E
Het onderhoud der
tertiaire wegen
Vereeniging van Noord-
Hollandsche Waterschappen
DE"
J I EIMELIJKE
STRIJD
Noord Holland stief
moederlijk behandeld
Geen gelden van waterschappen
ongedekt bij Boerenleenbanken
In „Krasnapolsky" te Amsterdam
vergaderde gistermorgen de Vereeni-
ging van Noord-Hollandsche Water
schappen.
De voorzitter, de heer J. Contmèndeur
K.Az., heette de aanwezigen welkom; in 't
hijzonder den heer Reigersman, oud-hoofd-
ingenieur-directeur van den provincialen
Waterstaat. Spr. verheugt zich opnieuw
over de groote belangstelling, die telkens
weer op de jaarlijksche algemeene vergade
ring wordt getoond. Hieruit blijkt, dat de
vereeniging bestaansrecht heeft, niet alleen
uit een oogpunt van solidariteit, maar ook
als adviseerend lichaam.
Het bestuur ziet met voldoening, dat zijn
arbeid wordt 'gewaardeerd, zoowel door de
leden als door de overheid.
Er dient echter voor gewaakt, dat de te
voeren actie met waardigheid geschiedt, en
dat men niet den invloed bij de overheids
instanties opoffert aan het bereiken van het
gestelde doel. Moge ook het verloop van
deze vergadering het bewijs leveren van de
eensgezindheid die in de vereen, hcerscht.
Spr. verklaart de vergadering dan voor ge
opend.
De notulen worden ongewijzigd vastge
steld.
Daar er geen ingekomen stukken zijn,
gaat de voorzitter over tot de
Mededeelingen.
Naar reeds is medegedeeld zullen de in
overleg met onze Vereeniging tót stand ge
komen nieuwe stroomtarieven voor electri-
sche bemaling een besparing geven voor de
daarbij betrokken waterschappen van rond
35000 per jaar, berekend naar een jaar met
normalen regenval. Van ruim 50 water
schappen werden de nieuwe, contracten ge
controleerd.
Ofschoon de omstandigheden waar
onder electrische stroom wordt be
trokken voor elk waterschap anders
zijn, mag worden aangenomen, dat
door deze controle de gewenschte ze
kerheid werd verkregen, dat de
electriciteitslevering zooveel moge
lijk geschiedt, naar dezelfde normen.
Spr. meent daarom, dat de veelvul
dige bemoeiingen van de Vereeniging
als geslaagd mogen worden be
schouwd.
Alhoewel de belangen van de leden der
Vereeniging, door het bestuur voorgestaan,
uiteraard van die van het P.E.N. afweken,
hebben de onderhandelingen over het alge
meen een prettig verloop gehad en werd
ten slotte alle gewenschte medewerking door
de Directie van het P.E.N. verleend.
Tertiaire wegen.
Door de regeering is een wetsontwerp in
gediend tot financiering van de tertiaire
wegen. De regeering wenscht hiervoor uit
het Verkeersfonds beschikbaar te stellen 10
pet, der opbrengst van de motorrijtuigen en
rijwielbelasting.
Het ten behoeve van de provinciën geza
menlijk beschikbare bedrag voor de tertiaire
wegen zou, zoo luidde 't aanvankelijke voor
st-I. worden verdeeld geheel naar evenredig
heid van de opbrengst der motorrijtuigen en
rijwiel belasting in elke provincie.
Tegen dezen maatstaf van verdeeling zou-
aldus de memorie van toelichting kun
nen worden aangevoerd, dal bij een derge
lijke verdeeling geen rekening wordt ge
houden met de behoeften in de verschillen
de provinciën. Het is echter niet wel moge
lijk schreef de Regeering om deze be
hoeften nauwkeurig tegen elkander af te
wegen en elke poging om daartoe te gera
ken zou tot ontstemming en gereede critiek
aanleiding geven.
Het komt overigens niet onbillijk voor
gaat de Regeering voort indien een pro
vincie de beschikking krijgt over een deel
der belastingen, in haar gebied opgebracht,
om dit aan de belangen in haar gebied te
besteden. Ook de behoeften aan verbetering
van tertiaire wegen en de kosten daarvan
houden nauw verband met den omvang van
het verkeer met motorrijtuigen en rijwie
len en derhalve met de opbrengst van de
motorrijtuigen- en rijwielbelasting.
Ten aanzien van de tertiaire wegen doet
zich, evenals voor de wegen van het rijks
wegenplan, de toevallige omstandigheid
voor. dat in de provinciën, waar de op
brengst der genoemde belastingen het
hoogst is. in het algemeen ook de gemid
delde kosten van verbetering per K.M. het
hoogst zijn.
Volgens het rapport van de commissie,
ingesteld door het Ned. Wegencongres be
dragen de gemiddelde kosten van aanleg of
verbetering der wegen van het provinciaal
wegen plan voor Noordholland f 00.000.
per K.M., voor Zuid-Holland f 100.000.per
KM.
Het Bestuur kwam deze voorgestelde ver
deeling billijk voor.
In het voorloopig verslag wordt wel
waardeerend gesproken over het wetsont
werp, doch tegen de wijze van verdeeling
der gelden rees vrij ernstig verzet.
Bij de Memorie van Antwoord is de
Regeering in een niet te voorziene
mate aan de naar voren gebrachte
bezwaren tegemoet gekomen. In de
daaraan toegeovegde nota van wijzi
ging wordt voorgesteld, de uitkee-
ring niet te doen plaats hebben ge
heel naar evenredigheid van de
onbnengst. der motorrijtuigen- en
rijwielbelasting in elke provincie,
doch slechts tot de helft, naar die
opbrengst, terwijl de andere helft
van het aandeel van alle provinciën
te zamen jaarlijks onder de provin
ciën zal worden verdeeld in verhou
ding tot de oppervlakte van de pro
vinciën.
Latere regeling onbillijk geacht.
Noordholland, dat volgens het oorspron
kelijk ontwerp, een uitkeering zou ontvan
gen gebaseerd op de belastingcijfers van
1935 van f 4-44.000-za' volgens bet
gewijzigd ontwerp ontvangen f 310.000.
Het bestuur is van meening, dat de thans
in bet wetsontwerp neergelegde wijze van
verdeeling in belangriik mindere mate de
billijkheid benadert dan die. welke oor
spronkelijk wei-a vonrnesteld.
In de memorie van toelichting is zoo
terecht opgemerkt, dat de behoeften aan
verbetering van tertiaire wegen en de kos
ten daarvan nauw verband houden met
den omvang van het motor- en rij wiel ver
kor.
Ons inziens zijn voor het. inter
provinciaal verkeer de tertiaire we
gen zoo goed als van geen belang.
Met uitzondering wellicht, van be
paalde. om hun natuurschoon ge
zochte streken, zal men op een ter
tiaire weg weinig motorrijtuigen
aantreffen uit een andere provincie.
In het bijzonder geldt dit voor
vrachtauto's en autobussen.
Wat is er dan ook overgebleven van het
in de memorie van toelichting als billijk
erkende standpunt dat een provincie de
beschikking krijgt over een deel der be
lastingen. in baar gebied opgebracht om
dit aan de belangen in haar gebied te be
steden. De opbrengst der motorrijtuigen
en rijwielbelasting in Noordholland be
droeg over 1935 f 6.O4S.0O0.in Drente
f 592.000.een verhouding als 10 staat
tot 1. Noordholland zal ontvangen volgens
het °"ewiizigd ontwerp f 316.000.per
jaar. Drente f 106.000.een verhouding als
3 staat tot 1.
Met de grond gesteld beid en de grond
prijzen. alsmede met het intensieve ver
keer, welke factoren in Noord- en Zuid-Hol
land van zoo grooten invloed zijn op de
kosten van verbetering en onderhoud der
tertiaire wegen, wordt geen of weinig reke
ning gehouden.
Het bestuur is derhalve voornemens
zijn bedenkingen neer te leggen in
een adres aan de Tweede Kamer
der Staten-GeneraaL Zij stelt zich
voor dit te doen in samenwerking
met de afdeeling Noordholland van
de vereeniging van Nederlandsche
gemeenten, met den Zuid-Holland-
schen Waterschapsbond en met de
afdeeling Zuid-Holland van de ver
eeniging van Nederlandsche ge
meenten.
De onderhandelingen met deze or
ganisaties hebben reeds zoo goed
als hun beslag gekregen.
De vergadering verklaart zich met alge
meene stemmen en onder applaus accoord
met het initiatief van het bestuur.
Het jaarverslag.
Vervolgens komt in behandeling het jaar-
vei-slag, waaraan wij het volgende ont-
leenen: Het aantal leden der Vereeniging
liep terug van 240 op 235. De oorzaak
hiervan is toe te schrijven aan de ophef
fing van verschillende bannen.
In de ledenvergadering van 25 Mei 1936
werd in de vacature C. Fok tot bestuurslid
benoemd de heer P. Hook Spaans, dijk
graaf van de Wijde Wormer.
De heeren C. Kramer Glijnis en N. Dek-
kor werden in gemelde ledenvergadering als
bestuursleden der vereeniging herbenoemd.
In de bestuursvergadering van 22 Juni
1936 werd de heer J. Commandeur K.Az.
herbeneomd als voorzitter.
Tal van ingekomen vragen werden be
antwoord en in vele juridische kwesties
werd advies gegeven.
Het bestuur beraadslaagde opnieuw over
een circulaire van Ged. Staten omtrent het
beleggen van kasgelden en het verbod gel
den te beleggen hij boerenleenbanken en
nufsspaarbank zonder het eischen van
onderpand.
Het bestuur is van oordeel, dat
niet alle instellingen en meer met
name aangeduid, niet alle boeren
leenbanken, althans in de tegen
woordige tijdsomstandigheden zon
der onderpand een voldoende waar
borg bieden, dat terugbetaling van
opgenomen waterschapsgelden on
der alle omstandigheden verzekerd
is.
Een onderscheiding in dien zin tusschen
de boerenleenbanken zou de thans gerezen
bezwaren eerder vermeerderen dan ver
minderen.
Het bestuur ontving een schrijven
van de Unie van Waterschapsbon
den inzake de bestrijding van water
vervuiling.
Het bestuur was het eens met de
strekking van dit schrijven, dat het
aanbeveling verdient tijdig keurbe-
palingen te maken om watervervui
ling te voorkomen.
Het besloot deze aangelegenheid
onder de aandacht van dè leden te
brnegen en verzonden daartoe een
circulaire.
Naar aanleiding dezer circulaire
werd op verzoek van een banne een
keurbepaling ontworpen luidende:
„Het is, zonder vergunning van 't
Bestuur, verboden faecaliën, ier„
huis- en menagewater, alvalvvater
van fabrieken en ander afvalwater
in de slooten of vaarten te laten af
vloeien."
Door den Secretaris van een polder wer
den de vragen voorgelegd, of er gevaar be
staat, wanneer een polder té zamen met een
aangrenzend waterschap overgaat tot ge
meenschappelijke bemaling, dat vanwege
Gedeputeerde Staten wordt aangestuurd op
samensmelting van de polders en of tegen
den wil van de polders samensmelting van
hoogerhand opgelegd kan worden.
Hierop werd bericht, dat een geval be
kend is, dat liet aangaan tusschen twee
waterschappen van een regeling inzake een
gemeenschappelijke bemaling door het Pro
vinciaal Bestuur met waardeering werd be
oordeeld.
Het is daarom naar de meening van het
Bestuur niet te verwachten, dat Gedeputeer
de Staten in deze regeling onmiddelijk aan
leiding zullen vinden stappen te doen tot
samenvoeging van beide waterschappen.
Niettemin effent de regeling daar
toe wel den weg, zoodat het niet is
buitengesloten, dat in de toekomst
tot een samenvoeging wordt overge
gaan. Zulks hangt voornamelijk af
van de taak die aan de betrokken
waterschappen blijft toebedeeld na
de tot standkoming der gemeen
schappelijke regeling.
Het is intusschen vanzelfsprekend dat bo
venstaande overwegingen geen invloed mo
gen uitoefenen op de beslissing van de wa
terschapsbesturen om al of niet een ge
meenschappelijke bemaling tot stand te
brengen.
Naar aanleiding van de tweede vraag
werd opgemerkt, dat de beslissing omtrent
een eventueele samenvoeging van water
schappen volgens ons staatsbestel geheel
ligt in handen van de Provinciale Staten
onder Koninklijke goedkeuring.
De hoofdingenieur-directeur van den pro
vincialen Waterstaat Jhr. C. J. A. Reigers
man, heeft in Januari j.1. zijn ambt neei'-
gelegd.
Gezien de aangename samenwerking die er
steeds tusschen de vex-eeniging en Jhr. Rei-
gersmn is geweest, heeft het bestuur ter
gelegenheid van het afscheid een stoffelijk
blijk van waardeex-ing aangeboden: een
olievei'fschilderij, voorstellende een gezicht
op den Amstel, 1650 van den schilder A.
Storck, alsmede een schiijfmachine.
Ook in het fgeloopen jr was het bestuur
in de gelegenheid an eenige leden tot te
vredenheid advies uit te brengen omti'ent
verandei-ing van bemaling of vei'betering
van wegen.
De heer Nebel (Wester Kogge) brengt hul
de aan de opstellei's van het jaarverslag.
Spr. richt ook een woord van hulde aan het
bestuur voor de sei'ieuze wijze waarop het
de belangen der leden steeds behai'tigt.
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
Financieel verslag.
Aan de orde is dan de rekening en ver-
antwoox'ding van den penningmeester over
1936. De inkomsten bedragen f 4112.58, de
uitgaven f5136.65, zoodat er een nadeelig
saldo is van f 1024.07.
Het belangx-ijk nadeelig saldo van den
dienst 1936 is een gevolg van den gx-ooten
omvang van de wei'kzaamheden in zake
de herziening van de stroomtarieven voor
electrische bemaling der waterschappen,
waardoor uitex*aard ook de kosten daarvan
vrij hoog zijn geworden.
Ofschoon het bestuur door de vergadering
gemachtigd was hiei'voor het kapitaal der
Vei-eeniging aan te spx-eken, had men be
zwaar daartoe over te gaan, omdat met het
oog op de steeds toenemende werkzaamhe
den der Vei'eeniging een vermindering der
inkomsten ongewenscht is, terwijl de contri
butie voor het lidmaatschap der Vereeni
ging zoo eenigszins mogelijk op het be
staande bedrag gehandhaafd dient te blij
ven., althans niet vex'hoogd mag worden.
Om nu het bezwaar, verbonden aan de
uitgaven wegens de herziening der stroom
tarieven te ondei'vangen, heeft het bestuur
vx-ijheid gevonden, aan die watex-schappen,
welke de voordeelen van deze herziening
ondervinden, éénmaal een exti'a-bijdrage te
vragen, voor elk waterschap berekend in
verhouding tot het voordeel, hetwelk de her
ziening voor het betrokken waterschap zal
opleveren.
De heer Schroder (Heiloo), sprekend na
mens de kascommissie, heeft in samenwer
king met zijn collega Zwart (St. Maarten),
de kas in orde bevonden en stelt voor den
penningmeester te dechargeeren.
Conform wordt besloten.
Voor de begrooting 1938 is een raming voi
inkomsten en uilgaven gemaakt van f3.6f
hetgeen f200 minder is dan de raming vo
1937.
De bcgrooting wordt ongewijzigd vastge
steld.
Bestuursverkiezing,
Volgt de benoeming van 2 bestuursledenj
wegens pei'iodieke aftreding op 1 Juli 1931WOI
van de heeren J. Commandeur K.Azn., voor!
zill er en C. J. van Tienhoven, waarn. voor-
zittei'. U*9'
Het bestuur beveelt aan voor de vacatu
Commandeur:
1. J. Commandeur K.Azn., hoodingeland vafl
de Vier Noorderkoggen;
2. P. Groot Jzn., voorzitter van de banna
Andijk,
en in de vacature van Tienhoven:
1. C. J. van Tienhoven, hoogheemraad yatf
Amstelland;
2. J. C. Rcindei's Folmer, dijkgraaf van den
Haarlemmermeerpolder.
De heeren Commandeur en van Tienhoveuj
worden met groote meerderheid van stem*
men hci'kozcn.
Tenslotte houdt Jhr. C. J. A. Reigersman^
oud-hoofdingenieur-directcur van den Pro
vincialen Waterstaat van Noordholland een
lezing over: „Hoe blijft Noord-Holland boven,
water", voor het verslag waarvan wij ver
wijzen naar elders in dit blad.
De vergadering, die de lezing met de groot
ste aandacht volgde, applaudisseerde na af
loop waardeex-end.
De voorzitter dankte den heer Reigersman'
voor zijn uiterst belangwekkende uiteenzet
ting en sloot vervolgens de vergadering.
Vermoordde zij haar kind?
Verdacht verdrinkinqsgeval te
Heiloo.
Vermoedelijk is Vrijdagavond te
Heiloo een moord met voorbedachten
rade gepleegd.
Het veimoeden bestaat dat een 35-jarige
gescheiden vrouw uit Limmen in den vijver-
van het park Ter Coulster haar 3/4-jarig
zoontje heeft vei'di'onken. Zij deed het voor
komen alsof zij beiden te water waren ge
raakt en zij het kind niet heeft kunnen red
den.
De politie heeft het lijkje in beslag geno-*
men, waarop sectie zal worden verricht.
De vrouw is naar het Huis van Bewaring
te Alkmaar ovei-gebracht. Men vermoedt dat
zij in een vlaag van verstandsvex-bijstering
heeft gehandeld.
Dieven slaan hun slag in
de hoofdstad
Den voi'igen nacht hebben inhi'ekers zich!
toegang verschaft tot een woning aan de
Stadhouderskade te Amsterdam. Een bedi'ag
van 160 gulden, 600 Fransche francs«en een
spaarbankboekje wex-den gestolen.
Een bewoner van de Uitei'waardenstraat
heeft bij de politie aangifte gedaan van dief
stal van een bedrag van 675 gld. Dit geld
was geborgen in een vest, dat op den over
loop van zijn woning hing.
Elfjarige jongen
verdronken
Zondagmiddag is tusschen Maassluis en
Vlaardingen G. D. uit Schiedam, die deel
uitmaakte van een padvinderskamp bij het
baden in de Maas door den sti'oom afge
dreven en verdronken. Mexi heeft tevergeefs
naar het lijk gedi'egd.
Naa
tien I
bassai
bevest
Naa
Eche
drach
Woord
„De
belani
land
deur
in de
uitgef
Stoel
de af
tusscl
aanvt
hoofd
jvloeie
De
jtuurli
de hc
'gen
desav
leedw
interx
(bruik
Tot
idiepe
echte:
ionjui:
jmei-k:
gelijk
ivoorv
den 1
jterziji
De
concl
onkw
,één v
tegen
hoofd
ze di
ilijk c
Dei
{onver
aang.
volgt,
wikk
Duits
mine'
Voc
alleei
door Michael Corvin
21.
Est her verbleekte en antwoordde ontken
nend. als hij althans mevrouw Jeffers bedoel
de. Hij bevestigde, dat hij die dame meende
en Est her deelde hem mede. dat zij pas ken
nis met haar emaakt had. Maar waarom
vroeg hij hiernaar?
„Omdat ik u voor die vrouw wilde waar
schuwen."
Esther roerde met haar lepeltje in haar
kepje.
..Versta mg asjeblieft niet verkeerd, miss
Raleigh. U bent met de toestanden hier nog
niet vertrouwd. Weet u of mevrouw Jeffers
een beroep heeft?"
„Ik weet alleen maar. dat zij met haar man
en haar zwager hier in het hotel logeer*..
Haar man is scheikundige of zoo iets."Zg keek
Jury Zagainoff vragend aan, maar haar hart
klopte weer eigenaardig.
„Ik ontmoette haar zooeven. Zjj had mijn
kamer voor de hare aangezien..."
Esther speelde het klaar te stamelen: „Een
hoteldievegge?" maar Zagainoff schudde het
hoofd.
„Neen. ik miste niets. Alleen mijn papieren
waren maar door elkander geworpen en mijn
koffers waren onderzocht."
Op Esther's ontstelden blik verklaarde hij
glimlachend: „Aan dergeijjke attenties ben ik
gewoon. Hoewel wij. Russen, over het alge
meen geen bommen en sedert geruimen tyd
zelfs geen propagandageschriften en andere
brandbare zaken bij ons hebben, stellen vele
menschen zich met de douanecontrole nog niet
tevreden."
„Kunt u haar niet aanklagen?"
„Geen denken aan. Daardoor zou ik mijzelf
slechts last op den hals halen. Een vergis
sing. een doodonschuldig geval. Neen, zulke
zaken regelt men het best in stilte, als men
in het buitenland is. Het zou mij onaange
naam geweest zijn..." Hij brak af en haalde
diep adem. „Den hemel zij dank, dat u niets
met haar uitstaande hebt. Een oogenblik
dacht ik..."
Esther keek hem zoo eerlijk verschrikt aan,
dat hij moest lachen, maar haar was het
jammerlijk te moede. Zij kon begrijpen, dat
men Ray Jeffers omtrent den persoon van
Jury Zagainoff ingelicht had en dat zij deze
inbraak op bevel van haar lastgevers onder
nomen had, maar lagen dergelijke handelin
gen ook binner de grenzen der mogelijkheden
voor haarzelf? Deze soort „arbeid" had zy
niet voorzien.
Zagainoff sloeg haar oplettend en mede
lijden» gade. Hij kon zich wel voorstellen,
welken ind.uk deze openbaring op haar ge
maakt moest hebben. Esther daarentegen
stond iets anders voor den geest. Als zij haar
relatie van Jagainoff wilde behouden, moest
zij me' mevrouw Jeffers breken. Na dit voor
val was het niet meer mogelijk met beiden
gelijktijdig te blijven omgaan en omtrent de
keuze, die zij nu moest doen. aarzelde zjj
geen seconde. Daarbij onderschatte zij echter
ook de bezwaren niet en dacht zij tevens ook
aan de venangens van Hardley. Zij moest er
eens met hem over praten: misschien wist hij
wel een middel om haar van Ray Jeffers te
bevrijden.
Jury Zagainoff trachtte haar wat op te
vroolijken en stelde haar voor nog eens te
dansen, wat zjj aannamen en er ook inder
daad kalmer door werd. Er mocht niets over
ijlds gedaan worden. Toen zij Hardley's tafel
tje voorbij kwam, gaf zjj hem een wenk, dien
hij scheen te hebben begrepen. Jury scheen er
niets van bemerkt te hebben en keuvelde zoo
opgewekt voort, alsof hij een oogenblik ge
leden volstrekt geen pijnlijk avontuur had
doorleefd. Esther was bang, dat mevrouw
Jeffers, die zij nu voor alles in staat achtte,
plotseling met haar meesterlijk voorgewende
hartelijkheid mocht komen opduiken en haar
en Zagainoff aanspreken.
Er gebeurde chter niets dergelijks. Zij
dansten nog een paar keer, rustten tusschen
de dansen slechts kort uit en hadden elkander
van allerlei te vertellen. Zagainoff zou natuur
lijk het bal van de hertogin van Gloucester
niet bijwonen, maar wel wist hij, dat die
Duitsche heeren nog op het laatste oogenblik
geïnviteerd waren en glimlachend merkte hij
op. dat er daar verschillende kleine intrigues
voorbereid zouden worden, die men dan later
op den breeden rug van Moedertje Rusland
zou trachten te schuiven. Maar hij hoopte wel
het al te snelle rijpen van deze vruchten
eenigszinstegen te kunnen houden.' Daar miss
Raleigh nieuwsgierig scheen te zijn, vertelde
hy haar van den onderaardschen oorlog der
Amerikanen tegen de Engelschen, die gevoerd
werd om den bodem en de schatten van Rus
land en daarbij maakte hij vluchtig melding
van de pogingen van zekere Duitsche kringen,
om daarbij den rol te spelen van den derden
hond met het bekende been. Zij luisterde op
lettend in de hoop iets naders over de Engel-
sche plannen te vernemen, maar Zagainoff
vertelde niets nieuws en zelfs niets positiefs.
Het was reeds na middernacht toen zij scheid
den. H\j bracht haar door de hal naar de lift
en nam toen vlug afscheid, daar hij nog wilde
werken.
Esther ontkleedde zich snel. Zij was plot
seling zeer moede en sliep dadelijk in. Haar
droomen waren onrustig en kwellend. Zagai
noff kwam erin vóór, Selfride en Ray Jeffers,
die den Rus omstrengelde met haar armen.
Eerst tegen den morgen werd haar slaap diep
en droomloos en zij ontwaakte pas om negen
uur, eenigszins tot haar schrik, want de naai
ster wachtte haar om t« passen.
Het vliegtuig met de luchtopst was tegen
den middag te Berlijn aangekomen en nau
welijks een uur later had Dr. Mersheim de
Londensche brieven in handen. Hij verdeelde
het materiaal onder de talrijke medewerkers
en opende het laatst het couvert, waarin
Esther Raleigh de portretten der Patterson-
Jeffers verzonden had. Zijn bevreemding op
het ontwaren van deze foto's maakte plaats
voor een sterke spanning, toen hij het bege
leidende briefje gelezen had. Dadelijk belde hij
Burg op diens kamer op en verzocht hem bij
hem te komen.
Burg trad wat overhaast en onstemd bin
nen. want het was zoo goed als tyd voor den
opmaak van de middag-editie, een werk, dat
hij steeds graag persoonlijk verrichtte, hoewel
hem een legertje redacteurs en geroutineerde
meesterknechts ten dienste stonden. Wat zou
Mersheim nu weer van hem willen?
De hoofdredacteur stak hem, zonder een
woord te spreken, den brief van Esther en de
portretten toe. Burg bekeek hen vluchtig,
staarde Mersheim een oogenblik doordrin
gend aan, liep naar den bureaustoel, liet er
zich in zakken en begon met een in dikke
rimpels getrokken voorhoofd den brief te
lezen.
Toen hij opkeek stond Mersheim met een
triumpheerende gelaatsuitdrukking voor hem.
Wat hij nu wel zei? Wie had er met deze
missie gelijk gehad? Zelfs wanneer juffrouw
Raleigh niets anders zou bereiken, waren
deze portretten hij nam hen Burg uit de
hand en deze brief reeds een bevredigend
resultaat van de Londensche reis. Hij wilde
dadelijk naar het Ministerie van Buitenland-
sche Zaken. Deze informaties waren onbetaal
baar. Industrie-spionnage, daar moest men
bijzoiider scherp op letten.
„Zeg nu eens eerlijk, Burg, zou het niet
jammer zyn, zulk een talent..."
„Ja het is jammer, vreeselijk jammer."
Zwaar steunend stond Burg op. „Ik had niet
gxlacht, dat zij zulke snelle vorderingen
zou maken. En ik gelocf, Dr. Mersheim, dat
het maar erg goed was, dat ik uw eerewoord
niet aanvaardde, weet u? Het kan nu reeds
wel eens te laat zyn, om haar hier een goe
de en loonende positie te geven."
De oude lachte droog maar met een treurig
gezicht.
„Men zal op het Departement deze kracht
naar waarde weten te schatten. U hebt weer
een gewichtige zet op het schaakbord gewon
nen. Ha, ha! Laat u zich niet ophouden, Dr.
Mersheim. Ik moet aan den opmaak. Uw arti
kel is zeker al gereed.
Mersheim antwoordde bevestingend en
maakte zich, inwendig woedend over Burg's
onhebbelijkheid, gereed om te vertrekken.
Burg stapte naar buiten en brulde een minuut
later de zetterij in, dat men zich ook op geen
mensch meer kon verlaten. Het was een zwjj-
nenboel, als men alles aan die jonge kerels
zou overlaten en een slotte moest hij altyd
maar zelf den rommel weer in orde maken.
Toen tegen een uur of drie de stilte na den
storm op de redactie weer ingetreden was,
kwam Mersheim terug en zette zich een
zeldzaam verschijnsel aan zijn bureau, om
een brief aan juffrouw Raleigh te schrijven.
Op datzelfde oogenblik zat Burg in zijn
armstoel gedoken en dicteerde zijn secreta
resse een brief aan Esther. Hij bevroedde de
lofredenen, die men haar van wege het Mini
sterie door bemiddeling van Mersheim zou
laten toekomen en begreep, hoe men haar
steeds verder den weg zou opdrijven, die haast
niemand levend, en nimmer onverlet weder
had kunnen verlaten, en nu wilde hg haar ten
minste waarschuwen en raden zoo ver het
hem mogelijk was.
(Wordt vervolgd.)
Qu
bis:
Jol
het
Lond
een t
sche
bezet
verkl
zijn
biede
bury
kort
poeti
bissc
Cant
Ve
leder
ernic
tal 1
ke o
Duit
voer
den.
chau
1
H(
cree:
fe Z3
inge