DE DRIE MUSKETIERS
Drie gouden sleutels
Duitsch consulaat in
Enschede
Radioprogramma
De roode haan
kraait in Twente
Hoofd der Mormoonsche
Kerk bezoekt Nederland
Vergadering der Duitsch-Neder-
landsche vereeniging in het
Oostelijke grensgebied.
In tegenwoordigheid van een groot aan
tal leden van beide zijden der «grens, heeft
de Duitsch-Nederlandsche vereeniging, wel
ke gevestigd is in Muenster (Westfalen) en
in Enschede, dezen keer in Bcntheim haar
jaarlijksche vergadering gehouden. Dat men
aan deze bijeenkomst groote bcteekenis toe
kende, bleek wel uit het feit, dat niet slechts
talrijke „landraete" en burgemeesters uit
Muenster en Osnabrueck daaraan deelna
men, doch ook uit Berlijn als vertegenwoor
diger van gezant von Ribbcntrop, Freiherr
Gcyr von Schweppcnburg naar Bentheim
was gekomen.
De leider der Duitsche afdeeling van ge
noemde vereeniging, de heer Wantzen, sprak
uitvoerig over de samenwerking met Neder
land en over het onderhouden der weder-
zijdschc betrekkingen, ook op geestelijk en
cultureel gebied.
De heer Wantzen achtte de oprich
ting van een Duitsch consulaat in de
industriestad Enschede een drin-
A gen den cisch.
w
De leider der Nederlandsche afdeeling,
"de h'eer H. B. Pcterie uit Enschedé, wees
op de betcckcnis van een regelmatige uit
wisseling van kinderen tusschen Twente en
het land van Muenster.
Plan tot oprichting van een Nc-
derlandsch lectoraat aan Duit
sche universiteit.
De burgemeester van Muenster, Hillcbrand,
gaf «uiting aan zijn voldoening over het toe
nemende vreemdelingenverkeer uit Neder
land. Hij deelde mede, dat de nieuwe rector
van de Westfaalsche Wilhelms-universiteit,
professor dr. Mevius, het voornemen koes
tert., aan deze inrichting van onderwijs een
Ncderlandsch lectoraat op te richten. De
heer Hillcbrand achtte het dringend noorlig
aan beide zijden van de grens informatiebu
reau* te vestigen, en wel in Gronau, Bent
heim en Enschede.
In het Kurhaus en Kurpark van Bentheim
werd vervolgens een feestelijke bijeenkomst
gehouden, waar leden van het stedelijke
theater te Muenster en Duisburg de aanwe
zigen met een afwisselend programma bezig
hielden.
Brieven, die rond de
wereld vlogen
Merkwaardige verzameling.
De K.L.M. zal op de luchtvaart tentoon
stelling op I-Ioutrust een verzameling brie
ven brengen, welke onlangs een luchtreis
om de wereld hebben volbracht. Dit was
de eerste postzonding welke in geregeld
lijnverkeer per vliegtuig den weg om den
aardbol aflegde en wel bij de opening
van den dienst San FranciscoHongkong,
welke de Pan-American Airways voor het
eerst op 22 April j.1. met den China Clip
per uitvoerde.
Van Hongkong reisden de brieven naar
Ponang, waar zij door de K.L.M. werden
meegenomen. Dit Indië-Nederland vliegtuig
bracht do zending in Amsterdam, van
waar zij met den postdienst van de Air
Franco over het zuidelijk deel van den
Atlantischen Oceaan naar Buenos Aires
vloog. In Brazilië werd de postzak weer
overgeladen, thans in een der Clipper-boo
ten van de P.A.A., die de brieven weer
aan den afzender in Ncw-York terug
bracht.
De enveloppen zijn beplakt met twee
Anicrikaansche postzegels, twee van de
Straits-Scttlonvcnts, vier uit Nederland, drie
van Brazilië. De totale frankeerwaarde be
draagt bijna f 6.—. De brieven zullen van
lieden af op de Avia te bezichtigen zijn.
VRIJDAG 6 AUGUSTUS 1987.
Hilversum I.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Viool en piano.
11.00 Vervolg declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 Kovacs Lajos' orkest en soliste (In de
pauze: Gramofoonmuziek).
2.00 Viool en piano.
3.15 Omroeporkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 „Fantasia".
6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Gramofoonmuziek.
7.05 „Goud, geld en devaluatie", causerie.
7.25 Gramofoonmuziek.
7.30 Berichten V.G.P.
7.35 „Dood en onsterfelijkheid", causerie.
8.00 Pianovoordracht.
8.30 Architectonische causerie.
9.00 Light Symphony Orchestra.
10.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
10.30 Berichten A.N.P.
10.40 Avondwijding.
11.00 Jazzmuziek (Gr.pl.).
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II.
Algemeen Programma, verzorgd door den
KRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelcche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonmuziek.
2.15 De KRO-Melodisten, solist en gramofoon
muziek.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.15 KRO-orkest.
5.00 Gramofoonmuziek.
5,15 Orgelspel (Van 6.006.20 Land- en tuin-
bouwpraatje).
7.00 Berichten.
7.15 „Werkgelegenheid voor Nederlanders in
het buitenland en andere onderwerpen",
causerie.
7.35 Musica Catholica.
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 De KRO-Melodisten, m.m.v. solisten.
10.00 Reportage Jamboree.
10.30 Beriehten A.N.P.
10.40 De KRO-Boys en solist.
11.1512.00 Gramofoonmuziek.
Te Hengelo en Enschedé.
Ververij en bleekerij in vlam
men.
Gisternacht brak, waarschijnlijk tenge
volge van broeiing van katoen, brand uit
in de ververij en bleekerij van de Ncd. Ka
toenspinnerij te Hengelo. Zoowel de Hcn-
geloschc- als de fabrieksbrandweer werden
gealarmeerd. De brandweerlieden moesten
een zwaren strijd voeren tegen de hoog op
laaiende vlammen, doch het gelukte hun
toch de aangrenzende lokalen, waar mas
sa's katoen waren opgeslagen, voor het vuur
te vrijwaren. Om 2 uur kwam de brandweer
in actie en eerst om 7 uur kon men inruk
ken. De ververij en bleekerij is geheel uit
gebrand.
Banketbakkerij in brand.
Gisternacht te omstreeks 1 uur werd
brand ontdekt in het perceel Brinkstraat
19 tc Enschede. In dit perceel is gevestigd
de banketbakkerswinkel van den lieer G.
Voogd. Het vuur is, door nog onbekende
oorzaak, op den zolder ontstaan. Het
greep zoo snel om zich heen, dat de bewo
ners zich in nachtgewaad in veiligheid
moesten stellen. Vrijwel onmiddellijk na het
ontdekken van den brand stonden de
slaapkamers reeds in lichter laaie. Aan
vankelijk bestond ernstig gevaar dat het
vuur zich aan het aangrenzende perceel
zou mcdcdeelcn. Dit is evenwel, dank zij
een flinken brandmuur, en het krachtig
ingrijpen van de brandweer, niet, gebeurd.
In liet perceel van den heer Voogd
brandden vijf slaapkamers geheel urt.
Do schade wordt door verzekering gedekt.
Duitsche torpedobooten
passeeren de Waal
Gistermorgen ongeveer 10 uur passeer
den te Nijmegen over de Waal acht Duit
sche torpedobooten, welke op den terugweg
waren van hel officieel bezoek aan de
Duitsche Rijnhavens. De acht torpedoboo-
tcn worden aan de grens tegemoet gevaren
door de Nederlandsche torpedoboot G. 10,
Er was langs don oever en op do Waal
brug veel belangstelling.
De acht Duitsche mijnenvegers, die thans
nog in de Rijnhavens vertoeven, worden
Woensdag 11 Augustus terug verwacht
Bij gelegenheid van oen „Good-will"-tour
door Europa, komt de heer Heber J. Grant,
president van de „Kerk van Jezus Chris
tus van de Heiligen der laatste dagen",
doorgaans bekend als do Mormoonsche kerk
ook Nederland bezoeken. Na op Zaterdag 7
Augustus de padvinders op de Jamboree
toegesproken tc hebben, komt rar. Grant,
met zijn gezelschap naar Amsterdam om
aldaar op Zondagmorgen 8 Augustus, om
10 uur, een openbare bijccnkotnst in Am
sterdam te leiden.
Tijdens zijn bezoek aan Nederland zal dc
tachtigjarige leider Utrecht, Rotterdam,
Doorn en Den Haag bezoeken.
De president staat nu al achttien jaren
aan het hoofd van do Mormoonsche kerk,
die hij al vijf en zestig jaren op velerlei
wijze heeft, gediend. Zijn administratie
spreekt van wijsheid in liet bevorderen van
vooruitstrevend kerkbeleid.
Op zcs-en-twfintigjarigcn leeftijd werd hij
tot apostel verordineerd, tijdens welk
apostelschap hij enkele jaren over de zen
dingen in Europa presideerde. Geboren in
1857, te Salt Lakc City, Utah, is hij een
pionier van het Amerikaansche Westen,
en heeft een groot aandeel gehad in het
opbouwen van dc beschaving aldaar.
Geestelijk en intellectueel groot, is hij in
Amerika bekend, niet alleen als een voor
naam godsdienstleider, maar ook heeft, zijn
naam het respect en het onbegrensde cre-
dict van de zakenwereld.
President Grant zal vergezeld zijn van
enkele andere vooraanstaande figuren uit
de Mormoncnwereld.
Biggenmerken
In aansluiting op hetgeen 27 Juli j.1. werd
medegedeeld, vernemen wij, dat het aan
tal aangebrachte biggenmerken in de week
van 17 tot 24 Juli 1937 36.518 bedroeg, te
genover 45.087 in de overeenkomstige
week van het vorige jaar.
Van dc toekenning 1937 zijn van 1 Ja
nuari tot. 24 Juli in totaal aangebracht
950.911 (vorige jaar 1.108.593) merken.
291. HOEFSLAGEN.
292 BERICHT VAN DEN KARDINAAL.
„Maar wel zeker!" zei Mylady, „U mag
niet alleen komen, neen, U moet absoluut
komen, als ik tenminste dan nog bier ben",
voegde ze er met een vertwijfelden blik
aan toe.
Direct daarop stond de vreemde man
voor de deur. Mylady uitte een kreet van
vreugde. Het was immers de graaf van
Rochcfort, de rechterhand van den kardi
naal. „Is U het werkelijk, Graaf! Waar
komt U vandaan?"
„Van La Rochelle. Zijne Eminentie zond
mij om U tc zoeken. Maar waar komt U
dan vandaan?"
„Uit Engeland."
„En Buckingham?"
„Hij is dood of in ieder geval levensge
vaarlijk gewond. Toen ik vertrok zonder
dat ik bij hem iets had kunnen uitrichten,
had een fanatiekeling juist geprobeerd hem
tc vermoorden."
„Dat is een buitengewoon gunstig voorval!
dc kardinaal zal zich er zeer zeker bijzon
der over verheugen. Weet bij er reeds van?"
„Ik heb van Boulogne uit geschreven."
In de haast vertelde Mylady hem, dat
mevr. Bonacieux ieder' oogenblik dc aan
komst van d'Artagnan verwachtte.
„Dc jongelui maken ons de geschiedenis
bijna zoo moeilijk, dat wij genoodzaakt
zullen zijn zc in de bastille op te sluiten."
„Waarom is dat eigenlijk nog niet ge
beurd?" vroeg Mylady.
Dc arme mevr. Bonacieux zag niet de
boosaardige flikkeringen welke in de dui-
vclsoogen van Mylady oplichtten, ze hoorde
niets anders dan de verleidelijke stem, wel
ke haar trachtte te doen gclooven dat ook
zij een slachtoffer van dc vervolgingen van
den kardinaal was en dat ook zij moest op-
pussen, daar ze anders op een goeden dag
eveneens door dc spionnen van den kardi
naal zou worden weggesleept.
Hoefslagen, welke plotseling buiten wer
den geboord, maakten een einde aan het ge
sprek.
„Oh!", riep mevr. Bonacieux. „Zou hij dat
misschien al zijn?" Mylady's hart stond bij
na stil. Door den schrik bevangen zonk ze
bewusteloos in de kussens terug. Mevr. Bo
nacieux echter was naar het venster ge
stormd.
„Ach neen!" riep mevr. Bonacieux," het
is een vreemde man. Nu is hij de poort ge
naderd en belt aan."
Korten tijd later kwam dc Moeder-Over
ste binnen en deelde mede, dat er een man
was, die door den kardinaal was gezonden
cn Mylady graag even zou spreken.
„Oh", riep mevr. Bonacieux, ik hoop maar
niet, dat er iets ernstigs is. Mag ik weer bij
U komen, als de vreemde is weggegaan?"
FEUILLETON.
DOOR*
15 PETIAN
Toen zij na veertien dagen in die stad aankwamen, vulde een opge
wonden menigte de straten.
Gon^alo en Joajo informeerden, wat er gaande was, en toen bleek
hun, dat verder naar het noorden, in de selva's van het Amazonegebied,
tusschen de rivieren Madeira en Theodore nieuwe diamantvelden waren
ontdekt. Een paar jaren geleden waren enkele mannen dat bijna onbe
gaanbare gebied binnengedrongen en nu waren zij teruggekomen met
een voorraad groote steenen van het zuiverste water. Onmiddellijk was
er groote beroering ontstaan onder de talrijke avonturiers, die het
stadje rijk was, en die nu sinds een paar dagen in grootere en kleinere
groepen noordwaarts trokken, vastbesloten, deze kans waar te nemen
en te sterven in de moerassen van het Amazonegebied of schatrijk terug
te komen. Gon^alo en Joajo keken elkaar aan: dezelfde gedachte flitste
door hun brein. Een oogenblik weifelde Gongaio; elke mijl naar het
noorden beteekende een vermeerdering van den afstand, die lag
tusschen Juanita en hem. Maar toen bedacht hij: „Hier is het terrein
afgegraasd, hier is alleen plaats voor de schuimers, die tevreden zijn
met de restanten, die de eerstgekomenen voor hen hebben achter
gelaten. Daar ginds, in de onbetreden oerwouden van het noorden ligt
de kans van mijn leven. Als ik de kans grijp, ben ik een der machtigen
van het land, dan zal Juanita mij niet afwijzen. Op weg!"
Hij knikte Joajo opgewonden toe, die slechts op dit teeken had
gewacht.
„Wij moeten niet alleen gaan", overlegden zij, „dan is er nauwelijks
kans, dat wij ons doel bereiken; Wij moeten probeeren ons aan te
sluiten bij enkele anderen, die niet al te groote schurken beloven te
zijn".
In de dichtstbijzijnde herberg vonden zij een gezelschap bijeen, dat
opgewonden discussieerde. Zij zaten om de groote tafel, die bedekt
was met kringen mescal en goedkoope brandewijn, waaraan de aan
wezigen zich ruimschoots te goed deden. Ieder schreeuwde zijn meening
uit, zonder te luisteren naar de anderen. Vuisten beukten op de tafel;
plotseling schoot een arm uit, en boorde een mes in het blad. dat trillend
als een teeken van waarschuwing bleef staan.
Niemand nam eenige notitie van de nieuw aangekomenen. totdat
plotseling een van de schreeuwers, die met den rug naar Gon^alo toe
zat. zich omkeerde en hem'vlak in zijn gezicht keek.
„Coelho!" riep een grove stem, en Gongaio herkende den kapitein
van de „Stella Maris".
Gongaio keek den man rustig aan. en gaf geen bescheid.
„Kun je me niet behoorlijk antwoorden, lummel?" schreeuwde de
kapitein.
Als eenig antwoord gaf Gongaio hem een slag midden in het opge
blazen gezicht. De kapitein sprong met een vloek op uit zijn stoel, zoo
dat de glazen op de tafel kantelden, en vloog Gongaio aan.
Plotseling war het geschreeuw in het vertrek opgehouden. Alle aan
wezigen hadden hun geschillen vergeten en keken met belangstelling
naar deze afleiding, die hun daar zoo onverwachts werd geboden. Gon
gaio weerstond de botsing met het log^e lichaam van den gezagvoerder.
Alle vroegere angst had plaats gemaakt voor den onoverwinnelijken
lust. om eens naar behooren af te rekenen over de vernederingen, die
hem vroeger waren aangedaan. Hij kende zijn kracht: hij had niet voor
niets maanden lang de balen koffie gesjouwd op de plantage en de
balen en toonen boven zijn hoofd gedragen aan den walkant van
Itapura! Hij vertrouwde op zijn gezonde spieren en op zijn vlugheid,
die hem een voorsprong moest geven op de lompe kracht van den zee
man. Een kwartier lang duurde het gevecht onder luide kreten van
aanmoediging van de overigen, die nieuwe voorraden mescal hadden
besteld, nadat de heele tafel door de vechtenden onderste boven was
gesmeten. Zij stonden nu saamgedromd in de hoeken van de kamer en
verwedden hooge bedragen op den uitslag van het gevecht. Gonqalo
duizelde van de slagen die op hem ncermokerden; zijn neus, zijn mond
en zijn ooren bloedden, maar hij voelde langzamerhand de kracht van
den tegenstander verminderen. Met inspanning van alle krachten
haalde hij zijn rechterarm uit en deed zijn vuist neerkomen op de kaak
van den kapitein. Als een ballon, waarin een gat is geprikt, zakte deze
zuchtend op den vloer. Gongaio zeulde het zware lijf naar de deur en
rolde het over den drempel. Toen keerde hij zich hijgend om en wischte
het bloed en zweet van zijn gezicht. Een donderend gejuich begroette
hem: van alle kanten werd op zijn gezondheid gedronken, Joajo stapte
met goedkeurenden blik op hem af en klopte hem op den schouder.
Een glimlach gleed over het verhitte gezicht van Gongaio; hier was
een eerste avontuur, dat de moeite waard was om tc vertellen aan
Juanita, wanneer hij zou zijn teruggekeerd in Itapura.
Een van de drinkebroers aan de tafel was op hem afgestapt; eén
lange, pezige kerel die José werd genoemd, cn die wel de aanvoerder
van den troep scheen te zijn.
„Je bevalt me", zei hij goedkeurend, „wat kom je hier zoeken in
Diamantino?"
„Diamanten" antwoordde Gongaio grijnzend.
De ander keerde zich om: „Jongens hij komt hier diamanten zoeken!"
Dat verwekte algemeene vroolijkheid.
„Die zul je hier niet vinden, jongeman. Alles weg! De heele bodem
is omgekeerd. Geen zandkorrel is op den anderen gelaten. De zaak in
Diamantino is afgeloopen".
„Maar Alvarobegon Gongaio schuchter.
„Alvaro?" Welke Alvaro?" vroeg de ander scherp, „er zijn hier
honderd Alvaro's".
„Uit Hapura".
„Is dat een vriend van je?"
„Een vriend? Als ik hem op het oogenblik hier had
„Dan zou ik je voor zijn. Ik heb nog een appeltje met hem te schil
len. De oplichter".
„Dus hij heeft hier geen diamanten gevonden?"
„Jawel, in de zakken van de jongens, die naar de Madeira zijn ge
gaan. en die half dood van de malaria terugkwamen. Heb je hem
gezien?"
„Ja, in Hapura".
„Zoo, is hij naar huis teruggegaan? Jongens, als we hier klaar zijn,
gaan we naar Hapura, onzen vriend Alvaro een bezoek brengen".
„Dan ben ik ook van de partij".
„Ga je mee?" vroeg de ander op den man af, „we kunnen jullie
jongens gebruiken in het noorden. Nooit eerder daar geweest?"
„Nooit".
„Een lief land. voor wie ervan houdt. Modder, regen en muskieten".
„En diamanten?"
„Voor wie ze vindt, ja".
„Wij gaan mee".
„Goed, morgen om vijf uur vertrekken wij Schaf het noodige aan.
en zorg, dat je op het appel bent".
„Wat hebben we noodig?"
(Wordt vervolgd.)