Falirs en fanatisme Economische Kroniek De malaise in den middenstand Organisatie De proefpolder in het Geestmerambacht Wielerclub „Wielingen" VESTIGINGSBEPERKING EN MOEI LIJKHEDEN, WELKE ZICH DAARBIJ VOORDOEN. „Zij die voorbeschikt zijn om als middenstander onder te gaan" HET gaat de middenstand te genwoordig over het alge meen niet voor de wind. Dat is natuurlijk niets verwonderlijks. Het geheele volume van den handel is geslonken en de middenstand heeft dat moeten ondervinden in een da lende omzêt. De prijzen zijn geduren de een aantal jaren successievelijk belangrijk gedaald en, zonder te kun nen nagaan, welk percentage de mid denstand daarvan voor zijn rekening heeft moeten nemen, is het duidelijk, dat hij er een deel van heeft moeten opvangen. Klachten, die volkomen gerecht vaardigd zijn. Altijd, wanneer de omstandigheden, waar onder de bedrijven worden uitgeoefend, slech ter worden, heeft dit tengevolge, dat onder nemers, die tot dusverre feitelijk geheel zelf standig hun weg waren gegaan, de koppen hijeen beginnen te, steken. Ze uiten jammer klachten, die altijd volkomen gerechtvaar digd zijn, omdat er bij iedere crisis, bij ie dere terugslag in het economische leven, al tijd zaken gevonden worden, die onrendabel worden, terwijl andere, weliswaar nog een ibestaan, soms zelfs nog een zeer behoorlijk bestaan opleveren, zonder echter ook maar ten naasten bij de winsten te kunnen afwerpen, die er voorheen in werden ver diend. De klachten, die tegenwoordig dus lilt de kringen dei* middenstanders worden ge hoord. bestaan volkomen terecht. En er zou misschien in de kringen, aan wier adres 7.0 zijn gericht, meer notitie van worden ge nomen, indien men te maken had met een stand, die ook maar op ecnigszins behoor lijke wijze was georganiseerd. Wel zijn er verschillende middenstandsvereenigingen, maar ze omvatten slechts een betrekkelijk gering percentage van alle middenstanders, terwijl bovendien de belangen van de leden uit de verschillende branches en categorieën zoover uitéén liggen, dat van een eng ver band ternauwernood mag worden gesproken. Wel wordt hun,' en zulks terecht, vaak het voorbeeld voor oog.cn gesteld, dat hen door de landbouwende bevolking wordt gegeven, waarbij echter veelal wordt vergeten, dat bij deze laatste zeer dikwijls sprake is van directe gemeenschappelijke belangen. Zoo bij voorbeeld bij den gang van zaken van oen coöperatieve zuivelfabriek, een coöperatieve maalderij of eenige andere instelling. Bij de middenstanders kunnen daarvoor slechts in de plaats treden organisaties voor den inkoop, hoewel men er zich daarnaast ook zou kun nen denken voor productie, controle, reclame, enz. Een feit echter Is, dat daarvan nog zeer zelden sprake is en zoo mist de middenstand de concen traties, die men zou kunnen betitelen als cultuurcentrum en die bij land bouw en veeteelt in den regel het middelpunt zijn van een krachtig en intensief vereenjgingsleven. Zij die voorbeschikt zijn om als middenstander onder te gaan. Dit gebrek aan een alleszins deugdelijke organisatie maakt dus, dat aan de gezonde klachten minder kracht kan worden bijge- zet, dan in menig opzicht wenschelijk zou zijn. Aan den anderen kant echter is er een omstandigheid, die maakt, dat men de be zwaren toch weer minder ernstig moet. he men, dan soms wordt voorgesteld. We doelen hier op het feit, dat zeer velen zich plaat sen in de gelederen der middenstanders, zon der dat ze er feitelijk thuis behooren. Tn den regel zijn het menschen, die de beschikking hebben over oen zeer beseheiden kapitaaltje en die meenen, dat ze zonder eenige kennis van zaken, van waren, van administratie, mans genoeg zijn een winkel of een win keltje te drijven. Ze zijn als het ware met enkele uitzonderingen dan voorbeschikt om als middenstander ton onder te gaan en ze doen dit ook prompt. Deze menschen nu. die middenstanders heeten zonder het feitelijk te zijn, vormen een groote groep van bezitters van on ren- dahelo ondernemingen, een groep, die na tuurlijk dapper meeklaagt, maar met wier jeremiades toch niet te veel rekening mag worden genomen. „Concurreerende" prijzen. Dat overigens deze groep van middenstan ders door de meer gezeten collega's in menig opzicht niet op bijzondere prijs wordt ge steld, ligt voor de hand. De reden daarvan ligt niet zoo zeer in het feit, dat deze col lega's zoo goed kunnen jeremieeren, dan wel in de concurrentie, die er van wordt onder vonden en die inderdaad in menig opzicht onreëel mag worden genoemd. Als opzette lijk onreëel is ze stellig niet bedoeld. Integen deel, de nieuwelingen zijn meestal bezield met de beste voornemens. De kwestie is ech ter, dat ze hun vak niet verstaan, dat ze cal. culaties maken, die kant noch wal raken. Zc stellen hun prijzen „concurreercnd" met de bedoeling daardoor klanten te trekken, zon der ook slechts bij benadering te weten hoe veel klanten ze noodig hebben om hun zaak bij hun goedkoope noteeringen loonend te doen zijn. Want zelfs de eigen onkosten ken nen ze veelal niet. Een en ander moet onherroepelijk drukken op de gevestigde bedrijven in dc buurt. Eer stens moeten die in zekere mate volgen. Weliswaar kennen ze de trucjes, die den schijn wekken alsof ze meegaan in prijs, zon der dat ze het in werkelijkheid doen, trucjes, die de nieuweling niet kent en waartegen hij het op den duur vast en zeker moet af leggen, .maar lastig blijft de concurrentie. Vooral ook omdat de nieuwe winkel altijd eenige cliëntèle trekt. En zoo is het geen wonder, dat meer en meer verzet begint te rijzen tegen de gemak kelijkheid, waarmee ieder burger zich kan inlijven bij de klasse der middenstanders. Tot nadeele van degenen, die daar reeds se dert jaar en dag werkzaam zijn en tevens ten nadeele van zichzelf. Want doorgaans is het eind van het lied,dat zc hun spaarka- pitaaltje zijn kwijt geraakt. Het kwaad is dan echter gedaan en in den regel duikt spoedig in de buurt wel weer een opvolger op. Vestiging van nieuwe ondernemingen. Die vestiging van nieuwe ondernemingen is een punt, dat zich meer en meer in de belangstelling mag verheugen van midden standsorganisaties en van kamers van koop handel. Zelfs is de aangelegenheid doorge drongen tot de hoogste regionen van ons staatsbestel, zooals dezer dagen bleek uit het antwoord, dpor den minister van I-Iandél, Nijverheid en Scheepvaart op een door den heer Schmeink in de .Kamer gestelde vraag. De Nederlandsche 7)akkerij-stichting had er namelijk bij den minister op aangedron gen een minimum-prijsregeling in het leven te roepen, -omdat ze meende op (leze wijze de vestiging van nieuwe bakkerijen, waar van er te Amsterdam en Rotterdam veel meer dan voldoende zijn, te kunnen tegen gaan. Daarnaast diende dan echter een ver bod tot het geven van cadeaus te worden uitgevaardigd, opdat niet door het geven van geschenken de minimumprijs toch weer zou worden ontdoken. Dat iedere medaille haar keerzijde heeft, bleek uit het antwoord van den minister. Niettegenstaande het bezwaar, dat verbon den is aan het stellen van een minimum prijs op een volksvocdsel gelijk brood, zou hij er toe zijn overgegaan, indien hij er in derdaad van overtuigd was, dat daarmee een eind kon worden gemaakt aan het opkomen van nieuwe parasitaire concurrentie en dat het noodige selectie-proces ook verder voort gang zou hebben. De minister echter meent het tegenoverge stelde te mogen verwachten. In plaats van een rem, ziet hij in minimumprijzen, zelfs ai worden ze niet op een te hoog niveau ge fixeerd, eerder èen aantrekking tot nieuwe vestiging. En ook ten aanzien van het af sterven van minder efficiente bedrijven, wat dus neerkomt op een wegvallen van overtol lige productiecapaciteit, voorziet hij juist 't tegendeel van wat de Bakkerij-Centrale Shoopt. dat zal gefoeuren: de minimum-prij zen zouden ook hier remmend in plaats van stimuleerend werken. Twee opvattingen over eenzelfde maatre gel, die lijnrecht tegenover elkaar staan, ter wijl inderdaad'voor beide iets valt te zeggen. En de eenige conclusie, welke men er met stelligheid uit kan trekken, is deze, dat hot geven van doeltreffende voorschriften hier uitermate moeilijk is. Voorzichtig met wettelijke rege lingen. Trouwens men dient met wettelijke rege lingen ook uit anderen hoofde voorzichtig te zijn. Ze werken namelijk zonder aanzien des persoons, ze houden geen rekening met bijzondere omstandigheden. En dat dit zijn schaduwzijde kan hebben, is ten overvloede gebleken bij de wet op de uitverkoopen, die wel zekere excessen onmogelijk beeft ge maakt, die echter dooreen genomen niet dat gene heeft gebracht, wat velen er van had den verwacht. In de vestigingsmaterie ïs af en toe nog al eens ter sprake gekomen het zoogenaam de „behoefte-element". Afgezien van het feit, dat dit een zeer rekbaar begrip is, is niet te verwachten, dat van regecringszijde óp voorschriften in deze richting is te rekenen. Het wil ons voorkomen, dat verbeteringen slechts mogelijk zijn, indien de middenstand zelf de kracht zal blijken te bezitten iets te ondernemen, waarvoor weer noodig is een krachtige organisatie. Dit mag, gezien de betrekkelijk geringe animo, welke in mid denstandskringen voor organiseeren blijkt, te bestaan, een weinig-hoop-gevende conclu sie zijn, in de wereld is, om zich te kunnen handhaven, nu eenmaal kracht noodig. Waar deze ontbreekt, is het eind in zicht. Gezien de concurrentie, welke de midden stander tegenwoordig ondervindt, niet al leen van de zijde van de parasitoerendo groep, waarover we hierboven spraken, doch tevens van den kant der warenhuizen en groot-winkelbedrijven, mag het terécht eenige verwondering baren, dat de noodzakelijkheid tot een hechte organisatie nog altijd niet tot hem schijnt te zijn doorgedrongen. Zou hij het eerst gaan inzien, nadat hij is plat gedrukt? Zoo iets komt mëer voor in de wereld. Wc hebben hier niet voor niets het spreek woord; Als het kalf 'verdronken is, dempt men de put. ER ZAL NOG WEL EENÏÜEN TIJD MEE HEEN GAAN, AL VORENS ER VAN TASTBARE RESULTATEN GESPROKEN ZAL KUNNEN WORDEN. Uit wat we omtrent de groote plannen, welke men voornemens is in het Geestmer ambacht te nemen, hoorden, blijkt wel, dat er nog wel een tijdje mee heen zal gaan, eer zc zoover gevorderd zijn, dat er van tastbare resultaten kan worden gesproken. Er zijn kort geleden besprekingen gehouden over do vraag, of en waar een proefpolder zal worden aangelegd. Als we goed zijn in gelicht, is er van eigenlijk gezegden te genstand ter zake van aanleg van zoo'n proefpolder geen sprake. Dit is te begrijpen en te waardeeren. Zij, aan wier oordeel deze zaak is onderworpen geworden, zijn allen ten nauwste bij den tuinbouw betrokken en behooren zij tot hen, aan wie (le diverse organisaties de behartiging van de belangen der tuinders hebben opgedragen. Vertegen woordigers van stands- en veilingsorgani- saties waren het, die met vertegenwoordi gers van het Prov. Bestuur van Noord- Holland en deskundigen over deze zaak hebben geconfereerd. Bij den gang van za ken in den tuinbouw, zooals die reeds en kele jaren dc tuinders naar den kelder helpt, en dio wel zijn hoogtepunt van ma laise en depressie demonstreert in de groo te hoeveelheden producten, welke onver koopbaar zijn, zou het onver antwoordclijk zijn, pogingen tot verbetering tegen te werken. Men zou al buitengewoon sterk «c- documenteerd en georiënteerd moeten zijn. als men het aandurfde er tegen in te gaan In ieder geval zou men tegenover de ont worpen plannen een eigen plan naar vo ren moeten kunnen brengen, waarin meer perspectief zat voor den Langendijker tuin bouw. Dit is niemand mogelijk gebleken en hoe ook de massa sciptisch staat tegen over bet plan-Mesu, probecren kan men bet in ieder geval, te meer, daar de tuinders zelf voor de kosten geen risico dragen. De gemeenschap zal dit wel betalen, wat ook heel goed is, daar het in haar belang en tot haar voordeel is ondernomen. Men mag alzoo wel aannemen, dat de proefpolder er zal komen. De vraag is nu: waar practischc menschen veroordeelen de plaats, die men hem oorspronkelijk had toegedacht. De tuinbouwstreek ten O. van Langcndijk bestaat uit een grondsoort, die sterk af wijkt van die in het Westelijk gedeelte, waar het overwegend grootste gedeelte van de tuin bouwgronden van het Geestmer ambacht zijn gelegen. Allicht, dat men in het Oostelijk gedeelte eerder zou slagen in zijn popingen, om tot de gcwenschtc ruilverkaveling te komen, doch, wat de cultuur betreft, zou men uit dc te dien aanzien verkregen resultaten geen logische conclusies kunnen trekken. Mocht de eer toch aan het Oosten te beurt val len, dan schijnt ook (laar nog «een een stemmigheid te heerschen in welk gedeelte Onverwachts overvallen U de venijnige steken. Wrijf dadelijk met Kloos terbalsem, welke tot diep in de weefsels door dringt. onmiddellijk verdwijnen de pijnen omdat de stoffen die de pijnen ver oorzaken er door wordén verdreven. met AKKER's KLOOSTERBALSEM Doosje 35 ct. Potten 62'/: ct. en f. 1.04 in het Z. of in het N. of in het midden, de polder moet worden aangelegd. Dit lijkt ons echter een zaak van minder belang, waarbij de goedkoopte wel de zwaarste rol zal spe len. Er blijken ook stemmen te zijn op gegaan om het niet bij één proefpolder te laten. Men zou dus ook in het Westelijk ge deelte van het G.A. zoo'n polder willen aan leggen. Als dit niet financ. de krachten van welk lichaam ook te' boven gaat, wat zou er dan tegen zijn.1 Onze. werkïóozen zullen het uitstekend vinden en men heeft de proef dan op radicale wijze genomen. De conclusies, er uit te trekken, zullen er al gemeen door zijn en men zal beter weten, waaran zich na uitwerking der proef te houden. Nu de zaak aan het rollen is, moet het. maar niet. al te langzaam gaan. Als het aan den Gedeputeerde. Kooiman ligt, zal aan dien wensch wel gevolg; worden gegeven. Zijn voortvarendheid, zijn krachtige wil om in dezen iets te doen, zijn voldoende waar- horgen voor een energiek verder optreden. In zijn handen zijn de voorbereidende werk zaamheden voldoende veilig en mochten de zaken niet het vlotte verloop hebben, dat velen op grond van de tot nu toe opgedane indrukken hebben, dan zal dit zeker niet aan den heer Kooiman zijn te wijten. Mochten cr geen onvoorziene moeilijkhe den optreden, dan mag wel worden ver wacht, dat, als we enkele maanden verder zijn, meer positieve gegevens in concreten vorm in verhand met deze werken zullen kunnen worden verstrekt. llit onze Omgeving BARSINGERHORN In de gehouden vergadering van het Veefonds Barsingerhorn werd de omslag over het afgeloopén kwartaal bepaald op 0.60 per koe. Naar ons werd meegedeeld zal dc afdoe- ling Barsingerhorn van „Het Witte Kruis" Maandag a.s. haar gewone jaarliiksche le denvergadering houden. Naast de besprekin gen over rekening en begrooting zullen ook enkele andere zeer belangrijke onder werpen ter sprake worden gebracht, zoodat een goede opkomst van de leden mag wor den verwacht. Nadere bijzonderheden wer den reeds eerder per advertentie in dit blad bekend gemaakt. Door de tooneelvereeniging „Liefdadig heid" is in studie genomen het mooie too- neelstuk „Willy's Vrouw", meer bekend on der den naam van ,^De Kribbebijter". Even als vorige jaren zullen de baten van de te houden uitvoering in de kas van de ver- eeniging „Het Witte Kruis" vloeien. NIEUWE N1ED0RP „Kinderen van ons Volk". Zondag a.s. geeft het Nut de laatste too- neelavond in dit seizoen. Opgevoerd zal dan worden door -de tooneclcub Rhetorica van Zaandam liet bekende tooneelst.uk „Kinde ren van ons Volk" spel leiding van Mevr. Royaards—Sandberg. De Niedorpers kun nen zich gelukkig rekenen dat 't aan het bestuur van het Nut is gelukt de opvoering van dit bekende en mooie tooneelstuk hier te doen plaats hebben. WIERINGEN De club thans lid van de N.W.U. De komende wedstrijden. Gisteravond vergaderde in het wielerbaan restaurant bovengenoemde vereen. Te half negen opende de secretaris, de heer J. W. J. Cornelese de vergadering. Spr. doet de medêdeeling dat de presidente, me vrouw de Haan verhinderd is aanwezig te zijn en heet vervolgens de talrijke aanwezi gen, alsmede de pers, hartelijk welkom. Dan worden dc notulen voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. Ingekomen is het antwoord van de NWU op een verzoek van onze vereen., om zonder koninklijke goedkeuring toegelaten te mo gen worden tot de N.W.U. De N.W.U. ging met dit verzoek het eerste jaar accoord. Home* trainlngswedstrijden te gen Leeuwarden. Van de Leeuwarder Wielerclub zijn me- dedeelingen binnengekomen, o.a. over de Home trainingswedstrijd, waarvoor zij een prijs beschikbaar stelt. De Directie van de wielerbaan noodigele ons uit, voor clubwed strijden op de baan, waaraan door een 8- tal clubs zal worden deelgenomen en wel van iedere club 6 renners en 2 reserves. Dit wordt een competitie. Verreden wor den: a. een sprintserie (met 2 looze ronden) b. een afval wedstrijd (na 2 ronden 1 afval ler); c. een klassementwedstrijd (30 ronden 3 klassementen); d. een koppel wedstrijd (40 K.M.) Telkens zullen 2 clubs tegen elkaar rij den. Voor den winnaar stelt, de directie een heel mooien prijs beschikbaar. Men besluit hieraan deel te nemen. Hierna cloet. Cornelese verslag van de J.l. gehouden federatievergadering, waarhij Wieringen aangesloten is. Voorts doet spr. de mededeelmg dat Za terdag .27 Febr. a.s. te Midderaneer een home triMning-a/Vond r.geh©iHÏttii zal worden Hiervoor zow spr. Medemblik' resp. Leeuw arden willen uithoodigen. Houdt zich goed ondanks zijn 70 jaar Eens hulpeloos door rheuma- tische pijnen. Een oude man vrijwaart zich voor goed van rheumatische pijnen: „Mijn vader ge bruikt Kruschen Saits reeds gedurende een paar jaren en zou er voor geen geld ter we reld buiten willen. Vroeger was hij beslist hulpeloos door de rheumatische pijnen, doch ik kan gerust beweren, dat Kruschen Salts een nieuwe man van hem gemaakt heeft. Hij is bijna 70 jaar en dat hij kras is nou, dat beloof ik U". Mevr. F. G. Kruschen Salts is een mengsel van zes minerale zouten, waarvan elk een directe of indirecte werking heeft bij de bestrijding van rheumatische aandoeningen. Een en kele flacon Kruschen Salts zal U overtui gen, dat rheumatische pijnen eenvoudig niet bestaan kunnen in een lichaam, dat zijn „kleine dagelijksche dosis" krijgt. Kru schen Salts is verkrijgbaar bij alle apothe kers en erkende drogisten k f0.40, f0.75 en fl.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpak king de naam Rowntree Handels Mij., Am sterdam, voorkomt. Cornelese stelt vervolgens voor, aan de Federatie te vragen hier het home-trainer- kampioenschap te mogen rijden. Dit zou b.v. Zondagsmiddags in Cinema de Haan kunnen geschieden. Na eenige discussie wordt dit voorsiel aangenomen. Cycle cross. De start hiervan is waarschijnlijk ibij Concordia, op 21 Maart a.s. Deze rit wordt onder auspiciën der Fede ratie gehouden. Cornelese vraagt nu of dö' vergadering er mee kan instemmen* om alle baten hiervan wederom uit te geven, on kosten, prijzen, enz. Wordt goedgekeurd. Werkprogramma, Het werkprogramma luidt als volgt: Competitie: li Febr. 50 K.M. peletonrif, start 2 uur; 21 Febr. 40 K.M. eigen kracht, start 2 uur. Zaterdag 27 Febr. home training wedstrijd in Middenmeer, 8 uur; 28 Febr. record rit, start 2 uur; 7 Maart trainings veld rit. Tijdens de rondvraag komen nog tal van huishoudelijke kwesties ter sprake. De voorz. sluit de geanimeerde vergadering met een opwekking toch vooral donateurs voor de vereeniging te winnen. Rijstebrij Naar wij vernemen, zal de Egyptische re- geering voortaan rijstzaad vanuit Japan importeeren teneinde de kwaliteit van de Egyptische rijst te verbeteren. Dit besluit is het gevolg van een nota van het Egyptische consulaat te Weenen, waarin werd gezegd, dat de Oostenrijksche rijstimporteurs hun ontevredenheid hadden uitgesproken over de kwaliteit van de Egyptische rijst en voornemens waren hun orders elders te plaatsen. IGriezelige onthullingen over het leven der fakirs. In het hedendaagsche Br. Indië zijn cir ca drie ntillioen fakirs. Ongeveer één pro cent. van de totale bevolking van dit sprook jesland behoort tot deze kaste. Nochtans dient men onderscheid te maken tusschen de „echte" fakirs en hen, die er op uit zijn om met hun kunststukjes, die zij even eens fakirtoeren noemen, de lichtgeloovi- gen geld uit den zak te kloppen. Zij wer ken deels als slangenbezweerders, deels als goochelaars en leven in het. algemeen van het vreemdelingenverkeer. De echte fakir daarentegen, die een leven leidt van* godsdienstige, meditatie, doodt, zijn vlecsch uit een, voor Europeanen onbegrijpelijk, overtuigd fanatisme en heeft niets uitstaan de met dc aan Europeanen bekende charla tans, die in feite niets anders zijn dan geoefende magiërs. De gods diens liqe fakirs hebben hun eigen orde. Er bestaat, en dit is niet overal bekend, een school van fagirs, welke zich te Kandi op het eiland Ceylon bevindt. Hier be reiden de jonge lieden zich onder leiding van eenige volleerde fakirs op hun toekom stig leven van zelfverloochening en zelf opoffering voor. Wanneer zij hun gelofte van zwijgen hebben afgelegd, worden zij ingewijd in de geheimen der zelfkastijding alsmede de hiermede in verband staande overwinning van lichamelijke pijnen. Geen enkele Europeaan heeft, ooit deze geheifmzinnigo school betreden, waarin steeds honderd tot tweehonderd leerlingen ondergebracht, zijn. Een Britsch-Indisch professor, zelf Brah maan, heeft onlangs verlof verkregen een bezoek aan dit instituut te brengen. Hij schildert het als een der geheimzinnigste instellingen ter wereld. Krankzinnig fanatisme. „Deze menschen", aldus de professor, „hebben op een bowonderingswnardige wij ze geleerd alle pijn te overwinnen. Doch zij hebben dit offer niet op zich genomen om later profijt te trekken van de verwon dingen door deze ten toon te stellen. Zij willen uitsluitend voor zich alleen leven on hebben niet den wcnsch rijkdommen bij een te garen. Deze menschen zijn vervuld met honderd procent godsdienstig fana tisme". Zij ondergaan de grootste martelingen ter wille van den godsdienst. Wanneer hun lichaam weer gezond is, stellen zij zich aan nieuwe martelingen bloot. Van jongs af aan hebben zij geloerd pijhen te ver dragen. Zij hebben zich met messen ge stoken, tien maal, honderd maal, net zoo lang tot zij geen pijn meer gevoeld heb ben. Zij hebben zich met naalden doorboord, eerst voorzichtig, dan hoe langer hoe roe- keloözer. Te Kandi gaan zij zelfs zoo ver dat zij zich de armen met dolken doorbo ren. Spijkers en naalden, 'ja, glasscherven we ten zij in te slikken. De ergste brandwon den brengen zij zichzelf toe, zonder dat ze een spier vertrekken. Zij kunnen, deze smarten verdragen doordat zij deze in het gebod of meditatie vergeten. De geest en de wil hebben het lichaam, de stof, over wonnen. Een Yan de onderwijzers heeft ge durende dertig jaren zijn lichaam systema tisch met naalden bespijkerd. Meer dan vijf duizend littcekens komen op dit lichaam voor. De fakir is van oordeel, dat voor ieder littecken een waarborg voor een ge lukkig oogenblik in het hiernamaals is. SchijndoodeUi Te Kandi leert men ook het geheim van het levend hegraven worden. Deze gruw zame, godsdienstige oefening heeft tot grondslag, dat het wenschelijk is van tijd tot tijd zijn leven te eindigen om 'n nieuw te beginnen. De oudste fakir van de school te Kandi is, gelijk hij zelf beweert, tien maal „gestorven". Hierbij is geen bedrog, mogelijk. Terdege wordt gecontroleerd of liet levend-begraven-worden wel volgens de regt-is der kunst geschiedt. De fakir, die deze godsdienstige beproeving wil onder gaan, moet maandenlang vasten. Als de sterfdag aangebroken is -weegt hij nog slechts de helft van zijn normaal gewicht. De geheele school is bij deze plechtigheid tegenwoordig. Allereerst worden alle lichamelijke ope ningen met was dichtgestopt, teneinde iede- ren luchttoevoer te verhinderen. Ten slotte stopt men den levenden doode in een zorgvuldig gesloten zak, die dan in den grafkuil neergelegd wordt. Daarop komt een zware steen te liggen. Dan gooit men den kuil dicht. Te Kandi heeft men nog de gewoonte in deze aarde wat graan te zaaien teneinde te bewijzen, dat de martelaar langer „dood" blijft dan een graankorrel noodig heeft om te ontkiemen. De Engolsche koloniale ambtenaren heb ben dikwijls bijgewoond, hoe een fakir na weken, dikwerf na maanden, weer opge graven werd. Steeds hadden zij den indruk dat wanneer het lichaam weer aan de op pervlakte kwam, dan werkelijk dood was. Het hart klopte niet meer, het lichaam was koud en van eenige ademhaling was geen spoor te ontdekken. Doch het aantal gevallen, waarbij de fakir dit exp. werkelijk lijk met zijn leven betaalt, is betrekkelijk zeer klein. In dc meeste gevallen is het voldoende het stijve lichaam te masseeren. Langzaam komt er eenige beweging in ar men en bccnen. Het hart begint weer te kloppen en de fakir slaat zijn oogen op. Men legt hem op een bed en geeft hem eeni- «e voeding. Geen woord wordt gesproken. Na ecni-"" dagen werkt het lichaam van den fakir weer als voorheen en neemt zijn „nieuw leven" een aanvang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6