DE DRIE MUSKETIERS Het ontstaan der ridderorden Het verboden grondgebied DE NIEUWE RINSO... EEN TOVERMIDDEL! Radioprogramma Wanneer daalde de eerste lintjes- regen op het menschdom neer GEESTELIJKE EN WERELDLIJKE EERETEEKENEN. DE KOUSEBAND-LEGENDE. Naar aanleiding van den verjaardag van H. M. de Koningin is de tradi- tioneele lintjesregen weer op Ne derland neergedaald. Naar aanlei ding hiervan is het niet onaardig eens na te gaan, welke de oorsprong van deze orde en ordeteekenen. De voornaamste orde in Nederland was die van het Gulden Vlies, welke thans echter zelden of niet meer uitgereikt wordt. In Engeland is natuurlijk de Orde van de Kouseband bekend, welke slechts uit een beperkt aantal leden mag bestaan. De ridderorden, waarmee thans in de meeste landen militaire of bur gerlijke verrichtingen worden be loond, vinden hun oorsprong in den tijd der Kruistochten. Het woord „orde" duidt oorspronkelijk een ge meenschap aan, waarvan de leden zich tot plicht gesteld hebben, vol gens bepaalde regelen te leven en daarbij tevens een of ander doel na te streven. De orden, die door de geestelijkheid tij dens de Kruistochten opgericht werden, 'hadden tot doel de pelgrims naar het Verre Oosten te beschermen, de zieken te verplegen en de heilige plaatsen te bewa ken. De leden van een dergelijke orde droegen een kruis als gemeenschappelijk teeken in den strijd tegen de ongeloovigen en dit kruis kan als „voorvader" van onze orden beschouwd worden. Eén van de oudste orden. Een van de oudste, thans nog bestaande orden is die der Johanniters, welke orde in het jaar '1099 door een zekeren Gérard Torn in het leven geroepen werd. Een gemeen schap van nobelen stelden zich de ver zorging van pelgrims in het Heilige Land ten doel en onder haar eersten leider Rai- mond de Puy verdeelde zij zich in drie klassen, ridders, priesters en broeders, die •zich tezamen naar hun beschermer, den H. Johannes den Dooper, „Johanniters" noemden. In navolging van de geestelijke kwamen in den loop van de 13de en 14de eeuw de wereldlijke ridderor den op. Zij werden meestal gesticht door vorsten, die de waarde van dergelijke organisaties hadden in gezien en hoopten, daardoor hun vazallen vaster aan zich en aan de belangen van hun Huis te binden. Er waren strenge ordestatuten, welke de nieuwe leden moesten zweren te gehoorza men. Al naar gelang van rang, waardig heid en leeftijd hadden zij hun speciale kenteekenen. Het spreekt natuurlijk van zelf, dat de ridders hun uiterste best de den, door bijzondere prestaties steeds be langrijker insignes te verwerven. Het Gulden Vlies beschermde de Kerk. Een van de oudste en aanzienlijkste we reldlijke ridderorden is die van het Gulden .Vlies, welke in 1429 te Brugge dobr Philips (van Bourgondië ingesteld werd bij gelegen heid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De orde werd opgericht tot be scherming der Kerk en het teeken er van is een gouden ramsvacht, die aan een blauw geëmailleerden, vlammen spuwenden Feuilleton door Dennis Wheatley Vertaling Eva Raedt de Canter „In orde," zei Simon. „Ik zal pas over een paar dagen weg kunnen, maar ik volg je zoo gauw ik kan." „Volg mij niet, maar laten wy elkaar in Moskou ontmoeten. Ik ga over zee naar Gothenburg en dan per trein via Stockholm naar St. Petersburg of eigenlijk Lenin grad, zooals het nu heet. Dat zal een paar dagen langer duren, maar je zult je herinne ren, dat de brief van Rex in Helsingfors ge post is. Het is myn plan om myn reis daar twee dagen af te breken; ik zal ln de Finsche kranten naar nieuws van Rex vragen en een behoorlijke belooning aanbieden. Als wy gelijk hebben is de man die den brief gepost heeft nog in de stad en in staat ons precies mede te deelen, wat er met onzen armen vriend gebeurd is en waar hy zich nu bevindt." „Ja, dat is in orde. Graag Simon nam nog een sigaar, „wij zullen je sigaren missen," zei hij lachend. „Niet heelemaal veronderstel ik," glimlachte De Reichleau. „Ik heb er tweehonderd in een luchtdichte doos verzonden, die onze aankomst 2ullen afwachten." vuursteen hangt. Vele aanzienlijke Neder landers zijn in het bezit van deze beroem de orde geweest. De uitverkorenen des Konings. Het ontstaan van de beroemde Engelsche Orde van de Kouseband is vrij romantisch. Koning Eduard III, die omstreeks 1350 in Engeland regeerde, gaf eens een groot hof bal. Er werd druk gedanst en op een gegeven oogenblik verloor een der hofdames, de gra vin van Salisbury haar kouseband. De an dere leden van de hofhouding, die haar verhouding ten opzichte van den koning wel kenden, gaven elkaar knipoogjes, toen deze zich haastte, den kouseband voor de gravin op te rapen. De koning, hierover verontwaardigd, sprak toen de historische woorden: „Honi soit, qui mal y pense!" Tevens bepaalde hij toen, dat hij aan deze blauwe band grootc waarde zou hechten, en dat ieder zich gelukkig mocht prijzen, die in het bezit er van kon komen. Zoo werd in 1350 do Orde van de Kouscband opgericht met de bovenvermelde woorden des konings tot motto. Behalve de koning kunnen slechts 26 leden de Orde van de Kouseband bezitten, die allen van adel moeten zijn. Maar naast deze 26 uitverkorenen, worden er door den koning nog 26 z.g. arme ridders benoemd uit de kringen van den lageren adel. Het lintje werd langzamerhand hoofdzaak. In den loop der tijden verloor echter de mooie gemeenschapsgedachte aan beteckenis. De leden der orde hadden geen gemeenschappelijke plichten en geloften meer. Men zag in de orden nog slechts het middel tot erkenning van zekere verdien sten en de naam „orde" ging lang zamerhand over op de kenteekenen en decoraties. Wat eens slechts ver sierende bijzaak was geweest, werd thans hoofdzaak. De talrijkheid der verleende eeretcekcns maakte, dat de dragers der onderscheidingen elkander slechts zelden kenden en van een gemeenschappelijk werk was geen sprake meer. Slechts enkele orden werden als het ware nog beschermd, doordat 't aantal per sonen, dat tot het dragen der teekenen be voegd was, werd beperkt. De Nederlandsche ridderorden. TJit deze instellingen heeft zich langzamer hand het wezen der ridderorden ontwikkeld, zooals wij het thans kennen. Nu bestaan in *H9. DE ONDEROFFICIER PLANCHET. Planchet werd op aanbeveling van Ro- chefort benoemd tot onderofficier bij de garde. Bonacieux leefde rustig, zonder ook maar iets van het lot van zijn echtgenoote te weten en zonder zich ook maar het minst om haar te bekommeren verder Op zekeren dag moet hem echter wel iemand verteld hebben, dat hij weduwnaar was geworden. Plotseling kwam hij toen op de gedachte, dat de kardinaal hem voor den dood zijner vrouw eigenlijk een schadevergoeding ver schuldigd was. Hij was zoo onvoorzichtig den kardinaal er aan te herinneren, dat hij nog leefde. Zijne Eminentie liet hem mededcelen, dat hij zich met hem zou be moeien. Bonacieux ging den volgenden avond te gen zeven-uur weg en werd daarna nooit weer gezien. Menschen, die 't konden weten, namen aan, dat hij een baantje in een der kasteelen van den kardinaal had gekregen. 350. HET WAPEN VAN D'ARTAGNAN. Na eenige overweging besloot Athos zijn leven als musketier onder het commando van 'd Artagnan voort te zetten. Het scheen, dat hij zijn jongen vriend onmogelijk kon verlaten. Eerst in 1631 nam hij na een réis naar .Touraine afscheid onder het voor wendsel, dat hij een klein eigendom in Rousillon had geërfd. In werkelijkheid ging het om een zeer uitgestrekt goed. Grimaud volgde zijn heer en vervulde nog vele jaren zijn betrekking als trouwe en zwijgzame dienaar. EINDE. de meeste landen orden, waarvan niet wordt vereischt, dat de ontvanger van adellijke geboorte is. De verschillende klassen, waarin een orde is ingedeeld, maken een onder scheid. Gewoonlijk bestaat een orde uit: Groot-Kruis, commandeur en ridder. Do rid derorden, die wij thans in Nederland kennen Uw wasmachine bespaart U ongetwijfeld heel wat tijd en moeite, vergeleken bij het wassen met de hand. Maar een werkelijk verbluffend resultaat bereikt U, wanneer Rinso Uw wasmachine komt helpen. U zult het zien: Rinso tovert het vuilste wasgoed helderwit en werkt bovendien nog veel vlugger en veel zuiniger dan een gewoon zeep poeder. Het tijdrovende voorweken is met de nieuwe Rinso overbodig, terwijl Rinso voorts niet behoeft te worden aangemaakt. Rinso heeft een ong< woon hoog vetgehalte, waardoor in een oogwenk ee overvloedig schuim te voorschijn wordt getoverd. E tenslotte kan dit zo wonderbaarlijk werkzame Rinse sop nog meerdere malen achtereen worden gebruik R7-0J09W zijn: de Militaire Willemsorde, de orde van de Nederlandsche Leeuw, de Oranje-Nassau- ordc, dc Gouden Leeuw en de Huisorde van Oranje-Nassau. Dc Militaire Willemsorde is de oudste en werd reeds in 1815 ingesteld, daarna volgde in September van hetzelfde jaar de orde van de Nederlandsche Leeuw, terwijl de Oranje-Nassau-orde eerst dateert uit het jaar 1S92. Naar aanleiding van bij zondere gebeurtenissen, zooals verjaardagen bij de Koninklijke Familie, feesten, plechtige inwijdingen enz., worden deze onderschei dingen uitgereikt aan personen, die zich op de een of andere wijze zeer verdienstelijk gemaakt hebben. DONDERDAG 9 SEPTEMBER 1937. Hilversum I. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Het Omroeporkest. In de pauze: Decla matie. 12.30 Kovacs Lajos' orkest, soliste en gramo foonmuziek. 2.00 Vioolvoordracht. 2.30 Jonny Kroon's ensemble en gramofoon muziek. 4.00 Voor zieken en chuiszittenden. 4.30 J. Kroon's ensemble. 5.05 Voor de kinderen. 5.35 Renova-kwintet. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Savoy-orket en soliste. 7.30 Causerie over de Parysche Wereldtentoon stelling. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.10 Operette-orkest, gemengd klein koor en solisten. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.40 Orgel- en vioolspel. 10.15 AVRO-Dansorkest. 11.00 Berichten ANP. Vervolg dansmuziek. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest en gramofoonmuziek 2.00 Handwerkles. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Handenarbeid voor de jeugd. 5.15 De Gooilanders. 6.30 Gereformeerd Friesch halfuur. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 De Koninklyke Marinekapel. 9.00 „Herinneringen aan het Volkspetitionne ment", causerie. 9.30 Vervolg concert. (Om 10.00 Berichten ANP). 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnatiekles. 11.00—12.00 Gramofoonmuz. Hierna: Schrift lezing. „Zullen zij niet aan de grens worden open gemaakt? Douanen kunnen soms verschrik kelijk lastig zijn met dergelijke dingen." „In dit geval niet. Ik heb ze in een omslag van het consulaat gewikkeld en dat is ten- minsten nog een privilegie, dat wij, die de wereld geregeerd hebben, overhielden. Zoo lang wy nog vrienden hebben die in diploma- tieken dienst zijn, zyn er nog altyd de om slagen van het consulaat, waarvan wij gebruik kunnen maken en die onze correspondentie onaantastbaar maken." Simon keek den hertog glimlachend aan. „Dat is prachtig," zei hij. En als het eten erg slecht is, dan hebben wy tenminste nog de sigaren. Er is echter een ding waarover ik mij nog zorgen maak, ik spreek geen woord Russisch. Hoe zullen wij aan de noodige in lichtingen komen?" „Ik ken het gelukkig wel," antwoordde de Reichleau. „Je weet waarschijnlijk niet, dat mijn moeder een Plakoff was haar moeder was weer een Bourbon Condé, dus ben ik slechts een vierde Russisch. Maar voor den oorlog heb ik eenigen tijd in Rusland door gebracht. Prins Plakoff bezat groote land goederen in de Karpathen, een gedeelte van dat terrein behoort nu tot het vergroote Roemenië, het andere gedeelte behoort aan den Nieuwen Oekraïne Staat. Ik ben daar soms maandenlang geweest toen ik jong was en ik ken ook vele Russische steden goed." „Dat is gelukkig," zei Simon. „Wat wil je nu dat ik doe?" „Ga naar het Intourist Bureau en bespreek daar een verblijf van veertien dagen in Moskou. Laten zij op de gewone manier voor je visa zorgen, dat zal dan niet lang duren. Neem de directe route naar Moskou, via Berlijn en Warschau je gaat de grens over bij Negoreloye; ik zal je in Moskou ontmoeten nadat ik in Helsingfors inlichtingen heb inge wonnen en op de consulaten in Leningrad navraag heb gedaan." Simon knikte. „Hoe staat het met de con sulaten hier? Ik veronderstel, dat je alles ge daan hebt wat je doen kon." „Ja, maar geheel zonder resultaat. Het Amerikaansche consulaat had reeds vanuit Washington voor Channock van Rijn inlich tingen gevraagd, maar zij konden aan het rapport vanuit Moskou, dat Rex op elf December vertrokken was zonder bekende be stemming, niet toevoegen." „Hoe staat het met het geld?" „Ik zou flink wat meenemen; eenigen tijd geleden moesten alle reizigers hun vreemd geld bij de grens afgeven. Zij kregen daarvoor Sovjet roebels in ruil en alles wat zy daarvan over hadden konden zij weer in hun eigen geldwaarde omwisselen als zy het land ver lieten; maar dat is niet langer zoo. Het is geoorloofd om elke valuta mee naar Rusland te nemen, alleen moet men het bedrag op geven, zoodat er later geen moeilijkheden zijn als men met een zeker bedrag het land uit gaat." „Zullen zij geen achterdocht krijgen als ik meer meebreng dan ik op een gewone wyze noodig heb?" „Ja, misschien wel. Daarom zou het het beste zyn als je slechts een derde van wat je meebrengt opgeeft; verberg de rest. In je schoenen of in de voering van je vest. Ik zend een reserve voor myzelf in een omslag van het Consulaat. Het is heel goed mogeiyk, dat we ,als wy Rex kunnen vinden, een belangryk bedrag noodig hebben voor omkoopsommen of om een manier te vinden om hem het land uit te krijgen. Als wij alles opgeven wat wij hebben meegbracht, dan zou het wel eens moeilijk kunnen zyn om uit te leggen waar aan wij het hebben uitgegeven als wij weer vertrekken. Want je moet eraan denken, dat al het reisgeld, de hotels en eten, practisch alles, als betaald is voordat wij vertrekken." „Jack Straw?" vroeg Simon plotseling. „Ik vraag me af wat hy daarmee bedoeld heeft. Denk je, dat daar iets te vinden is?" De Reichleau streek met zijn hand over zyn voorhoofd. „Wat denk jy ervan?" „Ik zal je zeggen, het lykt my niet kwaad als ik eens naar Hampstead ging eens gaan kijken naar de menschen die er tegenwoordig naar toe gaan. Misschien krijgen wij een aan- wyzing." „Een uitstekend plan. Je zult er tyd genoeg voor hebben." „Heb jij misschien een atlas?" vroeg Simon lachend. „Ik ben byna vergeten hoe Rusland eruit ziet?" „Maar natuurlijk." De Reichleau haalde een zwaar boekwerk voor den dag. Hy nam het juweelen crusifix, het jade Buddha figuurtje en de eigenhandig gesigneerde foto van Ed- ward VII van de tafel en legde toen den groo- ten atlas geopend neer. Eenigen tyd lang ver diepten zy zich in de kaart, terwyi zy zacht met elkaar spraken. Ongeveer twee uur later bracht de Reich leau zijn gast naar de hall van het Errol House en vergezelde hem vervolgens door de verlaten straten van Maifair. „Zul je Jack Straw niet vergeten?" vroeg hy toen zy afscheid namen. „En over veertien dagen om twaalf uur by de Ilyinka Poort in Moskou en het is het beste dat wij doen alsof wij elkaar toevallig ontmoeten." ,,'k Zal zorgen dat ik er ben," zei Simon. ter- wyl hy zijn hoed vaster op zyn hoofd drukte. „Over veertien dagen om twaalf uur' bij de Ilyinka Poort." HOOFDSTUK III. Ongeveer een week na zyn diner by den her tog stapte Simon Aron uit een taxi vóór het huis van zijn neef in Hampstead. Simon was heel ryk maar het was teekenend dat hij in een kleine kamer op zyn club woon de en geen auto bezat. De taxi-chauffeur had echter geen reden om over zijn fooi ontevreden te zyn, ofschoon hij lang had moeten wachten voor het kasteel van Jack Straw, dat zijn pas sagier had uitgekozen om een bezoek te bren gen. Het huis was een lang, laag modern gebouw dat op eenigen afstand van den weg stond. Het korte grintpad en de straatweg waren aan beide kanten bezet door auto's van allerlei fa bricage en vorm; de ramen van het huis waren verlicht; het was duidelyk dat er een feest ge geven werd. Nadat hy het meisje aan de deur als een oude vriendin had begroet en zich ontdaan had van zyn zyden sjawl witte handschoenen, stok en hoed, was Simon spoedig in gesprek met zyn gastvrouw. „Heb je vanavond een belang rijk feest, Miriam?" vroeg hij met een pretti- gen glimlach. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7