DE DRIE MUSKETIERS De «Vliegende Amazone aan het werk Radioprogramma DE EIMELIJKE STRIJD KEMAL PASCHA'S AANGENO» MEN DOCHTER DOET VAN ZICH SPREKEN. Sabiha Gockchen, de aangeno men dochter van Kemal Ata- ttirk, is op dit oogenblik de heldin van den dag. Zij heeft kans gezien om heelemaal al leen, zonder eenige hulp, veer tig zwaar bewapende rebellen in het wilde Koerdeslan gevan gen te nemen! (Van een bij zonderen medewerker.) Zij heeft geen alledaagsch lot getroffen, da kleine donkerkleurige Sabiha Gockchen, die nu juist 22 jaren telt. Gedurende den Turkschen onafhankelijkheidsoorlog verloor zij beide ouders. Daarop kwam zij in een weeshuis terecht, waar zij reeds als kind een levendige be langstelling voor het vliegen aan den dag legde. Toen het eenmaal duidelijk werd dat die belangstelling geen kindergril was, maar wel degelijk gepaard ging aan een blijkbaar aangeboren vliegtalent, zorgde men ervoor dat zij een voortreffelijke op leiding als pilote kreeg. Zij deed haar vlieg- examen op zeer jeugdigen leeftijd. Toen werd zij opgemerkt door den Turkschen president, Kemal Atatürk, die haar als doch ter adopteerde, De opvoeding door Kemal Ata türk. Kemal Atatürk belastte zich nu verder persoonlijk met de opleiding van het jonge meisje. Hij stuurde haar naar een militaire school en ook hier kwam ze op voorbeeldi ge wijze door haar examen. Daarop lijfde hij haar in den rang van luitenant bij het Turksche vliegwezen in en het dient gezegd zij heeft het in haar gestelde vertrouwen niet beschaamd. In alle takken der dienst bewees zij haar bruikbaarheid en haar naam werd alom in het openbaar genoemd, nadat zij voor een bijzondere vliegtechnische prestatie beloond was met den rijks-medail le voor vliegeniers, een bijzondere onder scheiding bij het luchtvaartwezen. Sabiha verslaat een sjeik. Destijds had zij als object van haar vliegprestatie het hoofdkwar tier van den 80-jarigen sjeik Seytit- Riza uitgekozen, die een poging had ondernomen tegen de rcgccring een oppositie te ontketenen. Het jonge meisje vloog boven het. hoofdkwar tier van den sjeik en wierp een paar bommen naar beneden die den re bellenleider een waarschuwing moesten zijn om er vanaf te zien verdere pogingen van verzet tegen tegen den wil van den staat te on dernemen. De bommen misten hun uitwerking geenszins, Sevti-Riza gaf zijn tegenstand op en onderwierp zich vrijwillig aan de nieuwe staats- niaatrcgclcn. De veertig onoverwinnelijken. Toen nu onlangs de wilde Koerdcnstam- men zich opnieuw verzetten tegen de auto riteit van den staat, maakte het Turksche leger korte metten met hen. De opstand werd finaal gebroken en slechts enkele troepen zagen kans zich in veiligheid te brengen. Een groep van een veertig zwaar bewapende rebellen had zich terug getrokken op een hoog plateau in het, Dersim-gebcrgte, dat als on neembaar gold. Hier trotseerden zij vrij lang elke poging van Turksche zijde om hun tegenstand te breken. Toen kwam het oogenblik dat Sabiha Gockchen ingreep. En het gelukte haar inderdaad het waar- lijke kunststuk te volbrengen deze 40 rebellen tot overgave te dwingen. Handen omhoog! De rebellen waren niet weinig verrast toen zich op zekeren dag hoven hun hoofden 'n groote vogel vertoonde, die met een zacht- glooiende glijvlucht op het plateau afkwam. Het vliegtuig landde en dat was zeker wel het laatste wat zij verwacht hadden. Im mers zij waren er vast van overtuigd dat geen vliegenier erin zou slagen een machine op dezen rotsachtigen grond neer te zetten. Nu moesten zij tol hun stomme verbazing aanzien dat zooiets inderdaad gelukt was. De machine landde keurig en toon de re bellen naderbij kwamen, zagen zij den drei genden loop van twee groote machine-ge- weren op zich gericht en hoorden het be vel: „Handen omhoog wapens weg gooien!'' De rebellen begrepen dat zij met hun ge weren weinig zouden kunnen ondernemen tegen de vuurkracht van een modernen mi trailleur en zoo kon liet gebeuren dat zij het bevel aarzelend opvolgden. Een meisjeskopje onder den valhelm. Misschien ook bedachten zij dat zij het met dien eencn vliegenier wel op andere wijze zouden klaarspelen. Maar spoedig volgde een tweede verrassing. De piloot klauterde uit de bestuurders-plaats, nam op een der Vleugels plaats'en zette de val helm af. En nu ontdekten de rebellen tot hun stomme verbazing dat deze dappere vlieger, die daar moederziel alleen bij hun was neergestrekeneen meisje was! De stem der vlegenierster maak te meer indruk dan haar ma chinegeweren. Sabiha richtc weliswaar haar machine geweren binnen haar bereik in de richting van den troep mannen, maar zij was van plan ze niet dan bij uiterste noodzaak een woordje te laten meespreken. Toen hield zij vanaf den vleugel van haar machine 'n toespraak tot de rebellen. Zij zette hen dui delijk uiteen, dat op den duur hun tegen stand toch nutteloos zou zijn en voorts bracht zij hen aan het verstand dat hun op positie duidelijk gericht was tegen een be stuur, welker motieven zij niet kenden. „Wij hebben toch alleen het beste met U voor!" riep zij den rebellen toe en schilderde hen het opbouwende werk van den nieuwen staat. 2.13 GRIMAUD IS WAAKZAAM. Deze ontdekking doed den kardinaal nog vuriger wenschen, den inhoud van het ge sprek te kunnen ontdekken. Hij was ech ter niet veel dichter bijgekomen en kon nog slechts enkele afzonderlijke woorden en lettergrepen opvangen toon Grimaud reeds met duidelijke stem riep: Een officier. Het lijkt me, dat jij spreekt, vlegel, zei At.hos en richtte zich een weinig op, ter wijl zijn oogen Grimaud bijna doorboorden. Grimaud zweeg, doch maakte met het hoofd een gebaar naar de heg, waarachter de musketiers nu den kardinaal herkenken. In minder dan geen tijd waren ze op de been en groeten beleefd. „Het lijkt me dut de musketiers zich laten bewaken", meende de kardinaal. „Zijn de hoeren misschien zoo voorzichtig uit vrees voor de Engclschen of speelt U de rol van hoogere officieren?" „Excellentie", antwoordde Athos, die al leen zijn kalmte bewaard had, „als de mus ketiers geen dienst hebben amuseeren ze zich met spelen en drinken. De bedienden houden ons natuurlijk voor liooge heeren. 234. EEN VERHOOR „Bedienden, die de opdracht hebben, hun meesters te warschuwen zijn geen bedien den, maar wachten." „Uw Eminentie ziet echter dat wanneer onze bedienden ons niet opmerkzaam had den gemaakt, wij niet bemerkt zouden heb ben welke hooge gast in onze nabijheid was. Wij waren dan niet in dc gelegenheid ge weest Uwe Eminentie het verschuldigde eerbewijs te brengen en U er voor tc be danken. dat Uwe Eminentie ons tesaam beeft gebracht, 'd Arfagnan hier heb je dc gelegenheid, waar je nog geen minuut gele den op doelde, om Zijne Eminentie je dank tc betuigen. Grijp deze gelegenheid nu aan." Athos zei dit alles metd eg rootstc kalmte en met een gebaar, waarin iets koninklijks lag. d'Artagnan kwam vlug naar voren en stamelde eenige woorden van dank, doch bleef onder de doordringende blikken van den kardinaal spoedig in zijn woorden ste ken. „Dat kan nu alles wel waar zijn, mijne heeren," ging dc kardinaal verder, .maar ik kan het nu een keer niet zien dat een voudige soldaten zich als voorname heer schappen voordoen temeer daar zij bij een bijzondere legerafdeeling behooren. Voor allen geldt: Gelijke disclipline." Met de grootste aandacht luister den de rebellen. Dat. wat hen hier verkondigd werd, was beslist nieuw voor ze. Waarom hadden zij zich daartegen eigenlijk verzet? Zij be gonnen in te zien dat het beter ge weest ware den nieuwen toestand eerst eens te onderzoeken alvorens naar de wapenen te grijpen. In het bijzonder werden zij' geïmponeerd door dit enkele dappere meisje, dat daar geheel alleen gekomen was om hun een voorstel te doen. „Begeef U naar het meest nabije militaire kamp", cischtc Sabiha, „ik garandeer U allen de vrijheid, maar leg dc wapens Daast U neer." De rebellen overlegden nog enkele oogen- blikken en verklaarden zich daarop aarze lend bereid liet bevel op te volgen. Sabiha besteeg opnieuw haar machine, na enkele moeilijkheden slaagde zij erin te starten en toen bewoog zich een zonderlinge stoet dooi de woestijn! Daar beneden trokken dc veertig rebellen op en boven hun hoof den cirkelde Sabiha's machine, waar van de bestuurster er wel op lette dat niemand zich van de groep ver wijderde. Men. kan zich dc verrassing voorstellen, die in het eerste legerkamp waar zij aan kwamen, heerschte, toen daar plotseling die •10 rebellen kwamen aanwandelen van hun onneembare rotsstclling. En die verrassing steeg ten top, toen direct daarop een vlieg machine daalde, waaruit „juffrouw luite nant" heel rustig te voorschijn kwam. De groote eerbewijzen waarmee zij na de ze daad werd overladen, had Sabiha, de „vliegende amazone" wel verdiend ZATERDAG 3 JULI 1937. VARA-uitzending. 10.0010.20 v m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10,00 Morgenwijding. 10.20 „Melody Circle", VARA-Tooneel en gra mofoonmuziek. 12.001.45 Gramofoonmuziek. 1.00 Causerie over de voordeden en de geva ren van het zwemmen. 2.20 „De „Flierefluiters", en solisten. 3.00 Filmpraatje. 3.15 Vervolg concert. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.15 Causerie over voorrangswegen. 4.30 Gramofoonmuziek, 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgel en cello. 6.30 Ramblers. 7.00 „Filmland". 7.30 „De Statenbijbel ir. Amsterdam", caus. 8.05 Herhaling SOS Berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 C. Steyn's Accordeon-orkest, en solist. 8.30 „Fantasia". 9.00 Radiotooneel. 9.15 VARA-Orkest. 9.45 Vervolg accordeonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg VARA-orkest. 11.00 Reportage. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. KRO-L'it zending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoomuziek. 11.30 Godsdienstighalfuur. 12.00 Berichten. 12.15 De KRO-Melodisten en solist. Om 1.00 Gramofoonmuziek en Pcstd.ber. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 KRO-orkest. 3.00 Kinderuur. 4.00 KRO-Orkest. (Om 4.45 Esperantonieuws). 5.45 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 „Lichamelijke opvoeding en hygiëne", causerie. 7.35 Actueele aetherflitsen. S.üu Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing me, muzikale omlijsting. 8.35 Brabantsch halfuurtje. 9.35 Gramofoonmuzitk. 9.50 De KRO-Melodisten en solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.55 De KRO-Melodisten. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. door Michael Corvin 48. „Niet door Selfride, Esther. Op zijn tecdere en taktvolle manier gaf hij mij slechts te kennen, dat ik je in Brussel onder een be paald nummer poste restante kon bereiken. Daar ik moest aannemen wat bij den heer Selfride wel nauwelijks anders mogelijk is dat hij m\j een vai wild° stellen om zoo mo gelijk compromiteerende brieven te onder scheppen. ging ik op mijn eigen manier te werk. Ik telegrafeerde aan een vriend in deze stad, dat hij het postkantoor moest laten be waken en moest doen nagaan, wie er brieven onder het aangegeven nummer zouden komen vragen. Zoo vernam ik, dat je je vr\j kon bewegen en een uur na de ontvangst van dat bericht ging ik op reis hierheen." „En kon je daii maar zoo uit Londen weg?" Jury keek naar den vloer en bleef even zwijgen. „Ik ben onderweg. Ja, Esther. ik ben onderweg naar New York en moet van daar doorreizen naar Mexico. Het was voor my gemakkelijk genoeg hier te komen, maar ik kon niet weggaan, voor ik je ten minste nog één keer gezien en gesproken had. Wij kunen geen van belden vermoeden, wat er misschien met ons zal gebeuren. We kunnen niet vermoeden, waar we den eersten tijd heengeworpen of gecommandeerd zu'.len worden." Toen hy de dieptreurige uitdrukking, die Esther's gezicht plotseling had aangenomen, opmerkte ging hij op een anderen t- or voort: „Maar de wereld is slechts klein, Esther. Menschen als wij zijn overal thuis, zooals andere lui in hun stad of dorp. Het duurt slechts eenige weken, twee, drie maanden misschien, en ik ben weer in Europa en we zien elkaar weer terug „En waar zal ik over twee of drie maanden zijn? Waar zal ik binnen eenige weken naar toe gecommandeerd worden?" Esther staarde met een somberen blik door hei café. Haar ooge bleven aan de glazen letter op de ruiten hangen, die van binnen gezien in spiegelschrift een donkeren en vreemden indruk maakten. Jury tastte weer naar haar handen en drukte hen zacht. „Ik vrees, dat je dien keer toen ik je een sombere toekomst schilderde, te bang ge maakt heb en het schijnt, dat ik ongelijk ge had heb. Selfride moet groote waarde aan je hechten, dat hij het zoo voor je opneemt. Probeer toch naar Duitschland terug te keeren en je vai. hem los te maken. Nog weet je niet zooveel van het werk van de United Service, om hen gevaarlijk te schij nen, als je verdere medewerking weigert." Esther keek hem aan. Zij geloofde aan zijn overtuiging, maar twijfelde aan de uitvoerbaarheid van dit voorstel. Het was niet zoo gemakkelijk zich vry te maken, als als Jury scheen te denken. Zeker, zij kende no<" geen geheimen van' Selfride. maar hy kende er vele van haar. Voor zulke zwaar moedige overpeinzingen zou zij echter later alt(jd nog wel tijd genoeg vinden, maar nu wa9 Jury bij haar en zij wilde alles ver geten. om de weinige urer met hem zonder zelfkwellingen en vrij te doorleven. Hij ver klaarde, dat hij tot den volgenden morgen kon blyven. Zijn bagage was reeds in het hotel, want evenals te Londen, wilde hij na tuurlijk met Esther onder hetzelfde dak logeeren. Eerst nu, nu zij zich eens vrij had kunnen uitspreken, voelde Esther Raleigh zich weder rustiger en verheugde zij zich als een kind op den avond in deze vreemde otad, den avond, dien zij zonder aan iets anders te denken net Jury wilde doorbrengen. Het was even voor achten den volgenden mogen. Het weder was stralend schoon; zon reflexen bliksemden voorbij van vensters, die geopend werden rond de binnenplaats van Hotel de Genève en wierpen fonkelende licht plekken tegen Esther's venster, welks gor dijnen nog gesloten waren. Esther lag nog in diepen slaap verzonken. Zjj was er den vo- rigen avond niet toe gtkomen aan Jury te vragen, wanneer hij moest vertrekken en ook hij had vermeden het juiste oogenbliek te noemen. Nu begon buiten een klok te slaan. Andere vielen in en heel de zonnige lucht was toen vervuld "an de zware tonen der vele, groote torenuurwerken. Bijna onhoorbaar ging de deur open en zonder Esther te wek ken, sloop Jury naar de kleine schrijftafel die in haar kamer s-.ond. Hij schreef enkele regels, legde het blad goec in het gezicht en verdween even stil als hij gekomen was. Ge lukkig was in de gang niemand van zijn ko men en gaan getuigt geweest, zoodat hij on opgemerkt zijn eigen kamer wedei bereikte, waar hij een tweeden, meer uitvoeriger brief aan Esther schreef, dien hij later by het ver laten van het hotel aan den portier gaf met verzoek hem aan miss Raleigh te overhan digen. Een half uur later was Jury reeds op weg naar den Hoek van Holland. Esther ontwaakte door een bundel weer kaatste zonnestralen, die haar over het ge- zich vlogen en haar een oogenblik verblind den. toen zij zich nog slaapdronken omdraaide. Zij fluisterde Jury's naam en ging rechtop zitten, maar stond toen dadelijk op. Bij het zien van het briefje op de schrijftafel bleef zij plotseling met neerhangende armen staan, als iemand, die uit een gelukkigen droom ontwaakt. Met een zucht nam zij het ge heimzinnige briefje op en las zij de weinige woorden, die Jury voor haar had achtergela ten. Onder het lezen bemerkte zij niet eens. dat haar tranen op het papier vielen en het schrift deden vervloeien. Zij begreep hem. o, zeker begreep zij hem. Hij wilde haar een langdurig en smartelyk af scheid besparen. Hy was heengegaan, zacht en stil als een droom en hy zou niet terug komen. evenmin als een schoone droom ten tweeden male tot iemand komt. Het schreien kalmeerde haar toch en zij trok de gordijnen open en keek naar den lichtenden hemel. Nu was hy dus weg, reeds ver weg. Zij wist niet uit welke haven hy vertrok en van zijn doel kende zij slechts twee begrippen, twee reus achtige steden, waarin de enkeling verlorener en eenzamer was dan een verdwaalde reiziger in de woestijn. Zij waschte zich. kleedde zich machinaal en keek in den spiegel. Zij streek zich het haar achterover, keek zichzelf in de oogen, donkere oogen. waarvan, het wit blauwachtig schitterde, en keek toen naar haar mond. die nog rood was van haar eigen tranen, wier zouten smaak zij nog proefde. Eensklaps ont dekte zij. heel teer. als een spoor, dat een ver welkt grasje in het zand zou kunnen achter laten, twee dunne, korte lijnen aan haar mondhoeken, twee fijne rimpels, maar toch zoo scherp, dat zy wel met een radeernaald getrokken konden zijn. Zy keek er vrij lang naar en toen dwaalde haar blik weer naar haar mond, naar het zachte rood harer wan gen. naar haar oogen en de daarboven scherp afgeteekende zwarte bogen van haar wenk brauwen. Haar blik dwaalde over haar voor hoofd, dat nog glad en zonder rimpels was. en naar haar zwarte haar, dat het licht in breede vlakken reflecteerde. Zy zag dit alles en bekeek het, zooals men een vreemd portret zou beschouwen, onderzoeken en met de ver plichting er een juiste critiek van te leveren. Is het echt? Hoe lang hield het reeds stand en hoe lang zal het nog stand houden? Toen glimlachte zij zichzelf toe, maar het was een andere glimlach dan vroeger. Het was de glimlach van een vrouw, die van illusies leeft, zonder zich echter nog illusies te maken. Het was een glimlach, achter welks moeheid en gelatenheid zich een diepe ontgoocheling en een onuitsprekelijke gevaarlijkheid verborgen. Selfride zou dezen glimlach met een menge ling van vertrouwen en ontzag opgemerkt hebben. Zy streek zich met de hand over het ge zicht. als wilde zij alles, wat daar even tot haar gesproken had, wcgwisschen en onzicht baar maken. En nu was dit gelaat weder het rustige, zeer licht spottende en zacht glim lachende masker van miss Raleigh. de bijzon dere correspondente van de „Welt" en agente van de United Service. Toen zy beneden kwam. overhandigde de portier haar een brief. Hy was in het hotel zelf aan hem afgegeven. Het was Jyry's brief, waarin hij nogmaals afscheid nam, zyn Amerikaansche adressen opgaf en haar, voor het geval zij in Brussel mogelijk hulp noodlg mocht hebben, zijn vriend Dawidowltsch van de Russische vertegenwoordiging aanbeval. Bovendien was cr een telegram voor haar ge komen, dat door Selfride afgezonden bleek te zijn en waarin haar gezegd werd verdere mededeelingen aan het hoofdpostkantoor te gaan afhalen. Zij maakte geen haast, ontbeet eerst en drentelde toen naar het postkantoor, waar zij onder het overeengekomen nummer een brief ontving. Daarin werd haar medegedeeld, dat zij zich tegen dienzelfden avond voor de reis naar Berlijn gereed moest maken. In den loop van den middag zou er een cotiricr uit Londen te Brussel aankomen, die haar ver dere mededeelingen en materiaal zou doen toekomen. Over twee dagen moest zij voor den middag op de eerste étage van de con fiserie Kranzler te Berlyn verdere berichten komen vernemen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7