E Het onderhoud der tertiaire wegen Vereeniging van Noord- Hollandsche Waterschappen DE" J I EIMELIJKE STRIJD Noord Holland stief moederlijk behandeld Geen gelden van waterschappen ongedekt bij Boerenleenbanken In „Krasnapolsky" te Amsterdam vergaderde gistermorgen de Vereeni- ging van Noord-Hollandsche Water schappen. De voorzitter, de heer J. Contmèndeur K.Az., heette de aanwezigen welkom; in 't hijzonder den heer Reigersman, oud-hoofd- ingenieur-directeur van den provincialen Waterstaat. Spr. verheugt zich opnieuw over de groote belangstelling, die telkens weer op de jaarlijksche algemeene vergade ring wordt getoond. Hieruit blijkt, dat de vereeniging bestaansrecht heeft, niet alleen uit een oogpunt van solidariteit, maar ook als adviseerend lichaam. Het bestuur ziet met voldoening, dat zijn arbeid wordt 'gewaardeerd, zoowel door de leden als door de overheid. Er dient echter voor gewaakt, dat de te voeren actie met waardigheid geschiedt, en dat men niet den invloed bij de overheids instanties opoffert aan het bereiken van het gestelde doel. Moge ook het verloop van deze vergadering het bewijs leveren van de eensgezindheid die in de vereen, hcerscht. Spr. verklaart de vergadering dan voor ge opend. De notulen worden ongewijzigd vastge steld. Daar er geen ingekomen stukken zijn, gaat de voorzitter over tot de Mededeelingen. Naar reeds is medegedeeld zullen de in overleg met onze Vereeniging tót stand ge komen nieuwe stroomtarieven voor electri- sche bemaling een besparing geven voor de daarbij betrokken waterschappen van rond 35000 per jaar, berekend naar een jaar met normalen regenval. Van ruim 50 water schappen werden de nieuwe, contracten ge controleerd. Ofschoon de omstandigheden waar onder electrische stroom wordt be trokken voor elk waterschap anders zijn, mag worden aangenomen, dat door deze controle de gewenschte ze kerheid werd verkregen, dat de electriciteitslevering zooveel moge lijk geschiedt, naar dezelfde normen. Spr. meent daarom, dat de veelvul dige bemoeiingen van de Vereeniging als geslaagd mogen worden be schouwd. Alhoewel de belangen van de leden der Vereeniging, door het bestuur voorgestaan, uiteraard van die van het P.E.N. afweken, hebben de onderhandelingen over het alge meen een prettig verloop gehad en werd ten slotte alle gewenschte medewerking door de Directie van het P.E.N. verleend. Tertiaire wegen. Door de regeering is een wetsontwerp in gediend tot financiering van de tertiaire wegen. De regeering wenscht hiervoor uit het Verkeersfonds beschikbaar te stellen 10 pet, der opbrengst van de motorrijtuigen en rijwielbelasting. Het ten behoeve van de provinciën geza menlijk beschikbare bedrag voor de tertiaire wegen zou, zoo luidde 't aanvankelijke voor st-I. worden verdeeld geheel naar evenredig heid van de opbrengst der motorrijtuigen en rijwiel belasting in elke provincie. Tegen dezen maatstaf van verdeeling zou- aldus de memorie van toelichting kun nen worden aangevoerd, dal bij een derge lijke verdeeling geen rekening wordt ge houden met de behoeften in de verschillen de provinciën. Het is echter niet wel moge lijk schreef de Regeering om deze be hoeften nauwkeurig tegen elkander af te wegen en elke poging om daartoe te gera ken zou tot ontstemming en gereede critiek aanleiding geven. Het komt overigens niet onbillijk voor gaat de Regeering voort indien een pro vincie de beschikking krijgt over een deel der belastingen, in haar gebied opgebracht, om dit aan de belangen in haar gebied te besteden. Ook de behoeften aan verbetering van tertiaire wegen en de kosten daarvan houden nauw verband met den omvang van het verkeer met motorrijtuigen en rijwie len en derhalve met de opbrengst van de motorrijtuigen- en rijwielbelasting. Ten aanzien van de tertiaire wegen doet zich, evenals voor de wegen van het rijks wegenplan, de toevallige omstandigheid voor. dat in de provinciën, waar de op brengst der genoemde belastingen het hoogst is. in het algemeen ook de gemid delde kosten van verbetering per K.M. het hoogst zijn. Volgens het rapport van de commissie, ingesteld door het Ned. Wegencongres be dragen de gemiddelde kosten van aanleg of verbetering der wegen van het provinciaal wegen plan voor Noordholland f 00.000. per K.M., voor Zuid-Holland f 100.000.per KM. Het Bestuur kwam deze voorgestelde ver deeling billijk voor. In het voorloopig verslag wordt wel waardeerend gesproken over het wetsont werp, doch tegen de wijze van verdeeling der gelden rees vrij ernstig verzet. Bij de Memorie van Antwoord is de Regeering in een niet te voorziene mate aan de naar voren gebrachte bezwaren tegemoet gekomen. In de daaraan toegeovegde nota van wijzi ging wordt voorgesteld, de uitkee- ring niet te doen plaats hebben ge heel naar evenredigheid van de onbnengst. der motorrijtuigen- en rijwielbelasting in elke provincie, doch slechts tot de helft, naar die opbrengst, terwijl de andere helft van het aandeel van alle provinciën te zamen jaarlijks onder de provin ciën zal worden verdeeld in verhou ding tot de oppervlakte van de pro vinciën. Latere regeling onbillijk geacht. Noordholland, dat volgens het oorspron kelijk ontwerp, een uitkeering zou ontvan gen gebaseerd op de belastingcijfers van 1935 van f 4-44.000-za' volgens bet gewijzigd ontwerp ontvangen f 310.000. Het bestuur is van meening, dat de thans in bet wetsontwerp neergelegde wijze van verdeeling in belangriik mindere mate de billijkheid benadert dan die. welke oor spronkelijk wei-a vonrnesteld. In de memorie van toelichting is zoo terecht opgemerkt, dat de behoeften aan verbetering van tertiaire wegen en de kos ten daarvan nauw verband houden met den omvang van het motor- en rij wiel ver kor. Ons inziens zijn voor het. inter provinciaal verkeer de tertiaire we gen zoo goed als van geen belang. Met uitzondering wellicht, van be paalde. om hun natuurschoon ge zochte streken, zal men op een ter tiaire weg weinig motorrijtuigen aantreffen uit een andere provincie. In het bijzonder geldt dit voor vrachtauto's en autobussen. Wat is er dan ook overgebleven van het in de memorie van toelichting als billijk erkende standpunt dat een provincie de beschikking krijgt over een deel der be lastingen. in baar gebied opgebracht om dit aan de belangen in haar gebied te be steden. De opbrengst der motorrijtuigen en rijwielbelasting in Noordholland be droeg over 1935 f 6.O4S.0O0.in Drente f 592.000.een verhouding als 10 staat tot 1. Noordholland zal ontvangen volgens het °"ewiizigd ontwerp f 316.000.per jaar. Drente f 106.000.een verhouding als 3 staat tot 1. Met de grond gesteld beid en de grond prijzen. alsmede met het intensieve ver keer, welke factoren in Noord- en Zuid-Hol land van zoo grooten invloed zijn op de kosten van verbetering en onderhoud der tertiaire wegen, wordt geen of weinig reke ning gehouden. Het bestuur is derhalve voornemens zijn bedenkingen neer te leggen in een adres aan de Tweede Kamer der Staten-GeneraaL Zij stelt zich voor dit te doen in samenwerking met de afdeeling Noordholland van de vereeniging van Nederlandsche gemeenten, met den Zuid-Holland- schen Waterschapsbond en met de afdeeling Zuid-Holland van de ver eeniging van Nederlandsche ge meenten. De onderhandelingen met deze or ganisaties hebben reeds zoo goed als hun beslag gekregen. De vergadering verklaart zich met alge meene stemmen en onder applaus accoord met het initiatief van het bestuur. Het jaarverslag. Vervolgens komt in behandeling het jaar- vei-slag, waaraan wij het volgende ont- leenen: Het aantal leden der Vereeniging liep terug van 240 op 235. De oorzaak hiervan is toe te schrijven aan de ophef fing van verschillende bannen. In de ledenvergadering van 25 Mei 1936 werd in de vacature C. Fok tot bestuurslid benoemd de heer P. Hook Spaans, dijk graaf van de Wijde Wormer. De heeren C. Kramer Glijnis en N. Dek- kor werden in gemelde ledenvergadering als bestuursleden der vereeniging herbenoemd. In de bestuursvergadering van 22 Juni 1936 werd de heer J. Commandeur K.Az. herbeneomd als voorzitter. Tal van ingekomen vragen werden be antwoord en in vele juridische kwesties werd advies gegeven. Het bestuur beraadslaagde opnieuw over een circulaire van Ged. Staten omtrent het beleggen van kasgelden en het verbod gel den te beleggen hij boerenleenbanken en nufsspaarbank zonder het eischen van onderpand. Het bestuur is van oordeel, dat niet alle instellingen en meer met name aangeduid, niet alle boeren leenbanken, althans in de tegen woordige tijdsomstandigheden zon der onderpand een voldoende waar borg bieden, dat terugbetaling van opgenomen waterschapsgelden on der alle omstandigheden verzekerd is. Een onderscheiding in dien zin tusschen de boerenleenbanken zou de thans gerezen bezwaren eerder vermeerderen dan ver minderen. Het bestuur ontving een schrijven van de Unie van Waterschapsbon den inzake de bestrijding van water vervuiling. Het bestuur was het eens met de strekking van dit schrijven, dat het aanbeveling verdient tijdig keurbe- palingen te maken om watervervui ling te voorkomen. Het besloot deze aangelegenheid onder de aandacht van dè leden te brnegen en verzonden daartoe een circulaire. Naar aanleiding dezer circulaire werd op verzoek van een banne een keurbepaling ontworpen luidende: „Het is, zonder vergunning van 't Bestuur, verboden faecaliën, ier„ huis- en menagewater, alvalvvater van fabrieken en ander afvalwater in de slooten of vaarten te laten af vloeien." Door den Secretaris van een polder wer den de vragen voorgelegd, of er gevaar be staat, wanneer een polder té zamen met een aangrenzend waterschap overgaat tot ge meenschappelijke bemaling, dat vanwege Gedeputeerde Staten wordt aangestuurd op samensmelting van de polders en of tegen den wil van de polders samensmelting van hoogerhand opgelegd kan worden. Hierop werd bericht, dat een geval be kend is, dat liet aangaan tusschen twee waterschappen van een regeling inzake een gemeenschappelijke bemaling door het Pro vinciaal Bestuur met waardeering werd be oordeeld. Het is daarom naar de meening van het Bestuur niet te verwachten, dat Gedeputeer de Staten in deze regeling onmiddelijk aan leiding zullen vinden stappen te doen tot samenvoeging van beide waterschappen. Niettemin effent de regeling daar toe wel den weg, zoodat het niet is buitengesloten, dat in de toekomst tot een samenvoeging wordt overge gaan. Zulks hangt voornamelijk af van de taak die aan de betrokken waterschappen blijft toebedeeld na de tot standkoming der gemeen schappelijke regeling. Het is intusschen vanzelfsprekend dat bo venstaande overwegingen geen invloed mo gen uitoefenen op de beslissing van de wa terschapsbesturen om al of niet een ge meenschappelijke bemaling tot stand te brengen. Naar aanleiding van de tweede vraag werd opgemerkt, dat de beslissing omtrent een eventueele samenvoeging van water schappen volgens ons staatsbestel geheel ligt in handen van de Provinciale Staten onder Koninklijke goedkeuring. De hoofdingenieur-directeur van den pro vincialen Waterstaat Jhr. C. J. A. Reigers man, heeft in Januari j.1. zijn ambt neei'- gelegd. Gezien de aangename samenwerking die er steeds tusschen de vex-eeniging en Jhr. Rei- gersmn is geweest, heeft het bestuur ter gelegenheid van het afscheid een stoffelijk blijk van waardeex-ing aangeboden: een olievei'fschilderij, voorstellende een gezicht op den Amstel, 1650 van den schilder A. Storck, alsmede een schiijfmachine. Ook in het fgeloopen jr was het bestuur in de gelegenheid an eenige leden tot te vredenheid advies uit te brengen omti'ent verandei-ing van bemaling of vei'betering van wegen. De heer Nebel (Wester Kogge) brengt hul de aan de opstellei's van het jaarverslag. Spr. richt ook een woord van hulde aan het bestuur voor de sei'ieuze wijze waarop het de belangen der leden steeds behai'tigt. Het jaarverslag wordt vastgesteld. Financieel verslag. Aan de orde is dan de rekening en ver- antwoox'ding van den penningmeester over 1936. De inkomsten bedragen f 4112.58, de uitgaven f5136.65, zoodat er een nadeelig saldo is van f 1024.07. Het belangx-ijk nadeelig saldo van den dienst 1936 is een gevolg van den gx-ooten omvang van de wei'kzaamheden in zake de herziening van de stroomtarieven voor electrische bemaling der waterschappen, waardoor uitex*aard ook de kosten daarvan vrij hoog zijn geworden. Ofschoon het bestuur door de vergadering gemachtigd was hiei'voor het kapitaal der Vei-eeniging aan te spx-eken, had men be zwaar daartoe over te gaan, omdat met het oog op de steeds toenemende werkzaamhe den der Vei'eeniging een vermindering der inkomsten ongewenscht is, terwijl de contri butie voor het lidmaatschap der Vereeni ging zoo eenigszins mogelijk op het be staande bedrag gehandhaafd dient te blij ven., althans niet vex'hoogd mag worden. Om nu het bezwaar, verbonden aan de uitgaven wegens de herziening der stroom tarieven te ondei'vangen, heeft het bestuur vx-ijheid gevonden, aan die watex-schappen, welke de voordeelen van deze herziening ondervinden, éénmaal een exti'a-bijdrage te vragen, voor elk waterschap berekend in verhouding tot het voordeel, hetwelk de her ziening voor het betrokken waterschap zal opleveren. De heer Schroder (Heiloo), sprekend na mens de kascommissie, heeft in samenwer king met zijn collega Zwart (St. Maarten), de kas in orde bevonden en stelt voor den penningmeester te dechargeeren. Conform wordt besloten. Voor de begrooting 1938 is een raming voi inkomsten en uilgaven gemaakt van f3.6f hetgeen f200 minder is dan de raming vo 1937. De bcgrooting wordt ongewijzigd vastge steld. Bestuursverkiezing, Volgt de benoeming van 2 bestuursledenj wegens pei'iodieke aftreding op 1 Juli 1931WOI van de heeren J. Commandeur K.Azn., voor! zill er en C. J. van Tienhoven, waarn. voor- zittei'. U*9' Het bestuur beveelt aan voor de vacatu Commandeur: 1. J. Commandeur K.Azn., hoodingeland vafl de Vier Noorderkoggen; 2. P. Groot Jzn., voorzitter van de banna Andijk, en in de vacature van Tienhoven: 1. C. J. van Tienhoven, hoogheemraad yatf Amstelland; 2. J. C. Rcindei's Folmer, dijkgraaf van den Haarlemmermeerpolder. De heeren Commandeur en van Tienhoveuj worden met groote meerderheid van stem* men hci'kozcn. Tenslotte houdt Jhr. C. J. A. Reigersman^ oud-hoofdingenieur-directcur van den Pro vincialen Waterstaat van Noordholland een lezing over: „Hoe blijft Noord-Holland boven, water", voor het verslag waarvan wij ver wijzen naar elders in dit blad. De vergadering, die de lezing met de groot ste aandacht volgde, applaudisseerde na af loop waardeex-end. De voorzitter dankte den heer Reigersman' voor zijn uiterst belangwekkende uiteenzet ting en sloot vervolgens de vergadering. Vermoordde zij haar kind? Verdacht verdrinkinqsgeval te Heiloo. Vermoedelijk is Vrijdagavond te Heiloo een moord met voorbedachten rade gepleegd. Het veimoeden bestaat dat een 35-jarige gescheiden vrouw uit Limmen in den vijver- van het park Ter Coulster haar 3/4-jarig zoontje heeft vei'di'onken. Zij deed het voor komen alsof zij beiden te water waren ge raakt en zij het kind niet heeft kunnen red den. De politie heeft het lijkje in beslag geno-* men, waarop sectie zal worden verricht. De vrouw is naar het Huis van Bewaring te Alkmaar ovei-gebracht. Men vermoedt dat zij in een vlaag van verstandsvex-bijstering heeft gehandeld. Dieven slaan hun slag in de hoofdstad Den voi'igen nacht hebben inhi'ekers zich! toegang verschaft tot een woning aan de Stadhouderskade te Amsterdam. Een bedi'ag van 160 gulden, 600 Fransche francs«en een spaarbankboekje wex-den gestolen. Een bewoner van de Uitei'waardenstraat heeft bij de politie aangifte gedaan van dief stal van een bedrag van 675 gld. Dit geld was geborgen in een vest, dat op den over loop van zijn woning hing. Elfjarige jongen verdronken Zondagmiddag is tusschen Maassluis en Vlaardingen G. D. uit Schiedam, die deel uitmaakte van een padvinderskamp bij het baden in de Maas door den sti'oom afge dreven en verdronken. Mexi heeft tevergeefs naar het lijk gedi'egd. Naa tien I bassai bevest Naa Eche drach Woord „De belani land deur in de uitgef Stoel de af tusscl aanvt hoofd jvloeie De jtuurli de hc 'gen desav leedw interx (bruik Tot idiepe echte: ionjui: jmei-k: gelijk ivoorv den 1 jterziji De concl onkw ,één v tegen hoofd ze di ilijk c Dei {onver aang. volgt, wikk Duits mine' Voc alleei door Michael Corvin 21. Est her verbleekte en antwoordde ontken nend. als hij althans mevrouw Jeffers bedoel de. Hij bevestigde, dat hij die dame meende en Est her deelde hem mede. dat zij pas ken nis met haar emaakt had. Maar waarom vroeg hij hiernaar? „Omdat ik u voor die vrouw wilde waar schuwen." Esther roerde met haar lepeltje in haar kepje. ..Versta mg asjeblieft niet verkeerd, miss Raleigh. U bent met de toestanden hier nog niet vertrouwd. Weet u of mevrouw Jeffers een beroep heeft?" „Ik weet alleen maar. dat zij met haar man en haar zwager hier in het hotel logeer*.. Haar man is scheikundige of zoo iets."Zg keek Jury Zagainoff vragend aan, maar haar hart klopte weer eigenaardig. „Ik ontmoette haar zooeven. Zjj had mijn kamer voor de hare aangezien..." Esther speelde het klaar te stamelen: „Een hoteldievegge?" maar Zagainoff schudde het hoofd. „Neen. ik miste niets. Alleen mijn papieren waren maar door elkander geworpen en mijn koffers waren onderzocht." Op Esther's ontstelden blik verklaarde hij glimlachend: „Aan dergeijjke attenties ben ik gewoon. Hoewel wij. Russen, over het alge meen geen bommen en sedert geruimen tyd zelfs geen propagandageschriften en andere brandbare zaken bij ons hebben, stellen vele menschen zich met de douanecontrole nog niet tevreden." „Kunt u haar niet aanklagen?" „Geen denken aan. Daardoor zou ik mijzelf slechts last op den hals halen. Een vergis sing. een doodonschuldig geval. Neen, zulke zaken regelt men het best in stilte, als men in het buitenland is. Het zou mij onaange naam geweest zijn..." Hij brak af en haalde diep adem. „Den hemel zij dank, dat u niets met haar uitstaande hebt. Een oogenblik dacht ik..." Esther keek hem zoo eerlijk verschrikt aan, dat hij moest lachen, maar haar was het jammerlijk te moede. Zij kon begrijpen, dat men Ray Jeffers omtrent den persoon van Jury Zagainoff ingelicht had en dat zij deze inbraak op bevel van haar lastgevers onder nomen had, maar lagen dergelijke handelin gen ook binner de grenzen der mogelijkheden voor haarzelf? Deze soort „arbeid" had zy niet voorzien. Zagainoff sloeg haar oplettend en mede lijden» gade. Hij kon zich wel voorstellen, welken ind.uk deze openbaring op haar ge maakt moest hebben. Esther daarentegen stond iets anders voor den geest. Als zij haar relatie van Jagainoff wilde behouden, moest zij me' mevrouw Jeffers breken. Na dit voor val was het niet meer mogelijk met beiden gelijktijdig te blijven omgaan en omtrent de keuze, die zij nu moest doen. aarzelde zjj geen seconde. Daarbij onderschatte zij echter ook de bezwaren niet en dacht zij tevens ook aan de venangens van Hardley. Zij moest er eens met hem over praten: misschien wist hij wel een middel om haar van Ray Jeffers te bevrijden. Jury Zagainoff trachtte haar wat op te vroolijken en stelde haar voor nog eens te dansen, wat zjj aannamen en er ook inder daad kalmer door werd. Er mocht niets over ijlds gedaan worden. Toen zij Hardley's tafel tje voorbij kwam, gaf zjj hem een wenk, dien hij scheen te hebben begrepen. Jury scheen er niets van bemerkt te hebben en keuvelde zoo opgewekt voort, alsof hij een oogenblik ge leden volstrekt geen pijnlijk avontuur had doorleefd. Esther was bang, dat mevrouw Jeffers, die zij nu voor alles in staat achtte, plotseling met haar meesterlijk voorgewende hartelijkheid mocht komen opduiken en haar en Zagainoff aanspreken. Er gebeurde chter niets dergelijks. Zij dansten nog een paar keer, rustten tusschen de dansen slechts kort uit en hadden elkander van allerlei te vertellen. Zagainoff zou natuur lijk het bal van de hertogin van Gloucester niet bijwonen, maar wel wist hij, dat die Duitsche heeren nog op het laatste oogenblik geïnviteerd waren en glimlachend merkte hij op. dat er daar verschillende kleine intrigues voorbereid zouden worden, die men dan later op den breeden rug van Moedertje Rusland zou trachten te schuiven. Maar hij hoopte wel het al te snelle rijpen van deze vruchten eenigszinstegen te kunnen houden.' Daar miss Raleigh nieuwsgierig scheen te zijn, vertelde hy haar van den onderaardschen oorlog der Amerikanen tegen de Engelschen, die gevoerd werd om den bodem en de schatten van Rus land en daarbij maakte hij vluchtig melding van de pogingen van zekere Duitsche kringen, om daarbij den rol te spelen van den derden hond met het bekende been. Zij luisterde op lettend in de hoop iets naders over de Engel- sche plannen te vernemen, maar Zagainoff vertelde niets nieuws en zelfs niets positiefs. Het was reeds na middernacht toen zij scheid den. H\j bracht haar door de hal naar de lift en nam toen vlug afscheid, daar hij nog wilde werken. Esther ontkleedde zich snel. Zij was plot seling zeer moede en sliep dadelijk in. Haar droomen waren onrustig en kwellend. Zagai noff kwam erin vóór, Selfride en Ray Jeffers, die den Rus omstrengelde met haar armen. Eerst tegen den morgen werd haar slaap diep en droomloos en zij ontwaakte pas om negen uur, eenigszins tot haar schrik, want de naai ster wachtte haar om t« passen. Het vliegtuig met de luchtopst was tegen den middag te Berlijn aangekomen en nau welijks een uur later had Dr. Mersheim de Londensche brieven in handen. Hij verdeelde het materiaal onder de talrijke medewerkers en opende het laatst het couvert, waarin Esther Raleigh de portretten der Patterson- Jeffers verzonden had. Zijn bevreemding op het ontwaren van deze foto's maakte plaats voor een sterke spanning, toen hij het bege leidende briefje gelezen had. Dadelijk belde hij Burg op diens kamer op en verzocht hem bij hem te komen. Burg trad wat overhaast en onstemd bin nen. want het was zoo goed als tyd voor den opmaak van de middag-editie, een werk, dat hij steeds graag persoonlijk verrichtte, hoewel hem een legertje redacteurs en geroutineerde meesterknechts ten dienste stonden. Wat zou Mersheim nu weer van hem willen? De hoofdredacteur stak hem, zonder een woord te spreken, den brief van Esther en de portretten toe. Burg bekeek hen vluchtig, staarde Mersheim een oogenblik doordrin gend aan, liep naar den bureaustoel, liet er zich in zakken en begon met een in dikke rimpels getrokken voorhoofd den brief te lezen. Toen hij opkeek stond Mersheim met een triumpheerende gelaatsuitdrukking voor hem. Wat hij nu wel zei? Wie had er met deze missie gelijk gehad? Zelfs wanneer juffrouw Raleigh niets anders zou bereiken, waren deze portretten hij nam hen Burg uit de hand en deze brief reeds een bevredigend resultaat van de Londensche reis. Hij wilde dadelijk naar het Ministerie van Buitenland- sche Zaken. Deze informaties waren onbetaal baar. Industrie-spionnage, daar moest men bijzoiider scherp op letten. „Zeg nu eens eerlijk, Burg, zou het niet jammer zyn, zulk een talent..." „Ja het is jammer, vreeselijk jammer." Zwaar steunend stond Burg op. „Ik had niet gxlacht, dat zij zulke snelle vorderingen zou maken. En ik gelocf, Dr. Mersheim, dat het maar erg goed was, dat ik uw eerewoord niet aanvaardde, weet u? Het kan nu reeds wel eens te laat zyn, om haar hier een goe de en loonende positie te geven." De oude lachte droog maar met een treurig gezicht. „Men zal op het Departement deze kracht naar waarde weten te schatten. U hebt weer een gewichtige zet op het schaakbord gewon nen. Ha, ha! Laat u zich niet ophouden, Dr. Mersheim. Ik moet aan den opmaak. Uw arti kel is zeker al gereed. Mersheim antwoordde bevestingend en maakte zich, inwendig woedend over Burg's onhebbelijkheid, gereed om te vertrekken. Burg stapte naar buiten en brulde een minuut later de zetterij in, dat men zich ook op geen mensch meer kon verlaten. Het was een zwjj- nenboel, als men alles aan die jonge kerels zou overlaten en een slotte moest hij altyd maar zelf den rommel weer in orde maken. Toen tegen een uur of drie de stilte na den storm op de redactie weer ingetreden was, kwam Mersheim terug en zette zich een zeldzaam verschijnsel aan zijn bureau, om een brief aan juffrouw Raleigh te schrijven. Op datzelfde oogenblik zat Burg in zijn armstoel gedoken en dicteerde zijn secreta resse een brief aan Esther. Hij bevroedde de lofredenen, die men haar van wege het Mini sterie door bemiddeling van Mersheim zou laten toekomen en begreep, hoe men haar steeds verder den weg zou opdrijven, die haast niemand levend, en nimmer onverlet weder had kunnen verlaten, en nu wilde hg haar ten minste waarschuwen en raden zoo ver het hem mogelijk was. (Wordt vervolgd.) Qu bis: Jol het Lond een t sche bezet verkl zijn biede bury kort poeti bissc Cant Ve leder ernic tal 1 ke o Duit voer den. chau 1 H( cree: fe Z3 inge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 8