Voor den Zaterdagavond
Ac/n.
Kruiswoord
raadsel
'T HOEKJE
OUDERS
Moeilijke opvoedings
problemen
„Pas op, ik zal het vader vertellen!"
Onderlinge aamenwerking noodzakelijk
door G. C. MeyerSchwencke.
In de meeste gezinnen is de taak om de
kinderen op te voeden in banden van de
moeder. Heel begrypeiyk kan de vader, die
den geheelen dag van huis is, sommige be
trekkingen vereischeri zelfs een afwezigheid
van meerdere dagen, zich niet in de details
met de opvoeding belasten.
Veeal zien kinderen den vader alleen aan
de maaltijden, want 's avonus slaat al vroeg
het klokje van gehoorzaamheid en moeten zij
naar bed.
Heeft de moeder, zoodra de vader van een
drukken werkdag moe thuis komt en naar
rust verlangt, een reeks van klachten over
de kinderen, dan zal hy zich wellicht laten
gaan, boos worden, straffen uitdeelen, enz.
HU wordt op deze wyze in een verkeerd dag
licht tegenover de kinderen geplaatst, die
hem als „den boozen man" gaan beschouwen
en blijven hun vader liefst zooveel mogelijk
uit den weg.
De man weet echter uit ervaring reeds,
welke thuiskomst hem wacht en niet veel is
er dan noodig om een explosie te veroorzaken.
Is het wonder, dat de kinderen op deze wijze
van hun vader vervreemden, temeer nog,
waar de moeder hen steeds dreigt met: „Pas
op, als vader straks thuiskomt, zal ik ver
tellen wat je gedaan hebt!"
Het is inderdaad treurig, dat er moeders
zijn, die den vader op deze wijze voorstellen,
grootendeels als gevolg van haar tekort aan
paedagogische kracht, door haar gemis aan
overwicht op de kinderen. Er heerscht in der
gelijke gezinnen steeds een gedrukte geest en
zon- en feestdagen zullen nimmer een hoogte
punt zijn, omdat er geen onderlinge harmonie
is.
Wil de vader, die nu tyd heeft zich aan zijn
gezin te wijden, zich met de kinderen bezig
houden, dan staan zij onwennig tegenover
hem. Zij zijn immers steeds bedreigd met
vader, gaan hem dus liever uit den weg!
Vele moeders begaan deze opvoedingsfout
reeds in de prille jeugd der kinderen en zijn
zich wellicht de groote omvang, die deze kan
aannemen, niet bewust.
Het opvoeden van kinderen is de grootste
taak, die op de schouders der ouders gelegd
wordt. Steun van de zyde van den man kan
alleen verwacht worden, indien problemen op
het juiste oogenblik besproken worden. Hier
toe leenen zich de stille avonden het best.
Vele moeders ruimen een te groote plaats
in aan hare huiselijke bezigheden en hierdoor
blijft er te weinig tijd over zich aan de kin
deren te wijden en met hen bezig te zijn. Zij
leeren deze hierdoor beter kennen, hun fouten
en gebreken en kunnen deze tijdig in goede
banen leiden, waardoor veel klachten voor
komen worden. Zeer verkeerd is het om uit
gemakzucht verkeerde dingen oogluikend toe
te staan.
Gebrek aan overwicht geeft dan ook tevens
het dreigen met vaders thuiskomst.
Beide ouders moeten het middelpunt van
het gezin vormen en met vreugde moet vaders
thuiskomst begroet worden na een dag van
ingespannen arbeid ten bate van het gezin.
Kinderen hebben den vader in hun leven niet
minder noodig dan de moeder, vooral wanneer
z\j ouder worden, zal hy hen veelal tot steun
zyn.
De moeder harerzyds kan er zoo heel veel
toe bijdragen, dat de liefde voor den vader
aangekweekt, inplaats van teniet gedaan
wordt en dit is zeker wel een van hare eerste
plichten.
In een gezin, waar onderlinge harmonie
heerscht tusschen beide ouders en kinderen,
zal veel meer opvoedende kracht van uitgaan,
dan in tegenovergestelde gevallen.
De kinderen zullen eqn biyde herinnering
behouden aan het ouderiyk huis, die hen tot
steun zal biyken te zyn, wanneer zy het groote,
onbekende leven ingaan.
MEDISCHE WENKEN.
Blaren door branden ontstaan, mogen niet
doorgeprikt worden. Men legt er een droog
Bismuth-verband om, z.g. Brandblnde, die bij
apothekers verkrijgbaar zijn. Zoodra men zich
gebrand heeft, legt men een verband van lijn
olie en kalkwater op de plek, waardoor men
het vormen van blaren voorkomt. Brandwon
den van eenige beteekenis kan men beter door
een arts laten behandelen, aangezien de leek
niet kan beoordeelen, hoever zij Ingebrand
zyn.
In de oplossing van het raadsel van de vo
rige week gaven sommige oplossers voor ho
rizontaal 24 Hanekam, Nu liet de structuur
van het raadsel deze mogelykheld toe, maar
een altyd groene struik was dit wel aller
minst. Hanekam is een ook in Nederland
veel voorkomende paddestoel van de familie
der plaatszwammen; de gele soort is eetbaar.
Voor verticaal 21 gaven sommige oplossers
Pauw, maar er was gevraagd een inlandsche,
dus echt Ncderlandsche vogel en de pauw Is
een exotische, Oostersche vogel, die alleen als
siervogel in ons land gekweekt wordt. In vrij
heid komt hij in ons land niet vooi en mag
dus niet tot de inlandsche' vogels gerekend
worden.
De prijs voor het raadsel van 17 Apv,i1 werd
toegekend aan:
J. FRIEL1NK,
Hoog rijde, Schagen.
Oplossing raadsel vorige week.
Horizontaal: Grondel, Smous, Ariel, Bou-
lingske, Bries, Ons, Tegel, Hars, Lena, Ma
retak, N.i., les, Zonnewendefeest, Eb, R.a.i.,
R.D., Emu, Piano, Eli, Leo, Krctens, Ons,
Al, Zoo, Alp, Sa, Ammon, Agape S.C., Tudor,
Verticaal: Gors, Rue, Oslo, Dans. Erg,
List, Sbirren, Moes, E.K., Legende, Inter
naat, Rationeel, Enigszins, La, Kauw, Gade,
Sneu, Mede, Eb, Erie, Dine (r), Fr., M.O.,
Proost, Onager, L.O., La, Kom, Sla, S.A.,
P.P., AR., N.C., El, De.
Horizontaal.
1. Wat velen tegenwoordig, helaas, missen;
3. Dorp in Noord-Holland; 6. Hark; 7. Ik ge
loof (Latijn); 10. Dageraad; 11. Onmisbaar
voor trekkers: 16. Kleedingstuk (3 letters);
17 Havermout; 19. Behoudens vergissingen
(afk.); 21. Tak van onderwys; 23. Aanwy-
zing; 24. Som der menschelijke gedachten en
daden; 26. Noorsch romancier (1833/1908);
27. zyrivier van de Wezer; 28. Kunststyl; 29.
Blaasworm; 30. Adellyk geslacht uit de Ned.
historie; 32. Wintersportartikel; 34. En (La-
tyn); 36 Bywoord; 38. Jongensnaam (ver
kort); 39. Stad in West-Duitschland; 40. Ge
liefde van Zeus; 42. Beletten; 46. Handelsterm
by levering (afk.); 47 Stad in Noord-Amerika
(4 letters); 48. Geslacht; 49. Graansoort; 50.
Hoofdpersoon in een der drama's van Shake-
speare.
Verticaal.
1. Dorp in Noord-Brabant; 2. Veilige plaats;
3. Kleinste letter van Grieksch alfabet; 4.
Stad aan zyrivier van de Seine; 5. Inzet; 8.
Eigenschap om langer te worden; 9. Visioen
(10 letters); 12 Ruzie; 13. Krachtmaat; 14.
En zoo voort; 15. Hoeveelheid land; 18.
Vlaktemaat; 20. Protéine; 21. Plant, welke
veel voorkomt als onkruid, en ook als vee
voeder gebruikt wordt; 25. Visch; 26. Lynx;
27. Kleur; 29. Hevig; 31. Jongensnaam (afk.);
33. Gebergte in Klein-Azië; 35. Regenworm (2
letters); 37. Tot. (Latyn) (2 letters); 39. Stad
in Rusland; 41. Tijdperk; 42. Hout- of hooi-
maat; 43. In deze stad (afk.); 44. Afgunst;
45. Grappenmaker.
HET REINIGEN VAN VACHTEN.
Zijn vachten door het lange liggen vuil ge
worden, dan wryve men deze in met heet zand
en heet gemaakte bloem, klopt de daarna
flink op den verkeerden kant. De vacht zal
er dan zeker veel frisscher uitzien.
Duimzuigen en nagelbijten
„Baby, geen vingertje in het mondje!"
..Foei, Bep, sta je nu weer nageltjes te bijten!"
Welke moeder kent deze kinderkamer-zorgen
niet?
Het zyn geen buitengewone uitzonderings
gevallen, indien kinderen „duimje" zuigen en
meermalen zien wy tevens kinderen met af
gebeten nagels. Wat al pogingen worden door
de moeder in het werk gesteld om hen deze
onaangename gewoonte af te leeren! Vingers
worden met mosterd bestreken, doch de kleine
ondeugden hebben er het leelyke smaakje voor
over om weer in hun gewoonte te kunnen ver
vallen. Andere middelen zijp met even weinig
succes toegepast en wanneer de kinderen,
ouder worden, blyven duimzuigen of nagel
bijten werd hun van allerlei beloofd, indien ze
het toch maar zouden willen afwennen!
Het duimzuigen is voor het zachte, zich
vormende gehemelte van kinderen zeer na-
deelig. Door de voortdurende druk van den
kleine duim op de tanden en tegen het ver
hemelte kunnen tenslotte zelfs vervormin
gen van den mond ontstaan. Men kan hét
zeer goed waarnemen aan de vorm van de
handen van grootere kinderen, terwy'1 ook de
duim soms twee eerste vingers, van vorm
veranderen. Men kan meermalen aan de bin
nenkant van den duim eeltplekken waarne
men, ontstaan door het zuigen.
"Is hier dan niets aan te doen?" vragen
vele moeders vaak wanhopig.
Het beste is de vinger een tijdlang te ver
binden, ook en vooral 's avonds voor het
slapen gaan, want dan is de behoefte om op
den duim te zuigen het grootst. Het vingertje
wordt verbonden en daarna komt om de
handjes een wit wollen kinderkousje, zoodat
het kind niet in de verzoeking komt om
andere vingertjes naar den mond te brengen.
Vele doktoren passen deze eenvoudige
methode met succes toe. Men moet zoo vroeg
trachten te verhinderen, dat babies zich het
duimzuigen aanwennen, want hoe ouder zy
worden, des te meer moeilykheden brengt het
met zich mede. Natuurlyk zal men het toe
passen van een verband om den vinger en het
inpakken der handjes niet enkele dagen
moeten volhouden, doch geruimen tyd, afhan-
kelyk van de min of meer diep ingewortelde
gewoonte.
Erger is het met nagelbyten gesteld, want
afgezien, dat kinderen de afgebeten stukjes
vaak naar binnen krijgen, is het een zeer
onaestaetisch gezicht, dat de nagcl3 bieden
Nagelbyten belemmert den groei tevens en
geeft den vingers een leelyken vorm.
Hoe komt het. dat kinderen nagelbijten?
Men heeft door onderzoekingen in een kinder-
I kliniek geconstateerd, dat dergelyke kinde
ren gebrek aan vitamnien B. hebben en dat
zy door goede, doelmatig toegepaste voeding
deze gewoonte tenslotte nalieten.
Welke voedingsmiddelen bevatten deze
vitaminen B?
In het bijzonder gistpreparaten, ook toma
ten, sommige koolsoorten en sla. Het beste
is tevens om aan verschillende gerechten een
weinig gist toe te voegen, die men in een
pannetje met boter laat smelten en by
groenten en soepen voegt. Niet te veel gist
gelijk betrekken en een stukje b.v. voor 2 of
3 cent in een kopje met schotelje afgedekt
op een koele plaats bewaren.
Om het aangroeien van de misvormde nagels
zooveel mogelijk te bevorderen neemt men een
eenvoudig middel te baat. Men lost vlokken
of groene zeep op in heet water, klopt goed,
totdat de zeep geheel is opgelost en zooveel
water toevoegen tot het sopje lauw warm is
en de handen gedurende vijf minuten een
badje geven, daarna flink afdrogen en de
nagels met olyfolie invetten. Voor het slapen
gaan worden katoenen handschoentjes aan
gedaan of men wacht een minuut of tien,
opdat de olie goed in kan trekken.
Zooals met alles is ook hier „voorkomen
beter dan genezen" en daarom moeten moe
ders reeds zoo vroeg mogelijk beginnen om
deze verkeerde gewoonte, zoodra zij deze
waarnemen by de nog jonge kinderen af te
wennen! Veelal wordt er gedacht: „Och, dat
komt later wel in orde", doch indien dit zoo
moge zijn, gaat het toch met vele moeilijk
heden gepaard.
Huisvrouwen raden elkander
Tapijten krullen vaak om, hetgeen buiten
gewoon onaangenaam kan zyn. Meermalen
helpt het tegen de binnenkant stevig linnen
te naaien. Blijkt het niet afdoende, dan worden
plombes van lood tegen het tapijt genaaid,
die men in behangerszaken kan koopen. In de
reepjes lood zijn op bepaalde afstanden gaatjes,
zoodat het hechten met kleermakersgaren
gemakkelijk gaat. Een ander middel is het
bestrijken van een stofreep met ly'm of Ara
bische gom, die tegen de achterkant van het
tapijt geplakt wordt.
Zooien van schoenen hebben een langeren
levensduur, wanneer men ze regelmatig met
lijnolie bestrijkt. Het bovenleer mag echter
niet geraakt worden. De zooien hebben tevens
het voordeel, dat ze waterdicht worden.
Schilderyen, die tegen vochtige muren
hangen, vertoonen vaak sporen van vocht en
schimmel. Men kan dit voorkomen door
vingerdikke schijven kurk tegen den muur te
spijkeren, zoodat er een opening blijft tus
schen muur en schilderij.
Zondag. Macaroni met ham en kaas. Var
kensbiefstuk. Bloemkool. Aardap
pelen. Fruit.
Maandag. Runderribstuk. Spruitjes met
aardappelen. Vanille vla.
Dinsdag. Ribstuk. Raapstelen. Aardappelen.
Beschuitschoteltje.
Woensdag. Tomatensoep. Witte boonen met
kerrysaus.
Donderdag. Lever (gebakken). Zoete appeltjes.
Aardappelen. Havermoutkoekjes.
Vrijdag. Schelvisch met peterselie saus.
Gesnipperde winterpeen. Aardap
pelen. Griesmeel met pruimen.
Zaterdag. Rookworst. Snyboonen, witte boo
nen. Aardappelen. Sinaasappel.
Sinaasappel sandwich.
Macaroni met ham en kaas.
150 gram macaroni, 100 gram ham, 100
gram geraspte kaas (oude), 80 gram boter.
We breken de pijpjes of de linten macaroni
in stukken van ongeveer 5 a 6 cm, zetten ze
op met ongeveer 1 liter water en zout en laten
ze daarin koken.
Goede macaroni zal in ongeveer 20 k 25
minuten gaar rijn. Daarna doen wy ze op een
vergiet en laten het overtollige water weg-
loopen. De boter wordt in een vuurvasten
schotel gelegd en gesmolten, de macaroni erby
gevoegd en terwijl wij de schotel op een as
best plaatje laten staan, op een kleine gaspit,
zoodat alles goed warm blijft, strooien wij de
geraspte kaas er overheen en scheppen deze
met „wee lepels om en om door de macaroni.
Zien wy dat de kaas draden vormt, dan wordt
de fyngehakte ham erdoor geroerd en over
het geheel een laagje paneermeel gestrooid,
waarna de schotel nog 20 k 30 minuten in den
oven geplaatst wordt.
Beschuitschoteltje.
1 pak groote ronde beschuit, 5 dl melk, 30
gram boter, 3 eieren, 35 gram custardpoeder,
1 kopje vol gehakte noten, 50 gram bruine
suiker (ruim), mespunt zout.
De custardpoeder wordt in een kopje koude
melk opgelost. De eierdooiers worden geklopt
en bij het custardpapje gevoegd. De rest van
de melk wordt gekookt, zout bygevoegd en
suiker, daarna wordt een deel van de warme
melk met een dun straaltje mei de custard
en eieren vermengd, en dit weer teruggedaan
in de pan. daarna weer tot kookpunt gebracht,
voortdurend roeren en niet door laten koken
om het schiften van de eieren te voorkomen.
Pan van het vuur, een deel van de boter door
de vla roeren en de rest gebruiken om een
vuurvasten schotel goed in te vetten. De zeer
styf geklopte eieren worden eveneens in de
vla geroerd en in het schoteltje wordt alle be-
schuitkruim gedaan, hierop komt dan het
vulsel, dat bestrooid wordt met de gehakte
noten en in den oven geplaatst wordt gedu
rende een half uur.
Tob nooit hoekje
met ruwt: hand...
Een ruwe hand knakt de knop van
het vertrouwen.
Vertrouwen is een teere plant. Men stelt
vertrouwen in iemand of men stelt het niet,
het laat zich allerminst dwingen, maar wel is,
langs psychologischen weg gewoonlijk vast te
stellen, waarom er al of niet vertrouwen be
staat..
Het stellen van vragen op een soort van
inquisitietoon is de manier, om elk eventueel
ontluikend vlaagje van vertrouwen in de kiem
te verstikken.
Onlangs kwam een dame uit de provincie
onzen raad vragen omtrent haar 21-jarige
dochter, die terwille van haar studie in Am
sterdam woonde. Zij maakte zich ernstig onge
rust, en klaagde haar nood als volgt:
Het kind vertelt mij niets. Ik vraag na
tuurlyk altijd verschillende dingen, maar ik
kryg er niets uit. Zij geeft ontwijkende ant
woorden of zwygt. En ik maak my zoo onge
rust over haar, met al dat moderne gedoe van
tegenwoordig, en dan in zoo'n groote stad."
Wij vroegen voorzichtig, of zij het al eens
geprobeerd had met geen vragen te stellen.
Zy keek verbaasd en eenigszins verontwaar
digd. Geen vragen stellen? Onzinnig! Natuur
lyk stelde zy vragen. Zij had toch het recht
om te weten, wat er met haar kind aan de
hand was!
Wy merkten op, dat zy met dit recht dan
toch heel weinig bereikt had, en stelden voor,
dat haar dochter ons eens zou bezoeken.
Zij zou probeeren, deze daartoe te brengen.
„Mogelijk wil zy niet", zei de moeder bitter,
„rij schermt tegenwoordig by alles met haar
meerderjarigheid. Enfin wij zullen zien".
De dochter kwam eenige dagen later. Zy
had een vyandige, uitdagende houding, die
'duidelijk te kennen gaf: „Je zult er toch niets
uitkrijgen wat ik niet verkies te zeggen".
Wel, wij deden hoegenaamd geen moeite om
„er iets uit te krijgen", maar voerden een licht
gesprek over allerlei.
Eindelijk begon de bezoekster zelve, ironisch:
„U heeft mij vermoedelijk toch niet laten
komen, om over koetjes en kalfjes te praten".
„Wij hebben U niet laten komen", merkten
wij op. „U bent hier gekomen op verzoek van
Uwe moeder en wij hopen, dat dit misschien
tot iets goeds voor U beiden kan leiden".
Haar mond vertrok even.
„Moeder en iets verzoeken! Moeder dwingt
altijd. Nu, enfin. En?"
Wy legden haar uit, dat haar moeder zich
bezorgd maakte omdat rij (An) zoo gesloten
was. Of zy ons misschien alleen wilde ver
tellen, waarom zij Moeder buiten haar ver
trouwen sloot. Alleen dat en niets meer.
Haar gézicht ontspande zich.
„Dat wil ik U wel zeggen. Dat ligt aan
Moeder zelf. Als ik twee minuten in huis ben,
begint zy op dreigenden toon: „Je hebt toch
niets aan de hand?"
Ik vraag U, de uitdrukking alléén. Op zoo'n
manier vertel je natuurlijk nooit iets. Dan
begint zij langs omwegen. „Bah! zei ze heftig,
„ik heb er tegenwoordig een hekel aan om
naar huis te gaan. Ik ga zoo weinig mogelijk".
Dit was begrijpelijk, al trachtten wij An
milder te stemmen, door haar uit te leggen,
dat haar Moeder het goed bedoelde en uit be
zorgdheid handelde, al was haar optreden
minder tactvol.
Hoe het bleek, dat de dochter een zeer ge
voelige natuur bezat achter het mom van cy
nische onverschilligheid, waardoor een ver
trouwelijke verhouding met de nuchtere, wat
harde en recht-op-haar-doel-afgaande Moeder
onmogelyk was en bleef, en hoe deze kwestie
tenslotte opgelost werd door het ef'enen van
den weg voor een volkomen vertrouwen tus
schen An en haar Vader, is voor onze lezers
minder belangrijk.
Alleen haalden we dit geval aan, omdat het
zoo duidelijk weergeeft, dat vertrouwen zich
niet laat afdwingen, evenmin als liefde.
Dat een ruw forceeren elk vertrouwen by
voorbaat doodt, en dat men het slechts kan
winnen door er op kiesche en bescheiden wyze
den weg voor te effenen.
Wie niets vraagt, noch direct, noch indirect,
krijgt het meeste te hooren.
Dr. JOS DE COCK.
„Hy is iemand van zeer Informatieven
aard hy wilde overal „in" komen."
„En waar is hy nu?" t
„In de gevangenis. Hy wilde een bank bin
nendringen."
VOOR DE
„OPSPORING VERZOCHT
Onder dit hoofd vindt men in de kranten
meermalen het verzoek van de ouders van een
of ander weggeloopen kind. Deze oproep, zoo
dikwijls klinkend door den aether, wekt by
hen, die het niet aangaan misschien een
oogenblik de nieuwsgierigheid of een licht
medeleven van het moment, doch beteekent
voor de desbetreffende ouders een zee van
leed en... niet zelden een aanklacht jegens
zichzelf!
Of het dan zoo erg is?
Ja! Het is vaak zoo erg en het kan door
onverstand bij de ouders zoo erg worden. Laat
ik concreeter zijn: Er is een jongen met mid
delmatig verstand. Zijn vader heeft in rijn
jeugd goed kunnen leeren, doch omstandig
heden van financieelen aard veroorloofden
zyn ouders niet hem door te laten studeeren.
De knaap moest reeds vroeg er op uit om de
gezinsinkomsten wat te vermeerderen. Nu is
de knaap van toen zelf vader. Hij is gelukkig!
Hij heeft zich in het leven een flink bestaan
verworven. De levensstrijd was hard en tegen
slagen waren vele, maar een oersterke wil
bracht hem, waar hij wezen wilde. Nu heeft
hij dan een eigen huis, eigen haard en huise
lijk geluk. Er is h„m een zoon geboren! Welk
een blijde gebeurtenis. Wat een idealen zwe
ven den gelukkigen vader reeds voor de oogen.
Zyn zoo zal studeeren, als hij gezond blyft.
Wat vader in rijn jeugd niet kon, zal de zoon
mogen. De zoon wordt grooter. Hij gaat naar
school. De eerste leerjaren gaat het tamelijk.
De knaap is wel niet een van de vlugsten,
maar hij kan mee. Het zal, als hij ouder wordt,
wel gaan verbeteren. Een hoop van vele va
ders en moeders. Soms wordt de droom wer
kelijkheid, soms wordt de wensch vervuld,
vaak vervliegt de hoop als asch. De zoon komt
in het vierde leerjaar... de rapporten worden
minder. Och, hij moet eerst nog wat aan zyn
onderwijzer wennen, niet waar? Men hoopt,
maar de rapporten gaan langzaam achteruit...
de klasse-onderwijzer geeft den jongen een
brif mee: „Uw zoontje gaat steeds minder
rijn best doen. Neemt u hem eens onder han
den." Vader voldoet aan het verzoek: gevol
gen blijven uit. De teruggang gaat regelmatig
door. De knaap blyft zitten. Vader ziet zyn
idealen stuk voor stuk verdwijnen. De jongen
heeft geen zin in de studie! Wét... geen zin?
Dat zal vader hem anders leeren.. De bron
van huiselijke scènes begint te vloeien. Avond
op avond is vader met rijn jongen bezig. Hy
zal het erin stémpen... Maar het lukt niet.
De klachten van school blyven komen, de rap
porten gaan nog niet vooruit. Met stygend
ongeduld ziet vader de mislukking voltrek
ken. O, had hy in zyn leven eens zulke pracht
kansen gehad...
Dan op een dag komt de kniap thuis met
een brief: „Uw zoontje is ongeschikt voor de
studie. Wy adviseeren u. hem naar een gev. ^..i.
school te doen. Het onderwijs op onze sU uw.
kan hy niet volgen."
Vader is terneergeslagen. Is woedend over
dezen tegenslag. De knaap moet het ontgel
den en dan barst de bom: een hevige scène,
een uur later is de knaap het huis uitge
vlucht...
Waarheen? Het wordt later en later en de
jongen komt maar niet thuis. Overal wordt
hij gezocht, nergens een spoor te ontdekken.
In eindeloozen raad snelt de moeder naar
de politie: „Myn kind is het huis ontvlucht.
We rijn radeloos!" Een oogenblik later: „Hier
Politie-radio-omroep! Extra politiebericht.
Namens de ouders wordt opsporing verzocht
van..."
Welk een jammer doorleeft een ouder, wan
neer hij niet weet, waar zijn kind dwaalt en
omzwerft of tot welke wanhoopsdaad hij zich
heeft laten verleiden. Onbeschryfelijk is dit
leed!
Groot is het zelfverwyt. Hadden we hem
toch maar van die school afgenomen. Neen,
hy kon niet mee. Het was een marteling voor
den jongen. Zou het te laat zyn? God voor-
kome nog erger verdriet!
Ouders, het tooneel hierboven door mij ge
schilderd is geen fantasie. Het komt voor.
Leest slechts uw krant! Luistert slechts naar
de politieberichten door de radio!
Het moet u een waarschuwing rijn, telkens
wanneer u zoo'n bericht leest of hoort:
eischen wij niet te veel van ons kind
Te veelelschend zijn heeft in de opvoeding
al heel wat kwaad gesticht. Maar daar is een
wijs woord uit een groot Boek: „Men kan
geen vijgen plukken van een doornenstruik."
Wanneer uw kind niet studeeren kan of
voor studie geen liefde bezit, weest dan
waakzaam... over uzelf. Spreek erover ïhet
zijn onderwyzers, ga na, welk 'vak den jongen
interesseert en tracht, wanneer zulks moge
lijk is, hem dit vak te laten leeren. Ik begrijp
het: vadertrots is dikwijls een beletsel voor
den zoon. Vader wil hem een beter vak laten
leeren dan het zijne. Vader wil hem de kans
van het leven geven, die hij als kind zelf moest
derven! Maar... vaders liefde kan ook te
groot rijn! Wy hebben onze kinderen niet voor
onszelf! Hun eigen leven willen en moeten
zij leven. Laten wij hen daarby helpen met
onze eigen ervaring, doch nimmer door te
veel eischen voor altijd ongelukkig maken!
ONS CITAAT»
„Een goed opvoeder moet een goed tooneeï-
Sf2ler zijn."
(Over de bedoeling van dit woord willen wy
i het volgend nummer gezamenlijk naden-
ken. Oveeka.1