Crisismaatregelen in Land- en Tuinbouw De a*s+ Kamer verkiezingen Hoe industrie en handel daaronder leden Volendam maakt schoentjes Vestiging van vreemdelin gen in beroep of bedrijf Dr. Colijn verweert zich Woensdag 24 Februari 1937 Tweede blad Een demonstratieve vergadering De Nederlandsche industrie- en handels- raad voor land- en tuinbouw is gistermid dag in een demonstratieve vergadering in den Dierentuin te 's-Gravenhage bijeenge komen. De Voorzitter van den Raad opent de ver gadering met een beschouwing over: „dc houding ten opzichte van de particuliere in dustrie en handel rondom land- cn tuin bouw; hoe zij is en hoe zij moet worden". Spreker wenschl een antwoord te geven op de vraag of gedurende vijf jaren van crisis en van daarmede verband houdende economische maatregelen het Nederland sche volk en de Overheid geslaagd zijn in de vervulling van wederzijdsche plichten. Hebben de Nederlandsche Overheid en hare organen ook van hun zijde het moge lijke gedaan om in moeilijke tijden de voor ons land uitermate moeilijke problemen op te lossen? De Overheid kan deze taak on mogelijk op eigen krachten over nemen. Het betreft hier onderwerpen, die tot voor korten tijd geheel of vrijwel geheel zonder inmenging van de Overheid en met goed ge volg zelfstandig werden behandeld door het bedrijfsleven. Met het onafwijsbare gevolg dat de Overheid deze taak onmogelijk op eigen krachten kan overnemen. En dat zij die ook niet moet overnemen, omdat wij allen snakken naar het oogenblik, dat de Overheid weer zal terugtreden en weer een zoo groot mogelijk deel van deze taak: de regeling van alle Nederlandsche arbeid en bedrijvigheid, in een vrijere maatschappij terug zal vallen op de hoofden en handen yan het Nederlandsche volk. Op het terrein der mobilisatie van beschik bare krachten, het terrein der aanvaarding van medewerking van het bedrijfsleven in de uitoefening van de crisistaak der Over heid, zijn wij in de houding der Ned. Over heid teleurgesteld. Economische eenzijdigheid van de regeering. Het op onvoldoende wijze mobiliseeren van de in het Nederlandsche economische leven aanwezige krachten heeft als eerste diep en sterk ontbindend gevolg, dat de in deze tijden zoo gevaarlijke economische een zijdigheid aan de zijde van het Overheids orgaan geen of onvoldoende compensatie vindt door veelzijdige samenwerking met de praktijk. Spr. stelde voorts vast, dat een misverstand langzamerhand en he laas in steeds sterkere mate niet al leen in officicele kringen, doch ook bij de Nederlandsche bevolking in gang gevonden heeft. Men redeneert aldus: „Landbouw- maatregelcn zijn ten behoeve van den landbouw. Bij het nemen van die maatregelen dient men dus princi pieel slechts het. oog gericht te hou den op den landbouw. Als door die maatregelen industrie en handel be lemmerd worden dan is dat wel jammer, maar aandacht in princi- pieelen zin en als doel in eerste in stantie krijgen die industrie en han del niet.. Zij vormen niet het do e 1 der maatregelen en de aan hen te besteden aandacht is slechts van tweede orde. Deze redeneering nu, die als een draad heenloopt door het landbouwcrisisbeleid, is gron dig fout. Deze crisis is geen technische landbouw crisis. Zij bestaat slechts doordat de regu- Jeering van het contact met de buiten wereld in moeilijkheden kwam. Door maatregelen tracht men tijdelijk dit. gezonde contact door steun te vervangen. Maar wij moeten weer naar het gezonde contact naar gezonde reguleering terug. Maar dan moet men ook vooral in het belang van land- en tuinbouw de vrijheid en de werk- mogelijkheid voor industrie en handel als een zeer principieele aaak met grooto aandacht ontzien dan moet men vooral die werkmogelijkheid niet door crisismaat regelen schaden. Spr. komt hier op voor het algemeen bc lang, van ons land en voor het groepsbe lang van land- cn tuinbouw. Maar er is nog een andere omvangrijke groep, die het recht heeft om aandacht voor en om der wille van zichzelve op te eischen: de groep handel en industrie. Als de gevolgen van het gebrek aan ver mogen om de in ons volk aanwezige krach ten te mobiliseeren, constateerde spreker: schade voor het algemeen belang; schade voor land- en tuinbouw; schade voor industrie en handel. Hoe het dan wel moet? Spr. stelde als eerste eisch voorop, dat nu toch eens eenmaal erkend wordt, dat landbouwcrisismaatregelen die zich slechts zeer ten deele afspelen in het zuivere boe renbedrijf en die voor een groot deel neer komen op de ruggen der bedrijven die in dustrie en handel op agrarisch terrein be oefenen, geen zin of meer exclusie zaak der boeren zijn, doch een groot geheel van ge zamenlijke en gelijkwaardige belangen ra ken: de belangen der boeren en die der be drijven van agrarische industrie en handel. Daarmede staat voor hem onomstootelijk vast, dat in het raam der mobilisatie van economische krachten de bodemcultuur en de industrie en handel op voet van volko men gelijkwaardigheid moeten worden in geschakeld. Anti-boerenorganisatie. Zeer in het bijzonder zal men er zich voor. moeten behoeden eenzijdig de land bouwcrisismaatregelen in handen te leggen van boerenorganisaties die daardoor het lof van agrarische industrie en handel op zeer ongewenschte wijze in handen krijgen. He laas kan het rapport der commissie-van Loon, welke commissie eenzijdig uit ver tegenwoordigers van boerenorganisaties was samengesteld, op dit terrein tot mis verstand aanleiding geven. Er zijn te dezen opzichte slechts twee mogelijkheden. Men kan voor de maatregelen die direct de boe renbedrijven raken zich oriënteeren op de landbouworganisaties, die zich dan tot dit terrein dienen te beperken. De tweede mogelijkheid is deze, dat men het geheele terrein als een geheel bewerkt en daarbij landbouworganisatie en organi saties van industrie en handel op voet van volkomen gelijkheid betrekt. In vele geval len zal deze oplossing de voorkeur verdie nen boven de eerstgenoemde. Bij beide op lossingen, het zij nogmaals gezegd, zal echter de gelijkwaardige positie der groe pen moeten vooropstaan. Tenslotte merkte spr. op, dat industrie en handel niet meer bereid zijn om de dupe van eenzijdig inzicht te zijn. Industrie en handel op agrarisch terrein wcnschen niet meer toe te laten dat het algemeen belang, het landbouwbelang cn hun eigen positie aan die eenzijdigheid worden opgeofferd. Agrarische industrie en handel zijn een belangrijk deel der Nederelandsche volks kracht: Zij vorderen dat dit ten volle er kend wordt en dat naar die erkenning wordt gehandeld en zijn bereid om de plichten, die daaruit voortvloeien te aan vaarden. Het tweede kamerlid, de heer Jan Schil- huis, sprak vervolgens over: ,.Uit- en invoer van agrarische prodneten niet meer door den handel? Monopolieheffingen." Hij aanvaart het steunen van den land bouw in deze tijden van crisis doch heeft bezwaar tegen de voor handel en industrie nadeelige maatregelen. Schade aan den internationalen handel. Spreker maakte vervolgens eenige op merkingen over de monopolieheffingcn op granen en voederartikelen. Deze heffingen verschaffen schade en overlast aan den han del in die artikelen en lieden door de daar aan verbonden formaliteiten en beperkingen tot inkrimping van de internationale rol, welke die handel steeds heeft vervuld. Ook schaden zij de varkens- pluimvee- en rund veehouderij, ondanks de prijsregeling voor de producten dier bedrijfstakken. Iets dergelijks kan ook worden gezegd van de voor den handel zeer nadeelige mono- policheffingen op fruit cn zuidvruchten, die door haar prijsverlioogende werking den in voer kortwieken.. Verlaging van die hef fing en dus het toelaten van wat meer in voer zou onzen fruitverbouw niet schaden Nadeelig voor den handel is ook de con- ingenteering van veekoeken. Centralisatie van den handel bij Buiten- landsche en Nederlandsche ambtelijke licha men zou voor ons land uitermate nadeelig zijn en slechts verzet daartegen is gebo den. Broodwinning voor visscherszo- nen. „Er schuilt in ieder mensch een la tente kracht, die verder strekt dan de dagelijksche ijver voor het levens onderhoud. Het is de kracht tot groo- ter daden, die in den mensch ont waakt, als de stormklok wordt geluid en het gevaar van ondergang dreigt. Deze kracht heeft Volendam geveld, toen het belang van het Nederland- - sche volk van de visschersbevolking het offer eischte van zijn geliefd be roep. Volendam wilde niet ten onder gaan." Met deze woorden begon de burgemeester van Edam en Volendam, de heer J. Kolf schoten, gisterenmiddag een toespraak, ter gelegenheid van de opening van een nieu we schoenfabriek te Volendam. Toen het visschersbedrijf achteruitging, heeft Volendam uitgezien naar nieuwe we gen. Voor dc mannen, die op de botters hun brood niet meer konden verdienen, zochten ondernemende lieden bron van verdiensten te scheppen door de stichting van indu strieën. In dc afgcloopen jaren zijn aldus op gericht een fabriek tot verwerking van paar denhaar cn een confectiefabriek, waarin te zamen ongeveer zestig personen werk vinden. Het was een Volcndamsch schoen winkelier, Jaap Veerman, die op de gedachte kwam een schoenenfabriek te Volendam op te richten. In Augustus 1933 voerde hij de eerste be sprekingen en in 1934 kon hij met tien ar beiders in een oude timmermanswerkplaats, het. werk aanvangen. In dat jaar werd de N.V. Schoenfabriek Volendam opgericht. Aanvankelijk bepaalde de productie zich tot klompensokjes, dat zijn de leeren muiltjes die de Volcndammers in hun klompen droegen. Geleidelijk ging de fabriek over tot den aan maak van modern schoenwerk voor baby's cn kinderen. Een wekelijksche productie van 2200 paar. In October 1936 werd een nieuwe fabriek betrokken. De proefperiode was voorbij en de directie wierp zich met kracht op de binncnlandsche markt. Reizigers reizen het land af cn ook op de jaarbeurs zijn de Volcndamsche schoenen verschenen. De fabriek heeft thans een wekelijksche pro ductie van 2200 paar. Hij biedt de mogelijk heid de productie tot meer dan 4000 paar per week uit te breiden. Zuiderzeest eunwet. He bedrijf is met particulier kapitaal op gericht. De overheidssubside, welke .zij ont vangt, bestaat in een opleidingstoelage, wel ke krachtens de Zuiderzeesteunwet van het vakonderricht aan visscherszonen wordt uitgekeerd. Dc beide directeuren, de heeren J. Veer man en A. G. Kuiperie bedankten allen, die aan de totstandkoming hadden meege werkt, in het bijzonder den heef J. de Boer, die het initiatief financieel heeft ge steund. Volendam, waar de tradities van het vis- schersvolk zoo lang veilig waren, verandert. Terwijl de oude visschers met hun verweer de koppen en wijde zeemansbroeken ledig loopen in dc straatjes, werkt binnen in een van ijzer en baksteen opgetrokken loods het jongere geslacht, in overalls aan rate lende machines. Een enkele draagt nog zijn duffelsche jasje met zilveren knoppen bij het stikken van telkens een naadje. De jongeren verdienen hun brood bereiken wat zij wilde, maar heeft het einddoel toch nimmer uit het oog verloren, en heeft de waardig heid van het land buiten onze grenzen hoog gehouden. Toen kwam de premier tot de toekomstige politieke samenwerking, waarvan hij uiter aard niets concreets kon meedeelen, al richtte hij zich wel tot den heer d'Ansem- bourg met de vraag, wat de N.S.B. zou doen, als de Kroon niet den N.S.B.-Fuerer als formateur zou aanwijzen, indien die be weging eens wat Z.Exc. nimmer geloof de een sterke positie of de meerderheid zou krijgen. Zou dc N.S.B. zich ermee ver- cenigen, als de Kroon dan b.v. den heer Alharda, of erger, den heer Colijn zou aan wijzen? Zoo niet, dan zal de Kroon in haar vrijheid worden beknot! De critiek van mr. Mendels (S.D.A.P.) bracht dr. Colijn tot de uitspraak, dat wij reeds voor een goed deel doen, wat in het „Plan van den Arbeid" wordt aanbevolen, Trouwens, sinds *20 geven wij voor open bare werken f 2156 millioen, dat is f 135 mil- lioen per jaar. uit. Het „Plan" wil in drie jaar f fibO millioen besteden, en de Regee ring f 400, het verschil schuilt ten slotte al leen in het tempo, aangezien de Regeering met financieel en economische realiteiten w»l rekenen. Ten aanzien van den economischen toe stand zal het komende Kabinet voor de vraag worden gesteld: Moet de huidige po litiek worden gehandhaafd? In dit verband merkte de premier op, dat dc ordening van een praetisch-economische- een heilige zaak dreigt te worden, terwijl hier toch geen tegenstellingen bestaan, alleen dc concrete toepassing tot verschil van gevoe len leidt. „Aller medewerking is noodzakelijk!" riep de premier uit, toegevend, dat in het verle den velen Christenen het Christendom ver- VOETBAL. VOORLOOPIG NED. ELFTAL— CRYSTAL-PALACE. De Nederl. ploeg gewijzigd. Het voorloopig Nederlandsch elftal, dat heden op het Spartaterrein te Rotterdam een oefenwedstrijd speelt, tegen de Engel- sche derde divisieclub Crystal-Palace, heeft een aantal veranderingen ondergaan. Door verschillende omstandigheden is een aantal spelers verhinderd uit te komen. Het elftal zal in de volgende opstelling verschijnen: Doel: Van Male (Feijenoord) Achter: Wilders (Blauw Wit) en Calden- hove (D.W.S.); Midden: Bas Paauwe (Feijenoord), Wal- laart (U.V.S.) en Van Heel (Feijenoord); Voor: Wels (Unitas), De Bock (Bloemon- daal), Bakhuys (H.B.S.), Van der Vaart (Xerxes) en Van Nellen (D.H.C) ARIE VAN VLIET VERSLAGEN DOOR GRAY Te Sydney zijn de wielerwedstrijden om het kampioenschap van Nieuw Zuid-Wales verreden, waaraan ook de Nederlandsche en Olympische kampioen, Arie van Vliet, deelnam. De Australische sprinter Gray reed één van zijn beste wedstrijden. Gray legde den kilometer in den nieuwen recordtijd van 1 min. 12.9 sec af. Van Vliet, die op 8 Aug. 1936 het Olympisch kampioenschap over dien afstand won met een heel wat snelle ren nl. 1 min. 12 sec. werd tweede in 1 min. 13 2/5 sec. Op de derde plaats eindigde Porter, die 1 min. 15 7/10 sec. noodig had. Onze boterexport naar Indië Onbeperkte invoer niet langer toegestaan. Concessie aan Indië. Naar het Hdbl. verneemt, zal de invoer van Nederlandsche boter in N. O. Indië met ingang van 1 Maart aan banden gelegd w:orden op 100 pet. van het basisjaar 193G, toen de invoer bedroeg 1.397.000 kilo of 24)4 pet. van den totalen Indischen boterinvoer. In 1935 werd in ons Indië ingevoerd 1.220.000 kilo Nederlandsche boter of 18 pet. van het totaal. Het blad verneemt tevens hoe- Onze boterexport naar Indië. wel men in Den Haag verklaart var niets af te weten dat de regeling voorloopig zal gelden voor den tijd van zes maanden, benevens dat de maatregel wordt genomen om aan Australië de kans te geven, om het verloren geganc terrein te herwin nen. Uit een het blad ter beschikking staand document blijkt, dat Australië bereid is, om den importeurs, waarvan bekend is of wordt dat zij zich niet aan de afspraak houden, ten aanzien van den invoer van Ned. boter, geen Australische boter meer te leveren. Het departement van oeconomische zaken meent, zoowel dc importeurs, die zich niet aan de afspraak houden, als hen, die van de situatie gebruik willen maken, door zich nu op den invoer van Ned. boter te werpen, genoeg in de hand te hebben, om dit tegen te gaan. Het hoofd van het kantoor voor den Han del zal de belangrijke Chineesche importeurs van den maatregel op de hoogte stellen; de Europeesche importeurs worden door hun organisatie verwittigd. Het ligt in de bedoe ling, om aan de regeling zoo weinig moge lijk ruchtbaarheid te geven. Daarom is be sloten, om de importeurs van kleine hoe veelheden Ned. boter nog niet te betrekken in de opgaven aan het departement, „De consequentie der regeling is', zoo heet het „dat de Ned. boterimport in In dië wordt gefixeerd op 24^ pet. van het totaal, doch dat daarnevens de te verwach ten stijging van den invoer voor rekening van Australië komt. Mocht deze stijging be langrijke afmetingen aannemen, dan zal na zes maanden opnieuw overwogen kunnen worden of het Hollandsche aandeel verhoogd moet worden. Echter zal deze verhooging naar alle waarschijnlijkheid niet groot kunnen zijn, daar het departement het Ne derlandsche importcijfer aanvankelijk had willen baseeren op den invoer in 1935, z{ïr de 18 pet. van het totaal". loochenden, en tot dezulken rekende hij ook de Nationaal Socialisten, die het Christen dom door de Overheid willen brengen, maar op die wijze kan Christus geen middelaar zijn, aldus dr. Colijn. Mr. Oud, de bewaker onzer schatkist, kwam zijn traditioneele bespiegelingen hou den. Hij wees erop, dat de Millioenennota (vóór de devaluatie verschenen!) reeds van een verbeterden toestand gewaagde. De heer Felskens (R.K.), die gevraagd had om een betere „gezinspolitiek" kreeg te hooren. dat er een indepartementale com missie ter onderzoek van deze zaak zal komen. Voorts ging hij in op de critick- Mendels nopens de werking van het Egali satiefonds, waarvan hij zei, dat zij niet voor openbare debatten in aanmerking kwam. Er kwamen replieken. Mr. Van Lanschot (r.k.) richtte zich eerst tot den heer d'An- sembourg, zeggend, dat die zich de rol van apostel toebedeelt. En Mr. Mendels kreeg te hooren, dat hij een uitstekende Don Juan is, die om de hand van het meisje (de R.K.- S.P.!) vraagt, Mr. Mendels diende van antwoord, vragen, de waarom de Belgische Katholieken dan wèl met Socialisten samen gaan? Zeer fel richtte de afgevaardigde zich vervolgens tot de N.S.B.-leden, uitroepend, dat zij hier „de keurige meneer" uithangen, terwijl zij bui ten schimpen en schelden op vakvereeni- gingsleiders, waarvan de Senaat er een half dozijn telt. „Maar hier hoort men ze niet!" aldus Mr. Mendels, die het anti-semietismc „ook walgelijk" oordeelde. De algemeene beschouwingen werden ge sloten. De begrooting van het Departement van Koloniën werd hierna zonder stemming aan vaard, nadat dr. Van Embden (V.D.) ge vraagd had om een anderen naam voor het departement en nadat Dr. Colijn in deze overweging had toegezegd. De Senaat is tot Vrijdag uiteen, werkt tusschentijds in de afdeelingen, o.a. aan de Grondwetsherziening. 26 Mei a.s. ter stembus. Naar van bevoegde zijde wordt vernomen, ligt het in de bedoeling, indien de behande ling van de grondwetsherziening tijdig in de Eerste Kamer tot stand komt, do candidaat- stclling voor de verkiezing te doen plaats hebben 20 April a.s. en de stemming op 26 Mei d.a.v. De Zesdaagsche te Rotterdam BillietBuysse nog steeds aan den kop. Na een kalmen Dinsdagavond, waarop aan het slot onder leiding van de Van Kem- nens een jacht ontstond, welke om 1 uur niet minder dan 7 koppels aan den kop ver- toonde. Hedennacht om vier uur was de stand als volgt: Aan den kop: 1. BillietBuysse 335 pnL; 2. Falck en Grundahl Hanscn 291 pnt.; 3. Gcbr. Van Kempen 236 pnt.; 4. Van der Ruit Charlier 163 pnt.; 5. Van SchijndelVan den Broek 124 pnt.; 6. ZimsKucster 116 pnt.; 7. SchoenPellenaars 97 pnt.. Op een ronde: 8. WalthourCrossley 43 pnt. Op zes ronden: 9. BakkerKrcmcrs 7S pnt Op zeven ronden: 10. MatcnaHeslinga 71 pnt. Op acht ronden: 11. Gcbr. Vroomen 159 pt Gedurende het laatste gedeelte van den nacht onderging de stand niet de minste wijziging. Bij de neutralisatie, na 102 uur rijden, waren afgelegd: 2011.234 K.M. NEDERLANDSCH TANKSCHIP AAN DEN GROND Het Nederlandsche tankschip „Angelina" dat 2086 ton meet en door de Rising Sun Company was gecharterd, is gisterochtend ter hoogte van Formosa gestrand. Het schip werd ernstig beschadigd. De acht Neder landsche officieren en de uit dertig koppen bestaande Chineesche bemanning werden gered. Het schip is eigendom van de Nederl. Indische Tankstoomboot maatschappij te Den Haag EEN DUUR PARFUM. Daar was oen luchtje aan Een Amsterdamsche koopman, een han delaar in parfum, kocht op zekeren dag 'n groote partij leege fleschjes, waarop de naam van een bekenden fabrikant van parfums voorkwam. Zelf fabriceerde hij een vocht, dat een geur verspreidde, die eenigs- zins afweek van die van het bekende Fran- sche parfum en vulde hiermede de flesch jes. Hij verkocht een aantal flacons, doch voor hij door zijn voorraad heen was, greep de politie in en werd het kostbare vocht in beslag genomen. Wegens het gebruik maken van ren valsch merk veroordeelde de politierechter den man tot twee maanden gevangenis straf Dinsdag diende deze zaak in hooger be roep. Verdachte gaf de feiten volmondig toe: „Ik dacht niet, dat iemand er in zou loopen" is zijn verweer. De procureur-generaal mr. dr. D. Reilingh vorderde bevestiging van het vonnis. De verdediger, mr. A. Sternhei m, pleitte clementie. Arrest 9 Maart. Tweede Kamer Een vergunningstelsel ontwor- pen. De wet van 16 Mei '34 regelt reeds de te werkstelling van buitenlandsche werkkrach ten in bedrijven, om zoodoende de eigen arbeidsmarkt tegen onbehoorlijke concurren tie te beveiligen. Doch intussrhen bleek, dat vele vreemdelingen zich nu in dc vrije be roepen gingen vestigen, of een winkel gin gen drijven, hetgeen natuurlijk weer scha delijk werd voor den nijveren, handoldrij- venden middenstand. Aldus is dc Regecring gekomen veel te laat, naar veler oor deel met een completcerendc regeling, genaamd: wetsontwerp regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen of be drijven door vreemdelingen. Zij betreft het uitoefenen of bedrijven door vreemdelingen in het algemeen en de werking der wet zal zich ook uitstrekken tot hen, die bij dc af kondiging der wet hier te lande reeds ge vestigd zijn. Ieder vreemdeling kan worden verplicht, een vergunning te vragen, terwijl de hier reeds gevestigde vreemdelingen een streepje voor zullen hebben, althans, geval voor geval zal bekeken worden en als te gen voortzetting van hun bedrijf geen be zwaren bestaan, zal een vergunning ver leend worden. En: een in het buitenland gevestigde vreemde onderneming, welke hier werkzaamheden ten behoeve van der den laat verrichten, zal evenzeer een ver gunning noodig hebben Ten deze rees ver zet, en een amendementDr. Vos (V.S.) wilde dien eisch doen vervallen. Er ontwikkelde zich heden in de Kamer een diseussietje over deze materie. Minis ter Gelissen betreurde ook, dat de wet wat lang op zich liet wachten. Mr. Westermart (ex-N,H,) had om een beroepsinstantie ge vraagd, en Z. Exc, verklaarde, dat de wet de mogelijkheid tot instelling van een ad viesbureau inhoudt. Aanneming zonder stemming volgde. Vervolgpns kwam aan de orde de wets ontwerpen tot wijziging en aanvulling van de Middelbaaren Hooger Onderwijswet Aangezien de discussies over deze zaken tot morgen geschorst werden, wijl minister Slo- temaker zich eerst moest heraden omtrent een ingediende motie, kan beter morgen op deze zaken nader worden ingegaan. Eerste Kamer De N.S.B. moet onze vrijheid dankbaar zijn. Toekomstbespiegelingen. DEN HAAG, 23 Februari 1937. Het restant der algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting in den Senaat liet heden aan levendigheid niets te wenschen over! Vooral bij dc replieken ging 't van „raak 'm", de argumenten vlogen over en weer, natuurlijk niet een onbevredigend slot, want 't gebeurt immers zelden, dat politieke tegenstanders het op hoofdpunten met el kaar eens worden. De anwoord-rede van Dr. Colijn was een goed stuk welsprekendheid zooals steeds! doch heel veel nieuws kon zij niet bren gen, al was wellicht van het meeste belang hetgeen de premier opmerkte over zijn visie op de naaste toekomst. Dr. C.olijn had groot geluk toen hij begon met op te merken, dat het gansche debat eigenlijk langs het Kabinet heen is gegaan, en dat dc gevoerde critiek op dat beleid alleen kwam van de beide socialistische groepen, waarmee hij n.b. de S.D.A.P. en de N.S.B. bedoelde! Over dc bekende gronden, waarop de mi nister-president het gevoerde Regeeringshe- leid verdedigde, moge hier thans verder wor den gezwegen, alleen dient wel even spe ciaal te worden vermeld, dat Dr. Colijn don toestand van ons land „in velerlei opzicht" beter acht dan een viertal jaren geleden. Ge lijk hierboven reeds werd opgemerkt, had Z.Exe. zich in hoofdzaak te verdedigen te gen de critiek van S.D.- en N.S.-zijde, en hij nam het eerst de rede van graaf d'Ansem- bourg onder de loupe. Zoo had die afgevaar digde gezegd, dat de N.S.B. den impuls voor liefde voor vorst en vaderland had gegeven, doch de premier vroeg, of hij dan 1918 was vergeten. („Toen zat ie in Duitschlandl". riep de heer Moltmaker.) En voorts merkte Dr. Colijn op, dat odk Nationaal Herstel beweert, de gangmaker te zijn geweest voor de defen sie-uitbreidingen, terwijl een en ander een voudig noodzakelijk werd door de gewijzigde internationale omstandigheden. Voorts heeft de Regeering nimmer gezegd, nooit te zullen devalueeren, maar wel, dat zij dat niet vrijwillig zal doen. En de cri tiek van den heer d'Ansembourg op de ge- 7agshandhaving deed de premier vragen, of Nederland niet overal in het buitenland als een voorbeeld van orde en rust geldt? Toch beletten wij geen critiek op de Regee ring, ook al zou zij op scherpe of onwaar dige manier worden gevoerd Het nationaal-socialisme aldus verder dr. Colijn legt iedere critiek het zwijgen op, doch als onze huidi ge Rcgcering dien maatstaf eens aanlegde, waar zou dan dc N.S.B. zijn? Z.Exc. ontkende, dat de Over heid dergelijk recht heeft. Verheug U, aldus riep de minister den N.S.B. afgevaardigde toe, verheug U, dat men in Nederland nog de vrijheid heeft te zeggen wat men wil! Een krachtig regeerder is hij, die wel overwogen zijn gedragslijn bepaalt, hoe men hem ook moge aanblaffen zoo ging dr. Colijn ongestoord verder terwijl de Kamer en de volle tribu nes muisstil luisterden. De Regeering zei hij heeft niet alles kunnen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5