en Khiui
Honderd jaar geleden vond
Colt het automatisch
pistool uit
de w~eAe£d u-cui WxdeAÜaetij SAaJfiiefiek
®<e fromeA, uwtelt awtq^Jiondigd Xe^ei, 't eiland, umaA de u-oqzli aliotule luit genieten
Kalis vertelt het: een waterhoen is een schrander beest, en be
halve dat, een onverbeterlijke weer- en waterprofeet. Bij het aan
brengen van de benoodigdheden van z'n nest houdt het allereerst
rekening met mogelijke overstroomingen en miniatuur-zondvloeden.
Dan pas wordt een aanvang met den bouw gemaakt. Het nest, waar
wij voor stonden, bezat een hoogte van meer dan 15 centimeter,
en het water zal dus evenhoog moeten stijgen, alvorens het kans
krijgt bij de 8 gespikkelde eitjes té komen. Deze zijn veilig, en prac-
tisch gebeurt het nimmer, dat een waterhoen last van het water
krijgt.
Even later zitten we bij het nest van een graspieper. Er is, meen
ik, geen schijnheiliger beest denkbaar dan zoo'n klein, grijs-bruin
vogeldier. Want als we op een halve meter genaderd zijn, vliegt
'tweg, angstig met de kleine wieken klapperend, en over den grond
scheerend, alsof ze een pootje gebroken had. Op die manier wekt
ze het medelijden van haar belagers op, die zich uit pure naasten
liefde dan wel niet zullen verlagen aan het nest met het broedsel te
komenZe blijft vlak om het nest heendwarrelen, piepend en
fluitend van jewelste en inderdaad kun je het niet over je hart ver
krijgen aan de in de lentezon warm-gehouden eitjes te komen. Even
min bij de doordaars, ook wel „Hagelzakje" genaamd. Fel loerend
heeft ze ons, op haar eieren rustend, in de kijkert!
Boven ons vliegt een kluut: een zwart-wit palet, een donkere
veeg tegen de melkwitte voorjaarshemel. Z'n nest zal wel in de
nabijheid zitten, want hij schreeuwt van belang. En ja hoor... even
later waden we er heen, Kalis voorop, ik in zijn voetstappen volgend.
Op een soort eilandje heeft de kluut z'n nest gebouwd. En in stijl!
Een ware vesting in den modder en het slik. 4 eieren liggen er in,
beschut' door wat helmdraden tegen den wind. Duizenden vogel-
poten hebben hun afdrukken in de vette klei gezet en we vermoeden,
dat er heel wat belangstelling bestaat voor het nog niet ontwaakt
kluten-leven achter die bronzen schalen. Ook van een ernstige reiger,
die 100 meter verderop zich staat te spiegelen in het water. Een
ranke vogel, met zijn kuif golvend in de bries, die het water even
doet beven onder haar druk.
We gaan weer verder, verder door Thijsse's Vien-wei, die voor
ons wordt tot één niet onderbroken film van nieuw leven, van vogel
geluiden en van geurende bloemen in drassigen grond. Ieder moment
is daar weer iets anders dat de aandacht vraagt: een bruine tureluur,
die op een damhek een charleston staat te dansen, een waterhoen,
dat grotesk met z'n snavel zit te klapperen, een graspieper, die op
een bosje helm zit te schreeuwen tegen een leeuwerik. Deze vogels
leven hier als in het paradijs. Er is niemand die ze verstoort, er is
niemand die ze jaagt, er is niemand die de eieren weghaalt, of het
moest Kalis zijn, die momenteel tot meeuwenjager gedegradeerd is.
De nesten liggen langs de wegen waar langs de Texelsche school
jongens 4 maal daags trekken, maar er is er géén, die er aan denkt
het de bonte vrienden, op welke wijze ook, lastig te maken. Daar
zijn nesten, die open en bloot voor ieders oog liggen, maar geen
Texelaar zal het in z'n hoofd halen er een te verstoren, er bij te
blijven staan of aan de broedsels te komen. Een voorbeeld, dat in
tal van plaatsen in ons land navolging verdient...,
Voorjaarsonweer over Texel
Jjiist als we vol bewondering een nest jonge leeuwerikken in
oogenschouw nemen, waar 4 één-dags jongen met fantastisch wijd-
opengesperde geel-roode bekjes op voedsel zitten te wachten, hooren
we in de verte een onheilspellend gerommel. En inderdaad... aan den
kim trekt de lucht al samen en een paar minuten later is de zon
verdwenen achter hoog in het blauw voorttrekkende wolkgevaarten.
Voorjaars-onweer. Het eerste van dit jaar. De reactie is wonder
baarlijk. Overal is het een gerep van jewelste. Heel het vogelbestaan
op Texel is nu in een hurry, om alles nog gauw in gereedheid te
brengen. Bij de damhekken staan de zwart-witte koeien dom uit
hun oogen te staren en lompe kalver-beesten staan angstig met
gebogen glanzende nekken aan den slootkant. Verderop schemeren
tusschen de gouden boterbloemen en het wuivende Afrikaansche
gras, de schapenruggen. Ook zij haasten zich naar de opgeworpen
dammetjes in de weiden, waar ze beschutting zullen vinden.
Dan komt. eerst haast onmerkbaar, de regen. De moerasgrond
wordt nog vochtiger en de struiken aan de slootkanten gaan druipen.
Het tikt-tikt in het water daar beneden. Ritselend, en met gehaaste
bewegingen komen de vogels naar hun nesten terug. Rillend en
water-schuddend van hun veeren. Verdwijnen met een boog onder
de blaren en takken. De lucht wordt donkergrijs, en troebele, lage
wolken drijven met een vaart voorbij. Een kleine vogel kan z'n huis I
niet meer vinden en fladdert angstig rond en rond: in de verte
schreeuwt een koekoek. Verder niets. De ruischende regen en het
druppelen in de sloten. Ineens scheurt de hemel open. Een bliksem
straal flitst van boven naar beneden en splijt het heelal als het ware
in twee helften. Boort zich een weg in het druipende land. Even
De zeldzame Albino-kokmeeuw
stilte, dan dondert de slag over het vogeleiland en we weten, dat
alle vogels thans de koppen in de warme borstveeren vleien en met
angstige kraal-oogen door de donshaartjes over hun nest-randen
zitten te loeren. En angstig luisteren naar het wegsterven van den
donder in de grijze verten. Nog een bliksemstraal... weer een
donderslag, dan is het al weer voorbij, de paukenslagen van het
voorjaar, waarmede de zomer aangekondigd wordt. Het heldert op,
de wolken breken en een dwaze vogel schreeuwt in het riet: taraaa,
taraaaü De insecten komen in horden uit den grond en vervolgen het
allegro van den donder met hun eindeloos pianissimo. En dan komt
een zonnestraal, die alles schoonveegt en gulzig slurpt de vette
grond de levenssappen op. Alleen aan de slootkanten tikt het nog;
een vastgehouden herinnering.
Intusschen... gaan we maar huiswaarts. Kalis en ik zijn jasloos
vertrokken en drijven! En het gaat terug, door de juichende natuur,
waar alles weer zich zelf wordt na de regenbui, en het fluit, en
roept en kwettert en zingt. Een grutto wiekt met ons mee, een
heelen tijd, ,en later komen er een paar mantelmeeuwen bij, die
kwaadaardig krijschen. Waarschijnlijk aan het adres van Kalis, die
in een slechten reuk staat bij alles wat meeuw heet... In de verte
staat een tentje: grasgroen. Het is waterdicht en daarin zit de heer
Burdet. Hij heeft niet kunnen filmen, maar wél gezien de vlucht in
de struiken van het vogelleger.
Hoog boven ons stijgen een paar leeuwerikken op: telkens
schieten ze hooger. Bijna onzichtbaar in het trillende licht boven hen.
En ze zingen hun vreugde uit, de vreugde, die wordt overgenomen
door de andere vogels, op ieder stuk van het eiland. En het koor
zingt en zingt en het lied vertelt van de rust, de blijdschap en den
vrede, die op dit vogeleiland heerschen.
Texel, insula Angelica: behoud deze rust: het is Uw schoonste
bezit!
De Dodaars of hagelzakje
In dit derde artikel over Texel's vogelparadijs vertelt de
schrijver over het leven van de kluut, de graspieper en het
waterhoen, zoo op het eerste gezicht alledag-vogels, doch
wier leven inderdaad door tal van merkwaardigheden
gekenmerkt wordt
Hoewel dit artikel van deze serie het laatste is, hebben
wij het plan meerdere van deze bijdragen binnenkort op te
nemen, opdat Texel, gezien als vogelparadijs nog meer
dan tot heden in de belangstelling zal komen te staan van
hen, die het vogelleven willen leeren kennen.
De graspieper vliegt niet weg als men
met den hand bij 't nest komt
Zoo vergaat deze dag en hij wordt een wondere sensatie van
jong natuurleven, van lente-dronken vogels in het blauwe wijd boven
ons en van zacht-geurende bloemen in de weiden en moerassen van
het eiland. De heer Burdet blijft vele uren in zijn sluittent. Geeft
zich geheel over aan het observeeren en filmen van deze zwarte,
bruine en bont-gevlekte vogels. Maar wij gaan er óp uit: Kalis, de
vogelwachter en ik, dwars door de Vien-wei, die in de middagzon
ligt te stralen en geuren in al de vreugde van dezen jongen lente
dag. Overal vinden we op den groenen grond de eieren van de
mantelmeeuw liggen. Soms zoo maar willekeurig weggeworpen,
tusschen een polletje helm. omkranst met slechts enkele stukjes stroo
en riet. En steeds bukt Kalis zich: en steeds verdwijnt er dan zoo'n
olijfkleurig ei in den zak, dien hij bij zich heeft. Men moet namelijk
weten, dat deze meeuweneieren gegeten worden. Ze worden inge
pakt en naar Engeland gezonden, alwaar ze voor de consumptie ge
bruikt worden.
Nesten van Waterhoen, Graspieper en Kluut
Als leek beleef je de wonderlijkste dingen op dit vogeleiland.
Bijvoorbeeld: het nest van een waterhoen. Dat hangt daar half over
een greppeltje in de luwe bries te schommelen en je begrijpt er niets
van, waarom het op deze wijze gebouwd werd.
De Kluut, een bekend Texelaar, op z'n eieren
ki* -SM
v/'? '4-:l
(mm
In de maand Juni van het jaar
1937 is het honderd jaar geleden,
dat de Amerikaan. Samuel Colt. de
uitvinder van het automatisch
pistool, voor zijn uitvinding patent
verwierf. Aanvankelijk wilde mien
van zijn uitvinding niets weten,
maar hij de verovering van „The
Wild West" begon men de waar
de er van in te zien. Toen Colt dan
ook op. 48-jarjgen' leeftijd in 186*2
overleed, had hij een kapitaal van 5
millioen dollar verworven. De voor
malige scheepsjongen was million-
nair geworden!
Zelfs al had Samuel Colt nooit het auto
matisch pistool uitgevonden, dat onderfus-
srhen een belangrijk voorwerp in de „Wild*
West-dagen" van Amerika geworden is en
waarschijnlijk wel de belangrijkste factor
om de Westelijke deelen van Amerika voor
de kolonisatie en beschaving toegankelijk te
maken, dan zou zijn naam toch nog in de
geschiedenis naast die van Bell. Morse, Edi
son en Ford genoemd zijn. wegens zijn bij
drage tot de Amerikaansche idealen, com
fort en levensstandaard. Ieder van hen ver
schafte de menschheid groote gemakken,
die thans als noodzakelijkheden beschouwd
worden, terwijl Colt bovendien den weg ef
fende voor veel werk, dat door anderen
gedaan werd.
Colt'o eerste proeven.
En dit jaar is het dan 100 jaar geleden,
dat er in de Vereenigde Staten op de Colt
revolver patent verleend word. Het was het
product en de vindingrijkheid van een man.
die vóór dien tijd slechts in de Bijbel en in
de Almanak gelezen had. Maar ook had hij
gelezen „Bijdrage tot de Wetenschap" en
daardoor had hij lust gekregen, nog wat
meer te lezen, vooral over mechanische
kwesties. Colts eerste experiment bestond
daarin, dat hij vier pistoolloop-en aan el
kaar bond. met het doel. ze zóó te draaien,
dat ze achter elkaar afgingen. Dit mislukte
echter en door huiselijke toestanden kon hij
zijn onderzoekingen ook niet verder voort
zetten.
Toen zijn vader bemerkte, dat er in de
Vereenigde Staten niet veel te beginnen was
zond hij zijn zoon in 1825 naar zee. Het
verblijf op het zeilschip vond de jeugdige
knaap vrceselijk en hij gebruikte al zijn
vrije uren, om een vuurwapen te constru-
eeren.
Hij wilde namelijk het pistool van
dien tijd moderniseeren tot een pis
tool met één loop, waaruit dan ee-
nige koeels geschoten konden wor
den. De naam voor het wapen wist
hij reeds: revolver. Bij zijn kamera
den werd hij natuurlijk uitgelachen
en bespot, maar toch zou het hou
ten model, dat hij aan boord van
liet schip vervaardigd had, den weg
banen tot een van de meest geniale
uitvindingen op het gebied van de
wapenkunde.
Nadat het schip, waarop Colt gevaren had
naar Amerika terruggekeerd was, bezocht
de vooruitstrevende scheepsjongen een tech
nische school, om zijn wapentechnische ken
nis te vergrooten en uit te breiden. Colts
tijdgenooten wilden de belangrijkheid van
zijn uitvinding wel niet erkennen, maar de
jonfcen bezat een taai doorzettingsvermogen
en bereikte tenslotte toch zijn doel.
Colt was 23 Jaar, toen zijn vin
ding gepatenteerd ward.
Toen hij den 23-jarigen leeftijd bereikt
had, kreeg Samuel Colt zoowel in Amerika
als in Engeland, patent op zijn,„pistool met
draaicylinder" of revolver genaamd. Het
wapen had het voordeel, dat het met zes
patronen in één trommel sneller kon vuren,
dan zes pistolen achter elkaar. Toch had de
nieuwe revolver nog een nadeel: het voor
werp woog ongeveer 2 kilo! Coif probeer
de nu zijn uitvinding op een fabriek te
plaatsen, die hem dan tevens het noodige
crediet zou verschaffen. Dit ging evenwel
lang niet zoo gemakkelijk als hij gedacht
had; er waren zelfs fabrieken, die in het
geheel geen antwoord gaven.
Gelukkig kwamen echter de gebeurtenis
sen in de Amerikaansche geschiedenis hem
te hulp, In Texas werd een nieuwe repu
bliek Lone-Star uitgeroepen en ook moesten
de boeren daar voortdurend vechten tegen
de Comanchc Indianen. Deze nieuwe repu
bliek heeft niet lang bestaan, maar voor
Colt was het een uitkomst, want de hoeren,
en ook de nieuwe republiek hadden wa
pens noodig en betrokken van Colt een groo-
ten vooraad. Zoo kon het gedenkwaardige
feit plaats vinden, dat in 183(5 de eerste re
volvers de Colt-fabriek verlieten. Ook werd
het wapen in 1836 gebruikt in de burger
oorlog in Florida, en tegen de Seminolé In
dianen, die tegen dit gevaarlijke voorwerp
natuurlijk niets konden uitrichten. De of
ficieren waren enthousiast over Colt's uit
vinding en schreven gaarne een aanbeve
lingsbrief voor hem.
Da Colt-fabriek werd opgericht.
Toen Texas bij de Ver. Staten van Ame
rika aangesloten werd, brak er opnieuw
tusschen deze beide lai.dcn een strijd uit,
De officieren, die zich d >n vorigen oorlog
nog herinnerden, hestelden nu 1000 revolvers
ter waarde van 28000 dollar, welke opdracht
door andere gevolgd werd. In 1852 kon nu
een Colt-fabriek opgericht worden,' welke
thans nog bestaat! Kon de fabriek aanvan
kelijk slechts honderd revolvers per dag
leveren, thans verlaten er duizenden per
dag de fabriek. Wat de voormalige scheeps
jongen gedroomd had. was waarheid gewor-
deni
OP EEN NORMANDISCHE BOERDERIJ.
Let op den hoogen wagen met de groote
wielen.