Een koning wordt gekroond
Gewichtige dagen
voor Engeland
Aan den vooravond van een historische
gebeurtenis
De koning zet zichzelf de keizerskroon
op hei hoofd
Nederlandsche bezienswaardigheden
in Bremen
Er Is op het oogenblik in Engeland niets,
dat het volk in al zijn lagen zóó levendig
bezig houdt, als de aanstaande kronings
plechtigheid van zijn koning en koningin,
die op 12 Mei zal plaats vinden. Het kro-
ningsceremonieel wordt uitvoerig bespro
ken en de verschillende figuren, die aan
de plechtigheid luister zullen bijzetten, ge
nieten de algemeene belangstelling.
Zoo meldden nog kort geleden de bladen,
dat de erfelijke Lords hun statiegewaden
hadden ontvangen. De Lords moesten daar
door diep In hun beurs tasten, want elk
Van die statiegewaden kost over de hon
derd pond sterling.
Tezamen moesten de Lords 20.000 pond
betalen, doch daarin zijn dan ook de sta-
tiekleeren der peers begrepen, voor wie de
kroning een van de weinige gelegenheden
is om zich in vol ornaat te vertoonen.
De kleermakersateliers kregen boven
dien nog de opdracht, de kroningsgewaden
voor de rest van den adel, in afdalende
lijn tot de barons toe, te maken. Ook aan
de uitvoering van deze opdracht wordt in
de bladen de noodige aandacht gewijd.
Vele adellijke families bezitten intusschen
nog kroningskleedij, die reeds eeuwen oud
is en thans nog steeds gedragen wordt. Een
probleem waarmee iedereen zich bezig
hield, waren de kortgelokte vrouwen der
peers. Het hoofdattribuut van haar waar
digheid, het Kroondiadeem, kan namelijk
slechts in lang haar worden bevestigd.
Maar de vindingrijke kappers hebben een
oplossing gevonden; de vrouwen der peers
zullen hun kronen kunnen dragen.
In de Westminsterabdij zijn de architec
ten, timmerlieden en „plaatsverkoopers
van het Hof" druk bezig, de beschikbare
ruimte voor de kroning zoo doelmatig mo
gelijk te verdeelen. Er moet ondanks de
zeer beperkte ruimte plaats worden gevon
den voor de uitgenoodigde ceregasten
waaronder 150 maharadja's en oostersche
vorsten voor de vertegenwoordigers van
buitenlandsche hoven, voor de leden der
hofhouding, voor de peers en hun dames,
die het voorrecht hebben, bij de kroning
tegenwoordig te zijn en voor de overige
toeschouwers, die zooals vanzelf spreekt,
voor deze gelegenheid met de grootst mo
gelijke zorg uit vooraanstaande persoonlijk
heden worden gekozen.
Hoe zou men in de Westminsterabdij voor
zooveel menschen plaats maken? Deze
vraag veroorzaakte eenig hoofdbrekens, tot
men de volgende oplossing vond: de plaat
sen mogen; met inbegrip van het houten
tusschenschot niet meer dan 40 c.M. zit-
vlakte hebben. Alleen voor de peers en
hun echtgenooten wordt een uitzondering
gemaakt, omdat hun gewaden van rood flu
weel en hermelijn buitengewoon omvang
rijk zijn. Zij krijgen daarom een plaats van
75 c.M. toebedeeld. Tot deze oplossing is
men na vele experimenten gekomen en
pas toen de deskundigen van de groote En-
gelsche voetbalvelden als hun meening te
kennen gaven, dat de doorsnee Engelsch-
man aan een zitplaats van 40 tot 42 c.M.
genoeg heeft, besloot men tot deze oplos
sing in de Westminsterabdij over te gaan.
Voor de deelnemers schijnt ze echter nogal
bezwaren mee te brengen, want men ver
wacht, dat de geheele kroningsplechtigheid
met inbegrip van den tocht van den kro
ningsstoet ongeveer acht uur zal duren.
Om 5.30 's morgens worden de eerste plaat
sen bezet; in het gunstigste geval is de
Westminsterabdij 's middags om drie uur
weer leeg. Het acht uur lang op een zit
plaats van 40 c.M. breedte te moeten uit
houden, dat zal slechts mogelijk zijn door
het bewustzijn, dat men het voorrecht heeft
een groote gebeurtenis bij te wonen.
Het ceremonieel van de a.s. kroningsfees
ten sluit zich geheel aan bij dat van de
kroning van koning George V in het jaar
1911. Als merkwaardige bijzonderheid ver
dient het feit nog vermelding, dat de te
genwoordige koning als Hertog v. York in
een commissie heeft gezeten, die de fees
telijkheden voor de kroning moest voorbe
reiden, dat wil zeggen voor de kroning van
zijn broeder.
De plechtigheid begint reeds vroeg in
den morgen. De Opper-Kamerheer betreedt
de slaapkamer van den koning, hij maakt
hem wakker en herinnert hem aan de
beteekenis van den dag. Voor dezen dienst
schenkt de koning den Opper-Kamerheer
de matras, waarop hij dien nacht heeft ge
slapen. Na elkaar treden nu de andere ka-
merheeren binnen, die den koning overeen
komstig hun ambt sokken, schoenen, hemd
en pantalon aanreiken. Daarvoor schenkt
de koning den kamerheeren eenzelfde klee-
dingstuk. De kamerheer, die hem den kro
ningsmantel over de schouders hangt,
heeft echter slechts recht op een stuk flu
weel.
De eigenlijke kroningsplechtigheid speelt
zich binnen de kerkelijke muren af. Zij
begint met de zalving, die op het kleeden
met den koningsrok volgt. Daarna wordt
de koning getooid met den gordel, het
zwaard en den koningsmantel. Dan volgt
de overhandiging van den rijksappel, den
ring, den scepter en de kroon. De aarts
honderdduizend pond sterling. Tot de tee
kenen der koninklijke waardigheid behoo-
ren verder vijf zwaarden die den Staat, de
Barmhartigheid, de Offervaardigheid, als
mede de tijdelijke en de eeuwige Gerech
tigheid belichamen.
Terwijl ook de Lords bij de plechtigheid
hun kroontje opzetten, bulderen de kanon
nen ten teeken, dat de kroning van den
nieuwen koning voltrokken is.
De aartsbisschop spreekt de traditioneele
inzegeningsformule uit. De koning neemt
uit de hand van den aartsbisschop het ge
schenk der kerk, een oude bijbel, aan, en
neemt dan de huldebetoogingen in ont
vangst van de hoogwaardigheidsbekleeders
der kerk, de prinsen van het koninklijk
huis en van den hoogen adel, die aan hem
voorbijtrekken.
Ieder der voorbijtrekkenden kust den
koning de rechterhand, terwijl hij met den
linker tegelijkertijd de kroon aanraakt. De
koning zelf kroont dan de koningin van
Groot-Brittannië.
Alle voorbereidingen voor het groote
feest zijn getroffen. De weg, -dien de ko
ning op den dag der kroning door Londen
volgen zal, is vastgesteld. Langs dezen weg
BIJ DE
ILLUSTRATIES:
Links boven:
Gedenkpenning van de
kroning van Koning
George VL
Rechts boven:
Gedenkpenning van Ko
ningin Elisabeth.
Links midden:
Voorbereiding der fees
ten door het leger: een
nieuw paukenpaard
wordt gedresseerd om
tegen de drukte der
kroningsfeesten te
kunnen.
Links:
Badmantels In het tee
ken der kroningsfeesten
Dezen zomer zal men
in Engeland badman
tels met den kroon en
de insignes van den ko
ning dragen, daar de
Engelsche textielindus
trie van deze gunstige
reclame-gelegenheid 'n
dankbaar gebruik heelt
gemaakt.
Hierboven:
Wat er alaoo wordt ge
maaktEen kroon
als theemuts, die in de
Engelsche magazijnen
te zien is en gretig af
trek vindt.
bisschop van Canterbury als opperste re
presentant der Engelsche High Churche
drukt den koning de kroon van Eduard den
Belijder op het hoofd.
Deze kroon is 300 jaar geleden omge
smeed uit de kroon, die de Heilige Eduard
in de elfde eeuw gedragen heeft. De
nieuwgekroonde koning draagt hem echter
slechts enkele minuten, waarna hij zich
zelf de keizerskroon op het hoofd zet.
Deze kroon, die in 1838 voor Koningin
Victoria werd gemaakt en waarvan *al het
goud, platina en zilver op Engelsch grond
gebied werd gewonnen, is met meer dan
2000 diamanten bezet, waaronder zich ook
de beroemde Koh-i-noor bevindt, de groot
ste diamant ter wereld, een steen van 309
karaat.
De kroon is verder met een kryis ver
sierd, dat eveneens een historische' betee
kenis heeft, want een robijn uit dit kruis
werd 900 jaar geleden door Eduard den
Belijder in zijn zegelring gedragen. Ook
de troon, een der oudste en merkwaardig
ste onderdeelen der kroning werd voor het
eerst door Eduard den Belijder en later
door alle koningen van Engeland gebruikt.
In een van de vier pooten is de beroemde
steen van Jacob gevat. Op dezen steen, die
met de Stuarts via Spanje, Ierland en
Schotland naar Engeland is gekomen,
maakt Schotland thans nog aanspraak.
Op dezen dag draagt de gekroonde ko
ning twee kronen; de derde kroon, die van
het keizerrijk Indië zal eerst zijn hoofd sie
ren als hij de huldiging van de Indische
vertegenwoordigers in ontvangst neemt.
Deze kroon is slechts vijf en twintig jaar
oud. Toen Koning George V naar Britsch-
Indië ging, bleek, dat volgens een oude
Engelsche wet de kroon nooit over de
grens van het land mocht komen; hij ligt
thans veilig bewaard in den Tower. Daar
om werd er voor het Keizerrijk Indië een
speciale kroon vervaardigd, een rijk met
juweelen bezette diadeem ter waarde van
gen uit de overzeesche gewesten, In de
eerste plaats natuurlijk die uit de Britsche
dominions. De Londensche zakenwereld re
kent erop, dat de normale omzet tijdens de
feestweken met minstens een millioen pond
sterling zal worden overschreden.
De bevolking van Londen bereidt zich
ligt geen raam, dat niet reeds verhuurd is.
De plaatsen werden voor een groot deel
reeds besteld, toen Eduard VIII nog koning
was. Toen kon men nog een raam huren
voor vijf en twintig pond. In den laatsten
tijd hoort men echter prijzen noemen, die
in de honderden ponden sterling loopen.
In de groote Londensche hotels is voor
de eerstvolgende maanden geen kamer
meer vrij. Bijzonder talrijk zijn de aanvra-
De officieele hofdracht voor de kroning.
Links het statiekleed voor een baron, van
fluweel en hermelijn, rechts het statiekleed
met sleep voor een barones.
op deze gebeurtenis precies zoo voor, als
de ambtenaren en het leger, die een werk
zaam aandeel in de kroningsfeesten heb
ben.
Nederlandsche meesters bouwden hier
paleizen!
Leiden en Bremen...
Er gaat een aparte bekoring uit van een
wandeling door het oude Bremen, de stad,
welke slechts 100 K.M. van de Nederland
sche grens verwijderd ligt. Het is in het ge
heel geen drukke of lawaaierige stad, al is
zij ook een der meest bedrijvige steden in
Duitschland. Zij is zich zeer bewust van de
waardigheid, welke zij, als duizendjarige,
dient op te houden!
Steeds weer verbazen wij ons over het
feit, dat het den mensch is gelukt een mo
derne havenstad te maken van een der
oudste zeesteden in Europa. Er zijn talrijke
gebouwen en merkwaardigheden, "welke
vooral voor Nederlandsche bezoekers van
belang zijn. Op de Groote Markt b.v. staat
een gebouw, dat de „Hooge Schutting"
wordt genoemd. Het is een statig huis,
waarin reeds sedert vier eeuwen de koop
lieden van Bremen hun vergaderingen hou
den.
Toen in de 16e eeuw de kooplieden beslo
ten een nieuw gildehuis te doen bouwen,
wilden zij de heeren van de regeering eens
duidelijk bewijzen, wie de voornaamste
stand in de stad uitmaakten en daarom
wenschten zij het huis recht tegenover het
stadhuis te plaatsen. Daarvoor wendden zij
zich tot den Nederlandschen bouwmeester,
Mr. Johan den Buschneer, die een bouw
werk schiep, dat met recht de jalouzie van
de regenten opwekte, want het Raadhuis
was in die dagen nog niet zoo schoon als
thans.
Het spreekt vanzelf, dat de hoogedele
raad niet achter wilde staan bij zijn over
buur, en Bremen's raadhuis moest alle hui
zen in Bremen in schoonheid en rijkdom
overtreffen!
Er werden dan ook menschen aan het
werk gezet om het stadhuis te veranderen
en wat de beeldhouwers en bouwmeesters
er van hebben gemaakt, kan men heden
ten dage nog zien! Het tegenwoordig Raad
huis is een juweel van renaissancekunst,
een bewonderenswaardig staaltje van ar
chitectonische schoonheid. Het zal vele Ne
derlanders ook opvallen, dat het gebouw
een merkwaardige gelijkenis vertoont met
het thans afgebrande stadhuis te Leiden,
hetwelk eveneens is ontstaan uit een ver
bouwing van een in Gotischen stijl opge
trokken gebouw.
Dit is evenwel geen toeval, wa,nt de beeld
houwer Luder van Benthem, die met Ne
derland, voornamelijk met Amsterdam, Lei
den en Haarlem, een levendigen handel in
zandsteen onderhield, was met de Neder
landsche bouwkunst zeer goed op de hoog
te»
Het is daarom begrijpelijk, dat hij bij de
verbouwing van het Bremensche Raadhuis,
óf sterk werd beinvloed door den architect
van het Leidsche Raadhuis, ofwel dat hij
dezen, architect, Lieren de Key genaamd,
zelfs tot voorbeeld stelde.
Interessant is ook, dat een Nederlander,
Hieronymus van der Eiste, verschillende
beeldhouwwerken heeft geleverd voor het
stadhuis in Bremen.
Natuurlijk mag men uit het voorgaande
niet opmaken, dat de stad Bremen meer
een Nederlandsche dan een Duitsche stad
zou zijn. Doch in de heldere en krachtige
melodie, welke door deze schoone plaats
vloeit, is het Nederlandsch accoord duide
lijk te herkennen. De grondtoon, waarop
alles is afgestemd, wordt aangegeven door
Roland de Reus", vóór het Raadhuis staan
de. Trots en rustig waakt de thans 500-ja-
rige held over de traditie van de stad. Deze
is weliswaar reeds ver over de grenzen
van vroeger heengegroeid, doch de oude
kern heeft zij trouw bewaard.
Tot aan het einde der 18e eeuw was Bre
men een geduchte vesting. In het begin der
17e eeuw werden de vestingwerken in den
30-jarigen oorlog op den linker-Weseroever
uitgebreid en wel onder leiding van den
Nederlandschen ingenieur Johan van Val-
kenbur'gh, die daartoe verlof had gekregen
van Maurits. Het rechtlijnig stratenplan,
hetwelk iederen bezoeker aanstonds opvalt,
is nog een overblijfsel van de werken van
van Valkenburgh. Buiten de poorten der
stad zijn in vroeger eeuwen groote gebie
den door de Nederlanders ingepolderd en
gecultiveerd. Ieder kind in Bremen kan U
daaromtrent het een en ander vértellen en,
namen als Hollerland en Hollersee herin
neren daar thans nog aan.
Een groote overeenkomst met Nederland
ligt ook in den steeds voortduren den strijd
tegen het water, evenals in de noordelijke
provincies van Nederland. Meermalen zijn
er bij Bremen havens aangelegd. In 1619
werd de eerste haven geschapen: Vege-
sack, waarbij de Nederlanders, Willem Un-
ke en Dirk Jansen van Leerdam als bouw-
deskundigen optraden. De Vegesackerhaven
is tot op heden bijna geheel in zijn ouden
vorm bewaard gebleven, al zijn er natuur
lijk moderne kaden en dergelijke aange
legd.
Tweehonderd jaar later werd er aan de
Wesermonding Bremerhaven aangelegd en
het was wederom een Nederlander, Johan
Jacob van Ronselen, die de plannen ont
wierp en den bouw leidde. Deze ingenieur
heeft ook de vuurtoren gemaakt, staande
op den Hoogen Weg aan de Weser.
Dergelijke groote technische werken
brengen natuurlijk met zich, dat zij betrek
kelijk snel uit den tijd geraken door de
groote vorderingen der techniek. Wie dan
ook tegenwoordig de groote havenwerken
ziet, onderschat het werk van de Nederlan
ders, die het eerste werk, de oude haven,
hebben tot stand gebracht. Maar toch wor
den de prestaties van de Nederlandsche in
genieurs steeds vol waardeering genoemd.