Raad Zuidscharwoude. Raad Anna Paulowna Begrafenis Burgemeester ven Broei op Langendijk Raad Wieringen Donderdag 1 Juli 1937 Tweede blad nieuwd hoe deze zaak zich verder ontwikkelt en vraagt of er nog maatregelen worden ge nomen en zoo ja, of die persoon zich nu ont houdt van 't voeren van eenige politieke actie. De Voorzitter antwoordt, dat niet is ko men vast te staan, wie zich aan het beklad den van openbare gebouwen hebben schuldig gemaakt. Wel heeft de politie vermoeden, maar zij heeft niet kunnen constateeren wie het gedaan hebben. Er is dan ook geen pro ces-verbaal opgemaakt. Bij het verhoor is ge bleken, dat de buitenlander dien de heer Bontkes op 't oog heeft, als bijlooper be schouwd moet worden. Spr. gelooft niet dat die persoon zich met een politieke actie be zig houdt, ook niet in de richting die de heer Bontkes denkt. Bedoelde persoon erken de de fout en heeft toezegging gedaan dat hij zich niet met politieke actie zou inlaten. De heer Bontkes vraagt of er al antwoord is gekomen op het aan den Minister van Sociale Zaken gericht verzoek tot verhoo ging van het steunbedrag. De Voorzitter antwoordt, dat nog geen ant woord is ontvangen. Hierna sluiting. Installatie nieuw raadslid. De heer C. Kramer met algemeene stemmen tot wethouder geko zen. Het salaris van den doodgraver is te laag. Bij de begrooting 1938 zal hierop wor den teruggekomen. Ged. Sta ten verzoeken kleine wijzigingen te willen aanbrengen in suppl. begrootingen. De raad vindt het goed. Kan hij anders? Al- en overschrijvingen. De raad dezer gemeente vergaderde Woensdagavond, te acht uur in het gemeen tehuis. Ale leden waren tegenwoordig. Voorzitter de heer Jhr. A. L. van Spengler burgemeester, Secretaris de heer G. G. Post. Voorzitter opende de vergadering met woorden van welkom, in het bijzonder tot den heer Van Kleef, wien Voorzitter eeni ge hartelijke woorden toesprak naar aanlei ding van zijn benoeming tot lid van den raad. Hierna legde de heer Van Kleef de ver- eischte eeden af in handen van den Voor zitter. Voorzitter zeide, dat de heer Van Kleef nu treedt in de plaats van den heer Groen. Hij hoopte, dat hij de voestappen van zijn voorganger mag drukken. De belangen van den tuinbouw, waarmee het bestaan der gemeente staat of valt, vin den in den heer Van Kleef een even warm verdediger als in den heer Groen. De heer Van Kleef dankte voor deze har telijke woorden. Een nieuwe wethouder. Hierna werd overgegaan tot de benoe ming van een wethouder. Benoemd werd de heer C. Kramer met algemeene stemmen. De heer Kramer nam deze benoeming aan onder dankzegging voor het in hem gestel de vertrouwen. Het zal voor spr. niet alijtd gemakkelijk zijn, de aan de functie verbon den werkzaamheden te vervullen, in ver band met zijn beroepsbezigheden. Spr. deed een beroep op de goede medewerking van Voorzitter en den wethouder, om 't hem mo gelijk te maken, zijn werkzaamheden te ver richten. Spr. zal steeds alles doen om zijn functie naar behooren te vervullen. Algemeene felicitatie volgde. Voorzitter sprak de beste wenschen uit. De heer Kramer is de nestor van den raad, hetgeen beteekent, dat hij reeds 20 jaar deel uitmaakt van den raad, dat een goede voor bereiding is voor de nieuwe functie. Spr. zegde medewerking toe. wat betreft de sa menwerking in het college. Het verheugde spr., dat het college weer voltallig is. Een groot verschil in de werkzaamheden is dat thans de autonomie van het gemeentebe stuur een flinke veer heeft moeten laten. Daar zult u wel wat aan moeten gewennen. Voorzitter dacht daar zelf nooit aan te kun nen wennen. Hiermee werd de heer Kramer geïnstal leerd verklaard. Bij brief van 22 Juni deelden Ged. Staten mede, dat de gem. begrooting 1936 goedge keurd is. Ontvangen was voorts de gesloten reke ning over het dienstjaar 1935, met de bij- behoorende rekeningen der gemeenschappe lijke lichtbedrijven. Aanwezig was het proces-verbaal van op neming van kas en boeken bij den gem.- ontvanger. In kas was en moest zijn een bedrag van f 452.29. Van het gemeentebestuur te Noordschar- woude was de rekening van de gemeen schappelijke U.L.O.-sehool ontvangen. Het voordeelig saldo was f 145.29, waarvan f 48.43 voor deze gemeente. Het salaris van den doodgraver De heer C. Hart, doodgraver, verzocht den raad zijn jaarwedde met f 50 te willen ver- hoogen. Eén lid van het college stelt voor afwijzend te beschikken op dit ver zoek, aangezien de jaarwedde van den doodgraver slechts enkele jaren geleden in overeenstemming is ge tracht met de aan deze functie ver bonden werkzaamheden. Een ander lid van het college stel de voor het verzoek in te willigen, omdat de werkzaamheden nog zijn toegenomen en de tegenwoordige functionnaris de begraafplaats goed onderhoudt. De heer Bakker onderschreef het adres van den heer Hart. De begraafplaats wordt perfect onderhouden. Een verhooging is zeer gei echt vaardigd. Per uur berekend zal de man zeer weinig verdienen. Voorzitter herinnerde er aan dat de dood gaver pas eerst voor kort is aangesteld. Hij wist wat het salaris was. In soortgelijke ge-' meenten is de belooning niet hooger. Spr. erkende, dat de begraafplaats goed onder houden wordt. Bij een indertijd door den rijksaccountant gehouden onderzoek heeft het moeite gekost verlaging te voorkomen, waarom spr. de verhooging weinig kans geeft De heer Du Burck vond het argument, dat de man wist wat hij zou verdienen niet juist. Het is wel meer gebeurd, dat een ambtenaar, die wist wat hij zou verdienen, later om verhooging vroeg. Spr. meende, dat Hart nu wist, hoeveel werk er aan was, waarom hij nu opslag vraagt. Spr. is voor verhooging. Alles wordt keurig onderhou den, bovendien is het kerkhof nog uitge breid ook. De heer Hart is als geknipt voor dit baantje, meende spr. Iedereen kan het werk niet doen. De heer Kramer vroeg of deze verhooging direct zou kunnen worden toegepast; moet het. niet. op de nieuwe begrooting? Voorzitter is niet tegen aanhouding tot de begrooting, doch meent, dat dit. illusies schept. De vergoeding is volgens spr. vol doende. De heer Weel vond de bel<?oning aan den lagen kant. Spr. zag ook de bezwaren van den heer Kramer en stelde voor, de vergoe ding met ingang van 1938 te verhoogen. De heer De Geus merkte op, dat was ge vraagd of het direct kon ingaan. Voorzitter had niets tegen aanhouding van het voorstel. De heer Du Burck kan zich met het uit stel tot de begrooting vereenigen, waartoe besloten werd. Het Hoofdbestuur van het Witte Kruis ver zocht een subsidie te mogen ontvangen ten behoeve van de door de verceniging geëx ploiteerde ontsmettingsinrichtingen. B. en W. stelden voor dit verzoek te be handelen bij de begrooting 1938. Alzoo be sloten. Ged. Staten verzochten, de schoolgeldver ordening zoodanig te wijzigen, dat de ver hooging in een hoogere klasse niet minder bedraagt dan die in een lagere klasse. B. en W. stelden voor, hieraan te voldoen. Na een kleine opmerking van den heer Kramer werd het voorstel aangenomen. Ged. Staten zonden terug de wijziging van de begrooting 1936 met eenige aanmerkingen van administratieven aard. B. en W. stelden voor aan deze opmerkin gen te voldoen. Eenzelfde voorstel deden B. en W. ten aan zien van de derde suppl. begrooting 1936. Aldus besloten. Gebruik van destructor. B. en W. stelden voor, te besluiten tot aan sluiting bij de destructor voor afgekeurd vee en vleesch te Barsingerhorn en daar toe toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling. Voorzitter lichtte dit voorstel uitvoerig toe, waarna de Raad met het voorstel accoord. ging. Hondenbelasting. B. en W. stelden voor, het kohier der hon denbelasting voor 1937 vast te stellen op f306.—. Aldus vastgesteld. Af- en overschrijvingen 1936. B. en W. stelden voor de 4e suppl. begroo ting 1936 vast te stellen tot een totaal bedrag van f 4539.53. Voorzitter geloofde niet, dat het resultaat gunstiger zal zijn dan vorige jaren. De heer Dijkhuizen had nog eenige bezwa ren, omdat sommige posten waren overschre den. Dit mocht toch niet van Ged. Staten, zonder voorafgaande suppl. begrooting. Spr. noemde als voorbeeld straten en pleinen en de ambtswoning, welke posten waren over schreden, terwijl eGd. Staten deze laatste eerst wilden verlagen. De Voorzitter meende, dat men vooruit had kunnen zeggen, dat de post onderhoud straten en pleinen zou worden overschreden. Het on derhoud moet toch eens geschieden. Voorzitter noemde als een voorbeeld de Kromme Brug, welks brugdek in 1937 heelemaal vernieuwd moest worden. Voorzitter lichtte de verschillende posten nader toe. Men kan er niets aan doen. Is mijnheer Dijkhuizen bevredigd? De heer Dijkhuizen haalde de schouders op en knipoogde eens, waaruit wij opmaken, dat hij niet geheel bevredigd is. Na rondvraag volgde sluiting. Zeer groote belangstelling Woensdagmiddag om drie uur werd het stoffelijk overschot van wijlen den burge meester van Broek op Langendijk, den heer P. Slot op de algemeene begraafplaats tor aarde besteld. Voor deze teaardebestelling bestond zeer groote belangstelling. Onder de aanwezigen op de begraafplaats merkten wij o.m. op de Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw, den lieer F. V. Valstar, tevens voorzitter van het Centraal Bureau der veilingen in Nederland; de heer ir. Van der Plassche, Hoofdinspecteur van den Tuinbouw, de Rijkstuinbouwconsulent de heer ir. Rietze- ma te Hoorn, de heer Jac. Groen Az., lid der Tweede Kamer, de burgemeesters van verschillende omliggende plaatsen, t.w. No- let van Warmenhuizen en Harenkarspel, Kikkert, van Midden Beemster, tevens Rijksinspecteur der werkverschaffing, Jhr. A. L. van Spengler, van Noord- en Zuid scharwoude, Kroonenburg van Sint Pancras Wijnveldt van Oudkarspel, en Schrijnder van Grootebroek. Verscheidene vertegen woordigers van de Provinciale Commissie uit de Veilingen in Noord-Holland, van de Veilingsverecniging Warmenhuizen en om streken, van den Noordermarktbond te Noordscharwoude, bestuursleden van de Langendijker Groenten centrale, vertegen woordigers van de Koophandel, voorts nog verschillende vertegenwoordigers van diver se corporaties, te veel om op te doemen. Ook van de zijde der gemeentenaren was de belangstelling zeer groot. Allereerst sprak ds. Donner, die er op wees, welk een verlies de echtgcnoote en de kinderen door het overlijden van den man en vader lijden. Het woord van den Apostel: Zijn leven was hem Christus en zijn ster ven hem gewin, is op den overledene van toepassing. In hem is veel weggenomen. Hij leefde uit Christus en wij mogen God danken, dat Hij hem ons heeft gegeven. Hij is ingegaan in de eeuwige vreugde, zijn Heiland eeuwig te volgen en te verheerlijken. Hierna sprak de loco-burgemeester, de heer C. Oyevaar een rede uit. Wanneer wij staan aan de geopende groe ve van onzen Burgemeester zoo zeide spr. o.m. om met een laatste groet afscheid van hem te nemen, dan gevoelen wij onwillekeu rig dat op dit oogenblik zich een periode afsluit voor de gemeente welke een bijzon der geheel vormt op zich zelf. Onze gedachten gaan terug tot 14 Juli 1921 toen de Installatie plaats had van Burge meester Slot en wij zien hem in de kracht zijner jaren optreden als Burgemeester de zer gemeente. Hoe weinig vermoedden wij toen welke donkere jaren voor onze gemeente aanstaan de waren en hoe heeft Burgemeester Slot getoond niettegenstaande de jaren van hoogconjunctuur voorbij waren, nog zooveel tot stand te kunnen brengen, gedreven en bezield door liefde tot de gemeente welke hij niet slechts wilde besturen doch die hij besturende ook wilde dienen. Waar wij thans staan aan zijn laatste rustplaats daar willen wij namens den Raad en hiermede namens de gansche gemeente onze waardeering uitspreken voor zijn ar beid en zorg aan de gemeente besteed. Dat hij dit alles heeft kunnen doen vindt zijn oorzaak daarin, dat hij zich bewust was door God geplaatst te zijn op een verant woordelijke plaats in het maatschappelijke leven. Getrouw aan zijn roeping heeft hij talenten gebruikt in het belang der gemeen te en bij onze waardeering voegen wij dan ook onzen innigen dank in de eerste plaats aan hemzelf, vervolgens aan zijn gezin dat hem zoo menigmaal moest afstaan tot be hartiging van publieke belangen, maar bo venal aan God die ons in hem iemand heeft gegeven die met en voor ons wilde werken aan de belangen der gemeente. Is het echter voor ons als gemeente een droevig verlies, hoeveel zwaarder moet het zijn echtgenoote en kinderen treffen, aan wie hij met zulke hechte banden verbon den was. Die hem van nabij gekend heb ben weten dat zijn rijk familieleven temid den van zijn echtgenoote en kinderen door hem als één van Gods groote gaven werd ontvangen en gewaardeerd. Onze innige deel neming gaat dan ook uit naar zijn naaste verwanten. Sterke God U in deze moeilijke uren. Hij die de blijdschap geeft schenkt ook 't verdriet, maar in de uren van droefheid wil Hij nabij blijven met Zijn vertroostingen en roept Hij 't zelf in Zijn Woord bemoe digend toe: „Die, in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven." De Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw, voorzitter van het Centraal Bu reau voor de Veilingen in Nederland sprak ongeveer als volgt: Mevrouw Slot, kinderen, kleinkinderen en vrienden van den overledene, de Nederland- sche Tuinbouw is vandaag ook gekomen om afscheid te nemen van den medestrij der Slot, Spr. herinnerde aan een bezoek van eenige maanden geleden, toen spr. bij den thans overleden heer Slot kwam, om in ver band met dien gezondsheidstoestand ver schillende zaken te bespreken. Ook is toen gesproken over de vraag, of de tijd niet voor den heer Slot was gekomen, om het vice-voorzitterschap van het Centraal Bu reau neer te leggen. Toen daarover gespro ken werd, kwam er een traan in zijn oogen en zeide hij, dat niet te kunnen loslaten. Toen heeft de overledene verschillende werk zaamheden losgelaten behalve zijn vice- voorzitterschap. Twintig jaren lang heeft de overledene zich geheel gegeven aan den tuinbouw en tweemaal heeft hij medegemaakt de groote moeilijkheden, waarmede de tuinbouw te kampen had. Hij had nog zoo gaarne mede-, gewerkt om ook deze tweede slechte perio de te ovenvinnen. Men zegt wel eens, hij is te vroeg gestor ven. Dat kan men niet zeggen, want Gods tijden zijn andere tijden. Wij zijn dankbaar voor wat hij heeft gedaan. Spr. hoopte, dat zijn voorbeeld navolging mag vinden en wenschte hem de rust toe, die God hem geschonken heeft. De oudste zoon van den overledene sprak een kort dankwoord tot de sprekers en tot de overige belangstellenden, waarna gezon gen werd ps. 145:6, De Heer is recht in al Zijn werk. Hiermede was de plechtigheid geëindigd en verliet men diep onder den indruk de begraafplaats. Diverse hamerstukken. Conversie geldleeningen. In beroep tegen een beslissing van Ged. Staten. Heeft een Duitscher zich schul dig gemaakt aan het voeren van politieke actie? Vergadering van den Raad op Woensdag 30 Juni 1937, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemees ter; Secretaris de heer C. F. v. Duin. Afwezig is de heer Lont. Na opening volgt lezing der notulen, die onveranderd worden vastgesteld. Ingekomen stukken Ingekomen zijn: van Ged. Staten bericht van goedkeuring van de verordening tot 't heffen van 75 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting voor het belasting jaar 1937—1938; het jaarverslag van de Al gemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer en een tweetal boek werken. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Tegemoetkoming in de vervoer kosten van leerlingen van lage re scholen. B. en W. stellen voor de aanvrage van J. Toren om tegemoetkoming, ingevolge art. 13 der lager onderwijswet 1920, in de kos ten, verbonden aan het bezoeken door zijn kinderen van de Chr. Nat. lagere school te Den Oever, in te willigen. Aldus wordt besloten. k. Verlaging presentiegeld leden stembureaux. Van Ged. Staten is een missive ontvan gen .waarbij wordt medegedeeld, dat ge meenten, die een extra-bijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds ontvangen, aan leden van stembureaux, hetzij voor presen tiegeld, hetzij voor verteringen, hetzij voor beide tezamen, geen hooger bedrag mogen toekennen dan f 4.per lid en per dag, eventueele vervanging daaronder begrepen. Aangezien Wieringen tot deze categorie ge meenten behoort, stellen B. en W. voor de verordening, regelende het presentiegeld, dienovereenkomstig te wijzigen. Het presentiegeld bedroeg tot nu f5.—. Conform het voorstel van B. en W. wordt zonder discussie besloten. Conversie geldleeningen. B. en W. stellen voor te besluiten tot het aangaan van een geldleening groot f239700, tegen een rente van 4 ten einde hierme de af te lossen het restant van een tweetal andere leeningen. pro resto nog bedragende f144300,en f95400,waarvan de rente percentages respectievelijk en 4*4 zijn. Bij vervroegde aflossing zal over het extra af te lossen bedrag een vergoeding van 1 verschuldigd zijn. Aldus wordt besloten. Intrekking verordening tot ver mindering van de personeele be lasting voor motorrijtuigen. Van Ged. Staten is bericht ontvangen, dat in verband met de noodlijdendheid der ge meente, bij hen bedenking bestaat tegen de door den Gemeenteraad vastgestelde veror dening tot verlaging van de personeele be lasting. naar de vijfde grondslag (motorrij tuigen). B. en W. verwachten van den betrokken Minister geen gunstiger resultaat en stellen mitsdien voor de betreffende verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 Febr. jl. in te trekken. Wordt goedgevonden. In beroep. In afwijking van hun eerder ingenomen standpunt, hebben de Ministers van Binnen- landsche Zaken en Financiën beslist, dat voor de toepassing van de nadien gewijzigde Financieele Verhoudingswet als armenzorg uitgaven tevens moeten worden aange merkt de kosten van ondersteuning van: le. werklooze personen, die in verband met hun leeftijd niet onder de algemeene steunregeling voor werkloozen konden wor den gebracht; 2e. werklooze personen die in verband met het aangaan van een huwelijk van de toe passing van de algemeene steunregeling .voor werkloozen waren uitgesloten; 3e werklooze personen, die vóór hun werk loosheid niet in loondienst waren (z.g. klei ne baasjes) en deswege van de toepassing van de algemeene steunregeling voor werk loozen waren uitgesloten. Volgens vroeger ingenomen standpunt wprden deze kosten als werkloozenuitgaven beschouwd en werden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de uitkee- ring aan de gemeenten ing. de Fin. Ver houdingswet. In verband hiermede stellen B. en W. voor beroep in te stellen togen de besluiten van Ged. St. tof vaststelling van de factor U ing. 't Fin. Verhoudingsbesiuit, waarbij bedoelde uitgaven wel als werkloosheidsuitgaven zijn aangemerkt. Zonder discussie wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. De Raad hecht zijn goedkeuring aan de door B. en W. voorgestelde af- en overschrij vingen dienst 1936. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer J. Bosker, bevelen B. en W. ter benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand aan: 1. O. Bosker .Tz.; 2. J. Tijsen Jz. Tot stemming overgaande, wordt de heer O. J. Bosker met 9 stemmen benoemd; 1 stem werd blanco uitgebracht. De heer Bosker neemt de benoeming aan. De rondvraag. Het beklad den van openbare gebouwen. De heer Bosker zegt, dat voor de verkie zing eenige strubbeling is ontstaan, doordat menschen zich hebben schuldig gemaakt aan het bekladden van andermans eigen dommen, ja zelfs van openbare gebouwen. Spr. meent te weten dat die personen be kend zijn en proces-verbaal is opgemaakt en dat bij die personen ook een buitenlander, een Duitscher was, die volgens de bepaling zich dient te onthouden van iedere politieke actie. Die bepaling heeft dien buitenlander toch niet belet zich met de door spr. be doelde zaak bezig te houden. Spr. is zeer be Het basis-uurloon voor de werk loozen. Een uitbreidingsplan. De pers wordt verrast met een langdurige comitézitting. De heer Wieger Bruin verschijnt ten tooneele. Vergadering van den Raad op Woensdag 30 Juni 1937, des avonds S uur. Voorzitter de heer G. J. Lovink, burge meester; secretaris de heer C. Keijzer. Alle leden zijn aanwezig. Er is 1 vacature. De Voorzitter opent de vergadering. Na een opmerking van den heer Dekker worden de notulen vastgesteld. Mededeelingen. Van de mededeelingen vermelden we, dat van den Minister van Sociale Zaken bericht is ontvangen, dat hij geen vrijheid kan vin den om deze gemeente ten aanzien van het tarief van steun verleening in een hoogere klasse te rangschikken en het basis-uurloon voor de werkloozen, die bij de werkverschaf fing zijn geplaatst, met 2 cent te verhoogen. De heer Hooimeijer vraagt of B. en W. zich bij deze beslissing denken neer te leggen. De Voorzitter zegt dat de Minister niet aan de verhooging in verband met den duur- deren levensstandaard wil. Uit het onder zoek is gebleken, dat de gemeenten Lisse, Hillegom en Sassenneim in de 6e klasse zijn geplaatst en het basis-uurloon 32 cent is. In onze gemeente is het basis-uurloon echter 26 cent, 8e klasse. De heer Dekker is overtuigd, dat als op die motieven verhooging wordt gevraagd, de gemeenten Lisse, Hillegom en Sassenheim dan in een hoogere klasse zullen worden ge plaatst. De heer Hooimeijer meent, dat de verhoo ging ook niet op die gronden gevraagd be hoeft te worden. Spr. wijst op de slechte verhouding jegens omliggende plaatsen, waar de werkloosheid niet in zoo sterke mate lieerscht en daardoor het inkomen van de arbeiders hooger is. De heer Lubbert wil den Minister toch op het contractloon wijzen en op het verschil in basis-uurloon. De lieer Dekker noemt nog als duistere zaak, dat te Wieringerwaard het basis-uur loon 27 cent is, te Barsingerhorn 25 cent. De Voorzitter zegt toe, dat de Minister op het verschil in het basis-uurloon zal worden gewezen. De heer Dekker vraagt, of er nog een mo tiveering door den Minister wordt gegeven. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Van den Rijksinspecteur voor de werkver schaffing is bericht ontvangen, dat de werk verschaffing en steunrogling in deze ge meente zal worden stopgezet van 5 Juli tot en met 28 Augustus 1937. Er mogen in dien tijd 10 arbeiders in zorg blijven, als uitzon dering mogen deze 10 persdnen in de steun regeling worden opgenomen; immers, als centraal werkobject zou voor deze gemeente gelden de Wiermgermeer en gewezen is op de autobuskosten om de menschen daar te werk te kunnen stellen. De heer Dekker vraagt naar de te nemen maatregelen, als het aantal werkloozen bo ven 10 komt. Spr. is aan de hand van de cijfers van verleden jaar er van overtuigd dat dit het geval zal worden. Thans is het aantal 46. De Voorzitter zegt, dat die menschen dan naar het Burgerlijk Armbestuur verwezen zullen tnoetcn worden, De heer Dekker merkt op, dat in bijzon dere gevallen wel van de regeling kan wor den afgeweken. De Voorzitter zegt, dat dit ook wel gepro beerd zal worden. De heer Dekker acht de termijn, wat het klaar zijn van den oogst betreft al bijzonder ongelukkig gekozen. De heer Keuris zegt, dat het noodig zal blijken te zijn van dat cijfer van 10 af te komen. Burgemeester Lovink zorgt voor een verrassingl De heer Wieger Bruin komt ten tooneele. Ook de gemeente-op zichter wordt op dit late avond uur nog ontboden. En de pers wacht maarl De Voorzitter deelt dan den Raad mede, dat de heer Wieger Bruin ten raadhuize is en den raad nog een en ander heeft te vertellen. Spr. schorst dus de vergadering en verzoekt de persvertegenwoordigers de vergade ring te verlaten. Spr. geeft ook or der den gemeente-opzichter Hoep op te bellen en hem te vragen zoo spoe dig mogelijk ten raadhuize te ver schijnen. Voorzien van diverse teekeningen komt de heer Wieger Bruin, architect te Amster dam en adviseur van de commissie van ad vies voor bouwontwerpen, ter vergadering. Op de agenda wordt niet geen letter over deze zaak gerept. Bijzonder beleefd jegens raad en pers leek ons deze gang van za ken niet! Of waren de raadsleden op de hoogte van dit belangrijk intermezzo!? Tijdens het wachten hooien wc dat den heer Naastepad, die den heer Wieger Bruin naar den trein zou brengen, wordt medege deeld, dat „de heer Wieger Bruin overblijft" De hoop dat de comitézitting dus te onge veer kwart voor tienen zal worden opgehe ven, is dus weer vervlogen! Een uitbreidingsplan, dat in ge heime zitting wordt vastgesteld! Na ruim U/2 uur wachten wordt dan de openbare vergadering heropend. Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat besloten is voor een gedeelte van de gemeente, omvattende de Kleine sluis, een uitbreidingsplan vast te stellen. Op voorstel van B. en W. worden enkele aanslagen in de belasting op de honden en het schoolgeld oninbaar verklaard. Op een verzoek 0111 ontheffing van school geld wordt gunstig beschikt, terwijl behan deld worden verzoeken om tegemoetkoming in de kosten van vervoer ingevolge art. 13 der Lager Onderwijswet. Onderzoek geloofsbrieven. De geloofsbrieven van 't nieuw benoemde lid van den raad, mevr. A. Borst—-geb. Lief hebber worden onderzocht door de heeren Lubbert, Hooimeijer en Kuiken. Deze commissie adviseert tot toelating, waartoe de raad besluit. Vastgesteld wordt een verordening tot aanwijzing van de ambten en betrekkingen door capitulanten te vervullen. De betrek king van chauffeur-werkman van den vuil- nisdienst moet als zoodanig worden aange wezen. De heer Kuiken oordeelt dat de militairen zich op het platteland niet zoo thuis zul len gevoelen. De heer Keuris merkt op dat B. en W. getracht hebben er aan te ontkomen, maar zonder succes. Goedgekeurd wordt de begrooting van 't Burgerlijk Armbestuur over 1937. De raad vereenigt zich met de door B. en W. voorgestelde besluiten tot wijziging van de begrootingen voor 1936 en 1937. De rondvraag. De heer Kloosterman wil de Zondagsrust meer gehandhaafd zien in de gemeente. Slechts in uiterste gevallen zou spr. ver gunning verleend zien. De Voorzitter zegt dat slechts in geval 't gaat om het binnenhalen van goederen en vruchten wel eens vergunning wordt ver leend; spr. zal er strenger op toezien. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5