Voor den Zaterdagavond
rssr
Kruiswoordraadsel
T HOEKJE
OUDERS
Tob nooit hoekje
Gezonde slaap -
Gezonde kinderen
Opvoedingsfouten, die zich wreken.
Vele moeders weten er van mede te spre
ken hoeveel moeite het kost, indien kinderen
niet willen slapen. lederen avond opnieuw
doen zich scènes voor, wanneer de bedtfld
nadert. Niet alleen by" de kleintjes gebeurt
dit, doch eveneens bij de schoolgaande kinde
ren, die steeds weer het liedje van verlangen
zingen. Deze laatste zijn de meening toege
daan, dat zij geen kleine kinderen meer zyn
en gerust wat langei mogen opblijven. Soms
zyn de kinderen dan ook klaar wakker en
hebben niets geen lust naar bed te gaan. Ver
maningen 'volgen, harde woorden vallen en
aan waterlanders is er tenslotte geen ge
brek, totdat zij eindelijk in de slaapkamer
gearriveerd zyn.
Principieel mogen de ouders en meestal
geldt dit in het byzonder voor de moeders
niet toegeven met een verontschuldigend: „Zij
kunnen toch nog niet slapen". Kinderen kun
nen niet slapen, omdat ze te laat naar bed
gaan er hieraan langzamerhand gewend zyn.
Niets weerhoudt een krachtigen groei echter
zoozeer als gebrek aan slaap. Ieder uur, dat
de moeder het oogluikend toelaat later naar
bed te gaan, benadeelt hun gezondheid.
Zuigelingen hebben veel slaap noodlg en
iedere moeder weet bij ervaring, dat baby de
eerste levensmaanden nagenoeg uitsluitend
slapende doorbrengt. Hij wordt eerst onrus
tig, tegen den tyd, dat hij voedsel of verzor
ging behoeft en dan meldt hy zich met luid
feschrel. Is zijn honger gestild en is hy weer
roog gelegd, dan slaapt hij weer in en ge-
dyt op deze wijze buitengewoon goed. Een
gezonde zuigeling moet 's nachts doorslapen
en zich eerst tegen den morgen melden. Naar
mate de lichamelyke ontwikkeling voort-
schrydt, zal de behoefte aan slaap minder
worden en heeft hy langzamerhand genoeg
aan 1011 uren nachtrust, doch zal minstens
tot het derde jaar 's middags moeten slapen.
13 is de beste tyd, want wordt het later,
dan is het Inslapen 's avonds moeilyker. Wel
een bewys, dat kinderen veel behoefte heb
ben aan slaap is, dat zy soms temidden van
hun speelgoed inslapen. Natuuriyk zullen de
kleintjes ook 's middags wel eens tegenstrib
belen, en niet willen slapen, doch ook hier
moet de wil der moeder domineeren en moet
de kleine weten, dat hij naar bed moet.
Blykt het, dat de slaap uitblyft, dan toch
moeten kinderen naar bed; zy rusten in ieder
geval ült. Indien ze dan speelgoed by zich
hebben houden zy zich op rustige wyze bezig.
Ook ln de eerste schooljaren wordt door
de moeder in verband met het naar bed gaan
te veel toegegeven. Kinderen moeten tot hun
achtste jaar om zeven uur in bed liggen en
tot hun tiende jaar uiterlijk om acht uur.
Mocht het inderdaad zyn, dat kinderen niet
ln slaap komen, dan moet men trachten de
oorzaak hiervan te vinden. Soms kan het zijn
dat de avondmaaltyd te laat gebruikt wordt,
daar tusschen deze en het naar bed gaan
12 uur moet verloopen. Het kind kan niet
met een te volle maag gaan slapen, daarom
is het zoo mogelyk beter de hoofdmaal
tijd in het middaguur te geven en 's avonds
een licht broodmaal met vruchten en karne
melk. Meerdere oorzaken kunnen aan niet
slapen ten grondslag liggen, o.a. dat het
schoolwerk vlak voor het slapengaan gemaakt
is. Het laatste kan ook voorkomen, indien
het een inspannend boek gelezen heeft. De
fantasie van kinderen is spoedig geprikkeld,
daarom is het vertellen van sprookjes e.d.
voor zy gaan slapen, af te keuren evenals het
doen van wilde spelletjes. Weet men uit erva
ring, dat een kind niet in een donkere kamer
kan inslapen, dan kan er niets tegen zyn, het
een gedempt nachtlichtje te geven. Vooral
nerveuze kinderen hebben wel eens tyden, dat
zy voor alles bang zyn, hetgeen weer voorby
gaat als zy ouder worden.
Het toedienen van
medicijnen aan
kinderen
Vele kinderen, ook zelfs heel jonge, zullen
evenals volwassenen in bepaalde gevallen me
dicynen moeten innemen. De meest voorko
mende methoden zijn het innemen in vloei
baren of poedervorm, terwyl heele kleintjes
de medicijnen vrywel altyd vloeibaar krygen.
Oudere kinderen nemen ze ook als pillen of
capsules in en de wyze van reageeren is zeer
verschillend.
Het is verkeerd van moeders, om dadelijk,
wanneer het kind zyn afkeer kenbaar maakt,
te dreigen, en even verkeerd is het, om te
vertellen, dat het drankje „zoo lekker"
smaakt, wanneer men weet, dat dit niet het
geval is, men mag de eerste dosis dan wel
licht naar binnen krygen zonder moeite, doch
voor de rest passen ze. Tenslotte moeten kin
deren, waarmee niets te beginnen is, weten,
dat moeders wil ten slotte domineert. De
armen worden enkele oogenblikken door een
tweede persoon vast gehouden, terwyl de an
der het hoofd van het kind vasthoudt en de
lepel met medicyn zoover mogelijk in den
mond brengt; met den onderkant van de
lepel de tong naar beneden houden, waarna
de slikbeweging moet volgen. Harde maat
regelen rijn steeds onaangenaam om genomen
te worden, doch er zyn gevallen, dat het
noodig is.
In bepaalde gevallen zullen medicynen door
een slangetje door neus of mond geleid wor
den naar de maag.
Sommige drankjes zullen in melk toege
diend mogen worden of op citroensap, o.a.
levertraan. De lucht hiervan geeft vele kin
deren reeds een tegenzin, doch hier is ook
reeds een oplossing gevonden door het fabri-
ceeren van reuk- en smaaklooze levertraan.
Castorolie kan eveneens op vruchtensap
worden ingenomen, doch ook op fosco, zonder
toevoeging echter van melk of water, aange
zien de hoeveelheid dan te groot zou worden.
Een gewoon papje van poederchocolade, sui
ker en een weinig lauwe melk is eveneens
goed.
Sommige geneesmiddelen worden rectaal
gegeven en wel in gevallen, dat zy' te prikke
lend op de maag zouden inwerken of de con
ditie van het kind zoodanig is, dat het niet
in staat is te slikken, b.v. by stuipen.
Bloedtransfusies, tegengiften en serum voor
Deze keer hebben we twee verschillende
raadsels.
Ten eerste, op verzoek van een aantal
abonné's weer eens een kruistalpuzzle. Maar
omdat smaken verschillen, en een deel van
onze puzzelaars rekenraadsels weinig aan-
trekkelyk vindt, plaatsen we er nog een tus-
schenvoegraadsel by. Deze puzzle is vooral
interessant, wanneer men by het oplossen
géén woordenboek gebruikt, maar uit het
hoofd de verschillende combinaties tracht te
vinden. Naar verkiezing kan men een, of
allebei puzzles inzenden. In 't laatste geval
maakt U een dubbele kans.
Deze week waren er veel inzendingen,
waaronder talryke goede. De meest voor
komende fouten waren „perkaton" voor ,mer-
katon", en „rassenstand" voor rassenstryd".
De prys werd toegekend aan:
Mevr. Wed. K. BROUWER,
p/a den heer P. Meyer,
Gcesterweg 16, Alkmaar.
Oplossing Kruiswoordraadsel vorige week.
Horizontaal: pruttelen, dennestam, oor,
uien, teen. A.T.O., elk, razerny, loo, oma,
Korea, I.K.P., negers, oké, tassen, dweil. en.
la, kaste, teaen, A.T.O.. tjilp, en, fat, plons,
K.N.M., pi, sof, rassenstryd, kok.
Verticaal: poen of poet, roi, Urk, duikelaar,
ei, Ier, Enak, Etna, Ney, ne, Enakskind, tal,
A.T.O., Moos, Merkaton, zoö, ree, oglef. ar,
ia, psalm, n.w., eet, sen, t.a.t, esp, n.t., does,
edik, ale, ons, no, p.s., st, Po
TUSSCHEN VOEG RAADSEL.
Tusschen de onderstaande woorden moet een
woordje van vier letters geplaatst worden, dat
zoowel met het voorgaande, als het achter
staande weer een woord vormt. Wanneer U
de woorden juist heeft ingevuld, vormen de
eerste letters, van boven naar beneden ge
lezen, den naam van een Hollandsch staats
man.
nieuw
gang.
schar
steen.
iyn
jas.
iyn
vak.
herts
koorts.
vracht
maat.
toon
bol.
hof
koop.
rede
stig.
voor
bord.
beste
tuig.
ent
ren.
cit
dom.
hand
iaire
klei
hulp.
bel
veel.
po
val.
hor
ment.
bal
dier.
schijn
op.
pan
ak.
heksen
naai.
ras
heid.
1.
kwadraat.
1.
kwadraat.
4.
3e macht.
2.
7-voud.
7.
kwadraat.
3.
3e macht.
10.
als vert. 5.
4.
13-voud.
12.
reeks.
5.
4e macht.
13.
elf-voud.
6.
3e macht.
14.
dwadraad.
8.
13-voud.
16.
elf-voud.
9.
reeks.
17.
17-voud.
11.
reeks.
18.
17-voud.
15.
kwadraat.
20
52-voud.
17.
17-voud.
20.
61-voud.
19.
elf-voud.
22.
13-voud.
20.
7- en 3-voud.
23.
31-voud.
23.
Kwadraat.
24.
17-voud.
24.
11- en 13-voud.
26.
111-voud.
25.
11-voud.
28.
13-voud.
27.
Reeks 9 (als
29.
reeks.
hor. 35).
31.
11-voud.
29.
11-voud.
32.
derde macht.
30.
35-voud.
34.
reeks (omgek.
32.
9-voud.
v, hor. 29).
33.
3e en 2e macht.
de behandeling tegen tetanus e.a. worden
direct in de aderen gebracht, in het bijzonder
in gevallen, waar onmiddellyk ingrypen ver-
eischt wordt. De in het bloed opgenomen
injectie werkt zeer snel. In gevallen van
meningitis b.v. wordt het serum in het rug-
gemerg ingespoten, terwijl de medicus in
weer andere gevallen onderhuidsche injecties
geeft of in spieren.
Byzondere zorg vereischt het steriliseeren
van de injectiespuitjes, opdat de medicynen,
die op deze wyze in de weefsels gebracht
worden, niet irriteerend werken en aanleiding
zouden kunnen geven tot ontsteking.
Sommige geneesmiddelen, o.a. kwik, wer
den vroeger door massage in de huid gewerkt..
Tenslotte noemen wij nog de inhalatie van
bepaalde medicynen, vooral by ontstekingen
van de bronchiën, hoesten e.d., waarby o.a.
terpentyd aan het water in het inhaieertoe-
stel wordt toegevoegd en de stoom door de
patiëntjes wordt ingeademd en veel verlich
ting brengt,
Op de markt.
Dame: Neen, vrouwtje, die kool is te duur
en daarby bevalt ze my niet; ze is te los en
vult niet genoeg in de maag.
Koopvrouw: Dan moet uwes steenkool ne
men, mevrouw.
„Leen me eens 10 pop, wil je?"
„Ik heb er maar 6 by' me."
„Leen me dan die 6, dan blyf je me er
nog 4 schuldig."
Zondag.
Groen tensoep.
Kalfsbout met snyboonen,
Aardappelen.
Crème Bruxelloise.
Maandag.
Jachtschotel.
(Van Soepvleesch.)
Gebraden appelen.
Dinsdag.
Koud vleesch.
Knolraapjes. Aardappelen.
Roomryst.
Woensdag.
Rolpens.
Roode kool. Aardappelen.
Appelmoes.
Donderdag.
Runderlapjes.
Spruitjes. Aardappelen.
Wentelteefjes.
Vrydag.
Filet van tong.
Doperwten Aardappelpuree.
Compöte abrikozen.
Zaterdag.
Vischsoep.
Witte boonen met tomatensaus
en harde eieren (Aardappelen).
MENU'S VOOR DE VASTENDAGEN.
Vegetarische erwtensoep.
Harde eieren.
Brusselsch lof.
Gesmolten boter.
Aardappelen.
Roereieren met kaas.
Gestoofde prei.
Aardappelen.
Abrikozencompóte.
Tomatensoep.
Ommelet met Groene kruiden.
Gestoofde selderyknol.
Aardappelen.
Crème Bruxelloise.
20 bitterkoekjes, 5 eieren, 4 eetlepels poe
dersuiker, ons witte sluiker, 1 pakje va
nillesuiker, liter melk, 1 fl. eetlepel mai-
zena, abrikozenjam.
We kloppen de eierdooiers met de 50 gram
suiker totdat ze mooi dik en schuimig zijn en
roeren hierdoor de maizena en 1 dl melk. De
overige melk brengen we aan de kook en
schenken een gedeelte hiervan met een dun
straaltje, steeds roerende, by de eiermassa,
gieten daarna alles terug in de pan en laten
het steeds roerende op een asbestplaatje nog
even doorkoken. De bitterkoekjes, die met jam
bestreken en op den bodem van een kristallen
schaal gelegd zijn, worden nu bestreken met
de vla.
Het eiwit kloppen wij met de vanille- en
poedersuiker tot een zeer styve massa en
scheppen hiervan met een theelepeltje kleine
bergjes uit, die wf op het bakblik op vetvry
papier leggen en in een lauw-warme oven
zachtbruin kleuren, daarna van het papier af
nemen en er de vla mede gamereen.
HET GOEDE HART.
Een goed hart wordt een gemakkelyk bezit
zonder een vaste wil en een helder verstand.
Het ligt klaar voor iedereen, die het wil ge
bruiken.
Het was altijd Nicolien, die opkwam voor
alle vervelende karweitjes. Kousen stoppen
kon Nicolien vlugger en netter dan een van
haar zusjes, dus kreeg Nicolien de kapotte
kousen van de heele familie te verstellen.
Wanneer er een uitgangetje in 't zicht was,
waarbij de zwakke, nerveuze moeder niet mee
kon, was het altyd Niek, die wel by Mama
kon blijven, Mama was immers gewend
aan Niek, die by dergèlijke gelegenheden altijd
degene was, die haai gezelschap hield. Wilde
er een van de zusjes een japon aanschafffen,
op een oogenblik dat haar inkomen dit niet
toeliet, dan was het Niek, die het ontbrAende
wel leenen kon. Niek had immers toch zelf
zoo weinig noodig, want waar ging zij ooit
heen?
Kortom, Niek's goede hart, te zamen met
een zachten, wat gemakzuchtigen aard, had
den haar tot Asschepoes van de familie ge
maakt, zonder dat iemand daarin nog iets bi-
zond ers zag.
Niek was ook de eenige van de familie die,
hoewel intens veel van muziek houdend, zelf
geen instrument bespeelde; want waar had
zij den tyd vandaan moeten halen om te stu-
deeren, met alle bezigheden die de anderen
lastig en vervelend vonden?
Zij was in den loop der jaren stil geworden,
werd door vreemden meestal saai gevonden,
en zag er ondanks haar slank figuur en niet
onknap gezicht wat ouwelyk uit voor haar 25
jaar. Want veel kleedgeld voor haar zelf
schoot er niet over, by alle als vanzelfspre
kend, beschouwde „leeningen", die zelden
teruggegeven werden.
Tot op een dag haar oogen open gingen, en
zelfs haar zachte wat sloome natuur in op
stand kwam. De aanleiding was een Beet
hoven Symphonie-concert, waarheen ze alle
maal wilden gaan, zelfs de teere, zelden-uit-
gaande moeder zou ditmaal van de partij
zijn.
Natuurlijk was het Niek, die op weg naar
kantoo* best even voor plaatsen kon zorgen.
Dat vond rij zelf ook; maar het concert
bleek druk bezocht en toen Niek den dag te
voren plaatsen wilde bespreken, bleken er nog
maar vijf plaatsen in de stalles, waar de
familie altijd zat, beschikbaar te zyn, terwijl
zy met hun zessen waren. Niek kwam thuis
met vyf plaatsen, plus de mededeeling, dat
één van hen thuis zou moeten blyven.
Er ontstond even een stilte. Toen zei An,
de oudste: „Nu Niek musiceert toch zelf niet.
Dus zal zy het wel niet zoo erg vinden, om
van het concert af te zien."
Toen gebeurde het. Niek stak haar kind in
de lucht, en zei rustig maar heel beslist: „daar
zullen wij niet over denken, of ik het al of
niet erg zou vinden, want ik ga in elk geval.
Wat denken jullie wel. My de plaatsen laten
halen, en dan mij tenslotte thuis laten blijven
nu er een tekort blijkt te zyn. Altijd ben ik
het, die zich op kan offeren als er zich zooiets
voordoet. Altyd ben ik het die thuis kan bly
ven als iedereen uitgaat en Moeder niet alleen
kan zyn. U weet, Moeder, dat ik graag by
U ben, voegde ze er haastig aan toe, want
haar Moeder's mooie, maar humeurige mond
trok onheilspellend, „maar dat neemt niet weg
dat ik óók wel graag eens iets zie en eens
uitga. En voortaan zullen wy om beurten bij
moeder blyven, en ik wil heel graag mijn eigen
beurt daarbij waarnemen, maar méér niet".
Zij haalde diep adem, en voegde er nog bij,
zich tot haar zusters wendend: „en dan wilde
ik jullie nog even zeggen, dat je voorloopig
niets van mij kunt leenen, want ik ga een
behoorlijke avondjapon koopen voor dit con
cert, en als een van jullie my nu op haar
beurt wat wil leenen, koop ik avondschoentjes
óók". Allen keken haar stomverbaasd en
eenigszins verontwaardigd aan.
Tot Elleen, de jongste zuster, die bekend
stond als zeer driftig, maar ook zeer recht
vaardig, in een lach schoot, Niek stevig op
haar schouders klopte en zei:
„Ouwe jongen, je hebt eigenlijk groot gely'k.
Eigenlijk hebben wij al jarenlang allemaal
misbruik van je gemaakt. Ik zal thuis blijven
dezen keer. En hier, zij grabbelde in den
zak van haar jumper, is een tientje, en
dat is géén leening. want dat ben ik je al
maandenlang schuldig. Succes met je schoe
nen!"
Opofferingsgezindheid kan, als alle deugden
overdreven worden. En het is een geluk voor
de „Nieks" in deze wereld, wanneer hun de
oogen opengaan en zij dan den moed hebben,
om met een onredelyke sleur te breken. An
ders loopt het erop uit, dat ze nooit weer iets
voor zichzelf hebben, -terwyl niemand hun
offers zelfs meer beseft.
Een goed hart is een waardeerbaar bezit,
mits een helder verstand en een vasten wil
de offervaardigheid binnen de perken houdt.
Dr. Jos de Cock.
Practische wenken.
Indien het garen van een spoeltje geheel en
al in de war is gekomen en met geen moge-
lijhkeid meer afwindt, houdt men er even een
aangestoken lucifer onder, waarna het garen
verbrandt en de spoel overgewonden kan
worden.
Om kristal te reinigen verpulvert men een
stukje indigo en strooit daarvan een beetje
op een vochtigen doek. Hiermede wrijft men
het kristal in, ook spiegels, welke daarna met
schoon water worden afgespoeld.
Kunstzijde mag nimmer dicht bij een kachel
gedroogd worden. Het beste is, kleëdingsstuk-
ken van dit materiaal gemaakt in een doek op
te rollen, zóó, dat deze als tusschenlaag dienst
doet, daarna uitdrukken niet wringen
om het overtollige water te verwijderen.
VOOR DE
POËZIE IN HET KINDERLEVEN.
Men kan soms typische ervaringen opdoen!
Zoo herinner ik me nog levendig, hoe ik als
jong onderwyzer aan het hoofd van een dorps
school kwam te staan en caar na eenige we
ken ontdekte, dat mijn voorganger die er
veertig jaren achtereen werkzaam was het
vertellen van sprookjes verboden had aan het
personeel. Op mijn vraag aan het personeel,
waarom zij de kinderen nooit sprookjes ver
telden, kreeg ik ten antwoord, dat de ouders
hiertegen ernstige bezwaren hadden. Ik wilde
evenwel niet gelooven, dat ouders, wanneer
zij eenmaal overtuigd konden worden van de
beteekenis van het sprookje voor hét kind,
zich tegen het vertellen van deee sprookjes
zouden verzetten. En zoo trok ik de stoute
schoenen aan en stelde aan de Oudercommis
sie voor een Ouderavond te beleggen. De
commissie waarschuwde mij evenwel, niet te
hooge verwachtingen te koesteren van een
dergelyken avond: het bezoek bestond meestal
maar uit vijf tot tien ouders... Toch liet ik
mij door deze waarschuwing niet weerhouden
en deelde mede, dat ik op den bewusten
Ouderavond kinderen en ouders gezamenlijk
aanwezig wilde zien en hun, aan de hand van
lichtbeelden verschillende verhalen wenschte
te vertellen.
De avond kwam... de zaal liep propvol!
Lichtbeelden waren in het dorp nooit vertoond
en trokken nu groote belangstelling. Op dien
avond heb ik ouders en kinderen verteld van
Roodkapje, De Wolf en de Zeven Geitjes e.a.
sprookjes en na de pauze een lezing gehouden
over het leven in de Noordelyke gebieden der
aarde. Den volgenden morgen vroeg ik de
kinderen wat vader en moeder nu wel het
mooiste gevonden hadden. En wat was het
antwoord?" De sprookjes, meester!'
Voortaan heeft het personeel sprookjes ver
teld...
Ik vertel deze ervaring hier, om aan te
toonen, hoe men zich kan vergissen in de mee
ning van ouders over een bepaald onderwerp
en... hoe in ieder mensch op lateren leeftijd
het kind blijft leven. Dikwijls heb ik op ouder
avonden voor kinderen sprookjes verteld en
telkens weer ervaren, dat volwassenen met
kinderlijke vreugde geoten van de al-oude
sprookjes. Ik verbaas mij dan ook telkens, als
ik iemand hoor zeggen, dat de sprookjes voor
kinderen ongeschikt zijn en dat men deze ver
haaltjes, vol phantasie en onbestaanbare din
gen den kinderen onthouden moet. Zijn er dan
werkelijk tegenstanders van het sprookje?
Zeker en meer dan men denkt.
Wat is er dan aan te voeren tegen het
sprookje
Allereerst dit: Het sprookje beva* in de
oogen der tegenstanden onwaarheid* Inder
daad: de wolf uit het sprookie van Roodkapje
zal niet bestaan hebben, kabouters en feeën,
elfjes en heksen leven nu niet en hebben nooit
geleefd. In het sprookje krygen ze echter be
staansgrond. Het kind gelooft aan kabouters,
feeën, elfjes en heksen. Dan, redeneert men
verder, wanneer het kind eenmaal tot w e t e n
gekomen is, zal het u verwijtend aanzien om
het door u gepleegde bedrog!
Op dezelfde gronden zijn de tegenstanders
van het sprookje ook tegen het „sprookje van
Sint-Nicolaas en zijn knecht".
Persoonlijk ben ik voor het sprookje en
voel ik voor het feest van den goeden Sint.
Het kind leeft in een sprookjeswereld: het
is vol phantasie en blind voor alles, wat de
poëzie in dit beweeg zou kunnen storen. Zie
slechts naar zijn spel. Daar vindt u het duide
lijkste bewijs voor deze redeneering: een stok
is paard, een plank wordt een boot, een paar
steenen in een vierkant gelegd, vormen een
huis. Zie ook naar de allereerste krabbel-
teekeningen: dit is een paard, zegt het en het
toont ons een wirwar van potloodlijnen, dit is
vader, en het toont ons een figuur, waaruit
wij met den besten wil van de wereld geen
menschelijke gedaante kunnen halen...
Wanneer de ouders, die dit lezen, my zouden
willen mededeelen, welke ervaringen zij op dit
gebied met hun kinderen opdeden, dan zou ik
een aaneensluitende rij van bewijzen ontvan
gen voor de hierboven uitgesproken bewering.
Er komt nog dit by": op allerlei wijze verster
ken wij, vaak onbewust, het geloof 'aan
sprookjes by' het kind. Beseffend, dat we tegen
kinderen spreken, die de taal van volwassenen
moeilyk of in het geheel niet begrijpen, bezigen
we telkens beelden uit... de sprookjeswereld!
Erger: ik ken menschen, die het kind het
sprookje onthouden en er anderzyds niet tegen
opzien, hun kinderen bang voor het water te
maken, door ze te vertellen, dat in het water
„De Lange Met" leeft, die je bij je beenen
pakt, als je te dicht aan den waterkant komt...
En nu kom ik op een punt, waartegen ik nu
bezwaar heb. Hierover echter een volgende
maal.
ONS WEKELIJKSCH CITAAT:
„Evenmin als de beste akker kan een goed
menschenleven vruchtbaar zyn, wanneer er
geen zon in schynt."
(J. Kleefstra.)