DE DRIE MUSKETIERS Het eenzaamste land 1 ter wereld Drie gouden sleutels Voor de eerste maal door menschen betreden Radioprogramma Geen vogel - geen wormpje - geen geluid Gr is op de aarde, na de verovering van de beide Polen, voor ontdekkingsreizigers niet veel meer te doen! Waar voorheen geen mensch een voet zette, daar vindt men nu telefoon- en radio-installaties die er op wijzen dat de mensch zegevierde. Daarom is de ontdekking van het „eenzaamste land ter aarde" des te merkwaardiger. 305. BIJ DEN BEUL. Eindelijk wees de bedelaar op een geheim zinnig en eenzaam gelegen huis, kreeg een daalder en liep weg, zoo snel als zijn bee- ncn hem konden dragen. Het huis was zoo donker en stil als een graf. Geen lichtstraaltje viel er door de blinden, geen geluid werd vernomen. Niets wees er op dat hot huis bewoond werd. Eerst toen hij om het geheele roodg gebouw was heen gcloopen, vond Athos ein delijk een deur. Hij klopte meerdei'e kee- ren voordat hem werd open gedaan. Een groote man met een bleek gezicht en een zwarten baard en hoofdhaar, wisselde eeni- ge woorden met den musketier, waarop hij hem door een teeken gaf te verstaan, dat hij kon binnenkomen. Athos stond in een soort laboratorium. Men was hier juist bezig geweest om een skelet met behulp van een ijzerdraad in elkaar te zetten. Alleen het hoofd ontbrak nog en lag op de tafel. Alles in het huis verried dat zijn bewoner veel belang stel de in de natuurwetenschappen. Overal stonden glazen met slangen. Verder hin gen er opgestopte hagedissen en groote bun dels sterk riekende kruiden. 306 EEN GEHEIMZINNIGE BEGELEIDER. Na een oogenblik naar dat alles te heb ben staan kijken, verklaarde Athos, wat hem daarheen bracht. De man week ontzet achteruit en weigerde meteen gevolg te ge ven aan het verlangen van den musketier. Maar nauwelijks had hij de beide regels op het papier gelezen, dat Athos hem voor legde en het zegel gezien, of hij boog reeds het hoofd ten teeken, dat hij gehoorzaamde. Athos nam weer afscheid cn ging naar de herborg terug. Bij het ochtendgloren kwam d'Artagnan bij hem binnen cn vroeg: „Wat zullen we nu doen?" „Wachten", antwoordde Athos. De geheele dag verliep terwijl de vrien den ongeduldig wachtten. Tegen den mid dag werd mevr. Bonacieux begraven, waar bij de musketiers natuurlijk aanwezig wa ren. De gezichten van allen waren somber cn smartelijk vertrokken. Eindelijk kwam. Planchet met bericht voor Athos terug. Te gen acht uur 's avonds gaf Athos het bevel, de paarden te zadelen. Na cenigc oogcnblikken waren allen ge reed en op het moment, dat Athos buiten de poort trad, zat d'Artagnan reeds in het zadel. „Heb toch een oogenblik geduld", merkte Athos op, „er ontbreekt er nog een." Na deze woorden rende hij weg en kwam na een kwartier terug met een ruiter, die een masker droeg en in een rooden mantel was gehuld. De ijswoestijnen van de Noord- en Zuidpool werden tot nu toe wel eens voor de eenzaamste landstreken ter wereld gehouden, maar ten onrech te. Immers dieren waren hier al tijd te vinden en sinds de ontdek king der beide Polen zijn bezoeken van menschen daar geen zeldzaam heid meer. Thans, nu de kortste vliegweg van Europa naar Amerika in zekeren zin door de Rus sische vliegers met hun non-stop-vlucht Moscou-San Francisco gevonden is, kan men bijna zeggen, dat het Noordpoolgebied een „drukke"' verkeersweg is geworden.' Dus die eenzaamheid der beide Poolgebie den moet met een korrel zout worden ge nomen cn zeker in onzen tegenwoordigen tijd! Ook de oerwouden, waarvan enkele nog nooit door menschen werden betreden, kun nen niet eenzaam worden genoemd, omdat juist daar sprake is van een gekrioel van allerlei soorten dieren: goedhartige en kwaadaardige, vliegende, kruipende en loo- pendc, van alles wat. Dus ook de oerwouden moeten wij uitschakelen wanneer wij een gebied der eenzaamheid zoeken. Volstrekte verlatenheid. Daarenlegen is het volgens een Fransch blad, den Franschen ont dekkingsreiziger Louis Le Maire on langs gelukt, werkelijk een volko men verlaten en eenzaam land te ontdekken, waar tot nu toe geen mensch ooit een voet gezet heeft. En wat meer zeggen wil, uit de re sultaten van zijn tocht is zelfs ge bleken dat er ook tot nu toe geen enkel dier te vinden zou zijn. Mogelijk, dat er in vroeger eeuwen dieren geleefd hebben, maar dat schijnt dan toch nu niet meer het geval te zijn. Deze eenzame plek is het centrum van de groote woestijn, de Sahara. Het „spel des doods" is uit. De Sahara, is zooals bekend, de grootste woestijn ter wereld. Deze zandzee heeft van West naar Oost gemeten, een lengte van 7000 Kilometer en van Noord tot Zuid be draagt die lengte 2000 Kilometer. In de grij ze oudheid was het niet minder dan een „spel des doods" om de woestijn in te trek ken, maar onze moderne eeuw met haar we tenschappelijke en technische hulpmiddelen schrikt voor niets meer terug cn zoo is het in den loop der tijden mogelijk geworden een deel der woestijn tot een comfortabel reisge- bied te maken. In groote auto's wordt het Sahara-traject in ongeveer acht dagen afgelegd en gebruik makend van de nieuwe Sahara-vliegroute, duurt de overtocht zelfs maar 21 uur! Witgeschilderde autobussen ket sen de hitte terug. Sinds 1920 bestaat er zelfs een geregelde autobusdienst dwars door de Sahara. In verband met de enorme hitte die er ter plaatse altijd heerscht, zijn de bussen wit geschilderd. Zij zijn overigens bijzonder com fortabel ingericht, beschikken naast een radio-ontvangapparaat ook over een kortc- golf-zender en benzinestank-gelegenheden komen er op verschillende plaatsen in de woestijn voor. Dit alles heeft dus maar heel weinig met eenzaamheid te maken, maar daar staat tegenover dat het maar een heel smal ge deelte van de Sahara is, dat voor het ver keer is ontsloten. Onnoodig te zeggen dat er nog uitgestrek te gebieden in de Sahara zijn, die ver buiten de gebruikelijke reisroute liggen en waar heen geen mensch zich tot nu toe bege ven heeft. Dat ligt ook wel voor de hand, want wie in de Sahara niets te maken heeft blijft er gewoonlijk wel uit de buurt, im mers noch rijkdommen, noch vruchtbare gebieden zijn er te vinden. Niemand had het daarom tot op heden noodig gevonden om ook het gebied buiten de zgn. „Karavaan-straat" met een bezoek te vereeren. Het gevolg daarvan was dat slechts een zeer smalle gordel land langs de bekende route in den loop der tijden be kendheid gekregen heeft. Het centrum van de Sahara ligt ver van ieder verkeer en werd nog nooit betreden. Ook Nomaden en Bcdoeïncn kwamen zoo ver niet, juist omdat deze streek zoo verla ten en onbekend is. Eindelijk gevonden De Franschman Le Maire nu, nam on langs het besluit dit onbekende woestijnge bied te bezoeken. Hij stelde een „Centraal- Sahara Expeditie" samen, die uit 30 nmn bestond en begaf zich vervolgens, uitgerust met alle middelen der moderne wetenschap en techniek, op reis. Auto's, water-installaties, radio-appara ten, kortom alles wat bij een dergelijke we tenschappelijke expeditie hoort, had hij meegenomen. En hij bereikte zijn doel. Na een dagenlange tocht kwam hij in een gedeelte van de Sahara aan, waar een hoog gebergt doorheen liep. Er heerschten dragelijke verhoudingen wat het klimaat be treft en dat bleek ook al spoedig uit de verschillende boomsoorten die op deze ber gen groeiden. Zoo dicht was die begroeiing zelfs dat vanuit de verte den indruk van een bosch gewekt werd. Cyprcssen, kurk eiken en talrijke bamboe-soorten bleken er net zooveel vertegenwoordigd als de tal rijke woestijngewassen die maandenlang zonder water kunnen. De grond was betrekkelijk vochtig en dat bleek in ieder geval voldoende om het ge was te doen groeien. Doodsche stilte. Alles bij elkaar genomen maakte het land een huiveringwekkende in druk, want er heerschte de stilte van het kerkhof! Geen enkel dier, geen enkel levend wezen! Geen worm kruipt er over den grond, geen vogeltje fladdert er door de lucht en geen enkele kreet van een levend schepsel laat zich hooren om den mensch te overtuigen dat hij niet alleen is. Het is werkelijk een streek die zich van alle andere ontdekte gebieden onderscheidt en Le Maire, die er voor het eerst met zijn gezelschap aankwam, legde geenszins den grondslag voor groote exploitatie-moge lijkheden in de toekomst, maar hij ont dekte, waarnaar hij gezocht had: het een zaamste. land ter wereld! ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1937. Hilversum I. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 „Fantasia", orgel en declamatie. 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmpraatje. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.30 VARA-orkest. 4.30 „Het hedendaagsche jonge meisje", caus. 4.50 Vervolg concert. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 De Ramblers. v.05 „Filmland". 7.30 „Van gemeente tot kerk", causerie. 8.00 Herhaling SOS-Berichten, 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 VARA-orkest. 9.00 Radiotooneel. 9.15 Het Wormerveersch VARA-Trio en so- Msten. 11.00 Causerie over de Europeesche roeikam- pioenschappen. 11.2012.00 „Fantasia" en gramofoonmuziek. Hilversum n. KRO-uitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest (Om 100 Gramofoonmu ziek en Postduivennieuws). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuur. 4.00 Bouwmeester'Revue-orkest en solist. (Om 4.30 Gramofoonmuziek). 5.30 Esperantonieuws. 5.45 Voordracht. 6.00 KRO-orkest. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 „Geestesziekenverpleging in de Middel eeuwen", causerie. 7 °5 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 KRO-orkest. 9.00 Declamatie. 9.15 Gramofoonmuziek. 9.45 De KRO-Melodisten en solist. 11.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.55 -12.00 Gramofoonmüziek. Op 'n drogen weg moet uw auto bij 40 km per uur binnen 16 meter kunnen stoppen. Maar bij 80 km per uur is die remweg niet 32, maar 64 meterl FEUILLETON. DOORi PETIAN De verloofden kusten elkaar voor de oogen van Gon^alo. Die stond pijnlijk op, en wendde zich af. Hoe anders was alles geweest tusschen Inez en hem. Die hadden niet meer geweten, dat hemel en aarde bestonden, als zij elkaar omarmden. Deze twee gingen met elkander om als goede vrienden, als welopgevoede menschen, maar niet als een paar, dat door een onverbiddelijk noodlot tot de hoogste extaze is opgevoerd. Zij hebben de eenzaamheid niet gekend, dacht Gon<;alo, zij zullen niet weten, wat samenzijn is. Een maand later was hij tegenwoordig bij de inzegening van het huwelijk. Ondanks zijn bijna zestig jaren was hij kaarsrecht, en zijn kracht ging die van menig jongen man te boven. Toen de beslommeringen van het huwelijk achter den rug waren, ging Gongalo een groote reis maken. Bij Santos liet hij zich de koffie plantage toonen, waarheen hij eenmaal was verkocht als slaaf, van daar trok hij naar Jundialy, en reisde per schip naar Hapura. Hij logeerde een nacht in het logement, waar vroeger het echtpaar Nuno had gewoond. Die waren al sinds jaren gestorven en vreemde menschen, die hierheen waren gekomen uit Aquidauana hadden het bedrijf overgenomen. Hij informeerde nog naar Juanita en naar Aliaro, maar niemand wist zich iets te herinneren van die twee, dan dat zij waren getrouwd en weggetrokken. Met weemoedigen glimlach reisde hij verder, met een groot escorte over Sant' Anna. Guyaba en Diamantino naar Utiaruty. En in het gunstige seizoen trokken zij het oerwoud in. Gongaio voorop. Hij snoof den bekenden moerasgeur in, dien hij achttien jaren lang had ingeademd en een diepe neerslachtig heid om het voorbijgaan van alle aardsche dingen, overviel hem, heviger dan hij die bijna ooit had gevoeld. ,.Ik word oud", dacht hij. „cn ik ben alleen. Het wordt tijd, dat ik sterf. Misschien zal er dan geen eenzaamheid meer zijn." Hij kwam terug in het dorp aan de Madeira. Eens had zijn naam hier geklonken als een legende: nu was hij vergeten. De menschen kwamen en stierven, of zij bleven een paar jaren en keerden terug, sommigen rijk, anderen ziek naar lichaam en geest. Alleen daalde hij nog een keer af in de oude mijn. De gemetselde ingang was bijna geheel dichtgegroeid, en de ladders waren ver molmd. Maar hij wist nog ieder bordes, iedere nis, die uitgehouwen was in de wanden. Aan den voet van den tweeden ladder kon hij niet verder. De mijn stond vol water. Een verroeste pomp stond nog op het bordes. Hier zijn heel wat mannen neergevallen, dacht Gon^alo, de menschen eindigden, maar de pompen bleven werken, dag en nacht. Waarvoor? Om koude, glinsterende steenen uit den grond te kunnen halen. Hij haalde de schouders op en klom naar het eerste bordes. Een paar glinsterende oogen keken hem aan uit het duister. Hij keek nauwkeurig toe, en zag, dat het een klein aapje was, dat hem bespiedde. Werktuigelijk stak hij de hand uit, om het dier te streelen, maar plotseling beet het beest hem in den vinger. Met zijn zware laars gaf hij het een schop. Met een smak kwam het terecht op het tweede bordes: jammerend bleef het liggen. Huiverend klom Gon^alo de bovenste ladder op. Den volgenden dag aanvaardde hij de terugreis over de Madeira en de Amazone. Hij keerde terug naar zijn nu geheel verlaten huis op den heuvel boven Rio de Janeiro. Hij bleef daar alleen met een enkele bediende. Meestal zat hij in de kamer, waar hij had geluisterd naar het klavierspel van zijn vrouw, en zweeg. Een enkele maal bewogen zijn lippen, dan mompelde hij „Inez", en soms „Ribeiro". In 1831toen hij zeventig jaar oud was, stierf hij. VI. Bij de papieren, die Gon^alo Coclho achterliet, bevond zich in de eerste plaats een testament, waaruit bleek, dat hij al zijn roerende en onroerende goederen naliet aan zijn eenige dochter Pepita. Er werd in dat testament echter melding gemaakt van een hoeveelheid diamanten tot een waarde van ongeveer drie millioen milreis. waaraan een nadere bestemming was gegeven. Deze bestemming was vermeld in een persoonlijken brief aan zijn dochter. De brief luidde als volgt: Mijn lieve dochter. Ik heb je voldoende nagelaten, zoodat je, met het aanzienlijke vermogen, dat je man bezit, behoorlijk zult kunnen leven. Ik meen daarom een partij diamanten te kunnen gebruiken voor de uitvoering van een plan. waarmee ik al eenige jaren heb rondgeloopen, maar dat ik nooit heb kunnen verwerkelijken. De brief dien je hier in handen hebt, geeft de rechtmatige bezitster over honderd jaren, dus op 1 Mei 1931 het recht op den eigendom van de diamanten, die in drie brandkasten van mijn bank te Rio de Janeiro liggen. Je zult dezen brief geven aan je oudste dochter, die hem op haar beurt weer aan haar oudste dochter zal nalaten. De rechtmatige bezitster zal op deze wijze de oudste dochter zijn, die in 1931 in leven is. De bank is ingelicht. Het is mijn uitdrukkelijke wensch, dat de inhoud van dezen brief strikt geheim wordt gehouden. Indien over honderd jaren mocht blijken, dat met dezen wensch geen rekening is gehouden, zal over de steenen op andere wijze worden beschikt, zoodat zij voor ons geslacht verloren zullen zijn. Indien echter aan deze voorwaarde is voldaan, zal de draagster van den brief, die zich op 1 Mei 1931 bij de bank aanmeldt en die zich behoorlijk kan legitimeeren, de voorwaarden hooren, waaronder haar de steenen zullen worden ter hand gesteld. Je liefhebbende vader, Gongaio Coelho. Pepita las peinzend den brief nog eens over, vouwde hem dicht en borg hem in een van de laatjes van haar schrijftafel. Dit paste volkomen bij haar vader! Enfin, zij had geld gènoeg, al was een bedrag van drie millioen milreis niet te versmaden. Dit leek wel een goede geldbelegging. Generaties van schoonzoons zouden het familie kapitaal kunnen verkwisten, over honderd jaren zou de dochter uit dit geslacht nog tot'de rijkste behooren uit het land. Ze knikte goedkeurend: de brief zou na haar dood in handen worden gesteld van haar oudste en eenige dochter Maria, die in 1827 was geboren. Jammer voor de jongens, vond zij. Die hadden er eigenlijk meer recht op; zij waren eerder gekomen dan Maria. Maria was een fijn, teer poppetje. Zij leek al de teere gratie te hebben geërf van haar groot moeder. en de kwetsbaarheid van haar grootvader. Altijd trok zij zich terug in zichzelf, zoodat haar gezonde en robuste moeder ongeduldig werd. en de goedhartige vader tevergeefs poogde door te dringen in het hart van zijn dochter. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7