Het nederig kleedingstuk M ANNENHOEKJE En zijn verheffing tot japon Modern interieur Vvijze woorden Zaterdag 24 April 1937 Vierde blad Ja, het is een nederig kleedingstuk, een schort. Het wordt doorgaans uit een goed koop katoentje geknipt en dient slechts om de meer kostbare kleeren te beschermen. Toch biedt een schortje geweldig veel moge lijkheden tot het ten toon spreiden van .vrouwelijke élegance en bevalligheid. Waar bleef de coquetterie van de kamer- en keukenmeisjes, indien dezen geen hagel wit schortje op heur zwarte japonnetjes dragen konden? Hoe zou het er uit zien met de lieftallig heid van jeugdige boerinnetjes, wanneer zij het vroolijk bontje over den baaien rok missen moesten? En last not least waaraan ontleent iedere vrouw de huishou delijke allure, welke haar volgens de mannen zoo goed staat, anders dan aan een kwiek huishoudschort? Neen, de vrouw die het nederig kleeding stuk niet in haar garderobe heeft hangen, is geen vrouw. Ze probeert niet eens er eene te zijn. Maar zooals voor alle bui tensporigheden van haar onderdanen, weet de Mode ook voor deze onnatuurlijke wezens raad. „Ik zal ze dwingen tot het dragen .van een sloofje", dacht Mode en schiep een costuum, waarin alle elementen van het .verschijnsel „schort" vertegenwoordigd zijn! Zie de dame hiernaast. Ze demonstreert een soort overgooier van koraalrood met witte moesjes op een eenvoudige donker blauwe blouse. De overgooier bezit het „hartje" van de beroemde kamermeisjes- schorten, tenminste een variëteit er van; de ruime rok doet aan den huishoudboezelaar denken; de gestrikte banden aan het ka- Merkwaardig hoe spoedig onze smaak ge wend is aan de moderne meubelen, stoffee ring, kortom den heelen nieuwen stijl van onze binnenhuizen. Strakke lijnen, recht hoekige effecten, ori-symmetrische verhou dingen, koele nonchalance, betrachten wij automatisch bij de inrichting van onze wo ning. Nu staan wij niet dagelijks voor de keus van een nieuw ameublement, het aanklee- den van een nieuwe home. Doch tal van onderdeelcn van huisinrichting vragen dik wijls onze aandacht en juist dón bewijzen wij, dat we wérkelijk zijn afgeraakt van de ouderwetsche methoden. Geen krullerig ver sierde meubeltjes, geen drukke wanddeco ratie, vooral geen overtollige voorwerpen in de kamers. Half-zakelijk, half-intiem is de sfeer in een 20ste-ecuwsch vertrek, waar van bovenstaand een schetsje. rakteristieke tenue van de werkvrouw. Het geheel is van zoo aparte bekoring, èn door de kleuren, èn door de bijzondere coupe, dat velen zich met het alledaagsche gegeven er van verzoenen zullen. Deze creatie lijkt ons de kroon van de schortenmode, welke de laatste seizoenen in onze kleerkasten tracht door te dringen. U herinnert zich de bonte jurken van den vorigen zomer, welke door batisten schort jes gecompleteerd werden. Ook nu lokken sommigen fijn gemoesde nieuwe stoffen tot een dergelijke alleszins sierlijke „afwer king." En zoo beleven wij den vroolijken triomf van het onaanzienlijk sloofje. De waarde van kinderen als getuige Het kind als getuige een veel moeilijker vraagstuk, dan de leek gewoonlijk aanneemt een probleem evenwel, dat steeds weer ac tueel is. De mannen van de praktijk zijn het er nog lang niet met elkaar over eens en huldigen verschillende opvattingen. Nu hangt de moeilijke beslissing, welke waar de men aan de getuigeverklaringen van een kind kan hechten, af, in de eerste plaats van de vraag, waarover het kind wordt gehoord in verband met het individuecle karakter van het kind zelf. Ondanks alles is daarbij vaak gebleken, dat de verklarin gen van een kind dikwerf belangrijke waar de hebben. Tal van ervaringen hebben aangetoond, dat in het bijzonder jongens uitstekende waarnemers kunnen zijn, vooral als ze in den leeftijd van tien tot twaalf jaar zijn, waarin voor wat om hen heen geschiedt, de belangstelling groeit. Aan de betrouwbaarheid van zulke kinderen is, voor zoover bijzondere omstandigheden geen rol spelen, nauwelijks te twijfelen. Van mindere waarde zijn de verklarin gen van meisjes. Bij haar speelt de sug gestie een belangrijke rol. Daarbij komt de door de ontwikkelingsjaren gestegen overgevoeligheid in verbinding met een ze kere lust tot sensatie, waardoor al haar verklaringen eenigszins twijfelachtig wor den. Een bekende criminalist staat op het standpunt, dat kinderen betere getuigen zijn, dan gewoonlijk wordt aangenomen. Dat zij, ondanks den besten wil van de wereld om de waarheid te zeggen, wel eens vergissingen begaan bij de beschrijvingen van wat ze hebben gezien of waargenomen, spreekt vanzelf, maar doet niets af aan de waarde van hun getuigenissen over het al gemeen. Hetzelfde kan ook gezegd worden van volwassenen. Kinderverklaringen zijn dik wijls onjuist, maar die van volwassenen ook. Een kind maakt wel andere fouten dan een volwassene, maar geen grovere fouten dan groote menschen. Zeer opmerkenswaard is het feit, dat een kind geneigd is, veel zakelijker dan een volwassene getuigenis af te leggen. De vol wassene denkt te zeer aan het effect en de gevolgen van zijn verklaringen en maakt onbewust gevolgtrekkingen en beoordeelt zelf de juistheid van zijn waarneming. Daardoor kan een zakelijke, onjuiste ver klaring, tot stand komen. Overigens heeft men bij niet waarheidsge trouwe kinderverklaringen dikwerf niet met bewuste leugens, maar met fantasiën, verkeerde opvattingen en fouten in de waar neming te doen. Men miskent meest het feit, dat de moei lijkheid om de getuigenverklaringen van kinderen naar waarde te schatten, niet ligt in de leugenachtigheid van het kind, maar in de moeilijkheid te weten, hoe de ziel kundige aanleg van het kind is. Verschillende proeven heeft men geno men. om de betrouwbaarheid van het kind bij het gadeslaan van een of ander gebeu ren te kunnen vaststellen. Zoo liet men in een klas der lagere school door de kinde ren personen beschrijven, die hun waren getoond, terwijl hun niet vooraf was me- Allernieuwste snufje. Kijk eens naar de vier kleine afbeeldingen aan den voet van deze en nevenstaande ko lom. Alweer een schortje? Mis! Het is een halsdoek! Op buitengewoon origineele wijze beves tigt men deze sjaal om hals en boezem. De sjaal bestaat uit een lap zijde van 40 tot 50 c.M. breed, op roklengte geknipt, en van een paar bandjes voorzien! Men strikt de bandjes om het middel en slaat de lap, zoo als onderstaand juffertje aangeeft, om den hals. Een sierspeld zorgt er voor, dat het ruim vallende uiteinde van de sjaal goed blijft zitten. Men kan dit hoogst practische geval heel goed zélf maken. En komt tot de ontdek king, dat het voor nog andere doeleinden uitnemend geschikt is. Wanneer men bijv. een japon aan heeft, van een kleur, die heelemaal niet past bij de kleur van den mantel, welken men even aan wil schieten, doet men bovenstaand schortje voor en kan het desnoods met kleine drukknoopjes aan de binnenzijde van den mantel bevestigen. Wij zagen deze nieuwigheid onlangs door een mannequin demonstreeren. We vinden het natuurlijk „gek" van deze „schijnjapon" gebruik te maken, tóch voor spellen wij dit snufje een goede toekomst. LéONTINE, degedeeld, dat zij die personen later moes ten beschrijven. Daardoor werd vastgesteld, dat de kinderen over het algemeen aan overschatting lijden. Zoo gaven ze b.v. de grootte der betreffende personen en hun ouderdom te hoog op. Hetzelfde resultaat verkreeg men bij een andere proef door de kinderen op te dragen hun bekende per sonen, die evenwel niet aanwezig waren, te 'beschrijven. Zeer interessant bij deze proeven was de uitkomst, dat bijzonder verstandige kinderen bij hun schattingen achterbleven bij die van minder ontwikkel den. Slecht ontwikkelde, weinig begaafde kinderen, leverden meestal juiste verkla ringen. Dit feit is ook te verklaren, want kinderen zijn al gauw geneigd te overdrij ven. Bij deze proeven is verder vastgesteld, dat de waarnemingen der kinderen en de beantwoording van de tot hen gerichte vra gen ongeveer voor de helft doeltreffend en juist waren, rond veertig procent der ant woorden en opgaven waren verkeerd, ter wijl de andere tien procent onzeker wa ren. Ook uit deze resultaten blijkt, dat het ver keerd Is de kindergetuigenissen iedere ge loofwaardigheden te ontzeggen. Gewaar schuwd moet evenwel worden voor de overschatting van de verklaringen van kin deren, zoover deze hun weten van hooren- zeggen hebben. In Voorjaarstenue Ja, laten wij den man eens een plaatsje inruimen op on ze pagina! Ook voor hem is de mode een probleem; ja wij dienen eigenlijk eenig medelijden te hebben met de heeren, wanneer zij aan een nieuw pak toe zijn. Want is de vrouw gewend, zelfstandig haar keuze te bepalen, de man gaat over het algemeen inzake zijn colbertje niet op zijn eigen oordeel af. Hij heeft den raad van zijn vrouw, moeder of zuster noo- dig, alvorens tot een nieuwe stof of snit te kunnen beslui ten. Ook' is de stumperd versto ken van de welwillende ad viezen zijner vrienden, want een man, die met zijn vrienden over kleeren spreekt, !s geen man, zooals een vrouw, die niet met haar vriendinnen over kleeren spreekt, geen vrouw isLaten wij de heeren dus van deze plaats de helpende hand toesteken! De lage revers is thans voorschrift! Colbert zoowel als overjas vertoonen deze. Costuum no. 1, links, in blauw, grijsgroen of grijs, is voorzien van een dubbele rij knoopen, welke een rustig effect sorteert. Nr. 2, een sportjas, demonstreert een nieuw model zakken. Nr. 3 is gedacht In een ge- distingueerde, niet te donkere, streepjes- stof; de zomerallure van dit costuum wordt BEKROOND COMPLET Dit is één der toiletten, die ter gelegen heid van de voorjaarsrennen te Parijs be kroond werden. Het is een merkwaardig complet dat, teneinde goed tot zijn recht te komen, zeer veel gratie van de draag ster eischt. 't Was mij heel aan aangenaam! Kom nog eens gauw terug! Deze en dergelijke gemeenplaatsen gebruiken wij bij het af scheid nemen. Waarom zeggen wij niet liever: Laat ons vrienden blijven. Men denkt van de goeden op verre na niet zoo goed als van de slechten slecht. Men is oud, als men glimlacht om dingen, waarom men vroeger hartelijk lachte. Het geluk is veel onpartijdiger, dan men meent. mede veroorzaakt door de enkele knoopen- rij. Heer nr. 4 (rechts) ïs een toonbeeld van sportiviteit Wij kennen het trio van lichte broek, gemêleerd jasje en overhemd met fleurige das sinds lang, doch een bijzonder heid is thans, dat het overhemd in een zeer donkere tint gekozen wordt De kleeding van den jongeling geheel rechts behoeft geen nader betoog! De plus fours is voorloopig de mode nog niet uit! Wij meenen heusch niet, volledig te zijn met deze korte aanteekeningen. Wellicht zetten wij een volgende keer onze raadge vingen yoortl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 13