IBont,
fherfst en winter!
de weelde van
De dames van Genève
Bont in alle tinten en soorten, voor
garneering of als stof van de geheele jas
Een bever viel ten offer
Zaterdag 16 October 1937
Vierde blad
Vermageringskuur; het voorspel der dierenhuidjesmode!
Nauwelijks gaan in het bosch de
eerste doode bladeren onder onze
voeten ritselen, of het bont begint
de mantels te tooien, vooral die van
de wassen dames achter de spiege
lende winkelruiten, de éénige we
zens intusschen die tegen alle weers-
en temperatuursveranderingen .vrij
wel gevrijwaard zijn.
Men zou tot in het oneindige kunnen fi
losofeeren over de aantrekkelijkheid, die
bont voor de meesten van ons hebben blijft.
De een draagt bont omdat het „rijk" staat,
de ander voorziet haar wintermantel van
een bontversiering om hem een tweede
jeugd te geven en ook wel omdat het klee-
dingstuk er dan een beetje warmer
uitziet, een derde Nu, wij hebben alle
maal onze goede redenen, niet waar, om
bont te dragen, zelfs in een tijd waarin wij,
.volgens ouden van dagen, van werkelijke
winters verschoond blijven.
Heeft bont wel iets met den win
ter te maken?
Het is trouwens een dwaling te meenen
dat bont iets men den winter zou hebben
uit te staan. Bont wordt vooral 's winters
gedragen, omdat het dan in de al of niet
"hcerschende koude een gemakkelijke recht
vaardiging bij de hand heeft, maar kennen
Wij ook geen zomerbont en zou het den cou
turiers véél moeite kosten er de vrouwen
van te overtuigen dat niets sjieker kan zijn
dan zich in den zomer met beestenvellen
te omhangen? Kan het ook op zomeravon
den niet frisch zijn, zoo frisch, dat een
huidje méér niet onwelkom is? En droeg
Marlène Dietrich, afgodsbeeld van het witte
doek, toen zij dezer dagen Parijs bezocht,
niet een bontmantel, ofschoon het weer
.voor een badpak was?
Bont uit eierschalen
Nooit is er méér bont gedragen dan
thans. En niet alleen wérkelijk bont, maar
ook „bont", dat nooit het vlèesch en de bot
jes van welk dier dan ook bijeengehouden
heeft, „bont", dat een geleerd chemiker uit
eikels, uit doode bladeren of misschien wel
uit eierschalen heeft weten te „trekken".
De scheikunde staat, sinds mantels van de
koe komen, voor niets meer.
haar-zelf, het vel is dat van een harer min- I
dere broeders, die haar zucht naar opschik
ten offer viel.
Ook zónder bont kunt ge ele
gant zijn.
Overigens is het niet volstrekt
noodzakelijk bont te dragen. Een
mantel, zelfs een wintermantel, kan
het ook zonder de minste bontver
siering heel goed stellen. Iedere
vrouw kan dezen winter volmaakt
elegant zijn als ze zich in een man
tel van „velours de laine" kleedt
of in een van Engelsch fluweel.
De modellen, die aan de markt zijn, slui
ten bijna alle om de draagster als de schaal
om het ei sluit. De kragen zijn laag, een
voudig, en worden met een enkelen knoop
op zij gesloten. Die knoop is meestal vier
kant. De knoopsgaten, de zakken en zelfs
sommige naden zijn versierd met garneer
sels, die aan deze kleedingstukken een
beetje druk, maar toch volstrekt niet on
aantrekkelijk aspect verleenen.
Is het niet beter zoon' mantel te dragen
dan zich met een of ander goedkoop bees
tenvelletje te tooien, dat altijd een armoe-
digen en schamelen indruk maakt? Aan
een mantel zonder bont kan nog een of an
der beginsel en zelfs een zeer nobel be
ginsel ten grondslag liggen, maar een
godekoop huidje maakt het uiterlijk van
een vrouw er nooit beter op, vooral niet als
dat huidje geverfd is in een tint, die wel in
het zonnespectrum, maar nooit op den rug
van een dier aangetroffen wordt.
Mode-palet.
Laat ik, om te eindigen, nog enkele op
merkingen maken over de modekleuren, die
dezen herfst de overwinning hebben be
haald. Die kleuren zijn saffierblauw, prune,
bisschopspaars, zwart en voor namiddag
toiletten en avondjaponnen een roze
nuance, die krachtig naar licht-rood trekt.
Een roze, dat op politiek terrein overge
bracht tusschen radicalisme en socialis
me het midden houdt.
Het is maar een kleinigheid....
Dat neemt natuurlijk niet weg dat de
groote modehuizen er allerlei andere bijna
niet te definieeren tinten op na houden,
„exclusieve tinten", zoals de sjieke coutu
riers ze met trots noeemen. Zoo toont Moly-
neux met veel ingenomenheid een bepaald
groen, voor deze gelegenheid „vert Derain"
geheeten, een grijs speciaal voor hand
schoenen „gris Paris" genaamd, een ander
groen, „herfstgroen" getiteld, Venetiaansch
roze en October-kastanje. Al die tinten on
derscheiden zich bijna niet van de „gewo
ne", maar ze onderscheiden zich en dat on
derscheed wordt met minstens honderd
francs per meter stof betaald.
Wat wilt ge? Ligt de ware sjiek
niet in een klein detail opgesloten,
in de sierlijke winding van een dra
perie, in den stand van een veertje
op een hoed, in een goedgeplaatste
knoop en dus ook in een grijs, dat
parelt, maar geen parelgrijs is? Dit
alles is pngrijpbaar en onweeg
baar en niettemin is het heel we
zenlijk.
Kan een vrouw haar gezicht niet beder
ven met een paar fuchsia-kleurige lippen,
als alleen een geranium-mond bij haar type
past? Kan een enkel onvoorzichtig woord
niet een onprettigen indruk maken, een
indruk, die de impressie van honderd an
dere goed-gekozen woorden te niet doet?
Alles is in de harmonie dor kleinigheden en
wie zich met mode bezig houdt, moet daar
voor juist een fijn gevoel hebben.
GERTRUDE.
NAMIDDAGMANTEL VAN BEIGE WOLLEN STOF MET BEVERBONT GE-r
GARNEERD. DE SLUITING IS OP ONZICHTBARE WIJZE AANGEBRACHT.
DE TOQUE IS VAN BEVERKLEURIG VILT EN FLUWEEL. DE JAPON VAN
KASTANJEBRUINE CRÊPE,
Ontwerp: Molyneux, Parijs.
Gedeponeerd model P.A.I.S,
(Reproductie verboden).
Het recht der vrouw vurig verdedigd.
„De heeren zijn gewend geraakt aan het praten der vrouwen".
De vrouw spreekt in Genève ook een woordje mee! Er zijn immers,
ondanks de successen der emancipatie, nog zóóveel zaken, waarin de
vrouw zich nog bij den man ten achter gesteld voelt en daar moet
eens een hartig woordje over gezegd worden! Het zijn de vertegen
woordigsters van den Wereldvrouwenbond en van talrijke interna
tionale vrouwenorganisaties, die zich te Genève de kaas niet. van het
brood laten eten! Het zgn. „feministisch seizoen" is ingeluid en de
voorzitter van den Volkenbond heeft de pleitsters uit het schoone ge
slacht ter conferentie ontvangen.
„Tegenwoordig gaat het gedurende het fe
ministische seizoen bijzonder levendig toe!"'
aldus een leidende vrouwenfiguur in Genè
ve. „Zeventien landen hebben bij hun dele
gaties een vrouw ingelijfd en talrijke dele
gaties werden vergezeld door secretares
sen".
Het is te voorzien, dat de beraadslagin
gen over de vrouwenrechten dit jaar bijzon
der belangrijk en actueel zullen zijn. Met
groot verlangen verbeiden de georganiseer
de vrouwen van alle zones het oogenblik
waarop het statuut van het vrouwenrecht
verwezenlijkt zal worden. Dit statuut be
oogt de volkomen terzijdestelling van alle
voor het vrouwelijk geslacht nadeelige wet
ten en ijvert voor erkenning van de vol
ledige gelijkheid in maatschappelijke rech
ten vóór de vrouw, in het bijzonder ten aan
zien van de medewerking in het openbare
leven.
Het ligt voor de hand dat de vrouwelijke
Volkenbonds-gedelegeerden voortdurend in
het middelpunt van het feministisch sei
zoen staan.
Het hoogtepunt van het feministisch sei
zoen vormt het traditioneele vrouwen-diner
dat door de vrouwen-organisaties ter eere
der vrouwelijke Volkenbonds-gedelegeerden
gegeven wordt. Niet alleen dat het een voor
treffelijke gelegenheid biedt voor de nieuwe
vrouwelijke afgevaardigden 0111 met elkaar
kennis te maken, maar voor alles om kracht
bij te zetten aan een indrukwekkende ma
nifestatie van den vereenden vrouwenwil....
Zooals ieder jaar, is ook thans weer een
deputatie van den internationalen vrouwen
bond, de grootste wereld-organisatie der
vrouwen, door den Volkenbonds-president
ontvangen. En opnieuw was mevrouw Ma
ria Ogilvie-Gordon de woordvoerdster. Be
knopt en krachtig zette zij de wenschen der
vrouwen uiteen. Deze vrouw, een bekend
aardrijkskundige .van den tegenwoordigen
tijd, Is tegelijkertijd een der geestdriftigste
apostels voor de broederschap der volken.
In haar enthousiaste bemoeiingen om te ge
raken tot een krachtiger invloed op het lot
der volken door het vrouwelijk geslacht is
zij de leidende geest van vrijwel alle acties,
die door de vrouwenbonden gemeenschap
pelijk in Genève ondernomen worden.
Een algemeene sympathie geniet ook gra
vin Klothilde Apponyi, weduwe van den
beroemden staatsman, die ook ditmaal weer
tot presidente van de vijfde Volkenbonds
commissie gekozen werd. Een voorname,
geestelijk gecultiveerde en sociaal voelende
vrouw, die door de waardigheid van haar
optreden reeds indruk maakt.
Het moeder-type wordt vertegenwoordigd
door Henny Forchhammer, de oudste dor
vrouwelijke volkenbonds-gedelegeerden. Zij
was de eerste vrouw die in een zitting van
den Volkenbond een rede hield. „Toen heb
ik de grootste angst van mijn leven uitge
staan", vertelt zij heden ten dage nog en
dan voegt ze er lachend aan toe: „sinds
dien hebben de heeren van den Volken
bond zich gewend aan het praten van vrou
wen!"
Twee vrouwen waren ook nu weer als
verslaggeefster gekozen: de Zweedsche
Kerstin Hesselgrin, wier inzichten en be
oordeelingen hoogelijk gewaardeerd worden
en die het statuut der vrouw „verslaat" en
de Frangaise Germaine Malaterre Sellier,
die over de sociale vraagstukken schrijft en
niet minder belangrijk journalistiek werk
levert.
En zoo hebben al deze vrouwen hun eigen
belangrijke plaats ingenomen en nemen zij
deel aan en oefenen invloed uit op de groo
te wereld-gebeurtenissen, terwijl zij zich
met nooit verflauwenden ijver en geest
drift aan de groote zaak wijden: de gelijk^
beid in rechten yan de .vrouw
Alstublieft géén dierenhuid in
de oorspronkelijke kleurI
Het is een echt-menschelijke trek de na
tuur te willen verbeteren. Moeder Natuur
moge ons in den vorm van dierenvellen de
mooiste en rijkste bontsoorten leveren wij
zijn er niet tevreden mee. Als wij er al ge
noegen mee nemen dat de huid, die wij ons
om de lendenen en andere lichaamsdeelen
slaan, écht is, dan kunnen wij er toch on
mogelijk in toestommen, dat de oorspron
kelijke kleur behouden blijft.
Vinden wij het niet bewonderens
waardig als op een bloemententoon
stelling de kweekers ons groene an
jelieren, bijna zwarte tulpen, blau
we rozen en rosé narcissen toonen?
En zouden wij dan niet van vreug
de beven als men ons violet lamsvel
laat zien, smaragdgroen vossenbont
en pruimkleurig hermelijn?
Arme kattenl
Ieder jaar zijn bepaalde bontsoorten in
de mode. Dezen winter schijnen vooral zwart
loutre, en, eveneens zwart, astrakan aan
bod te zijn, maar daarenboven is de markt
overst roomd met driekwart mantels van
kattenhuid, mantels van „miauw-bont",
zooals een grappenmaker ze al genoemd
heeft.
Deze mantels zullen niemand ruïneeren,
maar er is zóóveel vraag naar dat de prij
zen er van bijna met den dag stijgen en
dat de arme beesten, die de grondstof voor
deze kleedingstukken leveren, een tijdperk
jvol van de grootste gevaren schijnen tege
moet te gaan.
Materiaal, dat „oud maakt".
Het „petit gris", dat als een onsterke
bontsoort te boek loopt, begint ook weer aan
te trekken, evenals het „skungs", dat een
tijdlang de zéér ongunstige reputatie van
„oud-makend" genoten heeft. De term „oud-
makend" is meteen doodelijk voor alles
waarop het wordt toegepast. Wie wil nu
oud zijn of erger nog oud schijnen?
Wie wil er ook maar drie weken bij heb
ben? „Oud-makend" is misschien nog er
ger dan „dik-makend". ofschoon dat ook al
heel erg is. Dat bont altijd een beetje dik
maakt is helaas niet te ontkennen. Daarom
hebben zij, die in de mode een leidende rol
spelen, reeds niet alle middelen getracht
het bont van die ééne slechte eigenschap te
ontdoen. Vergeefs! Bont maakt een vrouw
er nooit slanker op. Is het dèarom dat zoo
veel vrouwen zich in den laten herfst met
heldinnenmoed aan een vermageringskuur
onderwerpen? De enkele ccntimters, die zij
op haar taille winnen, vullen zij met bont
aan. Zoo slagen zij er inderdaad in de ver
leidelijkheid van het „vel-over-been" te ver
werven, maar alleen „het been" is .van
Bekoorlijk galatoilet
Avondtoilet 4 wèèr wordt het nog gedragen, wié veroor-
looven zich nog de weelde van een duur en statievol gala
kleed? Waar de vrouw zich vroeger nauwelijks op de pluche
- zitting van een schouwburgzetel dorst neervlijen, wanneer ze
slechts in een eenvoudige gekleede jurk gehuld was, stapt ze
nu, met de grootste onverschilligheid, in blouse-en-rok gesto
ken, de tooneelzaal bin nen.
Gelukkig, men be
zoekt dergelijke gele
genheden niet meer, om
elkaar te zien, doch
om werkelijk van de
kunst te genieten. Het
was in dit verband tee
kenend, dezer dagen te
lezen, hoe een muziek
criticus bij één der con
certen ter eere van het
50-jarig bestaan van het
Concertgebouw te Am
sterdam, aan het begin
van zijn recensie er zijn
verrassing over uit
sprak, dat de zaal ein
delijk weer eens een
feestelijk aanzien ver
toonde en het publiek
toilet gemaakt had!
Er zijn en dit is
eveneens gelukkig!
nog tal van avonden,
waarop het groot toilet
gewenscht, ja, zelfs ver-
eischt isl
Niet voor niets werd
nevenstaande creatie
ontworpen! Ivoorkleu
rige atlaszijde valt,
eerst in slanke lijnen,
dan rijk uitplooiend,
om de rijzige gestalte
der draagster heen. De
strikken, die bij wijze
van mouw dienstdoen,
rok-tusschenzetsel en
-strook zijn van lila at
laszijde.
Antieke gratie
De antieke snit, en
het vorstelijke mate
riaal stempelen deze ja
pon tot een gala-dracht
bij uitnemendheid.