Christiaan de Wet
De Turksche diplomatie
heeft overwonnen
De invloed van
voorvruchten
WIT!!
Stoottroepen naast de Maginot=Linie
Maandag 8 Februari 1937.
Vierde blad
Vreugde in Nanking over de terugkeer uit de gevangenschap van
Tsjang-K ai-sjek.
„Een volk groeit niet alleen in
uiterlijke en materieele dingen,
in grondgebied, aantal, nijver
heid of rijkdom. De opbouw van
een volk is veel meer te danken
aan geestelijke beschaving, aan de
vorming van een edel nationaal
karakter, en handhaving van
groote tradities en het. karak
ter en de daden van de groote
leiders hebben veel met deze
geestelijke beschaving te maken.
Door zijn voorbeeld, door zijn
wapenfeiten, door zijn wereld
roem heeft generaal De Wet
reusachtig bijgedragen tot de
ontwikkeling van ons volkska
rakter."
Bovenstaand citaat stamt van generaal
Smuts, die zij aan zij met De Wet gestreden
heeft, in den oorlog van 1S991902, waarin
De Nederlandsche boerenstaat in Zuid-Afrika
het moest opnemen togen het overmachtige
(Albion. En wie zou beter dan Smuts kun
nen beoordeelen, wat de Wet voor zijn va
derland, dat men er ondanks don verloren
oorlog nimmer onder heeft kunnen krijgen
en waaruit thans de machtige Unie van Zuid
'Afrika is gegroeid, beteekend heeft.
Christiaan de Wet, wiens vijftienden sterf
dag wij Donderdag jl. herdachten, heeft meer
clan eenig ander gedurende don Boerenoor
log de sympathie weten tc verwerven niet
slechts van ons eigen volk, maar ook van
al degenen in de wereld, die bewondering
hadden voor het. Zuïd-Afrikaansche volk, dat
imet zooveel dapperheid tegen oen overmach-
rtigen vijand streed. Wij Nederlanders zagen
in hem met zijn eenvoud, zijn heldenmoed,
zijn eerlijkheid en vele andere uitmuntende
eigenschappen het tvpe van den echten Hol-
landsch-Afrikaner. Dr. van Everdingen, die
onet de Wet. de bekende reis naar Europa
maakte, beschrijft hem als volgt.:
„Christiaan de Wet, de Vrijstater, maar
ivoor alles de Boer, de afstammeling van 't
Hollandsche ras in Afrika, de ontzagwek
kende hater van de vijanden zijns volks, die
hij met ongelooflijke genialiteit, met ver-
b ij ster end nooit, onderbroken wolslagen be-
jkampt, aanvalt, verslaat, ontwijkt, veront
rust. en vermoeit maar met. een ridder
lijkheid, een gratie, een loffelijkheid van zoo
edel gehalte, dat zijn tegenstanders van
overzee ontzet staan over zijn kracht en
niets dan bewondering hebben voor zijn
^entlemen-ship"... en dat bij een eenvou-
digen Boer!"
Zijn levensloop.
Christiaan Rudolphe de Wet. werd in 1854
He Leeuwkop in den Oranje Vrijstaat gebo
ren Als kind leefde hij in den Vrijstaat, maar
ging later naar Transvaal en streed daar
mede in den eersten Vrijheidsoorlog van 1880
als veldcornet. Reeds in dezen oorlog blonk
hij uit. door zijn groote dapperheid en stra
tegisch en tactisch inzicht. I-Iij verkrijgt dan
langzamerhand, wijl zijn gloeiende vader
landsliefde dc aandacht van de Zuid-Afri
kaners op hem vestigt, ook pol Rieken in
vloed en wordt in 1885 lid van den eersten
Transvaalschen Volksraad en in 1887 van
den Vrijstaatschen. En wanneer dan in 1899
de Boerenoorlog uitbreekt, benoemt presi
dent Steijn hem tot „V eg-gen era al" (oppcr-
bevelhebber). En dan komen zijn moeilijkste
maar tegelijkertijd zijn glorierijkste jaren.
Met waarlijk meesterlijke strategie en tac
tiek weet. hij den machtigen vijand bijna drie
jaren lang te imponeeren. Men moet er bet
verbaal van zijn veldtochten maar eens op
na lezen.
En toen in 1902 de vrede gesloten
werd, die De Wet nimmer gewild
heeft, maar die voor het uitgeputte
Zuid-Afrikaansche volk welhaast,
een noodzakelijkheid was geworden,
kon de „veg-generaal" er zich op
beroemen, nog nimmer in den strijd
het onderspit te hebben gedolven.
Onoverwonnen kwam hij naar de
stad Vereeniging, met den vasten wil
om den komenden vrede tegen te
houden, ofschoon Steyn, hem in zijn
plaats tot waarnemend staatspresi
dent. aanstellend, De Wet op het
hart gedrukt had toe te geven, in
dien de Transvalers dit ook deden.
Iedereen weet, wat het Steyn gekost heefi
om den ontcmbaren Vrijstater daartoe te be
wegen, hem wien zijn vaderland een deel
van zijn lichaam was, een onafscheidelijk
deel van zijn bestaan, waarvoor hij zoo
hartstochtelijk gestreden had, als zelden ccn
patriot gedaan heeft.
Zijn bezoek aan Nederland
Nog in datzelfde jaar bezocht hij met Dc
la Rey en Bot ha ons land. Vele ouderen
onder onze lezers zullen zich dit bezoek
nog herinneren. Zoo enthousiast was zijn
ontvangst hier te lande, dat De Wet al
stiller en verlegcner onder de opgewonden
heid van de anders zoo kalme Nederlanders
werd. Slechts één moment verried De Wet
zijn eigen aandoening over de warme
ontvangst in het oude vaderland: het was
toen hij er zijn voldoening over mocht uit
sproken, dat zij hier hun eigen taal, dat
hier Nederlandsch konden spreken
voor al die juichende menschen, die hen
volkomen verstonden en begrepen en hun
duidelijk deden voelen, dat zij thuis wa
ren!
Ook na zijn Europeeschen reis bleef De
Wet zijn vaderland met al zijn kracht en
verstand dienen. In 1907 werd hij minis
ter van Landbouw en aan het tot stand
brengen van dc Unie had bij een groot
aandeel. In 1914 raakte de Wot's rol in
Zuid-Afrika- echter uitgespeeld. Bij het uit
breken van den wereldoorlog besloot het
Unic-parlemenfc om Duitsch-Zuid-Afrika aan
te vallen. Dat was te veel voor den man,
die zoo vele jaren tegen de Britten gestre
den had en hun den roof van zijn vader
land nimmer vergeven heeft. Met Bevers
stelde hij het manifest van Steenbokfon
tein op en streed aan het hoofd van dc
opstandelingen tegen Botha's troepen. Wel
licht zweefde hem daarbij een herstel van
de oude Boerenrepubliek voor de geest.
Daartoe mocht het echter niet komen, zijn
troepen werden verslagen en hijzelf ge
vangen genomen. Maar spoedig liet men
den ouden vrijheidsheld weer vrij. Nadien
heeft hij echter in de politiek van zijn land
geen rol meer kunnen spelen. Op 6 Febru
ari 1922, dus thans 15 jaar geleden, overleed
hij. Bij zijn begrafenis vond generaal Hert
zog de volgende woorden:
„Die Afrikaanse volk sal reg liê, om trots
te wees op hem deur alle geslagte en deur
alle geslagte heen sal hij die inspireerende
toonbeeld wees van die Suid-Afrikaanse
volksvrijheid."
noodige kennis op Fransclie univer
siteiten. De Fransche hoogcscholen
vormden om zoo te zeggen het
neutrale gebied, dat aan liet natio
nale antagonisme zijn scherpte ont
nam. Waarschijnlijk had Frankrijk
dan ook wel meer kunnen berei
ken, want nog kort geleden was de
Fransche invloed ook in Turkije
nog zeer sterk. Maar zooals de za
ken thans staan, schijnt men deze
mogelijkheid voorbij hebben te laten
gaan, niet in het minst tengevolge
van de verdragen met de Syri
sche republieken, volgens welke
Syrië en dc Libanon tot onafhanke
lijke republieken zullen worden ge
proclameerd en lid van den Volken
bond kunnen worden.
De Sandsjak-overeenkomst verleent nu
aan bet district Alexandrette een bijzonder
statuut, dat onmiddellijk van kracht wordt.
Turkije heeft nu het recht binnen drie ja
ren tc trachten, de machtsverhouding in
Sandsjak ten gunste van de Turksche be
volking te verschuiven. Rüstü Aras be
schouwt daarom ten rechte de Geneefsche
overeenkomst als een succes van zijn di
plomatieke activiteit, een activiteit, die
men moet het erkennen voor Frankrijk
tamelijk onverwacht kwam en als een be
langrijk symtoom moet worden beschouwd.
De politieke situatie in het Oosten schijnt
zich principieel veranderd te hebben.
Ankara's nieuwe buitenlandsche politiek.
Er valt in de buitenlandsche politiek van
Turkije in den laatsten tijd een verande
ring waar te nemen. Zoo schijnt de vriend
schap met Sovjet-Rusland, ontstaan na den
wereldoorlog, zoo langzamerhand ten einde
te loopen. Zuivere ideologische factoren
vergemakkelijken dezen breuk. Het Turkije
van Kemal Ataturk is een echte „Fiihrer-
staat" cn behoort typologisch in dc rij
der fascistische landen. Oude tradities ver
scherpen deze tegenstelling nog. Het mo
derne Turksche nationalisme steunt op de
oude pan-Turksche idee. De principes, die
indertijd door de Tong-Turken werden voor
gestaan, zijn in een soort Turkschen ras
senleer overgegaan, die zich door Europce-
sclie voorbeelden laat beïnvloeden.
Kemal Ataturk heeft herhaaldelijk het
pan-Islamisme vervloekt. „Een van de voor
naamste oorzaken van onze huidige moei
lijkheden zijn de niet te realiseercn plan
nen van onze vroegere leiders. Zij wilden
een rijk, waarin alle Turksche volken ver-
eenigd zouden zijn. Deze idealen zijn echter
veel tc moeilijk te verwerkelijken". (Uit. een
rede van Kemal gehouden in 1922). Daarte
genover heeft een van zijn nauwste mede
werkers. Ahdullah Soebi, steeds met alle
scherpte dc extreme pan-Turksch ideologie
verdedigd. Beslissend is ïntusschen artikel
1 van het Kemalistische „nationale ver
drag", dat het evangelie van de moderne
Turksche nationalisten vormt: „Alle ge
bieden geheel afgezien van het feit, of
zij binnen de door de vredesvordragen ge
trokken grenzen liggen, dan wel daar hui
ten die ten aanzien van religie ras of ideaal
een geheel vormen, mogen niet verdeeld
worden" Dat is de eigenlijke Kemalistische
transcriptie van de oude pan-Turksche for
mule: „II, dil, din, we oilek birliji". die
uitgaat van het ras en naar dc politieke
eenheid streeft.
Denken wij ons de buitenlandsche poli
tiek van Turkije aan deze principes aange
past, dan zou het Alexandrctte-conflict
heel wat gevaarlijker schijnen, dan liet over
het algemeen beoordeeld werd. Zelfs een
tijdelijke oplossing ware dan een verheu
gend feit. Het schijnt echter, dat de nieu
we overeenkomst ook vor dc toekomst als
een gelukkige oplossing gelding zal hebben
Tegelijkertijd kan men echter aannemen,
dat de buitenlandsche pditick van Turkije
in anti-Russisch vaanvaler zal geraken.
Wal wil het Turksche nationa
lisme? Rüstü Aras reist naar
Rome
Het Sandsjak-conflict is thans door de be
moeiingen van de belanghebbende mogend
heden geheel uit de wereld geholpen. Parijs
en Ankara hebben een formule gevonden,
dc an de Turksche cischen tegemoet komt
zonder inbreuk te maken op de verdragen,
die Frankrijk met Syrië (9 Sopt. 1936) en
met den Libanon (13 Nov. 1936) gesloten
heeft. Zooals men weet, heeft Engeland op
het beslissende moment in de onderhande
lingen ingegrepen en daardoor het sluiten
van een overeenkomst vergemakkelijkt. Ove
rigens schijnt, ook Litwinoff het. Engelsche
standpunt gesteund te hebben, waarschijn
lijk om de Russisch-Turksche vriendschap,
die sinds de conferentie van Montreux wat
aan het tanen was, weer iets op te fris--
schen.
De nieuwe overeenkomst wordt in Anka
ra als een diplomatiek succes voor Turkije
beschouwd en ongetwijfeld is dit. ook wer
kelijk het geval. Sandsjak met Alexandrette
telt op het oogenhlik 220.000 inwoners, waar
onder 85.000 Turken, 23.000 Armeniërs en
aanhangers van Christelijke sccten en 107
duizend Arabieren.
De zeer sterke Turksche minder
heid heeft zich, om aan den groeien-
den Arabischen invloed weerstand
te kunnen bieden, politiek steeds
naar Ankara georiënteerd, zonder
echter den zuiver cultureelen Fran-
schen invloed te bestrijden. Integen
deel Zoowel de Turksche als de Ara
bische jeugd verschaften zich de
De komende besprekingen van Rüstü Aras
met graaf Ciano (op 3 Februari) zullen dat
nog wel duidelijker aantoonen.
De voornaamste tegenstander van Turkije
is en blijft van pan-Turksch standpunt
uit gezien Rusland, dat niet slechts on
telbare Turksche volkeren omvat, maar
ook gebeiden, waarin de Turksche bevol
king de meerderheid vormt, ingepalmd heeft
In de eerste plaats wel het petroleumgebicd
van Aserbeidsjan met de hoofdstad Bakoe.
Een smakelijk hapje, dat gemakkelijk tot
doel van de buitenlandsche activiteit van
het nationalistische Turkije kan worden ver
heven. Zooals men ziet, de politieke situatie
wordt in alle hoeken van de wereld van
dag tot dag ingewikkelder. En de groote
mogendheden moeten alle gevaren vastbe
sloten tegemoet treden, om het ergste te
voorkomen.
(Nadruk verboden.)
Plantenziektenkundigen Dienst
Het vraagstuk van de voorvruchten, dat
steeds meer de aandacht gaat vragen heeft
ons aanleiding gegeven bij verschillende
vooraanstaande practici een vragenlijst te
laten circuleeren met het verzoek hun er
varingen mede te doelen.
Zooals reeds in oude tijden bekend was,
heeft de voorvrucht wel degelijk invloed op
het volgende gewas. Tot voor kort beschouw
de rhen dit echter hoofdzakelijk als een
kwestie van bemesling; men achtte het n.1.
niet wenschelijk om b.v. een gewas, dat
veel van een of ander element uit den bo
dem opnam te doen volgen door ccn gewas,
dat van hetzelfde element ook veel noodig
had. Om het maar eens populair te zeggen
liet men b.v. geen kalivreter op een kali-
vreter volgen. Ook heeft men er reeds vele
jaren rekening mede gehouden, dat het af
te raden is gewassen op elkander te laten
volgen, die door dezelfde ziekten kunnen
worden aangetast of die door dezelfde dier
soorten (inscctensoortcn) aangevallen wor
den.
Aan de praktijk denken wij b.v. aan het
vuur van de tulpen, dat eveneens schadelijk
kan zijn voor lelies, die na de tulpen ge
plant worden. Wat dieren betreft wijzen
wij b.v. op de aardvlooien, die op ver
schillende kruisbloemigc gewassen leven
kunnen. Men teelt dus ook, bij voorkeur,
geen kool na kool. Hetzelfde geldt voor de
draaihartigheid. Nu weten wij wel, dat
tegen deze regel, vooral bij ons, veel ge
zondigd wordt maar dat doet aan de waar
de van de voorbeelden niet af of toe.
Zoo zouden er nog veel meer voorbeelden
te noemen zijn. De laatste jaren heeft men,
afgezien van bemestings- of ziektekundige
gevallen, loeren zien, dat toch ongunstige
ervaringen kunnen worden opgedaan zon
der dat daarvoor een aanwijsbare oor
zaak te vinden is.
Een bekend geval is, in onze streek, het
telen van tulpen op land, waar vorig jaar
erwten gestaan hebben. In zeer vele ge
vallen zal men dan ccn minder goed tul
pengewas hebben. Dat men, zooals men
eerst dacht, dan meer vuur zou hebben, is
niet juist gebleken. Ook komen uitzonde
ringen op dien regel voor en men gaat nu
veronderstellen dat het nog afhangt van
de variëteit, die men teelt. Dit is echter
een kwestie, die zoo ingewikkeld is, dat ccn
positief antwoord nog wel wat op zich zal
laten wachten.
De uitslag van de kleine enquête volgt
hieronder en wij houden ons natuurlijk aan
bevolen voor verdere opgaven van erva
ringen en het zij ieder aangeraden in het
komende seizoen zijn oogen den kost te
geven en ervaringen mede te deelen.
De vrag luidde: Hoe bevalt U het telen
van:
Goed Slecht
Tarwe op uienveld 6 1
Uien op tarweveld 0 4
Uien op tulpenveld 4 3
Tulpen op uienveld 10 1
Uien op aardappelveld 12 4
Aardappelen op uienveld 11 '2
Uien op boonenveld 3 5
Boonen op uienveld 7 0
Uien op erwtenveld 3 10
Erwten op uienveld 5 1
Tulpen op erwtenveld 6 10
Erwten op tulpenveld 4 2
Tulpen op boonenveld 8 4
Gladiolen op knolvoetland 5
Boonen op knolvoetland 9 0
Boonen op Gladiolenland 3 7
Wortelen op uienveld 9 0
Wortelen op koolveld 14 2
Uit dit lijstje kan men zien, dat mee-
positieve gegevens te vinden zijn omtrer'
goede uitkomsten en dan omtrent slecht
of twijfelachtige. Toch is b.v. niemand van
de beantwoorders goed te spreken over liet
telen van uien op tarweveld, hoewel di
rect moet worden toegegeven, dat het aan
tal eigenlijk klein is. Boonen op veld, waar
vorig jaar gladiolen gestaan hadden g?.r
slechts hij 3 van de 10 antwoorden goede
resultaten cn tulpen op boonenland konit
er niet veel beter af. Tulpen op erwten-
land kan toch wel met tamelijk groote ze
kerheid slecht genoemd worden omdat van de
tamelijk groote hoeveelheid antwoorden
slechts 6 gunstig luiden. Van uien op erw
tenveld kan hetzelfde worden gezegd. Dit
moet, volgens de geruchten, geweten wor
den aan het feit, dat uien op envtcnland
veel last van aaltjesziekten zouden hebben.
Proeven in deze richting zouden zeer ze
ker nuttig en interessant zijn. Veel geld
behoeven ze ook niet te kosten. Dit geldt
niet alleen voor deze combinatie maar
voor zeer veel combinaties.
Zooals men ziet maken de vlinderbloe
mige gewassen over het algemeen geen
beste buurt.
De combinatie Gladiolen op knolvoetland
is erbij opgenomen om te trachten na te
gaan, of de zuurheidsgraad wellicht van
invloed zou kunnen zijn op het optreden
van de bekende gladiolcnziekten. Hierover
is niet veel te zeggen. Opzettelijk genomen
proeven hebben tot nu toe nog geen posi
tieve uitkomsten gegeven.
Uit deze stuntelige poging blijkt, dat
een rondvraag als deze, maar dan op veel
grootere schaal opgezet, ons zeer veel be
langrijke dingen zou kunnen leeren.
Voorloopig hoop ik, dat men gedurende
het volgend seizoen goed op dergelijke ge
vallen (en andere) zal letten. Als ik een
waarschuwing krijg zal ik veelal wel tijd
kunnen vinden om eens te komen kijken.
Ook ligt het wellicht op den weg van en
kele liefhebbers om moedwillig een van de
bovengenoemde combinaties te scheppen.
Berichten worden gaarne ingewacht.
Dc ambtenaar bij den
Plantenziektenkundigen dienst.
VAN HERWIJNEN, Sint Pancras.
ACHTERSPATBORDEN
'n Goede reflec
tor (hoogstens
60 cm boven den
grond) alléén Is
niet voldoende:
bovendien moet
k, uw achterspat-
i bord wit van kleur
zijn, ook overdag
dat zegt de wet!
Interessante voorstellen van
Paul Reynaid en overste
De Ganlle.
Volksleger <f beroepsleger?
Onze Parijsche V.P.B.-corcspondcnt schrijft:
Van Fransche zijde wirdt er als bewijs
voor de vredelievende bedoelingen van
Frankrijk dikwijls op gevezen, dat de Magi-
not-linie, deze keten van -estingwerken aan
de Fransch-Duitsche gren; voor de defensie
politiek beslissend en kar.kteristiek zou zijn
Frankrijk heeft door al zjn krachten op de
Maginot-Linic te concenreeren te, kennen
gegeven, dat het geen effensieve 'plannen
heeft, maar slechts aa. de verdediging
denkt. Het doel van de rransche militaire
politiek was inderdaad >og niet zoo heel
lang geleden hoofdzakelijl in de verbetering
van de Maginot-Linie gelgen. In dezen zin
werd ook nog de ietwat dmonstratief onder
nomen reis van den Franchen minister van
Oorlog Daladier en den cief van den gene-
ralen staf Gamelin naar de Belgisch-Fran-
sche grens aan het einc van het vorige
jaar uitgelegd. Het betrof lier het onderzoek
naar het oude plan tot en verlenging van
de Maginot-Linie van Lxemburg tot aan
de zee.
Nieuwe plannen.
In deze Fransche constelatic schijnt thans
een verandering te zijr gekomen. Zulks
blijkt niet enkel en allca uit het feit, dat
er 5 milliard frs. extra oor de luchtvloot
ter beschikking zijn gestld, maar ook uit
den eisch van breede krigen, dat Frankrijk
de beschikking krijgt ver stoottroepen,
want dergelijke troepen, lie geheel uit be
roepssoldaten zijn samengsteld, hebben een
overwegend offensief kaakter. Dit wordt
ook toegegeven door de tohtieke voorstan
ders van deze idee, b.v. aul Reynaud, die.
steeds meer tot. den leideivan rechts wordt.
Zij motiveeren hun ciso als volgt: Het
komt er op het oogenblikbij dreigende con
flicten op aan, den eerste aanval te onder
nemen en overal dus iet slechts aan de
grenzen van het vaderlad, maar ook op
andere plaatsen in Europ, indien dit in het
eigen belang op ter ondeneMning van bond-
genooten noodzakelijk is sterke en beweeg
lijke troepen in het veld te zenden. Deze
politici vreezen nu, dat zij voor een derge-
lijken offensieven oorlog de bevolking niet
zullen kunnen winnen. Zij weten, dat iedere
Franschman zijn vaderland verdedigen zal,
dus achter de Maginot-Linie even nauwgezet
zijn plicht zal doen als tijdens den wereld
oorlog, maar zij weten ook, dat de Fransch
man zich niet gaarne in het avontuur stort.
Daarom is voor dergelijke doeleinden een
beroepsleger een noodzakelijkheid.
Een dergelijke gedachte wordt van mili
tair standpunt uit voorgestaan door de groep
rondom overste de Gaulle, die in een zeer
lezenswaardig geschrift: Vers 1'armee de
métier (Op den weg naar het beroepsleger)
dit vraagstuk uitstekend behandeld heeft.
De Gaulle eischt een stootleger, dat uit zes
linie-divisies bestaat. Tot een dergelijke li
nie-divisie behooren een zware brigade met
gevechtswagens, een infanterie-brigade, die
met haar volledige uitrusting op vracht
auto's spoedig overal heen gebracht kan
worden, een pionier-afdeeling, een colonne
voor de uitvoering van mislijdende manoeu
vres, luchteskaders en artillerie-regimenten.
Dergelijke divisies zijn volgens de meening
van den Franschen overste zeer geschikt om
doorbraken mede te ondernemen en verras
sende momenten te scheppen; zij kunnen
plotseling op de meest onverwachte plaatsen
in het veld worden gezonden, het transport
systeem in het achterland van den vijand
verstoren en den tegenstander steeds weer
tot den bewegingsoorlog dwingen.
Meer tanks.
Deze voorstellen komen tenslotte op een
versterking van het Fransche tankwapen
neer. Vlak na den wereldoorlog hechtte men
in Frankrijk nog weinig aan dit wapen,
maar reeds in 1927 kwam in deze opvatting
een verandering. Kenteekenend is vooral,
dat in 1934 de cavallerie-divisies van Rcims,
Charlons en Amiens in gemotoriseerde divi
sies veranderd werden en dat men tijdens de
laatste manoeuvres overtuigd is geworden
van de groote waarde der gevechtswagens.
Acht zware pantserdivisies zullen nu op de
been gebracht worden.
Overigens houden de theorieën van
de politici rondom Reynaud en de
officieren rondom de Gaulle reke
ning met de bevolkingspolitieke fei
ten. De achteruitgang der bevolking
treedt op het oogenblik weer duide*
lijk aan het daglicht. Nu is het na
tuurlijk meer dan overdreven, van
een stervende natie te spreken,
maar anderzijds zegt de idéé van de
„levés en masse" niet veel meer.
Daaruit concludeert overste de Gaul
le, dat het zwaartepunt op de kwali
teit moet worden gelegd, d.w.z. dat in
de plaats van het groote volksleger
het krachtige en beweeglijke stootle
ger moet treden.
Deze gedachten van de Gaulle en Reynaud
hebben echter in Frankrijk nog lang niet
overal ingang gevonden.
Verschillende Fransche generaals hebben
openlijk tegen de overschatting dermogelijkiho
den van ccn dergelijk leger gewaarschuwd,
waarbij vooral op het moeilijke probleem
van de voorziening van brandstoffen gewe
zen is. Bovendien is de toestand, nadat dc
troepen van Ilitler het Rijnland weer bezet
hebben, geheel veranderd. Het offensieve
leger is machteloos, zoo argumenteeren de
ze kringen, wanneer het na het overschrij
den van de grens is blootgesteld aan het
vuur van geschut van zwaar kaliber. Het
is voor buitenstaanders onmogelijk te zeg
gen, in welken zin Frankrijk zijn beslissing
nemen zal. Maar in ieder geval blijft het
besluit van eind Augustus 193G, het aanta!
beroepssoldaten te verhoogen, belangrijk.
Dit aantal bedraagt thans goed 100.000, het
zijn langdienende onderofficieren, die aan
geworven worden. Welken omvang deze
verhooging zal aannemen, is nog niet be
kend; het hangt er natuurlijk ook van af,
hoeveel menschen voor dezen dienst aange
worven kunnen worden. Deze beroepssolda
ten, die technisch uitstekend zijn onderlegd,
vormen natuurlijk het fundament van de
stoottroepen, zoodat deze met de verhooging
van het aantal beroepssoldaten automatisch
zouden kunnen ontstaan, zonder dat daar
aan de zeer bepaalde vorm behoeft te wor
den gegeven, dien Reynaud en de Gaulle
wenschen.
(Nadruk verboden.)