Voor den Zaterdagavond OUDERS Vogels zingen voor de gramofoon Iets over huiswerk 't HOEKJE Moeilijk, doch dankbaar werk Wat eten wij vandaag Singapore heeft een nieuw vliegveld Hoe de stem van de vogels in de natuur op de ebeniet-schijf opgenomen wordt Wie wel eens getracht heeft vogels op grom' van hun stemmen of hun zang heter te herkennen dan dat dikwijls met het bloote oog mogelijk is, weet, hoe moeilijk dat valt, aldus Joachim Steinbaeher in het Duitsche periodiek „Kosmos". Uitsluitend door gestadigen omgang met haar schepselen openbaart de natuur zich aan hem, die haar wil zien en hooren en zeer speciaal geldt dit ook voor de wereld der vogels. Alle wegen, welke men tot dusver bewan deld heeft voor het leeren kennen der vogels, zooals beschrijving, afbeelding en onderricht, zijn onvoldoende gebleken. Den zang of den roep der vogels, die menigmaal de eenige betrouwbare kenmerken zijn, kon men slechts omschryven, doch nimmer nauwkeurig weer geven. - Intusschen zijn radio en sprekende film zich met de aangelegenheid gaan bezighou den en met succes. Geen van beiden echter bereiken het doel, de afzonderlijke geluiden der vogels zóó tot den weetgierigen natuur vriend te doen doordringen, dat hij ze gerui- men tijd of zelf voorgoed onthoudt. Slechts de gramofoon kon deze wensch in vervulling doen gaan. Op stemmenjacht. Na langdurige voorbereiding slaagden de technici er ten slotte in om een toestel te construeeren, dat, naar men mocht hopen, voldeed aan de speciale eischen, die klank volume, fijnheid, toonhoogte en scherpte der vogelstemmen stellen. Dit toestel werd in een auto gemonteerd, zoodat men de vogels overal kon volgen. Aldus uitgerust begaven wij ons op stemmenjacht. Het apparaat. Het ging er nu om, een uiterst gevoelige, speciaal geconstrueerde microphoon in de nabijheid van den zingenden vogel te plaat sen, en wel al naar gelang van klankvolume op een afstand van 1 a 3 meter, zonder dat men natuurlijk den vogel mocht storen. Deze microphoon was verbonden met versterker- batterijen, vanwaar een lange kabel de tonen •naar de opname-auto overbracht. Terwijl een ampèremeter het klankvolume registeerde en een luidspreker buiten meeluisterde, sneed een saffieren naald de in beweging omgezette electrische trillingen in een draaiende wassen plaat. Opdat deze plaat steeds werk genoeg en tot opnemen in staat zou blijven, moest de temperatuur in den auto constant op 30 35 graden gehouden worden. Deze omstandigheid vormde echter niet de grootste handicap bij ons werk. Hoe moeilik het Is. Kan bijvoorbeeld iemand zich voorstellen wat het beteekent, temidden van een veel stemmig natuurconcert, onder het geruisch van bladeren en het gezoem van insecten, by het suizelen van den wind en den roep der vogels, waarbij dar vaak nog het geratel van auto's, wagens en treinen komt, den zang van één bepaalden vogel luid en duide lijk, zonder storende bijgeluiden op te ne men? Wie daarvan niet zelf getuige ge weest is, zal dit wellicht onmogelijk achten. Als men meende, niets anders meer te hoo ren dan de stem van den betreffenden vogel, werd men alras teleurgesteld. In den contro leerenden luidspreker vernam men merk waardige geluiden, bijvoorbeeld hondengeblaf en hanengekraai uit dorpen, die niet te zien waren, het geluid van een voorbijvliegend insect, zacht bladergeruisch tot stormgeloei versterkt, of een windruk, die een geluid maakte als een orkaan. In elk geval ging de afzonderlijke vogelstem die men zocht volko men verloren in het rumoer, dat op de plaat denzelfden indruk maakte als in den luid spreker. Vaak ook gebeurde het, dat wy onze zan gers geruim en tyd niet te hooren kregen. Meenden wjj eindelijk de plaats waar een der zangers zyn lied placht te zingen ontdekt te hebben en hadden wij onze microphoon er zorgzaam gecamoufleerd opgesteld, dan bleef h\j vast en zeker weg. Ofwel hy kwam, maar zong niet, in strijd met zijn gewoonte, en bleef in het rond vliegen, waardoor hij lokte, List. Om ons doel sneller te bereiken namen wij allerlei middelen te baat. In laag struikgewas levende vogels, zooals grasmusschen, winter koninkjes en kneutjes, trachtten wij voor zichtig naar de plek te drijven, waar de mi crophoon stond opgesteld; maar onge- wenschte gasten wierpen wij met steenen en dergelijke om ze te verjagen. Vaak gebeurde het daarbij echter, dat ook de gewenschte zangers door deze drijfjacht zoodanig opge schrikt werden, dat zij zich uit de voeten maakten. Vooral de kneutjes brachten ons tot wan hoop, doordat zij of heelemaal niet zongen ofwel met zingen wachtten, totdat er een wagen voorbij reed of een ander storend ge luid de opname der stem deed mislukken. Tenslotte waren wij echter ook deze vogels te slim af. Ik ging zelf een fluitconcert ten gehoore brengen, waardoor ik ze inderdaad er toe bracht, ook hun stem te verheffen. Dan hield ik eensklaps met fluiten op, waarop de vogels nog een tydje alleen bleven doorzingen. Ik begon opnieuw en bracht ze zoodoende ten slotte zoodanig in stemming,' dat de pauzen tusschen hun gezang steeds korter werden en tenslotte de gramophoon- opname gelukte. V ogelsymphonieën. Heel wat avonden hebben wij in een dal doorgebracht trachtende het gezang van roodborstjes en winterkoninkjes op de was sen plaat vast te leggen. Daarbij deden vooral de lijsters zich kennen als spelbrekers. Als de schemering was gedaald en een roodborstje zacht zijn fijne stem liet hooren, weerklonk eensklaps uit de kruin der boomen luid en schallend de stem van zanglijsters. Merels namen met hun gefluit deel aan het koor, losten elkaar af en moedigden elkaar telkens weer aan. De fijne stem van het roodborstje was nauwelijks nog hoorbaar. En als dan eindelijk de lijsters hun lied beëindigd had den, dan zwegen ook de roodborstjes en win terkoninkjes. Dan was het intusschen geheel donker geworden. Al vóór dag en dauw begonnen wij met ons werk. In het schijnsel van zaklantaarns stelden wij de microphoon op en legden wy de kabels. Alras weerklonk dan de krassende, sissende stem van het roodstaartje. Snel na men wij het geluid op, alvorens het gezang der leeuwerikken, het gesjilp der zwaluwen en het gekraai der hanen zou weerklinken. Zoo namen wy successievelyk de eene stem na de andere op; het haastige gekakel der karkieten in het ruischende riet, terwijl juist dit geruisch ons hinderde, het eentonige ge luid van den draaihals (een soort specht), het droefgeestige lied van den tuinmerel. Daaren tegen hadden wij niets aan het heerlijkste nachtegalengezang als duizend kikkers even eens hun hoogste lied uitkwaakten. Dag en nacht waren wij zoo in touw. Niet minder dan acht nachten waren wij in Pom- meren, op zoek naar den bastaardnachtegaal, met zyn verrukkelyk schallenden slag, totdat wij eindelijk na uren van bittere kou zijn stem te pakken kregen. Maar ondanks alles herinneren wij ons gaarne dezen zwaren tijd vol kleine belevenissen en openbaringen, zoo als de natuur ze een ieder deelachtig doet zijn, die geduldig tracht in haar door te dringen. Met een lift naar de stratosfeer Dr. Ukeile Saha, professor in de Physica aan de Universiteit van Allahabad in Britsch- Indië, is de vader van de gedachte, om met een lift naar de stratosfeer te gaan. Deze geleerde is ervan overtuigd, dat op een hoogte van 15.000 tot 20.000 meter juist de meest ideale omstandigheden voor astronomische waarnemingen zich voordoen. Observatoria op bergtoppen zijn, volgens hem, niet vol doende. Hij wenscht met ballons naar de stratosfeer op te stijgen en wel met een vast liggende ballon, welke de astronoom door middel van liften wil bereiken. Hij heeft het zoo uitgedacht, dat er op bepaalde tusschen- stations worden aangebracht, vanwaar uit naar den volgenden ballon met een lift langs een kabel kan worden omhoog gevlogen! De Britsch-Indische geleerde heeft zyn plan tot in de finesses uitgewerkt en beweert, dat het lang niet onuitvoerbaar is. De grootste en de kleinste vliegtuigen De „Pan-American Airways Cy." botfwt momenteel voor het toekomstige trans-atlan- tisch luchtverkeer een zestal vliegtuigen, welke aan grootte, snelheid en comfort ieder record slaan. Elk toestel krijgt vijf motoren en elke motor ontwikkelt een capaciteit van 1500 pk. Binnen in de vliegtuigen is ruimte voor 72 passagiers en een 12-koppige bemanning. Natuurlijk bevatten de vliegtuigen, evenals de Pullman-wagens, ook slaapcabines, wasch- gelegenheden met koud en warm water, een leesvertrek en een eetsalon. De eerste toe stellen zullen in den herfst gereed komen. In tegenstelling met de bovenomschreven reuzenmachines is men in Engeland bezig met de constructie van zeer kleine vliegtoe stellen. Zij bezitten den naam van „Honey- moon-places" en zijn buitengewoon licht. De machines bezitten slechts twee plaatsen voor de passagiers. Deze plaatsen doen denken aan die in een twoseater. De .motoren zijn zoodanig afgedekt, dat het gebreun In de passagiers ruimte tot het minimum beperkt wordt. On danks de geringe omvang van deze vliegtuigen die „slechts" 400.— kosten, ontwikkelen de Zondatf Tomatensoep Kalfsoester Bloemkool Custard met cocosnoot ÏILaatidcuf Bloemkoolsoep Pikante rtjst Andijvie Vruchtensla Gevulde slakropjes Aardappelpurée Griesmeel met vruchtensaus. WaefUclacf. Roastbeef Worteltjes Aardappelen Havermout crème Qand&idaq, Koude vleeschsla Asperges met roomsaus Aardappelen gebruinde boter lUijdag. Aspergesoep Gebakken haring Kropsla Aardappelsla ZaleJidaq, Vruchten Tomatensla (Spiegeleieren) Spinazie Aardappelschoteltje Het meest moderne van geheel Indië. Waar eens moerassen r waren Een der meest moderne en gunstig gelegen vliegvelden ter wereld is dat van de internatioanle stad Singapore. De aanleg van dit terrein heeft bijna een millioen pond sterling gekost. Vyf jaar geleden vond men op de plaats, waar thans het veld ligt, moerassen, midden in de zich gestadig uitbreidende stad ge legen. Deze grond, een broeinest voor de muskieten, heeft men thans productief gemaakt. Het was een Britsch regeeringsambtenaar, die op een dienstreis in Singapore kwam en de overheid het voorstel deed het stinkende moeras te dempen en er een vliegveld op aan te leggen, dat ten opzichte van de buiten- landsche vliegterreinen, een der meest gun stige zou kunnen worden. En inderdaad ligt het Singapore-vliegveld gunstiger dan Croy- don ten opzichte van Londen, of Le Bourget ten opzichte van Parijs. De vliegtuigen, die in Singapore passagiers en goederen hadden af te zetten, moesten altijd op een oud vliegterrein landen, dat nog acht mylen van de stau af lag. Deze afstand zou niet zoo bezwaarlijk zyn geweest, wan neer de weg naar de stad beter was geweest, maar deze verbeteren had nog meer tyd en geld in beslag genomen dan de aanleg van het nieuwe vliegterrein. Thans bevinden de passagiers zch midden in de stad, als zij op het Singapore-vliegveld landen. Voor de civiele luchtvaart is dit veld, dat dag en nacht draadloos en met lichtseinen zyn teeken „s" uitzendt, een belangrijk door gangsstation, dat niet alleen de route naar Australië vergemakkelykt, maar tevens ge legenheid biedt om op Malakake Borneo en Serawak vliegsteunpunten aan te leggen. In laatstgenoemde plaatsen hebben zich reeds vrijwilligerscorpsen gevormd, die, even als in Singapore, de voorbereidingen voor het aanleggen van een modern vliegveld wil len treffen. En waar er zich den laatsten tijd opnieuw bezwaren hebben voorgedaan voor de luchtverbinding tusschen Borneo en de Philippijnsche Eilanden onder Nederland- sche leiding, bestaan er thans vooruitzichten op een directe lyn Hong-Kong naar de Phi- lippijnen, met inschakeling van het Singa pore-vliegveld. Hierdoor zou een werkelijk internatio naal luchtverkeer rond de geheele aarde ztfn gegarandeerdDeze vooruitziende plannen z(jn het ook geweest, welke Sin gapore aanleiding gaven zonder lang be denken een millioen pond sterling voor de nieuwe vlieghaven beschikbaar te stellen. Ongetwijfeld zal de stad uit deze vlieghaven binnen afzienbaren tyd de hooge aanlegkosten hebben geslagen, want Singapore is een wereldstad, die de vliegende wereld noodig heeft. DE KINDEREN. O kinderen, kinderen, misschien martelaars, en misschien heiligen, mogelykheden van zuiverder en schooner bestaan dan het onze; wy, die niet hebben gekund, wij, die hebben geknoeid en bedorven en geschonden, wij. aan wie de zonde uitbreekt als melaatsheid en die met den klepper gaan door de straten, en gij, die ons wilt leeren de hoop en het geloof en de liefde. (J. Jac. Thomson), Invloed van het kindertal op de ontwikkeling Aanleg en karaktereigenschappen van een mensch zyn geen toeval, doch een kwestie van erfelijkheid. Hetzelfde geld ook voor den lichaamsbouw, den verstandelijken aanleg en bijzondere gaven. In sommige families heeft men van ge slacht op geslacht b.v. predikanten, doktoren, chemici, staatslieden, philosofen en om niet te vergeten schilders, musici enz. Mozart, Weber, Beethoven, Brahms, Schubert, Liszt, behooren allen tot families, die buitengewoon muzikaal waren. Bijzonder opvallend is de erfelijkheid van de begaafdheid in de familie Bach, die in vijf generaties niet minder dan veertien vooraanstaande musici telde. De vraag rijst wel eens, of de tegenwoor dige tijd minder groote mannen voortbrengt. Niettegenstaande de groote vooruitgang op verschillend gebied en de mannen van betee- kenis, die ook onze tyd heeft, kan men toch niet ontkennen, dat men slechts weinig uit gesproken genieën aantreft. Wellicht is de oorzaak ook te vinden in het feit, dat het aantal kinderen van geestelijk uitblinkende ouders, dikwijls veel kleiner is dan in vroe ger tijden en de mogelijkheid om groote ta lenten op hen over te brengen, vermindert. De vader van Johan Sebastian Bach had acht kinderen, waarvan Johan de jongste was en niet minder dan 19 kinderen had. Mozart was de zevende, en Wagner de negende, Han del de tiende zoon en de Balladen-componist Loewe het twaalfde kind, terwy'1 Frans Schubert als dertiende het levenslicht zag. Men beweert wel eens, dat het vierde kind meestal het meest begaafd is in een gezin, doch dit kan geenszins aan de hand van theo rieën of wetten bevestigd worden. Wel is het opvallend, dat in gezinnen, die cultureel en sociaal op eenzelfde peil staan, de kinderen dooreengenomen verstandiger en tevens van opgewekter humeur zyn dan in gezinnen met één of twee kinderen, waar zij meest droome- rig zijn, zichzelf niet kunnen concentreeren en veel minder gemakkelijk in den omgang zyn. Deze laatsten zijn vaak lastig, ontevre den, kenmerken zich door een byzondere on rust, vervallen van het eene uiterste in het andere en zijn onevenwichtig. Kinderen uit groote gezinnen voeden elkander op, wijzen elkander soms hard op fouten en gebreken en leggen meer lust tot werken aan den dag, omdat het voorbeeld stimuleerend werkt. Opvallend is dikwijls, dat de oudste van een groot gezin zich niet alleen verantwoor delijk gevoelt tegenover de jongere kinderen, doch ook zedelijk overwicht op hen heeft. Samenvattend komen wij aldus tot de con clusie, dat kinderen uit zeer kleine gezinnen vaak minder lust tot werken aan den dag leggen en zich dikwyls tot minder krachtige persoonlijkheden ontwikkelen, omdat er te veel aandacht aan hen wordt besteed door overbezorgde ouders. Bij groote gezinnen daarentegen bestaat grootere mogelijkheid, dat de kinderen zich tot krachtige persoon lijkheden ontwikkelen, die in de toekomst iets zullen beteekenen, zoowel door de gaven van geest als van gemoed. Menige vrouw heeft het land aan huiswerk, althans heeft byna iedere vrouw enkele gere geld terugkeerende karweitjes in de huishou ding, die zij zeer ongaarne verricht. Er zijn tallooze vrouwen, die zich vroeger konden veroorloven het minst aantrekkelijke werk door een dienstmeisje te laten verrichten en die nu zelf moeten aanpakken. En nu komen wy aan het punt: waarom hebben zooveel vrouwen een hekel aan huis werk? O.i. hoofdzakelijk omdat zooveel vrouwen er in haar werk onaantrekkelijk en onvoordeelig uitzien. Hoe komt dit? Doordat zy een afge dankte middagjurk voor in haar werk goed genoeg vinden, en sommigen bepaald uitblin ken in het koopen van saaie, onflatteuze schorten. Doordat zij 's morgens geen aandacht besteden aan haar kapsel, en haar handen ver- waarloozen. Dit alles kan anders zyn. Met een klein beetje zorg en nagedachte en heel weinig kosten kan iedere vrouw er, óók in haar werk, frisch en verzorgd uitzien. Als het even kan, neemt dan voor in Uw werk een eenvoudige maar behoorlijk-zittende en niet te lange rok en twee waschbare blouses. Draagt darover een witte verpleeg- stersjas met mouwen, die bijna elke vrouw flatteert, of als deze U te gauw vuil is, dan ten minste een fleurig mouwschort in helgroen, helblauw of rood met wit. Neemt de moeite om ook in Uw werk Uw haar eens op te kammen en er een rechte scheiding in te trekken. Natuurlijk kunt U niet steeds op splinternieuwe schoenen loopen, en draagt U de oudere in Uw werk, maar zorgt dat de schoenen behoorlijk gepoetst en de hakken recht zijn. Met behulp van een paar rubber-handschoe nen van een kwartje, een halve citroen en dagelijks 10 minuten zorg aan de handen besteed, knut U zich vrijwaren voor de ge hate „werkhanden". En tenslotte vereischen ook bedden-opma ken en afwasschen niet beslist een glimmen- den neus, wanneer U gewoon is op andere momenten van poeder gebruik te maken. Vrouwen, die bovengenoemde wenken op volgen zullen ontdekken, dat ze zich veel prettiger voelen en dat het huiswerk haar veel minder tegenstaat. Dat komt, omdat elke vrouw het, hetzij bewust of onbewust, hoogst onaangenaakm vindt om dagelijks urenlang in een toestand te verkeeren, waarin zy maar liefst door niemand gezien wil Wor den. Dit geeft haar een wrok tegen het werk, dat haar ertoe brengt, er zoo by te loopen en wij hebben net gedemonstreerd, dat zij zich daartoe niet behoeft te laten brengen. Dat is meer een kwestie van een klein beetje nagedachte en moeite, dan van geld. En het prettig besef, er te allen tijde toon baar uit te zien en door een ieder gezien te jnogen worden, weegt o.l. ruimschoots op tegen dat beetje aandacht en moeite, die noodig zyn om dit te bereiken. Dr. JOS DE COCK. VOOR DE Zakgeld voor het kind? Geeft gij uw kind zakgeld? Ziedaar een vraag, welke alleszins waard is nader besproken te worden. De meesten onzer nennneren zich zeker nog wel, hoe ze als kin deren iederen Zaterdag hun zakgeld kregen. Och, het was niet zooveel: een paar centen was destyds al veel, maar we konden er toch wat fijn voor koopen. Bij school had je een of meer snoepwinkeltjes, waar je voor een cent heel wat kreeg. Een cent om te versnoepen, een cent voor een spaarzegel en de rest voor het schoolreisje, zoo was de situatie bij mij onge veer. Later werd het zakgeld regelmatig iets hooger en kwam het van drie of vijf centen op tien centen per week. Dat was al een kapi taal! Eigenlijk konden we niet zonder zakgeld, we hadden zooveel te sparen. Sparen voor de schoolreis, voor verjaardaggeschenken voor vader en moeder, broertjes of zusjes, voor een cadeautje voor meester, enz. enz. En iederen Zaterdag, wanneer het „tractement-beuren" was, moesten we verantwoording doen van de wyze waarop we het geld van de vorige week hadden gebruikt. Hadden we wat veel gesnoept vader zei: Te veel bij de „snoepbank" ge bracht, dan werd ons voor gehouden, dat dit niet de bedoeling kon zijn van het zakgeld, waarvoor vader en moeder toch eerst hadden moeten werken! Vader toonde ons aan, hoe het snoepgeld verloren geld was en spaarcen ten steeds vermeerderden, terwijl je sliep zelfs. Na een dergelijke vaderlijke vermaning zorg den wy, dat het volgende verslag meer in over eenstemming zou zijn met de wenschen onzer ouders. De vraag, of de kinderen wel of niet zakgeld moeten hebben, wordt verschillend beantwoord Sommigen zien er ernstige gevaren in. Zy redeneeren: Wanneer een kind zakgeld heeft, zal het lichter geneigd zijn tot snoepen. Persoonlijk kan ik zeggen, dat het by my juist andersom was. Wanneer ik een week zonder zakgeld was, dan kostte me het moeite, het snoepwinkeltje voorby te loopen, hetgeen anders gemakkelijk vieL Het zakgeld maakte my juist zuinig. Zakgeld stelde my in staat mee te sparen op de scholen door het sparen werd ik spaarzaam. Konijnen, vodden, oud ijzer, ja weet ik al, brachten centen op en hQQ gelukkig was ik, waaneer mijn zegelkaart weer eens vol was en ik voor Meester het spaarboekje mee moest brengen! Een goed rapport werd by ons thuis beloond. Het bedrag ging naar den meester, die er weer zegeltjes voor gaf. Weliswaar zyn de tyden veranderd en is de waarde van het geld tegenover hetgeen men ervoor krygen kan niet meer zooals vroeger en is er aan den anderen kant juist in onzen tyd zooveel armoede door werkloosheid, het verlangen naar het bezit van bepaalde dingen, te verkrygen na het besparen van een zeker bedrag, is by het kind nog steeds aanwezig. Onze jeugd mag dan tegenover vele dingen nuchterder en practischer staan, het kan ech ter niet ontkend worden dat in ieder huisgezin een verjaardag van de ouders byv. een dag vormt, waarvoor de kinderen zich dagen van te voren willen inspannen. Het geven van een geschenkje, hoe klein ook, behoudt zyn bekoring en waarde! Maar geven van vaders of moeders centen is niet prettig. Een kind wil het geld uit zyn spaarpot halen. Het wil iets offeren. En offeren kan men alleen het eigene.... Maar om iets te. offeren moet men iets bezitten. Een kind kan alleen door sparen op zyn zak geld tot bezit komen. Dus... zakgeld aan het kind. Dwaas is het, het kind groote bedragen te geven. Dat kan nooit de bedoeling zyn. Hier mede kan men juist snoepery en verkwisting in het leven roepen. Men geve het kind zooveel dat het iets voor zich zelf kan houden en de rest kan besparen. Dit laatste moet men het kind vroeg leeren. Ervaringen met het sparen van 1-centszegels van de R. P. S. hebben mij bewezen, dat het kind graag spaart en vooral wanneer dit met een groot aantal kinderen tegeiyk geschiedt. Ik heb het probleem van het zakgeld hierboven aan de orde gesteld, in de hoop, dat er lezers (essen) zullen ryn, die in deze rubriek hun meeningen en ervaringen zullen weergeven. Dergeiyke problemen kun nen niet genoeg belicht worden en elke erva ring. hoe onbeteekenend zy ook moge ïyken, kan ons helpen wegen te vinden, welke leiden tot ons aller doel: De beste opvoeding van het kind.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 11