Crisismaatregelen in
Land- en Tuinbouw
De a*s+ Kamer
verkiezingen
Hoe industrie en handel
daaronder leden
Volendam maakt schoentjes
Vestiging van vreemdelin
gen in beroep of bedrijf
Dr. Colijn verweert
zich
Woensdag 24 Februari 1937
Tweede blad
Een demonstratieve vergadering
De Nederlandsche industrie- en handels-
raad voor land- en tuinbouw is gistermid
dag in een demonstratieve vergadering in
den Dierentuin te 's-Gravenhage bijeenge
komen.
De Voorzitter van den Raad opent de ver
gadering met een beschouwing over: „dc
houding ten opzichte van de particuliere in
dustrie en handel rondom land- cn tuin
bouw; hoe zij is en hoe zij moet worden".
Spreker wenschl een antwoord te geven
op de vraag of gedurende vijf jaren van
crisis en van daarmede verband houdende
economische maatregelen het Nederland
sche volk en de Overheid geslaagd zijn in
de vervulling van wederzijdsche plichten.
Hebben de Nederlandsche Overheid en
hare organen ook van hun zijde het moge
lijke gedaan om in moeilijke tijden de voor
ons land uitermate moeilijke problemen op
te lossen?
De Overheid kan deze taak on
mogelijk op eigen krachten over
nemen.
Het betreft hier onderwerpen, die tot voor
korten tijd geheel of vrijwel geheel zonder
inmenging van de Overheid en met goed ge
volg zelfstandig werden behandeld door het
bedrijfsleven. Met het onafwijsbare gevolg
dat de Overheid deze taak onmogelijk op
eigen krachten kan overnemen. En dat zij
die ook niet moet overnemen, omdat wij
allen snakken naar het oogenblik, dat de
Overheid weer zal terugtreden en weer een
zoo groot mogelijk deel van deze taak: de
regeling van alle Nederlandsche arbeid en
bedrijvigheid, in een vrijere maatschappij
terug zal vallen op de hoofden en handen
yan het Nederlandsche volk.
Op het terrein der mobilisatie van beschik
bare krachten, het terrein der aanvaarding
van medewerking van het bedrijfsleven in
de uitoefening van de crisistaak der Over
heid, zijn wij in de houding der Ned. Over
heid teleurgesteld.
Economische eenzijdigheid van
de regeering.
Het op onvoldoende wijze mobiliseeren
van de in het Nederlandsche economische
leven aanwezige krachten heeft als eerste
diep en sterk ontbindend gevolg, dat de in
deze tijden zoo gevaarlijke economische een
zijdigheid aan de zijde van het Overheids
orgaan geen of onvoldoende compensatie
vindt door veelzijdige samenwerking met de
praktijk.
Spr. stelde voorts vast, dat een
misverstand langzamerhand en he
laas in steeds sterkere mate niet al
leen in officicele kringen, doch ook
bij de Nederlandsche bevolking in
gang gevonden heeft.
Men redeneert aldus: „Landbouw-
maatregelcn zijn ten behoeve van den
landbouw. Bij het nemen van die
maatregelen dient men dus princi
pieel slechts het. oog gericht te hou
den op den landbouw. Als door die
maatregelen industrie en handel be
lemmerd worden dan is dat wel
jammer, maar aandacht in princi-
pieelen zin en als doel in eerste in
stantie krijgen die industrie en han
del niet.. Zij vormen niet het do e 1
der maatregelen en de aan hen te
besteden aandacht is slechts van
tweede orde. Deze redeneering nu,
die als een draad heenloopt door
het landbouwcrisisbeleid, is gron
dig fout.
Deze crisis is geen technische landbouw
crisis. Zij bestaat slechts doordat de regu-
Jeering van het contact met de buiten
wereld in moeilijkheden kwam. Door
maatregelen tracht men tijdelijk dit. gezonde
contact door steun te vervangen. Maar wij
moeten weer naar het gezonde contact
naar gezonde reguleering terug. Maar dan
moet men ook vooral in het belang van
land- en tuinbouw de vrijheid en de werk-
mogelijkheid voor industrie en handel als
een zeer principieele aaak met grooto
aandacht ontzien dan moet men vooral
die werkmogelijkheid niet door crisismaat
regelen schaden.
Spr. komt hier op voor het algemeen bc
lang, van ons land en voor het groepsbe
lang van land- cn tuinbouw. Maar er is
nog een andere omvangrijke groep, die het
recht heeft om aandacht voor en om der
wille van zichzelve op te eischen: de groep
handel en industrie.
Als de gevolgen van het gebrek aan ver
mogen om de in ons volk aanwezige krach
ten te mobiliseeren, constateerde spreker:
schade voor het algemeen belang;
schade voor land- en tuinbouw;
schade voor industrie en handel.
Hoe het dan wel moet?
Spr. stelde als eerste eisch voorop, dat
nu toch eens eenmaal erkend wordt, dat
landbouwcrisismaatregelen die zich slechts
zeer ten deele afspelen in het zuivere boe
renbedrijf en die voor een groot deel neer
komen op de ruggen der bedrijven die in
dustrie en handel op agrarisch terrein be
oefenen, geen zin of meer exclusie zaak der
boeren zijn, doch een groot geheel van ge
zamenlijke en gelijkwaardige belangen ra
ken: de belangen der boeren en die der be
drijven van agrarische industrie en handel.
Daarmede staat voor hem onomstootelijk
vast, dat in het raam der mobilisatie van
economische krachten de bodemcultuur en
de industrie en handel op voet van volko
men gelijkwaardigheid moeten worden in
geschakeld.
Anti-boerenorganisatie.
Zeer in het bijzonder zal men er zich
voor. moeten behoeden eenzijdig de land
bouwcrisismaatregelen in handen te leggen
van boerenorganisaties die daardoor het lof
van agrarische industrie en handel op zeer
ongewenschte wijze in handen krijgen. He
laas kan het rapport der commissie-van
Loon, welke commissie eenzijdig uit ver
tegenwoordigers van boerenorganisaties
was samengesteld, op dit terrein tot mis
verstand aanleiding geven. Er zijn te dezen
opzichte slechts twee mogelijkheden. Men
kan voor de maatregelen die direct de boe
renbedrijven raken zich oriënteeren op de
landbouworganisaties, die zich dan tot dit
terrein dienen te beperken.
De tweede mogelijkheid is deze, dat men
het geheele terrein als een geheel bewerkt
en daarbij landbouworganisatie en organi
saties van industrie en handel op voet van
volkomen gelijkheid betrekt. In vele geval
len zal deze oplossing de voorkeur verdie
nen boven de eerstgenoemde. Bij beide op
lossingen, het zij nogmaals gezegd, zal
echter de gelijkwaardige positie der groe
pen moeten vooropstaan.
Tenslotte merkte spr. op, dat industrie en
handel niet meer bereid zijn om de dupe
van eenzijdig inzicht te zijn. Industrie en
handel op agrarisch terrein wcnschen niet
meer toe te laten dat het algemeen belang,
het landbouwbelang cn hun eigen positie
aan die eenzijdigheid worden opgeofferd.
Agrarische industrie en handel zijn een
belangrijk deel der Nederelandsche volks
kracht: Zij vorderen dat dit ten volle er
kend wordt en dat naar die erkenning
wordt gehandeld en zijn bereid om de
plichten, die daaruit voortvloeien te aan
vaarden.
Het tweede kamerlid, de heer Jan Schil-
huis, sprak vervolgens over: ,.Uit- en invoer
van agrarische prodneten niet meer door
den handel? Monopolieheffingen."
Hij aanvaart het steunen van den land
bouw in deze tijden van crisis doch heeft
bezwaar tegen de voor handel en industrie
nadeelige maatregelen.
Schade aan den internationalen
handel.
Spreker maakte vervolgens eenige op
merkingen over de monopolieheffingcn op
granen en voederartikelen. Deze heffingen
verschaffen schade en overlast aan den han
del in die artikelen en lieden door de daar
aan verbonden formaliteiten en beperkingen
tot inkrimping van de internationale rol,
welke die handel steeds heeft vervuld. Ook
schaden zij de varkens- pluimvee- en rund
veehouderij, ondanks de prijsregeling voor
de producten dier bedrijfstakken.
Iets dergelijks kan ook worden gezegd van
de voor den handel zeer nadeelige mono-
policheffingen op fruit cn zuidvruchten, die
door haar prijsverlioogende werking den in
voer kortwieken.. Verlaging van die hef
fing en dus het toelaten van wat meer in
voer zou onzen fruitverbouw niet schaden
Nadeelig voor den handel is ook de con-
ingenteering van veekoeken.
Centralisatie van den handel bij Buiten-
landsche en Nederlandsche ambtelijke licha
men zou voor ons land uitermate nadeelig
zijn en slechts verzet daartegen is gebo
den.
Broodwinning voor visscherszo-
nen.
„Er schuilt in ieder mensch een la
tente kracht, die verder strekt dan
de dagelijksche ijver voor het levens
onderhoud. Het is de kracht tot groo-
ter daden, die in den mensch ont
waakt, als de stormklok wordt geluid
en het gevaar van ondergang dreigt.
Deze kracht heeft Volendam geveld,
toen het belang van het Nederland- -
sche volk van de visschersbevolking
het offer eischte van zijn geliefd be
roep. Volendam wilde niet ten onder
gaan."
Met deze woorden begon de burgemeester
van Edam en Volendam, de heer J. Kolf
schoten, gisterenmiddag een toespraak, ter
gelegenheid van de opening van een nieu
we schoenfabriek te Volendam.
Toen het visschersbedrijf achteruitging,
heeft Volendam uitgezien naar nieuwe we
gen. Voor dc mannen, die op de botters hun
brood niet meer konden verdienen, zochten
ondernemende lieden bron van verdiensten
te scheppen door de stichting van indu
strieën. In dc afgcloopen jaren zijn aldus op
gericht een fabriek tot verwerking van paar
denhaar cn een confectiefabriek, waarin te
zamen ongeveer zestig personen werk vinden.
Het was een Volcndamsch schoen winkelier,
Jaap Veerman, die op de gedachte kwam een
schoenenfabriek te Volendam op te richten.
In Augustus 1933 voerde hij de eerste be
sprekingen en in 1934 kon hij met tien ar
beiders in een oude timmermanswerkplaats,
het. werk aanvangen. In dat jaar werd de
N.V. Schoenfabriek Volendam opgericht.
Aanvankelijk bepaalde de productie zich tot
klompensokjes, dat zijn de leeren muiltjes die
de Volcndammers in hun klompen droegen.
Geleidelijk ging de fabriek over tot den aan
maak van modern schoenwerk voor baby's
cn kinderen.
Een wekelijksche productie van
2200 paar.
In October 1936 werd een nieuwe fabriek
betrokken. De proefperiode was voorbij en
de directie wierp zich met kracht op de
binncnlandsche markt. Reizigers reizen het
land af cn ook op de jaarbeurs zijn de
Volcndamsche schoenen verschenen. De
fabriek heeft thans een wekelijksche pro
ductie van 2200 paar. Hij biedt de mogelijk
heid de productie tot meer dan 4000 paar
per week uit te breiden.
Zuiderzeest eunwet.
He bedrijf is met particulier kapitaal op
gericht. De overheidssubside, welke .zij ont
vangt, bestaat in een opleidingstoelage, wel
ke krachtens de Zuiderzeesteunwet van het
vakonderricht aan visscherszonen wordt
uitgekeerd.
Dc beide directeuren, de heeren J. Veer
man en A. G. Kuiperie bedankten allen, die
aan de totstandkoming hadden meege
werkt, in het bijzonder den heef J. de
Boer, die het initiatief financieel heeft ge
steund.
Volendam, waar de tradities van het vis-
schersvolk zoo lang veilig waren, verandert.
Terwijl de oude visschers met hun verweer
de koppen en wijde zeemansbroeken ledig
loopen in dc straatjes, werkt binnen in een
van ijzer en baksteen opgetrokken loods
het jongere geslacht, in overalls aan rate
lende machines. Een enkele draagt nog zijn
duffelsche jasje met zilveren knoppen bij
het stikken van telkens een naadje.
De jongeren verdienen hun brood
bereiken wat zij wilde, maar heeft
het einddoel toch nimmer uit het
oog verloren, en heeft de waardig
heid van het land buiten onze
grenzen hoog gehouden.
Toen kwam de premier tot de toekomstige
politieke samenwerking, waarvan hij uiter
aard niets concreets kon meedeelen, al
richtte hij zich wel tot den heer d'Ansem-
bourg met de vraag, wat de N.S.B. zou
doen, als de Kroon niet den N.S.B.-Fuerer
als formateur zou aanwijzen, indien die be
weging eens wat Z.Exc. nimmer geloof
de een sterke positie of de meerderheid
zou krijgen. Zou dc N.S.B. zich ermee ver-
cenigen, als de Kroon dan b.v. den heer
Alharda, of erger, den heer Colijn zou aan
wijzen? Zoo niet, dan zal de Kroon in haar
vrijheid worden beknot!
De critiek van mr. Mendels (S.D.A.P.)
bracht dr. Colijn tot de uitspraak, dat wij
reeds voor een goed deel doen, wat in het
„Plan van den Arbeid" wordt aanbevolen,
Trouwens, sinds *20 geven wij voor open
bare werken f 2156 millioen, dat is f 135 mil-
lioen per jaar. uit. Het „Plan" wil in drie
jaar f fibO millioen besteden, en de Regee
ring f 400, het verschil schuilt ten slotte al
leen in het tempo, aangezien de Regeering
met financieel en economische realiteiten
w»l rekenen.
Ten aanzien van den economischen toe
stand zal het komende Kabinet voor de
vraag worden gesteld: Moet de huidige po
litiek worden gehandhaafd? In dit verband
merkte de premier op, dat dc ordening
van een praetisch-economische- een heilige
zaak dreigt te worden, terwijl hier toch
geen tegenstellingen bestaan, alleen dc
concrete toepassing tot verschil van gevoe
len leidt.
„Aller medewerking is noodzakelijk!" riep
de premier uit, toegevend, dat in het verle
den velen Christenen het Christendom ver-
VOETBAL.
VOORLOOPIG NED. ELFTAL—
CRYSTAL-PALACE.
De Nederl. ploeg gewijzigd.
Het voorloopig Nederlandsch elftal, dat
heden op het Spartaterrein te Rotterdam
een oefenwedstrijd speelt, tegen de Engel-
sche derde divisieclub Crystal-Palace, heeft
een aantal veranderingen ondergaan. Door
verschillende omstandigheden is een aantal
spelers verhinderd uit te komen. Het elftal
zal in de volgende opstelling verschijnen:
Doel: Van Male (Feijenoord)
Achter: Wilders (Blauw Wit) en Calden-
hove (D.W.S.);
Midden: Bas Paauwe (Feijenoord), Wal-
laart (U.V.S.) en Van Heel (Feijenoord);
Voor: Wels (Unitas), De Bock (Bloemon-
daal), Bakhuys (H.B.S.), Van der Vaart
(Xerxes) en Van Nellen (D.H.C)
ARIE VAN VLIET VERSLAGEN
DOOR GRAY
Te Sydney zijn de wielerwedstrijden om
het kampioenschap van Nieuw Zuid-Wales
verreden, waaraan ook de Nederlandsche
en Olympische kampioen, Arie van Vliet,
deelnam.
De Australische sprinter Gray reed één
van zijn beste wedstrijden. Gray legde den
kilometer in den nieuwen recordtijd van
1 min. 12.9 sec af. Van Vliet, die op 8 Aug.
1936 het Olympisch kampioenschap over
dien afstand won met een heel wat snelle
ren nl. 1 min. 12 sec. werd tweede in 1
min. 13 2/5 sec. Op de derde plaats eindigde
Porter, die 1 min. 15 7/10 sec. noodig had.
Onze boterexport
naar Indië
Onbeperkte invoer niet langer
toegestaan. Concessie aan Indië.
Naar het Hdbl. verneemt, zal de invoer
van Nederlandsche boter in N. O. Indië
met ingang van 1 Maart aan banden gelegd
w:orden op 100 pet. van het basisjaar 193G,
toen de invoer bedroeg 1.397.000 kilo of 24)4
pet. van den totalen Indischen boterinvoer.
In 1935 werd in ons Indië ingevoerd
1.220.000 kilo Nederlandsche boter of 18 pet.
van het totaal.
Het blad verneemt tevens hoe-
Onze boterexport naar Indië.
wel men in Den Haag verklaart var
niets af te weten dat de regeling
voorloopig zal gelden voor den tijd
van zes maanden, benevens dat de
maatregel wordt genomen om aan
Australië de kans te geven, om het
verloren geganc terrein te herwin
nen.
Uit een het blad ter beschikking staand
document blijkt, dat Australië bereid is, om
den importeurs, waarvan bekend is of wordt
dat zij zich niet aan de afspraak houden, ten
aanzien van den invoer van Ned. boter,
geen Australische boter meer te leveren.
Het departement van oeconomische zaken
meent, zoowel dc importeurs, die zich niet
aan de afspraak houden, als hen, die van
de situatie gebruik willen maken, door zich
nu op den invoer van Ned. boter te werpen,
genoeg in de hand te hebben, om dit tegen
te gaan.
Het hoofd van het kantoor voor den Han
del zal de belangrijke Chineesche importeurs
van den maatregel op de hoogte stellen; de
Europeesche importeurs worden door hun
organisatie verwittigd. Het ligt in de bedoe
ling, om aan de regeling zoo weinig moge
lijk ruchtbaarheid te geven. Daarom is be
sloten, om de importeurs van kleine hoe
veelheden Ned. boter nog niet te betrekken
in de opgaven aan het departement,
„De consequentie der regeling is', zoo
heet het „dat de Ned. boterimport in In
dië wordt gefixeerd op 24^ pet. van het
totaal, doch dat daarnevens de te verwach
ten stijging van den invoer voor rekening
van Australië komt. Mocht deze stijging be
langrijke afmetingen aannemen, dan zal na
zes maanden opnieuw overwogen kunnen
worden of het Hollandsche aandeel verhoogd
moet worden. Echter zal deze verhooging
naar alle waarschijnlijkheid niet groot
kunnen zijn, daar het departement het Ne
derlandsche importcijfer aanvankelijk had
willen baseeren op den invoer in 1935, z{ïr
de 18 pet. van het totaal".
loochenden, en tot dezulken rekende hij ook
de Nationaal Socialisten, die het Christen
dom door de Overheid willen brengen, maar
op die wijze kan Christus geen middelaar
zijn, aldus dr. Colijn.
Mr. Oud, de bewaker onzer schatkist,
kwam zijn traditioneele bespiegelingen hou
den. Hij wees erop, dat de Millioenennota
(vóór de devaluatie verschenen!) reeds
van een verbeterden toestand gewaagde.
De heer Felskens (R.K.), die gevraagd had
om een betere „gezinspolitiek" kreeg te
hooren. dat er een indepartementale com
missie ter onderzoek van deze zaak zal
komen. Voorts ging hij in op de critick-
Mendels nopens de werking van het Egali
satiefonds, waarvan hij zei, dat zij niet voor
openbare debatten in aanmerking kwam.
Er kwamen replieken. Mr. Van Lanschot
(r.k.) richtte zich eerst tot den heer d'An-
sembourg, zeggend, dat die zich de rol van
apostel toebedeelt. En Mr. Mendels kreeg te
hooren, dat hij een uitstekende Don Juan
is, die om de hand van het meisje (de R.K.-
S.P.!) vraagt,
Mr. Mendels diende van antwoord, vragen,
de waarom de Belgische Katholieken dan
wèl met Socialisten samen gaan? Zeer fel
richtte de afgevaardigde zich vervolgens tot
de N.S.B.-leden, uitroepend, dat zij hier „de
keurige meneer" uithangen, terwijl zij bui
ten schimpen en schelden op vakvereeni-
gingsleiders, waarvan de Senaat er een half
dozijn telt. „Maar hier hoort men ze niet!"
aldus Mr. Mendels, die het anti-semietismc
„ook walgelijk" oordeelde.
De algemeene beschouwingen werden ge
sloten.
De begrooting van het Departement van
Koloniën werd hierna zonder stemming aan
vaard, nadat dr. Van Embden (V.D.) ge
vraagd had om een anderen naam voor het
departement en nadat Dr. Colijn in deze
overweging had toegezegd.
De Senaat is tot Vrijdag uiteen, werkt
tusschentijds in de afdeelingen, o.a. aan de
Grondwetsherziening.
26 Mei a.s. ter stembus.
Naar van bevoegde zijde wordt vernomen,
ligt het in de bedoeling, indien de behande
ling van de grondwetsherziening tijdig in de
Eerste Kamer tot stand komt, do candidaat-
stclling voor de verkiezing te doen plaats
hebben 20 April a.s. en de stemming op 26
Mei d.a.v.
De Zesdaagsche te
Rotterdam
BillietBuysse nog steeds aan
den kop.
Na een kalmen Dinsdagavond, waarop
aan het slot onder leiding van de Van Kem-
nens een jacht ontstond, welke om 1 uur
niet minder dan 7 koppels aan den kop ver-
toonde.
Hedennacht om vier uur was de stand als
volgt:
Aan den kop: 1. BillietBuysse 335 pnL;
2. Falck en Grundahl Hanscn 291 pnt.; 3.
Gcbr. Van Kempen 236 pnt.; 4. Van der Ruit
Charlier 163 pnt.; 5. Van SchijndelVan
den Broek 124 pnt.; 6. ZimsKucster 116 pnt.;
7. SchoenPellenaars 97 pnt..
Op een ronde: 8. WalthourCrossley 43
pnt.
Op zes ronden: 9. BakkerKrcmcrs 7S pnt
Op zeven ronden: 10. MatcnaHeslinga
71 pnt.
Op acht ronden: 11. Gcbr. Vroomen 159 pt
Gedurende het laatste gedeelte van den
nacht onderging de stand niet de minste
wijziging. Bij de neutralisatie, na 102 uur
rijden, waren afgelegd: 2011.234 K.M.
NEDERLANDSCH TANKSCHIP AAN
DEN GROND
Het Nederlandsche tankschip „Angelina"
dat 2086 ton meet en door de Rising Sun
Company was gecharterd, is gisterochtend
ter hoogte van Formosa gestrand. Het schip
werd ernstig beschadigd. De acht Neder
landsche officieren en de uit dertig koppen
bestaande Chineesche bemanning werden
gered. Het schip is eigendom van de Nederl.
Indische Tankstoomboot maatschappij te
Den Haag
EEN DUUR PARFUM.
Daar was oen luchtje aan
Een Amsterdamsche koopman, een han
delaar in parfum, kocht op zekeren dag 'n
groote partij leege fleschjes, waarop de
naam van een bekenden fabrikant van
parfums voorkwam. Zelf fabriceerde hij een
vocht, dat een geur verspreidde, die eenigs-
zins afweek van die van het bekende Fran-
sche parfum en vulde hiermede de flesch
jes. Hij verkocht een aantal flacons, doch
voor hij door zijn voorraad heen was,
greep de politie in en werd het kostbare
vocht in beslag genomen.
Wegens het gebruik maken van ren
valsch merk veroordeelde de politierechter
den man tot twee maanden gevangenis
straf
Dinsdag diende deze zaak in hooger be
roep. Verdachte gaf de feiten volmondig
toe: „Ik dacht niet, dat iemand er in zou
loopen" is zijn verweer.
De procureur-generaal mr. dr. D. Reilingh
vorderde bevestiging van het vonnis.
De verdediger, mr. A. Sternhei m, pleitte
clementie.
Arrest 9 Maart.
Tweede Kamer
Een vergunningstelsel ontwor-
pen.
De wet van 16 Mei '34 regelt reeds de te
werkstelling van buitenlandsche werkkrach
ten in bedrijven, om zoodoende de eigen
arbeidsmarkt tegen onbehoorlijke concurren
tie te beveiligen. Doch intussrhen bleek, dat
vele vreemdelingen zich nu in dc vrije be
roepen gingen vestigen, of een winkel gin
gen drijven, hetgeen natuurlijk weer scha
delijk werd voor den nijveren, handoldrij-
venden middenstand. Aldus is dc Regecring
gekomen veel te laat, naar veler oor
deel met een completcerendc regeling,
genaamd: wetsontwerp regeling van het
zelfstandig uitoefenen van beroepen of be
drijven door vreemdelingen. Zij betreft het
uitoefenen of bedrijven door vreemdelingen
in het algemeen en de werking der wet zal
zich ook uitstrekken tot hen, die bij dc af
kondiging der wet hier te lande reeds ge
vestigd zijn. Ieder vreemdeling kan worden
verplicht, een vergunning te vragen, terwijl
de hier reeds gevestigde vreemdelingen een
streepje voor zullen hebben, althans, geval
voor geval zal bekeken worden en als te
gen voortzetting van hun bedrijf geen be
zwaren bestaan, zal een vergunning ver
leend worden. En: een in het buitenland
gevestigde vreemde onderneming, welke
hier werkzaamheden ten behoeve van der
den laat verrichten, zal evenzeer een ver
gunning noodig hebben Ten deze rees ver
zet, en een amendementDr. Vos (V.S.)
wilde dien eisch doen vervallen.
Er ontwikkelde zich heden in de Kamer
een diseussietje over deze materie. Minis
ter Gelissen betreurde ook, dat de wet wat
lang op zich liet wachten. Mr. Westermart
(ex-N,H,) had om een beroepsinstantie ge
vraagd, en Z. Exc, verklaarde, dat de wet
de mogelijkheid tot instelling van een ad
viesbureau inhoudt.
Aanneming zonder stemming volgde.
Vervolgpns kwam aan de orde de wets
ontwerpen tot wijziging en aanvulling van
de Middelbaaren Hooger Onderwijswet
Aangezien de discussies over deze zaken tot
morgen geschorst werden, wijl minister Slo-
temaker zich eerst moest heraden omtrent
een ingediende motie, kan beter morgen op
deze zaken nader worden ingegaan.
Eerste Kamer
De N.S.B. moet onze vrijheid
dankbaar zijn.
Toekomstbespiegelingen.
DEN HAAG, 23 Februari 1937.
Het restant der algemeene beschouwingen
over de Rijksbegrooting in den Senaat liet
heden aan levendigheid niets te wenschen
over! Vooral bij dc replieken ging 't van
„raak 'm", de argumenten vlogen over en
weer, natuurlijk niet een onbevredigend slot,
want 't gebeurt immers zelden, dat politieke
tegenstanders het op hoofdpunten met el
kaar eens worden.
De anwoord-rede van Dr. Colijn was een
goed stuk welsprekendheid zooals steeds!
doch heel veel nieuws kon zij niet bren
gen, al was wellicht van het meeste belang
hetgeen de premier opmerkte over zijn visie
op de naaste toekomst.
Dr. C.olijn had groot geluk toen hij begon
met op te merken, dat het gansche debat
eigenlijk langs het Kabinet heen is gegaan,
en dat dc gevoerde critiek op dat beleid
alleen kwam van de beide socialistische
groepen, waarmee hij n.b. de S.D.A.P. en de
N.S.B. bedoelde!
Over dc bekende gronden, waarop de mi
nister-president het gevoerde Regeeringshe-
leid verdedigde, moge hier thans verder wor
den gezwegen, alleen dient wel even spe
ciaal te worden vermeld, dat Dr. Colijn don
toestand van ons land „in velerlei opzicht"
beter acht dan een viertal jaren geleden. Ge
lijk hierboven reeds werd opgemerkt, had
Z.Exe. zich in hoofdzaak te verdedigen te
gen de critiek van S.D.- en N.S.-zijde, en hij
nam het eerst de rede van graaf d'Ansem-
bourg onder de loupe. Zoo had die afgevaar
digde gezegd, dat de N.S.B. den impuls voor
liefde voor vorst en vaderland had gegeven,
doch de premier vroeg, of hij dan 1918 was
vergeten. („Toen zat ie in Duitschlandl". riep
de heer Moltmaker.) En voorts merkte Dr.
Colijn op, dat odk Nationaal Herstel beweert,
de gangmaker te zijn geweest voor de defen
sie-uitbreidingen, terwijl een en ander een
voudig noodzakelijk werd door de gewijzigde
internationale omstandigheden.
Voorts heeft de Regeering nimmer gezegd,
nooit te zullen devalueeren, maar wel, dat
zij dat niet vrijwillig zal doen. En de cri
tiek van den heer d'Ansembourg op de ge-
7agshandhaving deed de premier vragen,
of Nederland niet overal in het buitenland
als een voorbeeld van orde en rust geldt?
Toch beletten wij geen critiek op de Regee
ring, ook al zou zij op scherpe of onwaar
dige manier worden gevoerd
Het nationaal-socialisme aldus
verder dr. Colijn legt iedere critiek
het zwijgen op, doch als onze huidi
ge Rcgcering dien maatstaf eens
aanlegde, waar zou dan dc N.S.B.
zijn? Z.Exc. ontkende, dat de Over
heid dergelijk recht heeft. Verheug
U, aldus riep de minister den N.S.B.
afgevaardigde toe, verheug U, dat
men in Nederland nog de vrijheid
heeft te zeggen wat men wil! Een
krachtig regeerder is hij, die wel
overwogen zijn gedragslijn bepaalt,
hoe men hem ook moge aanblaffen
zoo ging dr. Colijn ongestoord verder
terwijl de Kamer en de volle tribu
nes muisstil luisterden. De Regeering
zei hij heeft niet alles kunnen