Raad Zuidscharwoude.
Raad Anna Paulowna
Begrafenis Burgemeester
ven Broei op Langendijk
Raad Wieringen
Donderdag 1 Juli 1937
Tweede blad
nieuwd hoe deze zaak zich verder ontwikkelt
en vraagt of er nog maatregelen worden ge
nomen en zoo ja, of die persoon zich nu ont
houdt van 't voeren van eenige politieke
actie.
De Voorzitter antwoordt, dat niet is ko
men vast te staan, wie zich aan het beklad
den van openbare gebouwen hebben schuldig
gemaakt. Wel heeft de politie vermoeden,
maar zij heeft niet kunnen constateeren wie
het gedaan hebben. Er is dan ook geen pro
ces-verbaal opgemaakt. Bij het verhoor is ge
bleken, dat de buitenlander dien de heer
Bontkes op 't oog heeft, als bijlooper be
schouwd moet worden. Spr. gelooft niet dat
die persoon zich met een politieke actie be
zig houdt, ook niet in de richting die de
heer Bontkes denkt. Bedoelde persoon erken
de de fout en heeft toezegging gedaan dat
hij zich niet met politieke actie zou inlaten.
De heer Bontkes vraagt of er al antwoord
is gekomen op het aan den Minister van
Sociale Zaken gericht verzoek tot verhoo
ging van het steunbedrag.
De Voorzitter antwoordt, dat nog geen ant
woord is ontvangen.
Hierna sluiting.
Installatie nieuw raadslid. De
heer C. Kramer met algemeene
stemmen tot wethouder geko
zen. Het salaris van den
doodgraver is te laag. Bij de
begrooting 1938 zal hierop wor
den teruggekomen. Ged. Sta
ten verzoeken kleine wijzigingen
te willen aanbrengen in suppl.
begrootingen. De raad vindt
het goed. Kan hij anders?
Al- en overschrijvingen.
De raad dezer gemeente vergaderde
Woensdagavond, te acht uur in het gemeen
tehuis. Ale leden waren tegenwoordig.
Voorzitter de heer Jhr. A. L. van Spengler
burgemeester, Secretaris de heer G. G. Post.
Voorzitter opende de vergadering met
woorden van welkom, in het bijzonder tot
den heer Van Kleef, wien Voorzitter eeni
ge hartelijke woorden toesprak naar aanlei
ding van zijn benoeming tot lid van den
raad.
Hierna legde de heer Van Kleef de ver-
eischte eeden af in handen van den Voor
zitter.
Voorzitter zeide, dat de heer Van Kleef
nu treedt in de plaats van den heer Groen.
Hij hoopte, dat hij de voestappen van zijn
voorganger mag drukken.
De belangen van den tuinbouw, waarmee
het bestaan der gemeente staat of valt, vin
den in den heer Van Kleef een even warm
verdediger als in den heer Groen.
De heer Van Kleef dankte voor deze har
telijke woorden.
Een nieuwe wethouder.
Hierna werd overgegaan tot de benoe
ming van een wethouder. Benoemd werd
de heer C. Kramer met algemeene stemmen.
De heer Kramer nam deze benoeming aan
onder dankzegging voor het in hem gestel
de vertrouwen. Het zal voor spr. niet alijtd
gemakkelijk zijn, de aan de functie verbon
den werkzaamheden te vervullen, in ver
band met zijn beroepsbezigheden. Spr. deed
een beroep op de goede medewerking van
Voorzitter en den wethouder, om 't hem mo
gelijk te maken, zijn werkzaamheden te ver
richten. Spr. zal steeds alles doen om zijn
functie naar behooren te vervullen.
Algemeene felicitatie volgde.
Voorzitter sprak de beste wenschen uit.
De heer Kramer is de nestor van den raad,
hetgeen beteekent, dat hij reeds 20 jaar deel
uitmaakt van den raad, dat een goede voor
bereiding is voor de nieuwe functie. Spr.
zegde medewerking toe. wat betreft de sa
menwerking in het college. Het verheugde
spr., dat het college weer voltallig is. Een
groot verschil in de werkzaamheden is dat
thans de autonomie van het gemeentebe
stuur een flinke veer heeft moeten laten.
Daar zult u wel wat aan moeten gewennen.
Voorzitter dacht daar zelf nooit aan te kun
nen wennen.
Hiermee werd de heer Kramer geïnstal
leerd verklaard.
Bij brief van 22 Juni deelden Ged. Staten
mede, dat de gem. begrooting 1936 goedge
keurd is.
Ontvangen was voorts de gesloten reke
ning over het dienstjaar 1935, met de bij-
behoorende rekeningen der gemeenschappe
lijke lichtbedrijven.
Aanwezig was het proces-verbaal van op
neming van kas en boeken bij den gem.-
ontvanger. In kas was en moest zijn een
bedrag van f 452.29.
Van het gemeentebestuur te Noordschar-
woude was de rekening van de gemeen
schappelijke U.L.O.-sehool ontvangen. Het
voordeelig saldo was f 145.29, waarvan
f 48.43 voor deze gemeente.
Het salaris van den doodgraver
De heer C. Hart, doodgraver, verzocht den
raad zijn jaarwedde met f 50 te willen ver-
hoogen.
Eén lid van het college stelt voor
afwijzend te beschikken op dit ver
zoek, aangezien de jaarwedde van
den doodgraver slechts enkele jaren
geleden in overeenstemming is ge
tracht met de aan deze functie ver
bonden werkzaamheden.
Een ander lid van het college stel
de voor het verzoek in te willigen,
omdat de werkzaamheden nog zijn
toegenomen en de tegenwoordige
functionnaris de begraafplaats goed
onderhoudt.
De heer Bakker onderschreef het adres
van den heer Hart. De begraafplaats wordt
perfect onderhouden. Een verhooging is zeer
gei echt vaardigd. Per uur berekend zal de
man zeer weinig verdienen.
Voorzitter herinnerde er aan dat de dood
gaver pas eerst voor kort is aangesteld. Hij
wist wat het salaris was. In soortgelijke ge-'
meenten is de belooning niet hooger. Spr.
erkende, dat de begraafplaats goed onder
houden wordt. Bij een indertijd door den
rijksaccountant gehouden onderzoek heeft
het moeite gekost verlaging te voorkomen,
waarom spr. de verhooging weinig kans
geeft
De heer Du Burck vond het argument,
dat de man wist wat hij zou verdienen niet
juist. Het is wel meer gebeurd, dat een
ambtenaar, die wist wat hij zou verdienen,
later om verhooging vroeg. Spr. meende, dat
Hart nu wist, hoeveel werk er aan was,
waarom hij nu opslag vraagt. Spr. is voor
verhooging. Alles wordt keurig onderhou
den, bovendien is het kerkhof nog uitge
breid ook. De heer Hart is als geknipt voor
dit baantje, meende spr. Iedereen kan het
werk niet doen.
De heer Kramer vroeg of deze verhooging
direct zou kunnen worden toegepast; moet
het. niet. op de nieuwe begrooting?
Voorzitter is niet tegen aanhouding tot
de begrooting, doch meent, dat dit. illusies
schept. De vergoeding is volgens spr. vol
doende.
De heer Weel vond de bel<?oning aan den
lagen kant. Spr. zag ook de bezwaren van
den heer Kramer en stelde voor, de vergoe
ding met ingang van 1938 te verhoogen.
De heer De Geus merkte op, dat was ge
vraagd of het direct kon ingaan.
Voorzitter had niets tegen aanhouding van
het voorstel.
De heer Du Burck kan zich met het uit
stel tot de begrooting vereenigen, waartoe
besloten werd.
Het Hoofdbestuur van het Witte Kruis ver
zocht een subsidie te mogen ontvangen ten
behoeve van de door de verceniging geëx
ploiteerde ontsmettingsinrichtingen.
B. en W. stelden voor dit verzoek te be
handelen bij de begrooting 1938. Alzoo be
sloten.
Ged. Staten verzochten, de schoolgeldver
ordening zoodanig te wijzigen, dat de ver
hooging in een hoogere klasse niet minder
bedraagt dan die in een lagere klasse.
B. en W. stelden voor, hieraan te voldoen.
Na een kleine opmerking van den heer
Kramer werd het voorstel aangenomen.
Ged. Staten zonden terug de wijziging van
de begrooting 1936 met eenige aanmerkingen
van administratieven aard.
B. en W. stelden voor aan deze opmerkin
gen te voldoen.
Eenzelfde voorstel deden B. en W. ten aan
zien van de derde suppl. begrooting 1936.
Aldus besloten.
Gebruik van destructor.
B. en W. stelden voor, te besluiten tot aan
sluiting bij de destructor voor afgekeurd
vee en vleesch te Barsingerhorn en daar
toe toe te treden tot de gemeenschappelijke
regeling.
Voorzitter lichtte dit voorstel uitvoerig toe,
waarna de Raad met het voorstel accoord.
ging.
Hondenbelasting.
B. en W. stelden voor, het kohier der hon
denbelasting voor 1937 vast te stellen op
f306.—. Aldus vastgesteld.
Af- en overschrijvingen 1936.
B. en W. stelden voor de 4e suppl. begroo
ting 1936 vast te stellen tot een totaal bedrag
van f 4539.53.
Voorzitter geloofde niet, dat het resultaat
gunstiger zal zijn dan vorige jaren.
De heer Dijkhuizen had nog eenige bezwa
ren, omdat sommige posten waren overschre
den. Dit mocht toch niet van Ged. Staten,
zonder voorafgaande suppl. begrooting. Spr.
noemde als voorbeeld straten en pleinen en
de ambtswoning, welke posten waren over
schreden, terwijl eGd. Staten deze laatste
eerst wilden verlagen.
De Voorzitter meende, dat men
vooruit had kunnen zeggen, dat de
post onderhoud straten en pleinen
zou worden overschreden. Het on
derhoud moet toch eens geschieden.
Voorzitter noemde als een voorbeeld
de Kromme Brug, welks brugdek in
1937 heelemaal vernieuwd moest
worden.
Voorzitter lichtte de verschillende posten
nader toe. Men kan er niets aan doen. Is
mijnheer Dijkhuizen bevredigd?
De heer Dijkhuizen haalde de schouders
op en knipoogde eens, waaruit wij opmaken,
dat hij niet geheel bevredigd is.
Na rondvraag volgde sluiting.
Zeer groote belangstelling
Woensdagmiddag om drie uur werd het
stoffelijk overschot van wijlen den burge
meester van Broek op Langendijk, den heer
P. Slot op de algemeene begraafplaats tor
aarde besteld.
Voor deze teaardebestelling bestond zeer
groote belangstelling. Onder de aanwezigen
op de begraafplaats merkten wij o.m. op de
Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw,
den lieer F. V. Valstar, tevens voorzitter
van het Centraal Bureau der veilingen in
Nederland; de heer ir. Van der Plassche,
Hoofdinspecteur van den Tuinbouw, de
Rijkstuinbouwconsulent de heer ir. Rietze-
ma te Hoorn, de heer Jac. Groen Az., lid
der Tweede Kamer, de burgemeesters van
verschillende omliggende plaatsen, t.w. No-
let van Warmenhuizen en Harenkarspel,
Kikkert, van Midden Beemster, tevens
Rijksinspecteur der werkverschaffing, Jhr.
A. L. van Spengler, van Noord- en Zuid
scharwoude, Kroonenburg van Sint Pancras
Wijnveldt van Oudkarspel, en Schrijnder
van Grootebroek. Verscheidene vertegen
woordigers van de Provinciale Commissie
uit de Veilingen in Noord-Holland, van de
Veilingsverecniging Warmenhuizen en om
streken, van den Noordermarktbond te
Noordscharwoude, bestuursleden van de
Langendijker Groenten centrale, vertegen
woordigers van de Koophandel, voorts nog
verschillende vertegenwoordigers van diver
se corporaties, te veel om op te doemen.
Ook van de zijde der gemeentenaren was de
belangstelling zeer groot.
Allereerst sprak ds. Donner, die er op
wees, welk een verlies de echtgcnoote en de
kinderen door het overlijden van den man
en vader lijden. Het woord van den Apostel:
Zijn leven was hem Christus en zijn ster
ven hem gewin, is op den overledene van
toepassing.
In hem is veel weggenomen. Hij leefde
uit Christus en wij mogen God danken, dat
Hij hem ons heeft gegeven. Hij is ingegaan
in de eeuwige vreugde, zijn Heiland eeuwig
te volgen en te verheerlijken.
Hierna sprak de loco-burgemeester, de
heer C. Oyevaar een rede uit.
Wanneer wij staan aan de geopende groe
ve van onzen Burgemeester zoo zeide spr.
o.m. om met een laatste groet afscheid van
hem te nemen, dan gevoelen wij onwillekeu
rig dat op dit oogenblik zich een periode
afsluit voor de gemeente welke een bijzon
der geheel vormt op zich zelf.
Onze gedachten gaan terug tot 14 Juli 1921
toen de Installatie plaats had van Burge
meester Slot en wij zien hem in de kracht
zijner jaren optreden als Burgemeester de
zer gemeente.
Hoe weinig vermoedden wij toen welke
donkere jaren voor onze gemeente aanstaan
de waren en hoe heeft Burgemeester Slot
getoond niettegenstaande de jaren van
hoogconjunctuur voorbij waren, nog zooveel
tot stand te kunnen brengen, gedreven en
bezield door liefde tot de gemeente welke
hij niet slechts wilde besturen doch die hij
besturende ook wilde dienen.
Waar wij thans staan aan zijn laatste
rustplaats daar willen wij namens den Raad
en hiermede namens de gansche gemeente
onze waardeering uitspreken voor zijn ar
beid en zorg aan de gemeente besteed.
Dat hij dit alles heeft kunnen doen vindt
zijn oorzaak daarin, dat hij zich bewust was
door God geplaatst te zijn op een verant
woordelijke plaats in het maatschappelijke
leven. Getrouw aan zijn roeping heeft hij
talenten gebruikt in het belang der gemeen
te en bij onze waardeering voegen wij dan
ook onzen innigen dank in de eerste plaats
aan hemzelf, vervolgens aan zijn gezin dat
hem zoo menigmaal moest afstaan tot be
hartiging van publieke belangen, maar bo
venal aan God die ons in hem iemand heeft
gegeven die met en voor ons wilde werken
aan de belangen der gemeente.
Is het echter voor ons als gemeente een
droevig verlies, hoeveel zwaarder moet het
zijn echtgenoote en kinderen treffen, aan
wie hij met zulke hechte banden verbon
den was. Die hem van nabij gekend heb
ben weten dat zijn rijk familieleven temid
den van zijn echtgenoote en kinderen door
hem als één van Gods groote gaven werd
ontvangen en gewaardeerd. Onze innige deel
neming gaat dan ook uit naar zijn naaste
verwanten. Sterke God U in deze moeilijke
uren. Hij die de blijdschap geeft schenkt ook
't verdriet, maar in de uren van droefheid
wil Hij nabij blijven met Zijn vertroostingen
en roept Hij 't zelf in Zijn Woord bemoe
digend toe: „Die, in Mij gelooft zal leven, al
ware hij ook gestorven."
De Regeeringscommissaris voor den
Tuinbouw, voorzitter van het Centraal Bu
reau voor de Veilingen in Nederland sprak
ongeveer als volgt:
Mevrouw Slot, kinderen, kleinkinderen en
vrienden van den overledene, de Nederland-
sche Tuinbouw is vandaag ook gekomen
om afscheid te nemen van den medestrij
der Slot,
Spr. herinnerde aan een bezoek van
eenige maanden geleden, toen spr. bij den
thans overleden heer Slot kwam, om in ver
band met dien gezondsheidstoestand ver
schillende zaken te bespreken. Ook is toen
gesproken over de vraag, of de tijd niet
voor den heer Slot was gekomen, om het
vice-voorzitterschap van het Centraal Bu
reau neer te leggen. Toen daarover gespro
ken werd, kwam er een traan in zijn oogen
en zeide hij, dat niet te kunnen loslaten.
Toen heeft de overledene verschillende werk
zaamheden losgelaten behalve zijn vice-
voorzitterschap.
Twintig jaren lang heeft de overledene
zich geheel gegeven aan den tuinbouw en
tweemaal heeft hij medegemaakt de groote
moeilijkheden, waarmede de tuinbouw te
kampen had. Hij had nog zoo gaarne mede-,
gewerkt om ook deze tweede slechte perio
de te ovenvinnen.
Men zegt wel eens, hij is te vroeg gestor
ven. Dat kan men niet zeggen, want Gods
tijden zijn andere tijden. Wij zijn dankbaar
voor wat hij heeft gedaan.
Spr. hoopte, dat zijn voorbeeld navolging
mag vinden en wenschte hem de rust toe,
die God hem geschonken heeft.
De oudste zoon van den overledene sprak
een kort dankwoord tot de sprekers en tot
de overige belangstellenden, waarna gezon
gen werd ps. 145:6, De Heer is recht in al
Zijn werk.
Hiermede was de plechtigheid geëindigd
en verliet men diep onder den indruk de
begraafplaats.
Diverse hamerstukken.
Conversie geldleeningen.
In beroep tegen een beslissing
van Ged. Staten.
Heeft een Duitscher zich schul
dig gemaakt aan het voeren van
politieke actie?
Vergadering van den Raad op Woensdag
30 Juni 1937, des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemees
ter; Secretaris de heer C. F. v. Duin.
Afwezig is de heer Lont.
Na opening volgt lezing der notulen, die
onveranderd worden vastgesteld.
Ingekomen stukken
Ingekomen zijn: van Ged. Staten bericht
van goedkeuring van de verordening tot 't
heffen van 75 opcenten op de hoofdsom der
gemeentefondsbelasting voor het belasting
jaar 1937—1938; het jaarverslag van de Al
gemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer en een tweetal boek
werken.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
Tegemoetkoming in de vervoer
kosten van leerlingen van lage
re scholen.
B. en W. stellen voor de aanvrage van J.
Toren om tegemoetkoming, ingevolge art.
13 der lager onderwijswet 1920, in de kos
ten, verbonden aan het bezoeken door zijn
kinderen van de Chr. Nat. lagere school
te Den Oever, in te willigen.
Aldus wordt besloten.
k.
Verlaging presentiegeld leden
stembureaux.
Van Ged. Staten is een missive ontvan
gen .waarbij wordt medegedeeld, dat ge
meenten, die een extra-bijdrage uit het
werkloosheidssubsidiefonds ontvangen, aan
leden van stembureaux, hetzij voor presen
tiegeld, hetzij voor verteringen, hetzij voor
beide tezamen, geen hooger bedrag mogen
toekennen dan f 4.per lid en per dag,
eventueele vervanging daaronder begrepen.
Aangezien Wieringen tot deze categorie ge
meenten behoort, stellen B. en W. voor de
verordening, regelende het presentiegeld,
dienovereenkomstig te wijzigen.
Het presentiegeld bedroeg tot nu f5.—.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
zonder discussie besloten.
Conversie geldleeningen.
B. en W. stellen voor te besluiten tot het
aangaan van een geldleening groot f239700,
tegen een rente van 4 ten einde hierme
de af te lossen het restant van een tweetal
andere leeningen. pro resto nog bedragende
f144300,en f95400,waarvan de rente
percentages respectievelijk en 4*4 zijn.
Bij vervroegde aflossing zal over het extra
af te lossen bedrag een vergoeding van 1
verschuldigd zijn.
Aldus wordt besloten.
Intrekking verordening tot ver
mindering van de personeele be
lasting voor motorrijtuigen.
Van Ged. Staten is bericht ontvangen, dat
in verband met de noodlijdendheid der ge
meente, bij hen bedenking bestaat tegen de
door den Gemeenteraad vastgestelde veror
dening tot verlaging van de personeele be
lasting. naar de vijfde grondslag (motorrij
tuigen).
B. en W. verwachten van den betrokken
Minister geen gunstiger resultaat en stellen
mitsdien voor de betreffende verordening,
vastgesteld bij raadsbesluit van 26 Febr. jl.
in te trekken.
Wordt goedgevonden.
In beroep.
In afwijking van hun eerder ingenomen
standpunt, hebben de Ministers van Binnen-
landsche Zaken en Financiën beslist, dat
voor de toepassing van de nadien gewijzigde
Financieele Verhoudingswet als armenzorg
uitgaven tevens moeten worden aange
merkt de kosten van ondersteuning van:
le. werklooze personen, die in verband
met hun leeftijd niet onder de algemeene
steunregeling voor werkloozen konden wor
den gebracht;
2e. werklooze personen die in verband met
het aangaan van een huwelijk van de toe
passing van de algemeene steunregeling
.voor werkloozen waren uitgesloten;
3e werklooze personen, die vóór hun werk
loosheid niet in loondienst waren (z.g. klei
ne baasjes) en deswege van de toepassing
van de algemeene steunregeling voor werk
loozen waren uitgesloten.
Volgens vroeger ingenomen standpunt
wprden deze kosten als werkloozenuitgaven
beschouwd en werden niet in aanmerking
genomen voor de berekening van de uitkee-
ring aan de gemeenten ing. de Fin. Ver
houdingswet.
In verband hiermede stellen B. en W. voor
beroep in te stellen togen de besluiten van
Ged. St. tof vaststelling van de factor U ing.
't Fin. Verhoudingsbesiuit, waarbij bedoelde
uitgaven wel als werkloosheidsuitgaven zijn
aangemerkt.
Zonder discussie wordt overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten.
De Raad hecht zijn goedkeuring aan de
door B. en W. voorgestelde af- en overschrij
vingen dienst 1936.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het overlijden van den heer J. Bosker,
bevelen B. en W. ter benoeming van een
ambtenaar van den burgerlijken stand aan:
1. O. Bosker .Tz.; 2. J. Tijsen Jz.
Tot stemming overgaande, wordt de heer
O. J. Bosker met 9 stemmen benoemd; 1 stem
werd blanco uitgebracht.
De heer Bosker neemt de benoeming aan.
De rondvraag. Het beklad
den van openbare gebouwen.
De heer Bosker zegt, dat voor de verkie
zing eenige strubbeling is ontstaan, doordat
menschen zich hebben schuldig gemaakt
aan het bekladden van andermans eigen
dommen, ja zelfs van openbare gebouwen.
Spr. meent te weten dat die personen be
kend zijn en proces-verbaal is opgemaakt en
dat bij die personen ook een buitenlander,
een Duitscher was, die volgens de bepaling
zich dient te onthouden van iedere politieke
actie. Die bepaling heeft dien buitenlander
toch niet belet zich met de door spr. be
doelde zaak bezig te houden. Spr. is zeer be
Het basis-uurloon voor de werk
loozen.
Een uitbreidingsplan.
De pers wordt verrast met een
langdurige comitézitting.
De heer Wieger Bruin verschijnt
ten tooneele.
Vergadering van den Raad op Woensdag
30 Juni 1937, des avonds S uur.
Voorzitter de heer G. J. Lovink, burge
meester; secretaris de heer C. Keijzer.
Alle leden zijn aanwezig.
Er is 1 vacature.
De Voorzitter opent de vergadering.
Na een opmerking van den heer Dekker
worden de notulen vastgesteld.
Mededeelingen.
Van de mededeelingen vermelden we, dat
van den Minister van Sociale Zaken bericht
is ontvangen, dat hij geen vrijheid kan vin
den om deze gemeente ten aanzien van het
tarief van steun verleening in een hoogere
klasse te rangschikken en het basis-uurloon
voor de werkloozen, die bij de werkverschaf
fing zijn geplaatst, met 2 cent te verhoogen.
De heer Hooimeijer vraagt of B. en W.
zich bij deze beslissing denken neer te
leggen.
De Voorzitter zegt dat de Minister niet
aan de verhooging in verband met den duur-
deren levensstandaard wil. Uit het onder
zoek is gebleken, dat de gemeenten Lisse,
Hillegom en Sassenneim in de 6e klasse zijn
geplaatst en het basis-uurloon 32 cent is. In
onze gemeente is het basis-uurloon echter
26 cent, 8e klasse.
De heer Dekker is overtuigd, dat als op
die motieven verhooging wordt gevraagd, de
gemeenten Lisse, Hillegom en Sassenheim
dan in een hoogere klasse zullen worden ge
plaatst.
De heer Hooimeijer meent, dat de verhoo
ging ook niet op die gronden gevraagd be
hoeft te worden. Spr. wijst op de slechte
verhouding jegens omliggende plaatsen,
waar de werkloosheid niet in zoo sterke
mate lieerscht en daardoor het inkomen van
de arbeiders hooger is.
De heer Lubbert wil den Minister toch op
het contractloon wijzen en op het verschil in
basis-uurloon.
De lieer Dekker noemt nog als duistere
zaak, dat te Wieringerwaard het basis-uur
loon 27 cent is, te Barsingerhorn 25 cent.
De Voorzitter zegt toe, dat de Minister op
het verschil in het basis-uurloon zal worden
gewezen.
De heer Dekker vraagt, of er nog een mo
tiveering door den Minister wordt gegeven.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
Van den Rijksinspecteur voor de werkver
schaffing is bericht ontvangen, dat de werk
verschaffing en steunrogling in deze ge
meente zal worden stopgezet van 5 Juli tot
en met 28 Augustus 1937. Er mogen in dien
tijd 10 arbeiders in zorg blijven, als uitzon
dering mogen deze 10 persdnen in de steun
regeling worden opgenomen; immers, als
centraal werkobject zou voor deze gemeente
gelden de Wiermgermeer en gewezen is op
de autobuskosten om de menschen daar te
werk te kunnen stellen.
De heer Dekker vraagt naar de te nemen
maatregelen, als het aantal werkloozen bo
ven 10 komt. Spr. is aan de hand van de
cijfers van verleden jaar er van overtuigd
dat dit het geval zal worden. Thans is het
aantal 46.
De Voorzitter zegt, dat die menschen dan
naar het Burgerlijk Armbestuur verwezen
zullen tnoetcn worden,
De heer Dekker merkt op, dat in bijzon
dere gevallen wel van de regeling kan wor
den afgeweken.
De Voorzitter zegt, dat dit ook wel gepro
beerd zal worden.
De heer Dekker acht de termijn, wat het
klaar zijn van den oogst betreft al bijzonder
ongelukkig gekozen.
De heer Keuris zegt, dat het noodig zal
blijken te zijn van dat cijfer van 10 af te
komen.
Burgemeester Lovink zorgt voor
een verrassingl
De heer Wieger Bruin komt ten
tooneele. Ook de gemeente-op
zichter wordt op dit late avond
uur nog ontboden.
En de pers wacht maarl
De Voorzitter deelt dan den Raad
mede, dat de heer Wieger Bruin ten
raadhuize is en den raad nog een en
ander heeft te vertellen. Spr. schorst
dus de vergadering en verzoekt de
persvertegenwoordigers de vergade
ring te verlaten. Spr. geeft ook or
der den gemeente-opzichter Hoep op
te bellen en hem te vragen zoo spoe
dig mogelijk ten raadhuize te ver
schijnen.
Voorzien van diverse teekeningen komt
de heer Wieger Bruin, architect te Amster
dam en adviseur van de commissie van ad
vies voor bouwontwerpen, ter vergadering.
Op de agenda wordt niet geen letter over
deze zaak gerept. Bijzonder beleefd jegens
raad en pers leek ons deze gang van za
ken niet! Of waren de raadsleden op de
hoogte van dit belangrijk intermezzo!?
Tijdens het wachten hooien wc dat den
heer Naastepad, die den heer Wieger Bruin
naar den trein zou brengen, wordt medege
deeld, dat „de heer Wieger Bruin overblijft"
De hoop dat de comitézitting dus te onge
veer kwart voor tienen zal worden opgehe
ven, is dus weer vervlogen!
Een uitbreidingsplan, dat in ge
heime zitting wordt vastgesteld!
Na ruim U/2 uur wachten wordt dan de
openbare vergadering heropend.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld
dat besloten is voor een gedeelte van de
gemeente, omvattende de Kleine sluis, een
uitbreidingsplan vast te stellen.
Op voorstel van B. en W. worden enkele
aanslagen in de belasting op de honden en
het schoolgeld oninbaar verklaard.
Op een verzoek 0111 ontheffing van school
geld wordt gunstig beschikt, terwijl behan
deld worden verzoeken om tegemoetkoming
in de kosten van vervoer ingevolge art. 13
der Lager Onderwijswet.
Onderzoek geloofsbrieven.
De geloofsbrieven van 't nieuw benoemde
lid van den raad, mevr. A. Borst—-geb. Lief
hebber worden onderzocht door de heeren
Lubbert, Hooimeijer en Kuiken.
Deze commissie adviseert tot toelating,
waartoe de raad besluit.
Vastgesteld wordt een verordening tot
aanwijzing van de ambten en betrekkingen
door capitulanten te vervullen. De betrek
king van chauffeur-werkman van den vuil-
nisdienst moet als zoodanig worden aange
wezen.
De heer Kuiken oordeelt dat de militairen
zich op het platteland niet zoo thuis zul
len gevoelen.
De heer Keuris merkt op dat B. en W.
getracht hebben er aan te ontkomen, maar
zonder succes.
Goedgekeurd wordt de begrooting van 't
Burgerlijk Armbestuur over 1937.
De raad vereenigt zich met de door B. en
W. voorgestelde besluiten tot wijziging van
de begrootingen voor 1936 en 1937.
De rondvraag.
De heer Kloosterman wil de Zondagsrust
meer gehandhaafd zien in de gemeente.
Slechts in uiterste gevallen zou spr. ver
gunning verleend zien.
De Voorzitter zegt dat slechts in geval 't
gaat om het binnenhalen van goederen en
vruchten wel eens vergunning wordt ver
leend; spr. zal er strenger op toezien.
Hierna sluiting.