoudig wachten, tot er een auto
zou passeren. Na ongeveer tien minuten zag
hij heel in de verte een kleine donkere vlek,
die met de seconde groter werd en al spoedig
een auto bleek te zijn. Toen de auto nog ver
genoeg van hem verwijderd was. ging hij
midden op de weg staan, zwaaide met zijn
armen om op deze manier de aandacht van den
bestuurder te trekken. In de auto zaten
blanken. Een heer en twee dames. Toen de
man achter het stuurrad het kleine Chineesje
gewaar werd, beduidde hij hem van de rijweg
af te gaan, omdat hij veronderstelde, dat de
kleine jongen voor verkeersagentje speelde,
doch Chung week geen centimeter en al
spoedig stond de auto stil. Nu riep Chung:
Er is een gevaar, toean, om de hoek, toean,
is er een groote boom op de weg. toean.
Toean, kom mee. dan zal Chung laten zien.
Half aarzelend, of hy niet voor de gek ge
houden werd. stapte de heer uit de auto en
volgde den kleinen jongen.
Wij zullen veel te laat komen, als hy zich
niet haast, zei de eene dame tegen de andere.
Laten wij eens kijken, wat hy toch doet. Ze
stapten uit, liepen de bocht om, en wat zij
nu zagen vervulde hen met verwondering,
daar de man glimlachend op den kleinen
jongen neerkeek.
„Jij bent een beste jongen," hoorden zy
hem zeggen. En hier zijn twee guldens voor
jou, daar mag je nu mee doen wat je wilt.
Heb je het begrepen? Ik ben je erg dank
baar."
Twee gulden! Beste jongen? Wat zou dat
betekenen. Doch al spoedig kregen de dames
de verklaring. Er lag een zware tak dwars
over de weg, deelde de man mede, die ik
bijna niet uit de weg kon ruimen, en de
kleine jongen heeft ons voor een groot onge
luk behoed."
Toen de auto in de verte verdwenen was,
liep Chung terug onder de schaduw van de
rubberbomen en danste bly in het rond. Twee
gulden! Wat voelde hij zich rijk! Wat zou hij
daar niet allemaal voor kunnen kopen. Lek
kers! Vruchten. Een spelletje voor zijn kleine
zusje. Een paar nieuwe rode sandalen voor
zijn broertje! Nogmaals keek Chung naar de
twee gulden in zijn kleine bruine vuist,
duikelde een paar keer koppetje over en holde
toen naar huis, zo vlug zijn tengere beentjes
hem dragen konden
Rijpe kastanjes
en wat men er van kan maken.
Zodra wy wat verder in de tyd zyn en de
herfstwind de rijpe kastanjes van de boomen
schudt, dan is het een aardig gezicht een prach
tige glanzende kastanje uit zijn bast te zien
gluren. De kastanjes met witte vlekken zijn
nog niet helemaal rijp, deze zijn voor ons doel
niet geschikt, omdat zij spoedig ineenschrom
pelen.
Wy beginnen dus met een hele massa kas
tanjes te verzamelen en als wij er genoeg heb
ben, halen wij de vruchten uit de bast.
Wy zoeken de grootste exemplaren er nu
uit, die hetzy mooi rond of mooi ovaal zijn en
maken eerst met een pennemes twee verti
cale insnijdingen in de bovenste helft, waar
tussen wij een stuk laten zitten ter breedte
van de beugel van het mandje, dat wy gaan
maken. Met een horizontale snede verwijde
ren wij nu deze beide helften en houden dan
een mandje over, dat geheel gevuld is. Voor
zichtig gaan wij nu proberen de vrucht zelf
er uit te verwijderen, maar voorzichtig, dat
de schil niet beschadigt en waardoor ook het
hengsel doorzichtig wordt. Als men wil kan
het sierlijke mandje nog een beetje mooier
worden gemaakt door de buitenwand nu met
openingen te versieren, waarna wij een stukje
mooi papier er in plakken, waarvan de kleur
dan door de openingen heen te zien is.
Ruilhoekje.
Wie ruilt met mij: 32 weegschaaltjes, 17
„ontwikkeling der scheepvaart" bons en 17
van dezelfde plaatsjes, voor 47 van Haust-
bonnen
Op de landweg
door
VIOLETTE CARR.
De landweg, die loopt door de velden,
Waar 't geurt van het heerlyke hooi,
De stadsmenschen zien dat zoo zelden,
En toch is het buiten zoo mooi.
Onverwachte hulp,
Naastenliefde in de dierenwereld.
Jullie hebt toch allemaal wel eens gehoord
van de vriendendiensten, die de dieren elkander
bewijzen
Op zekere dag wandelde een heer met twee
zwarte poedels langs de waterkant, terwyl de
muren vry steil naar boven staken aan weers-
zyden. De heer gooide een stok in het water
en commandeerde de honden in het water te
springen en de stok te halen.
Na een wedstrijd wie het eerst de stok zou
kunnen bemachtigen had eindeiyk een van de
poedels het voorwerp te pakken, doch toen
hij bij de kant kwam, bleek het hem onmoge-
lyk op het droge te komen, zodat het er alle
schijn van had, dat het dier zou verdrinken.
De andere poedel, die dat zag, sprong op
nieuw het water in, greep zijn vriend bij het
nekvel en bracht hem zo naar de kant, waar
inmiddels toegesnelde mensen de beide dieren
hielpen.
Zo had iemand eens een grote witte waak
hond, die bijzonder goede vrienden was met
twee kleine hondjes, een reepincher en een
taxhond. Deze kleine honden hadden hun vaste
plaatsje in huis, maar als de boer en boerin
op het veld waren en een van de hondjes
moest naar buiten, dan blaften zij op een be
paalde manier. Onmiddellijk liep de waakhond
dan naar de deur, ging er tegen op staan en
maakte met zijn poot de knop los. Zo konden
de kleine hondjes dan naar buiten gaan.
Katten tonen dikwyis een voorliefde voor
andere dieren, die eigenlyk hun doodsvijanden
behoren te zijn. Zo was er een poes. die in het
hooi kindertjes had gekregen, maar ongeluk
kigerwijs stierven ze allemaal. De poes was
ontroostbaar, want een poes is een van de
beste moeders uit de dierenwereld.
Op zekere dag bemerkte zij dat de tackel
ook jongen had en toen de moeder even weg
was, sloop zij naar de mand, nam een jonge
hond in haar bek en bracht die met veel moeite
en zuchten naar het plekje in het hooi. waar
zij het hondje als haar eigen kindje verzorgde
en opvoedde.
Daar het een nest kostbare hondjes was,
ging men zoekdh, doch het duurde wel veer
tien dagen, voordat zij het diertje met de poes
vonden. Zij brachten het weer bij de honden
moeder terug, die echter van haar kind niets
meer wilde weten, terwyl ook het kleine hondje
niet naar zyn moeder omkeek, maar naar de
poes ging.
Ook later, toen de hond al volwassen was,
bleef hy steeds in de nabijheid van de poes,
die hem zo goed verzorgd had.
In de vacantie kan men ook allerlei bij
zonderheden opmerken tussen de dieren,
vooral op het platteland.
Zo waren op zekere dag bij een boer de
eieren.van de kip op een na. uitgekomen. Om
te zorgen, dat de kuikentjes niet zouden ster
ven, zette de boer ze voorzichtig in de zon.
Na enkele uren draaide de zon en de grote
erfhond, die eens naar de kuikens was wezen
kijken en ze zo klagelijk hoorde piepen,be
greep dat de kuikens het te koud had'den.
Voorzichtig nam hij ze een voor een in zijn
bek en bracht ze naar een ander plekje, waar
weer zon was. Wat lief hè?
Knap.
Meester: Men kan de leef tyd van een
paard vaststellen aan de tanden.
Jan: Meneer, dat kan myn vader van een
kip.
Meester: Hoe kan dat nu, een kip heeft
toch geen tanden.
Jan: Neen, dat doet vader met zyn eigen
tanden.
Laten zy op het land toch bedenken,
Dat de stad heusch zoo prettig niet is.
Want wat de natuur ook kan schenken,
In de stad is dat alles toch mis.
WREEDHEID BW KINDEREN.
Het kwellen bij de behandeling van dieren
en insecten, dat wij vooral bij jonge kinderen
vinden, ofschoon zij er een zeer goedmoedige,
goedgemeende bedoeling mee hebben (niet het
kwellen op zichzelf) heeft zyn oorzaak in het
streven van den kleinen jongen, om het inner-
ïyke leven van het dier beter te begrypen, zich
met de geest, die erin leeft, meer vertrouwd
te maken. Maar het niet begrypen en niet
leiden, het verkeerd begrijpen en verkeerd
lelden van die aandrift, de miskenning ervan,
kan later zulke jongens wel tot werkelijk ver
harde dierenplagers maken.
Fröbel in „De opvoeding van den mensch".
(Uit „Het Kind.")
Japansche kinderen vieren
verjaardag
De verjaardag van Japansche kinderen
wordt geheel anders gevierd dan by ons. Men
kent in Japan eenvoudig het gebruik niet,
waarbij iemand, die jarig is, het middelpunt
der omgeving is. Eenmaal per jaar is het d e
groote feestdag voor jongens en eenmaal vie
ren alle meisjes op denzelfden dag haar ge
boortedag, waarby poppen steeds een groote
rol spelen.
In geen enkel land ter wereld bestaat zoo'n
oer-oude samenhang tusschen cultuur en
speelgoed als wel in Japan en nergens worden
de poppen met zoo'n piëteit behandeld als door
de meisjes van dit land. Wellicht is het hier
aan toe te schryven, dat zij een verzameling
poppen hebben, die van generatie op generatie
overgaat en byzonder voorzichtig behandeld
wordt.
Slechts tweemaal per jaar worden deze pop
pen uit hare donkere bergplaatsen te voor-
Bchyn gehaald en feestelyk geëerd, daarna
zorgvuldig verpakt opgeborgen tot een vol
genden feestdag.
Op den derden van de derde maand viert
Japan „Hina-Maksuni" het feest der knapen,
en op den vyfden dag van de vyfde maand is
het feest der meisjes Tango no sekkn.
Beide feestdagen worden volgens eeuwen
oude tradities in eere gehouden en hebben
hun eigen poppen. Op den grooten dag wor
den zy te voorschijn gehaald en op een soort
altaar, dat in de ontvangkamer staat, gegroe
peerd.
Het speelgoed der Japansche kinderen is ge
heel anders dan dat waarmede de jeugd zich
by ons bezig houdt. De poppen worden niet
door de meisjes aan- en uitgekleed en even
min in poppenwagens medegenomen op de
wandeling. Zy stellen steeds een of andere
persoonlykheid voor en byna in iedere ver
zameling vindt men de keizer en keizerin. Ver
der hofdames, hoogwaardigheidsbekleeders,
soms zelfs een kelzerlyke wacht of muzikan
ten uit het hof-orkest. Wanneer de kelzer
lyke stoet opgesteld is, worden de poppen
met groot ontzag telkenmale weer opnieuw
bewonderd.
Het is gewoonte, dat de meisjes op dien ge-
denkwaardigen dag elkander wederkeerig be
zoekjes brengen, zij zitten voor de poppen-
verzameling en genieten van de speciale ge
rechten, welke op den dag gepresenteerd wor
den, waarby zelfs de poppen gebak en dran
ken by zich geplaatst krijgen.
Ook voor het feest der jongens ziet men
veel poppen byeen gebracht, doch deze zien er
heel wat minder vreedzaam uit en zyn gekleed
als soldaten, in verschillende rangen, terwyl
daarnaast vele bekende persoonlykheden zijn
geïmiteerd, evenals de helden van het land.
De kleine Japansche jongens en meisjes be
schouwen deze dagen wel als h e t grootste in
de groote menigte feesten, die gevierd worden
in het land der kersenbloesems, en naarmate
de datum meer en meer in het zicht komt,
bedenken zij reeds op welke wyze hun poppen
het voordoeligst zullen uit komen.