VROUWENPAGINA
ZOMER- l
MODE 8
Snapshot uit de kinderkamer
Hoe word ik slank?
WENKEN VOOR DE
HUISHOUDING
Heeft U den moed,
Uw handschoenen
zelf te maken?
Iets wits aan den hals
Poppen-
moedertje
„Mirliftor'
Zaterdag 29 Mei 1937
Vierde blad
Op dieet.
Iedereen weet h'etï te veel eten is niet
goed voor de gezondheid en óók niet voor
de lijn. Doch men moet deze wetenschap niet
zóó toepassen, dat men zich met onvoldoen
de kost tevreden stelt, teneinde zich een
Blank figuur te veroveren. Dat gaat op den
duur toch verkeerd, want het lichaam wordt
ondermijnd, onze levenslust vermindert en
tenslotte dienen we daar ons uiterlijk ook
niet mee.
Wil men persé in gewicht afnemen, dan
doet men verstandig, niet op eigen houtje
zich allerlei spijzen te gaan ontzeggen, doch
den huisdokter te raadplegen, die het juiste
dieet voor ons weet, waardoor wij niet aan
voedingsstoffen te kort komen.
Ook hier geldt, dat de eerste dagen van
iÖe kuur de zwaarste zijn. Het lichaam went
echter snel aan de veranderde levenswijze,
en men voelt zich, wanneer men. lichtere
kost geniet, reeds na zeer korten tijd veel
prettiger. En dan is het zaak vol te houden
tot men de zoo vurig begeerde slanke lijn
verkregen heeft!
De vloer van de badkamer.
Het verdient aanbeveling, den vloer van
öen badkamer eens met een goed lakvernis
te bedekken. Niet alleen dat de grondbedek-
king er mooier door wordt, doch ze is ook
gemakkelijker schoon te houden.
Met poetspommade en lappen.
Metalen voonverpen zijn gemakkelijker te
poetsen, wanneer ze warm zijn. Dus als U
Uw koperen kannen en ketels even voor het
poetsen met heet water vult, dat natuur
lijk vóór de behandeling er uit moet worden
gegoten, en de andere koperen voorwerpen
eenige minuten in heet water dompelt, be-
teekent dit een aanzienlijke besparing aan
energie bij de pommade-bewerking.
Gegraveerde voonverpen dienen met een
zacht borsteltje behandeld te worden, ten
minste bij het uitwrijven.
Zoo ja, koop dan de volgende „ingrediën
ten" en volg ons „recept", aan de hand van
de plaatjes, nauwkeurig op!
Benoodigd: handschoenenleder, knoopga-
tenzijde en een patroon op maat, dat tegen
woordig gemakkelijk te verkrijgen is.
Men rekt het leder naar alle kanten uit
en zorgt er voor dat de meest elastische
richting over de breedte van de hand komt.
Men legt nu het leder, met den verkeer
den kant naar boven, op een gladden on
derligger (plaat I) en spant het met behulp
van eenige spelden daarop uit. Dan legt men
het patroon er op en zorgt er voor, dat de
vingers op het sterkste gedeelte van het
leder komen. Ook de reepjes die tusschen
de vingers worden genaaid, dienen uit het
stevigste-gedeelte van het leer gemaakt te
worden.
Men houdt het patroon zóó vast, dat het
niet verschuiven kan en trekt met een
scherp potlood de contouren over.
Dan draait men het patroon om en tee
kent den tweeden handschoen. Vooral het
omdraaien van het patroon niet vergeten!
Met een goedgeslepen schaar knipt men
vervolgens de handschoenen uit.
De „wiggen" (dat zijn de reepjes tusschen
de vingers) worden wat langer geknipt dan
de vingers en zijn van boven zeer puntig.
Nu begint het in elkaar zetten der hand
schoenen (plaat II); dit werkje moet zeer
precies gebeuren, daar juist de keurige
naadjes van Uw nieuwe handschoenen deze
er doen uitzien alsof ze zóó uit den winkel
komen!
Eerst maakt men echter de sierstiksels
(met de hand) op de rugzijde van den
handschoen.
Dan begint men de wiggen in te zetten. Op
plaatje II kunt U duidelijk den naaisteek
zien, dien U hiervoor gebruiken moet. Men
begint de wiggen onderaan in te zetten,
en naait eerst den vingerrug en dan de
binnenzijde.
Eerst wanneer men met het inzetten tot
aan de vingertoppen genaderd is, worden de
wiggen van boven bijgeknipt. Dan naait men
den top dicht en klaar is Kees!
In tallooze variaties étaleeren de modehui
zen witte jabots, kraagjes en corsages ter
garneering van effen jurken. Ziehier een
opvallende halsversiering bestaande uit wit
batisten bloemen, vervolgenseen luchtig ja-
bótje eveneens van batist en ech charmante
rozet van kastanjebladeren.
oooooocxjoiocxjoiooocoao
aoaoaoaoosooioooooooao
Kroningsinvloeden. Verjon
gingskuur van onze garderobe
1936. De vrouw wordt ver
lengd!
Het is met de mode als met een seismo
graaf, die ook de lichtste en verstverwijder
de aardschokjcs opteekent: iedere gebeur
tenis doet onmiskenbaar haar invloed gel
den. Dit gaat reeds op waar het voorvallen
betreft, die met kleeding en mode slechts
in verwijderd verband staan en het klemt
natuurlijk dubbel als er evenementen in 't
spel zijn, waarin de couturiers, om commer-
cieele redenen al, levendig belang stellen.
Onder die gebeurtenissen nam deze maand
de kroning van het Engelsche Vorstenpaar
wel de eerste plaats in. Het zal niemand
dan ook verwonderen te vernemen dat vele
van de zomerpakjes, die ons getoond zijn,
levendig herinneren aan het groote en
vreugdevolle gebeuren, waaraan het geheele
Britsche volk en duizenden bezoekers van
overzee deelgenomen hebben. De voor de
laatst -ontworpen costuums gebruikte kleu
ren alleen al doen onmiddellijk aan het
„British Empire" denken. Het is alles rood,
wit en blauw wat de klok slaat. Daarmee is
niet gezegd dat wij ons dezen zomer in
vlaggedoek moeten kleeden. Rood, wit en
blauw zijn zóó gecombineerd dat ensembles
verkregen zijn, die in geen enkel opzicht
meer aan een vlag herinneren. Maar geble
ven zijn de frissche vroolijke kleuren, die
ditmaal te practischer waren, omdat niet al
leen de Britsche vlag ze vertoont, maar toe
vallig ook de Fransche en gelukkig!
ook de Nederlandsche. Zoo kan een Neder-
landsche vrouw zich zonder de minste gewe
tenswroeging in rood, wit en blauw kleeden.
Ze verricht daarmee zeker geen onpatriotti
sche daad. Integendeel Ze slaat minstens
twee en eigenlijk drie vliegen in één klap.
Ze toont mee te leven met de vreugde ,die
de volken van het Empire bezielt en geeft
er bewijs van niet ongevoelig te zijn voor
wat er in de wijde wereld voorvalt, maar
tegelijkertijd toont ze zich een goede Neder
landsche, die in het vaderlandsche dun
doek een der symbolen van de eenheid der
natie ziet, en ten slotte en dat schaadt
volstrekt niet is ze uiterst-modieus en
„a la page" gekleed. Er zijn dus voor een
Nederlandsche vrouw redenen te over dezen
zomer aan een rood-wit-blauwe combinatie
alle aandacht te besteden.
Maar voorzichtig! Drie zoo heldere kleu
ren als de genoemde moeten met zekeren
en fijnen smaak gemengd worden, willen
geen schreeuwige effecten ontstaan. Smaak
sluit een zekere stoutmoedigheid evenwel
niet uit. In een Parijsche collectie heb ik
een costuum gezien, waarvan de rok wijn
rood was, de blouse somber-blauw en het
manteltje ivoorwit. De ceintuur was veel
kleurig, maar rood, wit en blauw waren de
tinten, die het meest op den voorgrond tra
den. In dezelfde collectie bekoorde ook bij
zonder een witte rok, waarbij een oranje
jumper gedragen werd, terwijl het mantel
tje roze-bruin was. Misschien zegt u: is het
mogelijk dergelijke kleuren tot een harmo
nisch geheel te verwerken? Maar ik verze
ker u dat beide „ensembles" ieder, die ze
is het dan ook maar in schijn, enkele cen
timeters te winnen. Ze moet het niet, behal
ve dan 's avonds als ze niet veel te loopen
heeft, in haar schoenen zoeken; tegen he-
melhooge hakken bestaan vele bezwaren,
ook van hygiënischen aard. Maar ze kan het
hooger-op vinden, in een costuum waarvan
strepen en andere ornamenten verticaal
loopen, in het vermijden van iedere ruimte
in de breedte, in haar kapsel, dat gemakke
lijk „op te hoogen" is en ten slotte in haar
hoed, die als ze hem handig kiest, haar
nfinstens drie of vier centimeters cadeau
geeft. Is het kleine vrouwtje jong, niet ouder
dan een of twee en twintig jaar, dan kan
ze ook in werkelijkheid nog in lengte win
nen. Geëigende gymnastische oefeningen
hebben soms de beste resultaten. Rckoefe-
ningen kunnen een jonge vrouw vaak vijf
en zelfs nog meer centimeters doen groeien,
maar dan moet ze die met moed en vol
harding gedurende eenige maanden volhou
den en geen dag overslaan. Verscheidene
jonge meisjes ken ik, die tot voor kort nog
tot de kleintjes gerekend moesten worden
en nu een heel normale lengte hebben. Een
vrouw van rijperen leeftijd heeft het even
wel in haar kleeding te zoeken. Gelukkig
dat zij het daarin zonder veel moeite vin
den kan.
Een laatste opmerking. Als garneering
voor de nieuwste zomerhoeden wordt merk
waardig veel tulle gebruikt. Tullen bloemen
in alle kleuren doen op een modern zomer
hoedje volstrekt niet meer oud-modisch aan.
Zoo keert alles in de mode terug. In 1937
gebruiken wij voor de garneering onzer hoe
den dezelfde tulle, die wij ook al op de
hoofddeksels der „élégantes" uit het Jaar
1900 zagen. Alleen dit verschil is er: de
hoed van 1900 was groot als een wagen
wiel, die van 1937 bedekt meestal niet eens
den geheelen schedel. Maar geloof niet dat
wij met den grooten hoed voorgoed afge
rekend hebben. Op dit gebied laat zich niets
met volstrekte zekerheid beweren noch
voorspellen*
GERTRUDE.
Zwart japonnetje van met blauwe, gele en
groene bloemen bedrukte stof. Het kraagje,
de gesp van de ceintuur en de mouwomsla
gen zijn wit.
De hoed is naar een ontwerp van de Pa
rijsche modiste Suzy.
Model: Lucien Lelong, Parijs.
Gedeponeerd model P.A.I.S. (Reproductie
verboden.)
zag met bewondering vervulden en dat ze
nóch schreeuwerig nóch zelfs bont genoemd
konden worden.
Vroolijk, ja, vroolijk wel! Maar dét. is het
wachtwoord voor de zoniersche klccdij: Laat
ze kleurig zijn! „Don 't be dull!" zie er
niet somber of druilerig uit hebben de
Londensche modehuizen als parool uitge
geven en de Parijsche hebben dit gulden
woord herhaald. Geef ook in uw kleeding
van uw gemoedsstemming blijk! Draag bij
een donkere rok een vroolijke blouse en een
vroolijken mantel en sier u, als het oonigs-
zins kan, met bloemen. Bloemen ontbreken
in geen enkele Parijsche collectie. Eén cou
turier is zelfs zoover gegaan, dat hij de zak
ken der manteltjes den vorm van een
bloempot gegeven heeft; directer en drin
gender uitnoodiging om bloemen te dragen
is niet denkbaar. Worth maakt zijn stem-
migste costuums vroolijk met madeliefjes,
die onder iederen schouder geborduurd
zijn, maar tot zóó bescheiden bloempjes be
hoeft u uw keus niet te bepalen. Bijna zou
ik zeggen: hoe grooter de bloemen zijn, hoe
beter het is. Een enorme bos veldbloemen
kan zonder meer door de ceintuur getrok
ken worden en misstaat niet. Zelfs de knoo-
pen hebben een bloemvorm. En hoe aardig
is dat! Een manteltje en een jurk die met
een reeks metalen korenbloemen en klap
rozen om en om gesloten worden zien
er héél anders en veel aantrekkelijker uit
dan dezelfde kleedingstukken als ze van
gewone knoopen voorzien zijn. Hier is dan
meteen 'n middel, kleedingstukken van ver
leden jaar een verjongingskuur te doen on
dergaan: u hebt ze maar van nieuw-modi-
sche bloemknoopen te voorzien en ze zijn
weer modern en up to date.
De „lijn" van de nieuwe zomermode is
een verticale. Dat wil zeggen dat ze de
vrouw zoo goed mogelijk verlengt. Voor wie
toch al lang is heeft dat niet veel belang,
maar het kleine vrouwtje moet trachten, al