Voor den Zaterdagavond OUDERS Zuid-Limburg t Vacantie-oord Zoekt de zonzij 't HOEKJE Schuilplaatsen in tijd van revolutie en oorlog! Kankerbestrij ding Slecht-Hoqrend Ongetwijfeld is Valkenburg nog altijd het centrum van het bizonder bekoorlijke Zuid- Limburgsche heuvelland, waar de beekjes zich kronkelen tusschen de begroeide hoogten. Het middeleeuwsche stadje, dat zich zoo goed weet aan te passen aan den modernen tijd, werd voor het eerst genoemd in het jaar 1041; de heeren van Valkenburg zetelden op het sterke kasteel, waarvan de ruïne hoog boven het stadje ligt, een romantisch overblijfsel van de eenige hoogteburcht, die ons land heeft gekend. De Gemeentegrot mag zich in groote belangstelling verheugen. Tienduizenden be zoeken jaarlijks de mooie grotten, evenals die van den St. Pietersberg, ontstaan door het uitgraven van mergel. Deze grotten beslaan een oppervlakte van bijna 100 H.A. In tijden van oorlog en revolutie boden ze vaak een veilige schuilplaats. Interessant is het onder- aardsche meer, 14 H.A. groot. Het Rotspark, een brokje ongerepte Zuid- Limburgsche natuur, werd tot een schitterend wandelpark herschapen. De oude heksen- keuken, een fantastische mergelgrot van Romeinschën oorsprong, werd uitverkoren om te dienen als tooneel voor het openlucht theater. Wie Valkenburg bezoekt, maakt natuurlijk de bijna klassieke wandelingen naar Geulhem en naar Schin op Geul, langs een onover troffen voetpad, nu eens hoog boven het bruisend beekje, dan weer vlak bij het gladde watervlak. Gulpen is dichtbij, het aardige dorpje waar eertijds de Gulp zoo leuk door het stadje dartelde. Hoog troont het serene Mariabeeld op den Gulperberg, vanwaar wij van een wondermooi panorama op het stadje en de lachende omgeving genieten. De weg. over Wittem naar Eijs gaat langs golvende korenakkers, waar in den zomer het goudgele graan de vruchtbaarheid van de löss verkondigt. Rijk zijn de bermen van den schilderachtigen holen weg met bloemen ge tooid, die ons stijgend op de kam der heuvelen brengt. Natuurlijk ontrolt zich ook daar een fraai en indrukwekkend panorama voor ons oog. Zuid-Limburg is toch het land der schit terende vergezichten! Over Eijserheid, waarvan dr. Felix Rutten, de kenner bij uitnemendheid van Limburgs schoon getuigt: „Wie het allermooiste van Limburg wil zien klimme te Eys op den heuvel tot hg achter het bosch de verte bestrijkt. Daar vindt hij het onbetaalbaar en on vergetelijk natuurterras, vanwaar men het land overschouwt in een reusachtig halfrond tot een werkelyk onzegbare en onuitvvischbare verrukking Wilt ge het idyllische heuvelland in één enkelen oogopslag zien, beklim dan te Schim- mert den toren van de Watermaatschappij Zuid-Limburg. Op onzen weg daarheen klim men we nu ergens langs een smal voetpaadje den heuvel op. Hooge schoorsteenen, schacht torens, groote steenbergen en douchewolken teekenen in de verte als reusachtige sil houetten de mijnstreek af. Over de akkers dichtbij werpen de voortdrijvende wolken groote schaduwen, die langzaam oprollen. Een rijke flora siert het landschap aan onzen voet. Roode klaprozen, rose winde, paarse wilgenroosjes, blauwe zandklokjes en koren bloemen steken het in feestdos. Vragen van abonné's Vraag: Ik zou graag van U vernemen, of shan- tung goed gewasschen kan worden. - Antwoord: Shantung kan heel goed worden gewas schen, wanneer U Lux gebruikt. Maak een koud Lux-sopje (in het koude jaargetijde het water eerst op zomertemperatuur bren gen). Doe dan het kleedingstuk erin, en haal het herhaaldelijk op en neer. Pers het sop door de vuile plaatsen, zonder het goed te wryven. Daarna uitspoelen in water van dezelfde temperatuur als het waschwater, tot dit helder blijft. In de schaduw drogen. Shantung moet altijd droog worden gestre ken. Wanneer U deze voorschriften opvolgt, zult U lang plezier van Uw shantung klee- dingstukken hebben. Van dezen heuveltop, prijkend in ongerepte schoonheid, omhuld met een waas van roman tiek, neerblikkend op de zwoegende mijn streek, treft ons wel heel sterk de tegen stelling. Onder de rook der mijnen leeft nog de eeuwenoude sage; naast de groeiende steen bergen getuigend van moderne techniek, be werkt de landman kalm en rustig zijn akkers als voor honderd jaren. Dat alles zien we nog eens zoo duidelijk, als we den hoogen watertoren van Schimmert hebben geklommen. Meer dan 150 treden brengen ons 170 meter boven A.P., waar een cafétje boven in den toren tot rusten noodt. Van de ballustrade af hebben wij een wijd uitzicht over heel Zuid-Limburg, dat „met z'n heuvle en z'n dale te verglieke is met e stukske Paradies". Met den kijker her kennen we duidelijk de monumentale torens van Maastricht. Het Aachener Wald en de Vaalserberg lijken dichtbij. Luik, en ook de Belgische mijnstreek zijn duidelijk te onder scheiden. De wegen kronkelen zich klimmend en dalend om en over de schilderachtige heuvelen. Het Nederlandsch mijngebied is zoo dichtbij, dat wij het heele bovengrondsche bedrijf kunnen volgen. Wij vertelden in het bovenstaande alleen iets van het mooie Limburgsche heuvelland ten noorden van de dartele Geul. Dat wil niet zeggen, dat de heuvels ten Zuiden van ge noemd riviertje minder pittoresk zijn. Wie zich daarvan wil overtuigen, make maar eens een tocht van de oude veste Maastricht met zijn beide monumentale bruggen en zijn vele bezienswaardige gebouwen, langs de Zuid grens naar Vaals met zijn beroemde uitzicht toren! Er zijn menschen, die meenen, dat zij ware pechtvogels zijn, wien alles tegenloopt in het leven. Zij zien steeds de schaduwzijde van alle dingen en vergeten, dat de zon voor alle menschen schijnt, die haar willen zien. Wellicht zullen de pessimisten hierop ant woorden, dat alleen zij, die het „goed" heb ben, de zonzijde leeren kennen. Menschen, die over veel tijd en geld beschikken, waardoor zij hun leven mooier kunnen maken! Geld en rijkdom brengen geen geluk, wel echter de gave om het goede onder alle omstandig heden naar voren te kunnen brengen. Het geluk gevoelen komt niet van buiten af, doch moet van binnen uitgedragen wor den, men moet het beleven. Menschen, die geld genoeg hebben om zich alle genoegens na te jagen en al hun lusten bot te vieren, zullen zich tenslotte onbevredigd gevoelen en de zonzijde van het leven aan zich voorbij zien gaan. Ook de huisvrouw moet niet steeds op de schaduwzijde van de dingen blijven staren, doch voor haar geldt het zeker: „Zoekt de zonzij!" Haar leven bestaat uit een aaneenschake ling van groote en kleine zorgen en plichten, die alle uitgevoerd moeten worden, wil het groote raderwerk der huishouding met de oneindig vele radertjes, die in elkander grij pen, niet ophouden te werken. Véél is er dat eentonig is en iederen dag terugkomt, doch aangezien er geen twee dagen aan elkander gelijk zijn, beteekent het toch immers, dat ook hier nog afwisseling geboden wordt, in dien men ze slechts zien wil. Oogenschijnlijk ondervindt een huisvrouw vaak weinig waardeering van haar huïs- genooten en wordt het gewoon gevonden, dat alles „als op wielletjes loopt. Doet het dan niet goed, wanneer de man zich na volbrach ten arbeid neervlijt en verklaart, dat nergens zoo'n sfeer van rust is dan „thuis" en deze zoo weldadig op hem inwerkt na een dag van ingespannen arbeid. Is dit geen zonnestraal, die het gemoed der huisvrouw verwarmt? Evenals iedere medaille een keerzijde heeft, zoo brengt het leven zon en schaduw, doch waarom is het noqdig. ons oog steeds op den somberen kant gericht te houden? Wanneer wij ons openstellen voor kleine vreugden, die het leven biedt en die zoo vaak aan ons voorbijgaan, omdat we „ziende" blind zijn, dan zouden wij ons zooveel geluk kiger voelen en de schaduw meer aan ons voorbij kunnen laten gaan. Wie genieten wil van de ware levens vreugde, zoeke de zonzijde!! Hoe deze ziekte te voorkomen. Af en toe doen opzienbarende berichten, waarin over de ontdekking van den zoo- genaamden kankerbacil gesproken wordt, de ronde door de internationale pers. En iedere keer weer beschouwen millioenen menschen deze meldingen als boodschap pen uit den hemel, hoewel het tot nog toe nog nimmer gelukt is, de oorzaken van den kanker onomstootelijk vast te stellen en een afdoende geneeswijze aan te geven. Is het werkelijk een bacil, die deze ver schrikkelijke ziekte opwekt? Daartegen over staat de „prikkeltheorie", die den kan ker toeschrijft aan het feit, dat een nor maal menschelijk weefsel door verschil lende prikkelingen op een dergelijke wijze beinvloed wordt, dat het ontaardt en de omliggende weefsels vernielt. Wanneer de ze aangetast worden, scheiden zich gifstof fen af, welke sterker zijn dan het mensche lijk organisme. Zoo ontstaat de cachexia, de slechte algemeene lichaamstoestand, waarin kankerpatiënten geraken. Om zich dus tegen kanker te beschermen moet men verhinderen, dat de beschreven prikkelverschynselen optreden. Deze ver schijnselen plegen nu echter het gevolg van zekere chronische ziekten, vooral van darmstoringen en de vrouwelijke genitale ziekten, te zijn. I-Iet is nu gebleken, dat het water van bepaalde bronnen bij deze ziekten genezing kunnen brengen, n.L de bronnen van Marienbad. De in Marienbad •gebruikelijke stofwisselingskuren vormen een uitstekende prophylax tegen de oorza ken van den kanker. Er wordt dikwijls beweerd, dat kanker erfelijk zou zijn en dat het derhalve wei nig zin heeft, zooveel aandacht aan de be strijding van deze ziekte te wijden. Zoo ca tegorisch genomen, is deze meening niet juist. Men heeft weliswaar in den laatsten tijd door experimenten met muizen vast gesteld, dat niet slechts de aanleg tot kan ker erfelijk kan zijn, maar dat ook de plaats van de kankergezwellen bij opeen volgende generaties dezelfde is. De erfelijke aanleg tot kanker is echter slechts daar waargenomen, waar beide ouders voor den kwaal gedisponeerd wa ren. Was een ouder gezond, dan bleek de aanleg tot kanker niet op de kinderen te zijn overgegaan. Zooals men ziet, is dus hoogstens de aan leg tot kanker erfelijk. Maar daarmede is nog geenszins gezegd, dat de ziekte ook inderdaad moet optreden. Hier kan Ma rienbad goed werk verrichten. In de eer ste plaats kan door 't onderzoek der stof wisseling worden vastgesteld, of een dis positie tot kanker inderdaad aanwezig is en blijkt dit het geval te zijn, dan kan een kuur er toe bijdragen, het kwaad in den kiem te smoren. Van dit standpunt uit bezien moet aan het bronwater van Ma rienbad bij de bestrijding van kanker een groote beteekenis worden toegekend. Wetenswaardigheden 1 graad warmteverschil 120 uur lopen. In Amsterdam heeft een klokkenmaker een uurwerk geconstrueerd, dat men wel „het eeuwig lopende uurwerk" kan noe men. Atmosferische verschillen van slechts een graad zijn voldoende om de klok weer 120 uur lang te doen lopen. Als men de straten van New-York opmeet en de verschillende lengten optelt, komt men tot een lengte van 3000 mijl. Men zou dus een groote reis moeten maken om door alle straten van New York te wandelen en dezen afstand af te leggen. In een kelder van een oud kasteel bij Versaille werd een zwarte kat 32 dagen lang bij een lage temperatuur vergeten. Toen men het dier weer te voorschijn haalde, leefde het nog wel, maar zijn zwar te huid was volkomen wit geworden. De haarborstel werd uitgevonden door een Chineeschen generaal, die bij 't bou wen van „de groote muur" wacht had en uit verveling trachtte een instrument te maken om zijn haar te verzorgen en zoo de borstel maakte. De Noordelijkste stad van de wereld is de stad Hammerfest, gelegen in Noorwe gen. De stad telt 3500 inwoners en ligt 70 gr. 40, 11" Noorderbreedte. VOOR DE Met vacantie op de boerderij De meening, dat wij voor kinderen gezel schap vormen kunnen, mist in den waren zin des woords haar waarheid! Neen, andere kinderen en dieren vormen het ware ge zelschap voor het kind. Men moet hierover niet teleurgesteld zijn. Meermalen hoorde ik een vader of een moeder de verzuchting uiten: „Mijn dochtertje of zoontje wil ge woonweg niet met me uit wandelen." Deze menschen waren daar ontdaan over! Eigenaaridg toch, wanneer we onze eigen jeugdjaren herinneren. Wilden we toen ook niet veel liever gaan wandelen en spelen met onze vriendjes en vriendinnetjes? En is het niet dikwijls zoo, dat twee zusjes of twee broertjes al niet gemakelijk met elkaar kunnen spelen? Volwassenen en kinderen staan te ver van elkaar om eikaars gezelschap te kun nen zijn. Het kind leeft in een wereld vol fantasie en wij ouderen kunnen dat fantas tisch gedachtenleven niet of slechts tot op zekeren afstand benaderen. Het kind heeft behoefte aan beweging, veel beweging en wij ouderen komen steeds moeilijker in beweging. En zoo zijn er nog talrijke verschillen op te noemen, welke een belemmering vormen voor de kinderen om met ons zich in het spel bijv. te vermaken. Zeker, ze vinden het wel eens prettig als vader of moeder meespeelt, of de onder wijzer of onderwijzeres op school deelneemt aan hun spel, maar dit duurt nooit lang! Want al gauw moeten de volwassen ingrij pen, klinken er waarschuwingen, goede raadgevingen enz. van de zijde der ouders en... de pret raakt er voor het beweeglijke kind af. Er is een anecdote, waarin verteld wordt, hoe Jantje schreiend bij zijn moeder kwam en vroeg of zij aan Sint-Nicolaas een nieuw treintje wilde vragen voor hem, want met het andere speelde vader!!!! Neen, we moeten onze kinderen met kin deren laten spelen of omgang laten hebben met vertrouwde huisdieren. Wij moeten hoogstens af en toe optreden als scheids rechter, vrederechter of „technisch-advi- seur", wanneer een treintje niet meer loo- pen wil of een hyschkraan niet functionnee- ren wil... Nu de vacanties weer naderen velen uwer verkeeren misschien al in die verheu gende dagen! doet zich de vraag aan de ouders voor: Waar zal ik met mijn kinde ren dit jaar de vacantie doorbrengen-? Een lastige vraag! Jantje houdt van de zee, Annetje is dol op zwemmen en roeien. Piet verlangt naar groote wandeltochten in de bosschen. Maar hoe het ook zij, één feit mogen we wel in het oog houden: kinderen verlangen meestal niet naar lange auto-, trein- of bootreizen en nog minder naar bezoeken aan musea, gebouwen of andere bezienswaardigheden. Geeft ze een emmer, een hengellat, een zandschop, een kruiwagen of iets dergelijks en u hebt er geen kinderen aan. Uren lang zullen ze zich vermaken met visschen, gra ven, kruien en pootje-baden! Wanneer het er u om te doen is, dat het kind plezier heeft in de vacantie, welnu, dan is er slechts een keuze voor uw uitstapje: Gaat daarheen, waar uw kinderen ongestoord kunnen stoeien én ravotten, waar ze bewe gingsvrijheid hebben en zich eens vuil kun nen maken, eens kunnen klauteren en klim men in een oud pakje of een over-all! Een bijzonder geschikt vacantieoord voor kinderen is altijd een boerderij. Vooral het stadskind vindt daar zooveel ontspanning en vermaak, dat het nergens zijn kan. Heerlijke karwijtjes kan het daar opknap pen, het leert dingen kennen, welke het voordien slechts kende uit plaatjes, het kan spelen met dieren iets dat kinderen al heel gaarne, doen en dat ook een belangrijke paedagogische beteekenis heeft het kan zijn hart ophalen aan klauter- en klimpar- tijtjes en het mag een: op klompen loopen. Kortom een boerderij is voor het stadskind een dorado. In mijn jeugdjaren hadden wij op de ouderlijke boerderij in de zomervacantie altijd logeetjes uit de stad. Maanden van te voren reeds ontvingen we brieven met het verzoek, of ze weer moch ten komen. Hooiryden, melken, varen, paardrijden, enz. enz. waren dingen, welke het kind uit de stad zoo prettig leken, dat ze er alle andere uitstapjes voor missen wilden. En dan kunnen tenslotte vader en moeder ook prettige dagen doormaken op een boer derij. Er valt daar zooveel te zien, het leven is er zoo geheel anders als in de stad, de natuur is er zoo rustig, de menschen zijn er zoo gemoedelijk en de gelegenheid tot het maken van wandelingen en fietstochten is er ruimschoots aanwezig. En leerzaam is een dergelijk verbluf bo venmate. Heel wat woordkennis krijgt een onmisbaren achtergrond. Hetgeen de kin deren alleen kenden uit verhalen en uit illustraties zien ze nu in werkelijkheid voor zich en dit verruimt hun blik. Wanneer ze straks weer op school komen en over een boerderij hooren spreken, zal het hun ge makkelijk vallen de sfeer in te denken van het leven op het land. Het gevaar van namenkennis zon der meer zal zich bij deze kinderen niet voordoen in dit opzicht! OVÊEKA. zijn wielrijders, die bovenstaand kenteeken op hun fiets voeren. („Steunt Hen" wil dat „SH" tevens zeggen: „let even extra op!") Zelf-ontleding Zelf-toegepaste psycho-analsye, Psycho-analyse is zielsontleding. Er zyn psychiaters, die daarvan hun specialiteit maken. Door het reconstrueeren van da jeugd laten zij de menschen zien, hoe zij geworden zijn zooals ze zyn. Menig angst complex verdwijnt, zoodra wij inzien waar uit het ontstaan is. Maar ook menschen zonder angst-com plexen, menschen met een betrekkelijk har monisch en normaal geestelyk leven heb ben behoefte aan zelf-ontleding (auto analyse). En menigeen, die niet bespiege lend is aangelegd begrijpt niets van het hoa en waarom van zijn daden en de gevolgen daarvan. Hij begrijpt niet waarom dit hem mislukt en dat, en waarom hem zooveel overkomt, dat hij naar zijn eigen indee vol strekt niet verdiend heeft. Hij leeft blinde lings, en stoot zich aan tallooze ongeziene hindernissen, zooals iemand zich ook voort durend zou stooten die trachten zou, zich in het donker in een voor hem onbekende kamer te bewegen. Om ons te leeren zien, hoe wij geworden zyn tot wat w(j nu zyn, is de hulp van den psycho-analist wellicht onontbeerlijk. Maar een andere vraag is: hoe zijn wy? En in hoeverre verschillen wij van hetgeen wy zouden willen zyn, van den mensch die met succes streeft naar hetgeen ons mis lukt? De voorstelling, die wy van onszelf heb ben, is zeer onzuiver en daarby zeer onvolledig. De goede eigenschappen, die wy meenen te bezitten zijn meestal die, waarvan wy persoonlyk vinden, dat ze een mensch tot eer strekken. Deze vermeende goede eigenschappen be zitten wy' óf heelemaal niet, óf in veel ge ringere mate dan wij veronderstellen. Daarentegen bezitten wy Andere goede eigenschappen, van welker bezit wij ons ge heel onbewust zyn. Merkwaardig genoeg overdrijven wy niet zelden ook onze verkeerde eigenschappen, gedreven door een onderbewust gemak zuchtsmotief, n.1. om dan meteen te kunnen concludeeren, dat aan een in zóó stérke mate aanwezige fout tóchniets te veran deren valt. Zooiets als de dikkert, die de 100 kg ge passeerd is en er nu verder maar op los eet. Om te kunnen worden tot wat wij nu zouden willen zijn is het onherroepelijk noo- dig dat wy een zoo zuiver mogelijk beeld krygen van hetgeen wij nü zyn. Begint daarom, met een korte beschry- ving te geven van de menschen, dien U zoudt willen zijn, uitsluitend wat karakter aangaat en matenieele omstandigheden bui ten spel latend. Daarna begint U met 's avonds een be knopt maar geheel onverbloemd verslag te geven van Uw dag, 2030 minuten zö'n hiervoor voldoende. En gaat eiken dag na, waarom U een pluimpje verdiend heeft en waarvoor een terechtwyzing aan uzelf, en op welke goede, respectievelyk verkeerde eigenschappen in U deze pluimpjes en te rechtwijzingen wyzen. Om U een voorbeeld te geven drukken wij hierbij het dagelyksche lystje van een onzer cursisten af: Vanochtend op tyd opgestaan maar door een storing in den tramdienst te laat op kantoor. In antwoord op een hevig standje de reden uiteengezet, en toen daarop met een ironisch-ongeloovig gezegde geant woord werd, wijselijk gezwegen. N.B. Ik heb meer zelfbeheersching en ben kalmer dan eenigen tyd geleden. Aan de koffietafel scherp uitgevallen tegen myn zuster, naar aanleiding van een onschuldig plagerijtje. N.B. Dit vermoedelijk een gevolg van het toch niet geheel verwerkte standje. Onredelyk, om een ander ervoor te laten boeten, dat je je tegenover je chef hebt ingehouden. En dat, terwijl ik altyd zoo'n afkeer heb van onredelykheid. Letten op strikte redelykheid van myzelf, en zoo noodig liever iets verhalen op de gene, die het ernaar maakt. Vanmiddag op kantoor in den gang staande, betrapte ik myzelf erop dat ik trachtte te verstaan wat de chef tegen den procuratiehouder zei. N.B. Achterbaks en nieuwsgierig. Wist niet, dat ik deze slechte eigenschappen had. Voor oppassen. Kan misschien eenigszins verontschuldigd worden door ons aller angst voor ontslag in dezen tyd. Maar weet niet zeker, of ik dAArom luis terde. Vooral eerlyk blijven tegenover mij zelf. Vanavond onze hond aangereden, en een noodverband aangelegd en den dieren arts opgebeld, terwijl de heele familie van streek was maar niets deed, en ik anders geen bloed kan zien. N.B. Ik wordt flinker. Er is zooveel meer in U dan U denkt, en zooveel vooral anders dan U denkt. En U kunt zooveel beter harmonie schep pen in dat innerlyk, wanneer U zich klaar bewust bent van hetgeen daar aanwezig is. DR. JOS DE COCK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 10