Voor den Zaterdagavond rssr Kruiswoordraadsel T HOEKJE OUDERS Tob nooit hoekje Gezonde slaap - Gezonde kinderen Opvoedingsfouten, die zich wreken. Vele moeders weten er van mede te spre ken hoeveel moeite het kost, indien kinderen niet willen slapen. lederen avond opnieuw doen zich scènes voor, wanneer de bedtfld nadert. Niet alleen by" de kleintjes gebeurt dit, doch eveneens bij de schoolgaande kinde ren, die steeds weer het liedje van verlangen zingen. Deze laatste zijn de meening toege daan, dat zij geen kleine kinderen meer zyn en gerust wat langei mogen opblijven. Soms zyn de kinderen dan ook klaar wakker en hebben niets geen lust naar bed te gaan. Ver maningen 'volgen, harde woorden vallen en aan waterlanders is er tenslotte geen ge brek, totdat zij eindelijk in de slaapkamer gearriveerd zyn. Principieel mogen de ouders en meestal geldt dit in het byzonder voor de moeders niet toegeven met een verontschuldigend: „Zij kunnen toch nog niet slapen". Kinderen kun nen niet slapen, omdat ze te laat naar bed gaan er hieraan langzamerhand gewend zyn. Niets weerhoudt een krachtigen groei echter zoozeer als gebrek aan slaap. Ieder uur, dat de moeder het oogluikend toelaat later naar bed te gaan, benadeelt hun gezondheid. Zuigelingen hebben veel slaap noodlg en iedere moeder weet bij ervaring, dat baby de eerste levensmaanden nagenoeg uitsluitend slapende doorbrengt. Hij wordt eerst onrus tig, tegen den tyd, dat hij voedsel of verzor ging behoeft en dan meldt hy zich met luid feschrel. Is zijn honger gestild en is hy weer roog gelegd, dan slaapt hij weer in en ge- dyt op deze wijze buitengewoon goed. Een gezonde zuigeling moet 's nachts doorslapen en zich eerst tegen den morgen melden. Naar mate de lichamelyke ontwikkeling voort- schrydt, zal de behoefte aan slaap minder worden en heeft hy langzamerhand genoeg aan 1011 uren nachtrust, doch zal minstens tot het derde jaar 's middags moeten slapen. 13 is de beste tyd, want wordt het later, dan is het Inslapen 's avonds moeilyker. Wel een bewys, dat kinderen veel behoefte heb ben aan slaap is, dat zy soms temidden van hun speelgoed inslapen. Natuuriyk zullen de kleintjes ook 's middags wel eens tegenstrib belen, en niet willen slapen, doch ook hier moet de wil der moeder domineeren en moet de kleine weten, dat hij naar bed moet. Blykt het, dat de slaap uitblyft, dan toch moeten kinderen naar bed; zy rusten in ieder geval ült. Indien ze dan speelgoed by zich hebben houden zy zich op rustige wyze bezig. Ook ln de eerste schooljaren wordt door de moeder in verband met het naar bed gaan te veel toegegeven. Kinderen moeten tot hun achtste jaar om zeven uur in bed liggen en tot hun tiende jaar uiterlijk om acht uur. Mocht het inderdaad zyn, dat kinderen niet ln slaap komen, dan moet men trachten de oorzaak hiervan te vinden. Soms kan het zijn dat de avondmaaltyd te laat gebruikt wordt, daar tusschen deze en het naar bed gaan 12 uur moet verloopen. Het kind kan niet met een te volle maag gaan slapen, daarom is het zoo mogelyk beter de hoofdmaal tijd in het middaguur te geven en 's avonds een licht broodmaal met vruchten en karne melk. Meerdere oorzaken kunnen aan niet slapen ten grondslag liggen, o.a. dat het schoolwerk vlak voor het slapengaan gemaakt is. Het laatste kan ook voorkomen, indien het een inspannend boek gelezen heeft. De fantasie van kinderen is spoedig geprikkeld, daarom is het vertellen van sprookjes e.d. voor zy gaan slapen, af te keuren evenals het doen van wilde spelletjes. Weet men uit erva ring, dat een kind niet in een donkere kamer kan inslapen, dan kan er niets tegen zyn, het een gedempt nachtlichtje te geven. Vooral nerveuze kinderen hebben wel eens tyden, dat zy voor alles bang zyn, hetgeen weer voorby gaat als zy ouder worden. Het toedienen van medicijnen aan kinderen Vele kinderen, ook zelfs heel jonge, zullen evenals volwassenen in bepaalde gevallen me dicynen moeten innemen. De meest voorko mende methoden zijn het innemen in vloei baren of poedervorm, terwyl heele kleintjes de medicijnen vrywel altyd vloeibaar krygen. Oudere kinderen nemen ze ook als pillen of capsules in en de wyze van reageeren is zeer verschillend. Het is verkeerd van moeders, om dadelijk, wanneer het kind zyn afkeer kenbaar maakt, te dreigen, en even verkeerd is het, om te vertellen, dat het drankje „zoo lekker" smaakt, wanneer men weet, dat dit niet het geval is, men mag de eerste dosis dan wel licht naar binnen krygen zonder moeite, doch voor de rest passen ze. Tenslotte moeten kin deren, waarmee niets te beginnen is, weten, dat moeders wil ten slotte domineert. De armen worden enkele oogenblikken door een tweede persoon vast gehouden, terwyl de an der het hoofd van het kind vasthoudt en de lepel met medicyn zoover mogelijk in den mond brengt; met den onderkant van de lepel de tong naar beneden houden, waarna de slikbeweging moet volgen. Harde maat regelen rijn steeds onaangenaam om genomen te worden, doch er zyn gevallen, dat het noodig is. In bepaalde gevallen zullen medicynen door een slangetje door neus of mond geleid wor den naar de maag. Sommige drankjes zullen in melk toege diend mogen worden of op citroensap, o.a. levertraan. De lucht hiervan geeft vele kin deren reeds een tegenzin, doch hier is ook reeds een oplossing gevonden door het fabri- ceeren van reuk- en smaaklooze levertraan. Castorolie kan eveneens op vruchtensap worden ingenomen, doch ook op fosco, zonder toevoeging echter van melk of water, aange zien de hoeveelheid dan te groot zou worden. Een gewoon papje van poederchocolade, sui ker en een weinig lauwe melk is eveneens goed. Sommige geneesmiddelen worden rectaal gegeven en wel in gevallen, dat zy' te prikke lend op de maag zouden inwerken of de con ditie van het kind zoodanig is, dat het niet in staat is te slikken, b.v. by stuipen. Bloedtransfusies, tegengiften en serum voor Deze keer hebben we twee verschillende raadsels. Ten eerste, op verzoek van een aantal abonné's weer eens een kruistalpuzzle. Maar omdat smaken verschillen, en een deel van onze puzzelaars rekenraadsels weinig aan- trekkelyk vindt, plaatsen we er nog een tus- schenvoegraadsel by. Deze puzzle is vooral interessant, wanneer men by het oplossen géén woordenboek gebruikt, maar uit het hoofd de verschillende combinaties tracht te vinden. Naar verkiezing kan men een, of allebei puzzles inzenden. In 't laatste geval maakt U een dubbele kans. Deze week waren er veel inzendingen, waaronder talryke goede. De meest voor komende fouten waren „perkaton" voor ,mer- katon", en „rassenstand" voor rassenstryd". De prys werd toegekend aan: Mevr. Wed. K. BROUWER, p/a den heer P. Meyer, Gcesterweg 16, Alkmaar. Oplossing Kruiswoordraadsel vorige week. Horizontaal: pruttelen, dennestam, oor, uien, teen. A.T.O., elk, razerny, loo, oma, Korea, I.K.P., negers, oké, tassen, dweil. en. la, kaste, teaen, A.T.O.. tjilp, en, fat, plons, K.N.M., pi, sof, rassenstryd, kok. Verticaal: poen of poet, roi, Urk, duikelaar, ei, Ier, Enak, Etna, Ney, ne, Enakskind, tal, A.T.O., Moos, Merkaton, zoö, ree, oglef. ar, ia, psalm, n.w., eet, sen, t.a.t, esp, n.t., does, edik, ale, ons, no, p.s., st, Po TUSSCHEN VOEG RAADSEL. Tusschen de onderstaande woorden moet een woordje van vier letters geplaatst worden, dat zoowel met het voorgaande, als het achter staande weer een woord vormt. Wanneer U de woorden juist heeft ingevuld, vormen de eerste letters, van boven naar beneden ge lezen, den naam van een Hollandsch staats man. nieuw gang. schar steen. iyn jas. iyn vak. herts koorts. vracht maat. toon bol. hof koop. rede stig. voor bord. beste tuig. ent ren. cit dom. hand iaire klei hulp. bel veel. po val. hor ment. bal dier. schijn op. pan ak. heksen naai. ras heid. 1. kwadraat. 1. kwadraat. 4. 3e macht. 2. 7-voud. 7. kwadraat. 3. 3e macht. 10. als vert. 5. 4. 13-voud. 12. reeks. 5. 4e macht. 13. elf-voud. 6. 3e macht. 14. dwadraad. 8. 13-voud. 16. elf-voud. 9. reeks. 17. 17-voud. 11. reeks. 18. 17-voud. 15. kwadraat. 20 52-voud. 17. 17-voud. 20. 61-voud. 19. elf-voud. 22. 13-voud. 20. 7- en 3-voud. 23. 31-voud. 23. Kwadraat. 24. 17-voud. 24. 11- en 13-voud. 26. 111-voud. 25. 11-voud. 28. 13-voud. 27. Reeks 9 (als 29. reeks. hor. 35). 31. 11-voud. 29. 11-voud. 32. derde macht. 30. 35-voud. 34. reeks (omgek. 32. 9-voud. v, hor. 29). 33. 3e en 2e macht. de behandeling tegen tetanus e.a. worden direct in de aderen gebracht, in het bijzonder in gevallen, waar onmiddellyk ingrypen ver- eischt wordt. De in het bloed opgenomen injectie werkt zeer snel. In gevallen van meningitis b.v. wordt het serum in het rug- gemerg ingespoten, terwijl de medicus in weer andere gevallen onderhuidsche injecties geeft of in spieren. Byzondere zorg vereischt het steriliseeren van de injectiespuitjes, opdat de medicynen, die op deze wyze in de weefsels gebracht worden, niet irriteerend werken en aanleiding zouden kunnen geven tot ontsteking. Sommige geneesmiddelen, o.a. kwik, wer den vroeger door massage in de huid gewerkt.. Tenslotte noemen wij nog de inhalatie van bepaalde medicynen, vooral by ontstekingen van de bronchiën, hoesten e.d., waarby o.a. terpentyd aan het water in het inhaieertoe- stel wordt toegevoegd en de stoom door de patiëntjes wordt ingeademd en veel verlich ting brengt, Op de markt. Dame: Neen, vrouwtje, die kool is te duur en daarby bevalt ze my niet; ze is te los en vult niet genoeg in de maag. Koopvrouw: Dan moet uwes steenkool ne men, mevrouw. „Leen me eens 10 pop, wil je?" „Ik heb er maar 6 by' me." „Leen me dan die 6, dan blyf je me er nog 4 schuldig." Zondag. Groen tensoep. Kalfsbout met snyboonen, Aardappelen. Crème Bruxelloise. Maandag. Jachtschotel. (Van Soepvleesch.) Gebraden appelen. Dinsdag. Koud vleesch. Knolraapjes. Aardappelen. Roomryst. Woensdag. Rolpens. Roode kool. Aardappelen. Appelmoes. Donderdag. Runderlapjes. Spruitjes. Aardappelen. Wentelteefjes. Vrydag. Filet van tong. Doperwten Aardappelpuree. Compöte abrikozen. Zaterdag. Vischsoep. Witte boonen met tomatensaus en harde eieren (Aardappelen). MENU'S VOOR DE VASTENDAGEN. Vegetarische erwtensoep. Harde eieren. Brusselsch lof. Gesmolten boter. Aardappelen. Roereieren met kaas. Gestoofde prei. Aardappelen. Abrikozencompóte. Tomatensoep. Ommelet met Groene kruiden. Gestoofde selderyknol. Aardappelen. Crème Bruxelloise. 20 bitterkoekjes, 5 eieren, 4 eetlepels poe dersuiker, ons witte sluiker, 1 pakje va nillesuiker, liter melk, 1 fl. eetlepel mai- zena, abrikozenjam. We kloppen de eierdooiers met de 50 gram suiker totdat ze mooi dik en schuimig zijn en roeren hierdoor de maizena en 1 dl melk. De overige melk brengen we aan de kook en schenken een gedeelte hiervan met een dun straaltje, steeds roerende, by de eiermassa, gieten daarna alles terug in de pan en laten het steeds roerende op een asbestplaatje nog even doorkoken. De bitterkoekjes, die met jam bestreken en op den bodem van een kristallen schaal gelegd zijn, worden nu bestreken met de vla. Het eiwit kloppen wij met de vanille- en poedersuiker tot een zeer styve massa en scheppen hiervan met een theelepeltje kleine bergjes uit, die wf op het bakblik op vetvry papier leggen en in een lauw-warme oven zachtbruin kleuren, daarna van het papier af nemen en er de vla mede gamereen. HET GOEDE HART. Een goed hart wordt een gemakkelyk bezit zonder een vaste wil en een helder verstand. Het ligt klaar voor iedereen, die het wil ge bruiken. Het was altijd Nicolien, die opkwam voor alle vervelende karweitjes. Kousen stoppen kon Nicolien vlugger en netter dan een van haar zusjes, dus kreeg Nicolien de kapotte kousen van de heele familie te verstellen. Wanneer er een uitgangetje in 't zicht was, waarbij de zwakke, nerveuze moeder niet mee kon, was het altyd Niek, die wel by Mama kon blijven, Mama was immers gewend aan Niek, die by dergèlijke gelegenheden altijd degene was, die haai gezelschap hield. Wilde er een van de zusjes een japon aanschafffen, op een oogenblik dat haar inkomen dit niet toeliet, dan was het Niek, die het ontbrAende wel leenen kon. Niek had immers toch zelf zoo weinig noodig, want waar ging zij ooit heen? Kortom, Niek's goede hart, te zamen met een zachten, wat gemakzuchtigen aard, had den haar tot Asschepoes van de familie ge maakt, zonder dat iemand daarin nog iets bi- zond ers zag. Niek was ook de eenige van de familie die, hoewel intens veel van muziek houdend, zelf geen instrument bespeelde; want waar had zij den tyd vandaan moeten halen om te stu- deeren, met alle bezigheden die de anderen lastig en vervelend vonden? Zij was in den loop der jaren stil geworden, werd door vreemden meestal saai gevonden, en zag er ondanks haar slank figuur en niet onknap gezicht wat ouwelyk uit voor haar 25 jaar. Want veel kleedgeld voor haar zelf schoot er niet over, by alle als vanzelfspre kend, beschouwde „leeningen", die zelden teruggegeven werden. Tot op een dag haar oogen open gingen, en zelfs haar zachte wat sloome natuur in op stand kwam. De aanleiding was een Beet hoven Symphonie-concert, waarheen ze alle maal wilden gaan, zelfs de teere, zelden-uit- gaande moeder zou ditmaal van de partij zijn. Natuurlijk was het Niek, die op weg naar kantoo* best even voor plaatsen kon zorgen. Dat vond rij zelf ook; maar het concert bleek druk bezocht en toen Niek den dag te voren plaatsen wilde bespreken, bleken er nog maar vijf plaatsen in de stalles, waar de familie altijd zat, beschikbaar te zyn, terwijl zy met hun zessen waren. Niek kwam thuis met vyf plaatsen, plus de mededeeling, dat één van hen thuis zou moeten blyven. Er ontstond even een stilte. Toen zei An, de oudste: „Nu Niek musiceert toch zelf niet. Dus zal zy het wel niet zoo erg vinden, om van het concert af te zien." Toen gebeurde het. Niek stak haar kind in de lucht, en zei rustig maar heel beslist: „daar zullen wij niet over denken, of ik het al of niet erg zou vinden, want ik ga in elk geval. Wat denken jullie wel. My de plaatsen laten halen, en dan mij tenslotte thuis laten blijven nu er een tekort blijkt te zyn. Altijd ben ik het, die zich op kan offeren als er zich zooiets voordoet. Altyd ben ik het die thuis kan bly ven als iedereen uitgaat en Moeder niet alleen kan zyn. U weet, Moeder, dat ik graag by U ben, voegde ze er haastig aan toe, want haar Moeder's mooie, maar humeurige mond trok onheilspellend, „maar dat neemt niet weg dat ik óók wel graag eens iets zie en eens uitga. En voortaan zullen wy om beurten bij moeder blyven, en ik wil heel graag mijn eigen beurt daarbij waarnemen, maar méér niet". Zij haalde diep adem, en voegde er nog bij, zich tot haar zusters wendend: „en dan wilde ik jullie nog even zeggen, dat je voorloopig niets van mij kunt leenen, want ik ga een behoorlijke avondjapon koopen voor dit con cert, en als een van jullie my nu op haar beurt wat wil leenen, koop ik avondschoentjes óók". Allen keken haar stomverbaasd en eenigszins verontwaardigd aan. Tot Elleen, de jongste zuster, die bekend stond als zeer driftig, maar ook zeer recht vaardig, in een lach schoot, Niek stevig op haar schouders klopte en zei: „Ouwe jongen, je hebt eigenlijk groot gely'k. Eigenlijk hebben wij al jarenlang allemaal misbruik van je gemaakt. Ik zal thuis blijven dezen keer. En hier, zij grabbelde in den zak van haar jumper, is een tientje, en dat is géén leening. want dat ben ik je al maandenlang schuldig. Succes met je schoe nen!" Opofferingsgezindheid kan, als alle deugden overdreven worden. En het is een geluk voor de „Nieks" in deze wereld, wanneer hun de oogen opengaan en zij dan den moed hebben, om met een onredelyke sleur te breken. An ders loopt het erop uit, dat ze nooit weer iets voor zichzelf hebben, -terwyl niemand hun offers zelfs meer beseft. Een goed hart is een waardeerbaar bezit, mits een helder verstand en een vasten wil de offervaardigheid binnen de perken houdt. Dr. Jos de Cock. Practische wenken. Indien het garen van een spoeltje geheel en al in de war is gekomen en met geen moge- lijhkeid meer afwindt, houdt men er even een aangestoken lucifer onder, waarna het garen verbrandt en de spoel overgewonden kan worden. Om kristal te reinigen verpulvert men een stukje indigo en strooit daarvan een beetje op een vochtigen doek. Hiermede wrijft men het kristal in, ook spiegels, welke daarna met schoon water worden afgespoeld. Kunstzijde mag nimmer dicht bij een kachel gedroogd worden. Het beste is, kleëdingsstuk- ken van dit materiaal gemaakt in een doek op te rollen, zóó, dat deze als tusschenlaag dienst doet, daarna uitdrukken niet wringen om het overtollige water te verwijderen. VOOR DE POËZIE IN HET KINDERLEVEN. Men kan soms typische ervaringen opdoen! Zoo herinner ik me nog levendig, hoe ik als jong onderwyzer aan het hoofd van een dorps school kwam te staan en caar na eenige we ken ontdekte, dat mijn voorganger die er veertig jaren achtereen werkzaam was het vertellen van sprookjes verboden had aan het personeel. Op mijn vraag aan het personeel, waarom zij de kinderen nooit sprookjes ver telden, kreeg ik ten antwoord, dat de ouders hiertegen ernstige bezwaren hadden. Ik wilde evenwel niet gelooven, dat ouders, wanneer zij eenmaal overtuigd konden worden van de beteekenis van het sprookje voor hét kind, zich tegen het vertellen van deee sprookjes zouden verzetten. En zoo trok ik de stoute schoenen aan en stelde aan de Oudercommis sie voor een Ouderavond te beleggen. De commissie waarschuwde mij evenwel, niet te hooge verwachtingen te koesteren van een dergelyken avond: het bezoek bestond meestal maar uit vijf tot tien ouders... Toch liet ik mij door deze waarschuwing niet weerhouden en deelde mede, dat ik op den bewusten Ouderavond kinderen en ouders gezamenlijk aanwezig wilde zien en hun, aan de hand van lichtbeelden verschillende verhalen wenschte te vertellen. De avond kwam... de zaal liep propvol! Lichtbeelden waren in het dorp nooit vertoond en trokken nu groote belangstelling. Op dien avond heb ik ouders en kinderen verteld van Roodkapje, De Wolf en de Zeven Geitjes e.a. sprookjes en na de pauze een lezing gehouden over het leven in de Noordelyke gebieden der aarde. Den volgenden morgen vroeg ik de kinderen wat vader en moeder nu wel het mooiste gevonden hadden. En wat was het antwoord?" De sprookjes, meester!' Voortaan heeft het personeel sprookjes ver teld... Ik vertel deze ervaring hier, om aan te toonen, hoe men zich kan vergissen in de mee ning van ouders over een bepaald onderwerp en... hoe in ieder mensch op lateren leeftijd het kind blijft leven. Dikwijls heb ik op ouder avonden voor kinderen sprookjes verteld en telkens weer ervaren, dat volwassenen met kinderlijke vreugde geoten van de al-oude sprookjes. Ik verbaas mij dan ook telkens, als ik iemand hoor zeggen, dat de sprookjes voor kinderen ongeschikt zijn en dat men deze ver haaltjes, vol phantasie en onbestaanbare din gen den kinderen onthouden moet. Zijn er dan werkelijk tegenstanders van het sprookje? Zeker en meer dan men denkt. Wat is er dan aan te voeren tegen het sprookje Allereerst dit: Het sprookje beva* in de oogen der tegenstanden onwaarheid* Inder daad: de wolf uit het sprookie van Roodkapje zal niet bestaan hebben, kabouters en feeën, elfjes en heksen leven nu niet en hebben nooit geleefd. In het sprookje krygen ze echter be staansgrond. Het kind gelooft aan kabouters, feeën, elfjes en heksen. Dan, redeneert men verder, wanneer het kind eenmaal tot w e t e n gekomen is, zal het u verwijtend aanzien om het door u gepleegde bedrog! Op dezelfde gronden zijn de tegenstanders van het sprookje ook tegen het „sprookje van Sint-Nicolaas en zijn knecht". Persoonlijk ben ik voor het sprookje en voel ik voor het feest van den goeden Sint. Het kind leeft in een sprookjeswereld: het is vol phantasie en blind voor alles, wat de poëzie in dit beweeg zou kunnen storen. Zie slechts naar zijn spel. Daar vindt u het duide lijkste bewijs voor deze redeneering: een stok is paard, een plank wordt een boot, een paar steenen in een vierkant gelegd, vormen een huis. Zie ook naar de allereerste krabbel- teekeningen: dit is een paard, zegt het en het toont ons een wirwar van potloodlijnen, dit is vader, en het toont ons een figuur, waaruit wij met den besten wil van de wereld geen menschelijke gedaante kunnen halen... Wanneer de ouders, die dit lezen, my zouden willen mededeelen, welke ervaringen zij op dit gebied met hun kinderen opdeden, dan zou ik een aaneensluitende rij van bewijzen ontvan gen voor de hierboven uitgesproken bewering. Er komt nog dit by": op allerlei wijze verster ken wij, vaak onbewust, het geloof 'aan sprookjes by' het kind. Beseffend, dat we tegen kinderen spreken, die de taal van volwassenen moeilyk of in het geheel niet begrijpen, bezigen we telkens beelden uit... de sprookjeswereld! Erger: ik ken menschen, die het kind het sprookje onthouden en er anderzyds niet tegen opzien, hun kinderen bang voor het water te maken, door ze te vertellen, dat in het water „De Lange Met" leeft, die je bij je beenen pakt, als je te dicht aan den waterkant komt... En nu kom ik op een punt, waartegen ik nu bezwaar heb. Hierover echter een volgende maal. ONS WEKELIJKSCH CITAAT: „Evenmin als de beste akker kan een goed menschenleven vruchtbaar zyn, wanneer er geen zon in schynt." (J. Kleefstra.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 14