Verzet tegen staatsbemoeienis
met den handel
De meeningen botsen
Wat beteekent een
boycot tegen Japan?
Euwe verliest van Aljechin
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Wijziging Crisisinvoerwet ernstig gelaakt
Herbewapening van
Soesterberg
WOENSDAG 20 OCTOBER 1937. 81e Jaargang. No. 10397.
Uitgave der N.V. v.K. Trapman Co. Scfeogen.
Regeering mag niet te diep in
het handelsverkeer ingrijpen.
De vaste commissie voor overleg met de
Regeering inzake handelspolitieke aangele
genheden, in wier handen het wetsontwerp:
„Wijziging Crisisinvoerwet" gesteld is, heeft
daaromtrent o.m. het navolgende gerappor
teerd:
De contingenteering hield tot nog toe ver
band met overmatigen invoer uit het buiten
land.
Thans echter stelt de regeering
voor, elk verband tusschen contin
genteering en overmatigen invoer uit
het buitenland uit de wet te doen
vervallen. Hiermede wordt een prin
cipieel en materieel zeer belangrijke
verandering in de wet aangebracht,
een verandering, waarvan de hier
aan het woord zijnde leden de nood
zakelijkheid niet konden erkennen
en de wenschelijkheid niet konden
inzien.
Opheffing contingenfeeringsmaat-
regelen verwacht.
Deze leden hadden verwacht, dat de ver
betering van de conjunctuur en vooral de
toeneming van Nederlands concurrentiever
mogen op de internationale markt, ingetre
den na het loslaten van den gouden stan
daard, aanleiding zouden zijn geweest tot
een geleidelijke opheffing van contingentee
ringsmaat regelen. Dit wetsontwerp beteekent
echter uitbreiding en differentieering der
contingenteering, waardoor het handelsver
keer nog meer aan banden gelegd zal wor
den dan reeds het geval is.
In het vervolg zal de crisisinvoerwet niet
langer in hoofdzaak gericht zijn op bescher
ming tegen overmatigen invoer, doch verde
diging en bevordering van het normale han
delsverkeer beoogen.
De belangen van eiken bedrijfstak zullen
te allen tijde kunnen worden opgeofferd
aan die van andere bedrijfstakken, indien
de regeering mocht meenen, dat het „eco
nomisch landsbelang"' dit vordert. Zeker
heid heeft niemand meer. Aan het inzicht
der regeering is ieder overgeleverd. Zal niet
de eene bedrijfstak worden bevoordeeld ten
Nieuwe Jacht-, luchtkruisers en
eenpersoons] agers.
De minister van Defensie heeft,
naar de N.R.Ct. meldt, dezer dagen
in beginsel en behoudens aanne
ming van de begrootïng door de
beide Kamers zijn goedkeuring ge
hecht aan een plan tot herbewape-
pening van de militaire luchtvaart
te Soesterberg.
Dit plan is het resultaat van ampel over
leg tusschen den inspecteur van de mili
taire luchtvaart, den chef van den genera-
len staf en den commandant van het veld
leger.. Het omvat de aanschaffing bij de
Nederlandsche industrie en beoogt de in-
dienststelling van:
a. Een groep jachtkruisers, type G 1 of
G 2, uit G 1 te ontwikkelen. Dit is het
type mot twee motoren, waarvan de gon
dels verlengd zijn tot twee staarten. De
NV. Nederlandsche Vliegtuigindustrie heeft
het voor het eerst getoond op de tentoon-
stelling te Parijs.
b. Een groep luchtkruisers, type T 5 of
T 6, uit T 5 te ontwikkelen. Dit is het type,
dat de N.V. Nederlandsche vliegtuig-indu
strie ontwikkeld heeft in nauwe samen
werking met de militaire luchtvaart en
waarop reeds het vorige jaar een bestel-
lig van 16 stuks is geplaatst door het de
partement van defensie.
c. Een groep eenpersoonsjagers D 21, ont
wikkeld door de N.V. Nederlandsche vlieg
tuigindustrie voor de Indische legerlucht-
yaart
Reserve-toestellen.
Om een groep in dienst te kunnen stellen,
moet men beschikken over een bepaalde
reserve aan toestelen. In dit bewapenings
plan is tevens een vrij groote reserve opge
nomen, zoodat het in totaal meer dan 100
toestellen omvat.
De eonpersoonsjagers zijn hoofdzakelijk
bestemd tot steun en bescherming van de
.verkenners en bommenwerpers, die met het
yeldlegcr samenwerken.
De jachtkruisers dienen voor de algemecne
bewaking van liet, luchtruim tegen vijande
lijke bommenwerpers. De luchtkruisers kun
nen daaraan dienstbaar worden gemaakt en
zijn verder bestemd om als strategische bom
menwerpers op te treden.
Geen beslissing is nog genomen inzake de
alarmjagers, die naar veler meening noodig
zijn voor de verdediging van strategische
punten als groote steden, enz. in samenwer
king met de jacht- en de luchtkruisers.
koste van den anderen en zal het gevolg
daarvan niet zijn, dat de werkgelegenheid
eenvoudig van het eene bedrijf naar het
andere wordt verschoven?
De ervaring met Duitschland
was nu niet zoo mooi
lieeft bijv. de reglementeering van
het handelsverkeer met Duitschland
niet ten gevolge gehad, dat de in
voer van industrieele producten uit
dat land is geremd en tevens de uit
voer van agrarische producten
daarheen is beperkt?
De minister van Economische Zaken
krijgt practisch onbeperkte bevoegdheden
tot het nemen van invoerbeperkende maat
regelen. Van zijn inzicht in de „levensbe
langen des lands" zal alles afhangen. Voor
persoonlijk-eenzijdige waardeering is daar
bij ruimschoots plaats, in nog veel sterkere
mate dan onder de thans geldende wet. Het
schijnt zelfs zeer de vraag, of de minister
voor het gebruiken of niet gebruiken van
de hem te verleenen bevoegdheden nog wel
reëel ter verantwoording geroepen zal kun
nen worden, daar hij het verstrekken van
inlichtingen kan weigeren wegens strijd
met het belang van den Staat (artikel 95
der Grondwet).
Enkele andere leden der commissie ver
klaarden zich geheel te kunnen vereenigen
met hetgeen de regeering in dit ontwerp
voorstelt.
Met vuur gespeeld
Groote schuur te Pernis afge
brand.
Gisteravond omstreeks vijf uur is brand
uitgebroken in de groote opslagschuur van
den fouragehandel van de gebr. v. d. Pols
te Pernis.
Het vuur greep snel om zich heen en
vond gretig voedsel in de groote hoeveel
heid hooi en stroo, welke zich in de schuur
bevond.
De Rotterdamsche brandweer stond mach
teloos tegenover de vuurzee. De geheele
schuur, welke twintig meter lang is, brand
de geheel af. Ook de inhoud werd verteerd.
Het vuur is ontstaan, doordat kinderen in
de schuur met lucifers hadden gespeeld.
De schade, welke eenige duizenden gul
dens bedraagt, wordt door verzekering ge
dekt.
Stand thans 4—3 in het voordeel
van Aljechin.
In de Diergaarde te Rotterdam
werd gisteravond de zevende par
tij gespeeld van de match Euwe-
Aljcchin om het wereldkampioen
schap schaken.
Euwe, die met wit speelde, heeft
deze partij niet tot een goed einde
weten te brongen en moest na 34
zetten opgeven. De stand luidt dus
nu: Aljechin 4, Euwe 3.
Zoo langzamerhand begint het tot ons door
te dringen, waarom de geheele schaakwereld
voortdurend spreekt van de nck-aan-nek-race
Euwe-Aljechin: het publiek gelooft eenvou
dig zich op de renbaan te bevinden! Eigen
lijk moet het verwondering baren, dat het
tot dusverre nog niet. tot uitbarstingen als
„hup Euwe" en dergelijke is gekomen. Want
voorwaar, dit rumoer gaat de grenzen der
beleefdheid te buiten.
Wij meonen, dat de concertzaal-accoustiek
te Haarlem oorzaak was van het leven tij
dens de zesde partij, doch moeten thans
helaas tot de slotsom komen, dat het pu
bliek eenvoudig niet schijnt te beseffen, dat
rust een dor belangrijkste voorwaarden
voor een ernstige schaakpartij is. Wij hopen
dat deze welgemeende critiek haar uitwer
king op toekomstige bezoekers niet moge
missen.
Ongetwijfeld verkeert een ieder in groo
te spanning, doch dit mag vooral niet op
hinderlijke wijze tot uiting worden ge
bracht.
Was het de onrustige omgeving,
die Euwe gisteravond beïnvloedde?
Men mag genist zeggen, dat hij deze
partij niet alleen verre beneden zijn
kracht heeft gespeeld, maar dat bo
vendien van zijn typeeren de tac
tiek in het geheel niets te bemer
ken was.
Het in den steek laten van een pion ten
behoeve van een zeer twijfelachtig initiatief
(opening: Slavisch), later, na een episode
van hardnekkig verdedigen, opnieuw het
nemen van onnoodige risico (25kh3) en ten
slotte een volkomen „zusamanenbruch" op
den 28sten zet het was alles hoogst sen
sationeel. Voor Aljechin niets dan lof dit
maal. Het manoeuvreeren met lichte stuk
ken is altijd zijn grootste kracht geweest en
zijn prestatie in deze partij doet onwille
keurig denken aan die in partij no. 2.
Met de partij van gisteravond heeft de
match een geheel ander aanzien gekregen.
Voor onzen kam,pioen is het allernoodigste,
dat hij zonder verwijl zijn zelfvertrouwen
terugvindt.
Non-interventic
Vandaag een laatste verzoeningspoging
Rusland zal geen moeilijkheden veroorzaken
Gisteren is in het departement van
buitenlandsche zaken te Londen de
niet-inmenging sub-commissie bij
eengekomen, opnieuw zonder eenig
resultaat te bereiken.
Zooals aangekondigd was, stond
de vergadering onder leiding van
Eden, bij afwezigheid van Lord
Plymouth. Na de opening der ver
gadering verklaarde Grandi, dat de
ondercommissie bijeen was geko
men teneinde het Britsche voorstel
van 15 Juli te bespreken. Het Fran-
sche voorstel van de vorige week
beteekende geen verbetering van het
Engelsche plan. Bovendien was er
reeds een groote mate van overeen
stemming bereikt ten aanzien van
dit laatste voorsteL
Eden wees er op, dat er een groot verschil
bestaat tusschen 't Engelsche voorstel van
Juli j.1. en het recente Fransche ontweip
daar de Fransche regeering onder meer
heeft voorgesteld, dat als onmiddellijke
maatregel een aantal vrijwilligere uit bei
de kampen in Spanje zouden worden terug
getrokken. De verhouding der evacuaties
aan beide zijden zal evenredig zijn met het
aantal der strijdende buitenlandsche vrij
willigers.
De vertegenwoordiger van Frankrijk, Cor-
bin, verklaarde, dat de Fransche vooretellen
als een geheel moeten worden genomen.
Tusschen Corbin en Grandi ontstond daar
na een debat over het verband tusschen de
Britsche en Fransche plannen. Toen dit
een half uur had geduurd onderbrak Eden
de discussie en las de laatste paragraaf
van het communiqué, dat Zaterdag werd
opgesteld, voor. Hierin werd vastgesteld, dat
de afgevaardigden overeen zijn gekomen,
heden wederom te vergaderem, om de ver
klaringen over het Fransche plan aan te
hooren.
De Portugeesche vertegenwoordiger viel
de overeenkomst van Nyon aan, welke,
naar hij zeide, de regeering van Valencia
DB BILT SEINT,
Verwachting: Meest zwakke
wind uit Oostelijke richtin
gen, nevelig tot licht bewolkt,
waarschijnlijk droog weer,
weinig verandering in tem
peratuur.
Verdere vooruitzichten: Onzeker
Barometerstand hedenmorgen 8 nar 772
onredelijk bevoordeelde. Hij drong er op
aan, Franco de rechten van oorlogvoerende
toe te kennen. Hij voegde hieraan toe, dat
zijn land het terugtrekken van een gelijk
aantal vrijwilligere aan beide zijden zou
steunen. Ten slotte zeide hij, dat Portugal
bereid was de controle aan de Spaansch-
Portugeesche grenzen te heretellen, wan
neer Frankrijk hetzelfde zou doen in de Py
reneeën. Eden zeide hierop, dat hij een aan
tal antwoorden kon geven op de Portugee
sche vooretellen, doch deze vergadering was
hiertoe noch de plaats noch de tijd, aange
zien alleen de antwoorden op het Fransche
plan besproken konden worden.
Woermann, de Duitsche afgevaardigde,
ondersteunde de Italiaansche voorstellen Ver
volgens spraken de vertegenwoordigers van
Tsjecho Slowakije, België en Zwedan, die
allen de Fransche vooretellen aannamen.
Maisky, de Russische vertegenwoordiger,
was door zijn regeering gemachtigd om te
verklaren dat de Sovjet Unie geen heil zag
in de voortzetting der zoogenaamde non
interventie, maar zeide hij, als Parijs en
Londen een dergelijke politiek nog wensche-
lijk verdeelen zal de Russische regeering
daaraan geen enkele moeilijkheid in den
weg leggen.
In zijn samenvatting zeide Eden, dat het
na de discussies geen nut heeft te trachten
de bestaande fundamenteele meeningsver-
schillen van de verschillende leden van de
commissie met elkaar in overeenstemming
te brengen.
De toestand is ernstig, en het is
niet juist noch verstandig dit verder
te verbergen en spreker achtte het
niet wenschelijk de commissie te ver
dagen zonder eerst een overeenkomst
tot stand te hebben gebracht. Op het
oogenblïk bestaat een diepe kloof
tusschen de beide opvattingen, het
is een kloof, welke reeds sedert Juli
boetaat.
Eden voelt evenwel, dat er middelen be
staan om deze kloof te overbruggen en hij
stelde derhalve voor de vergadering tot he
denmiddag half vier te verdagen. Hij hoop
te, dat in den tusschentijd een methode ge
vonden zal worden om de beide standpun
ten nader tot elkaar te brengen.
DE BETEEKENIS VAN ENGELAND
EN AMERIKA VOOR JAPAN.
De strijd in het Verre Oosten
houdt vrijwel de geheele wereld be
zig en de mogelijkheden van een
eventueele boycot tegen Japan op
de wereldmarkt wordt alom in de
internationale pers besproken. Wat
de consequenties van een dergelijke
boycot zouden zijn, wordt in onder
staand artikel nader toegelicht.
Wanneer ooit de uitspraak van een
staatsman van groote internationaal-politie-
ke beteekenis was, dan is dat zeker het
geval met de jongste rede van den Ameri-
kaanschen president Roosevelt in Chicago,
ook al kan zulk een rede vanzelfsprekend
niet onmiddellijk tot concrete resultaten
leiden in de wereldpolitiek. Desondanks
moet de bijna pijnlijke gereserveerdheid die
men daartegenover aan den dag legde in
Londen, den Amerikaanschen president
eenigszins teleurgesteld hebben. Zonder twij
fel hebben zijn woorden de boycot-beweging
die zich in beide Angelsaksische hoofdsta-
ten spontaan en tegelijkertijd geldend
maakte, opnieuw gestimuleerd.
Zij wil door een zoo mogelijk vol
komen sluiting der Amerikaansche
en Britsche markten voor de Japan-
sche export en zoo mogelijk ook voor
den uitvoer van deze landen naar
Japan den weg vrijmaken voor een
politiek, die de Japansche expansie-
zucht op het Aziatisch vasteland zoo
snel mogelijk aan banden moet leg
gen.
De sanctie-maatregelen
Italië.
tegen
De ervaringen die men heeft opgedaan
met de sanctie-maatregelen van den Vol
kenbond tegen Italië, nopen tot uiterste
voorzichtigheid bij het overwegen der toe
komstmogelijkheden van een dergelijke ac
tie. Destijds hebben onder bescherming van
den Volkenbond niet minder dan 52 afzon
derlijke staten de bedrijfsboycot tegen Italië
geproclameerd men weet met welk re
sultaat. Aan een herhaling van een derge
lijk experiment is eens en vooral niet te
denken, zelfs niet wanneer de Vereenigde
Staten op Roosevelt's eersite opwekking
een krachtige diplomatieke actie zouden
hebben laten volgen.
Stremming van de Japansche
scheepvaart bij Singapore en
Panama?
Ook den ontwerpers van het boycot-plan
zweeft wel als uiterste grens van wat te
bereiken zou zijn een gemeenschappelijke
Britsch-Amerikaansche actie voor oogen,
die in hoofdzaak zou uitloopen op een
stremming der doorvaart van Japansche
schepen bij Singapore en Panama. Een
dergelijke maatregel zou op Japan vermoe
delijk een soortgelijke uitwerking hebben
als de blokkade van het Suez-kanaal tijdens
den Abessijnschen oorlog op Italië had moe
ten hebben. Het ligt voor de hand dat men
in Londen slechts met uiterste terughou
dendheid aan dergelijke maatregelen denkt.
Wanneer Japan daarop, wat ten
slotte alleszins in de verwachting
zou ligger, met een aanval op de
Britsche kolonie te Hongkong zou
antwoorden, dan zou een oorlog, die
ook in geval van een bondgenoot
schap met Amerika geen kleinig
heid zou zijn, onvermijdelijk zijn.
Men stelt daar natuurlijk tegenover dat
ook de heethoofdige machthebbers van het
huidige Japan zich wel tweemaal zouden
bedenken alvorens in te gaan op een zee
oorlog naar twee fronten.
„Privé-boycot".
Maar in ieder geval zou de Britsche re
geering toch de zekerheid moeten hebben,
dat Washington haar in het ergste geval
volkomen terzijde zou staan. Dergelijke
overeenkomsten zijn echter niet zoo maar
te improviseeren, zelfs niet onder den ver-
schrikkelijken druk van een oorlogstoestand
als die van thans in China, die naar een
oplossing dringt. Daarentegen zou een
„privé-boycot" een gemakkelijker door te
voeren en minder gevaarlijke onderneming
zijn.
Financieele positie van Japan is
verzwakt.
De voorstanders van het boycot-plan in
Amerika wijzen er op dat in de eerste
plaats de maatschappelijke en financieele
positie van Japan tengevolge van de zes
jaar geleden begonnen veldtocht in Mand-
sjoerije, veel precairder zou zijn dan de
situatie van Italië was bij het uitbreken
van den oorlog in Oost-Afrika. Ten slotte
had Italië een vredes-periode van meer dan
vijftien jaar achter den rug. Aan den an
deren kant staat de weerstand van China,
zooals in den loop van den laatsten tijd
steeds duidelijker is gebleken, op een heel
ander peil dan die van Abessynië tegen
Italië stond.
De financieele positie van Japan
is reeds nu beduidend verzwakt,
omdat het tekort der handelsbalans,
dat in de eerste zes maanden van
dit jaar grooter was dan in het
geheele aardbevingsjaar 1924 en
bijna zoo groot als het totale tekort
van 1936, bij het gebrek aan buiten
landsche fondsen slechts door de
niet zeer sterke goudreserven ge
dekt zou kunnen worden.
Engeland en Amerika Japan's
grootste afnemers.
Deze tekorten danken hun ontstaan in
hoofdzaak aan de enorme invoer van ma
chines en metalen, die Japan voor zijn
uitrusting noodig had en die tijdens den
Chineeschen veldtocht niet dan met ernstig
militair gevaar beperkt zou kunnen wor
den. Japan is er daarom onder alle omstan
digheden op aangewezen zijn uitvoer min
stens op het tegenwoordige peil te houden.
De beide Angelsaksische grootmachten zijn
zijn grootste afnemers ze betrekken pre
cies de helft van wat Japan uitvoertEn
geland 28 en Amerika 22 procent.
Deze beide machten hebben voorts in het
afgeloopen jaar tezamen 63 van de Ja
pansche invoer geleverd en dat getal iö
voor Japan natuurlijk weliswaar van groot
belang, maar toch niet zoo belangrijk als
de exportcijfers. De boycot van den Japan-
schen uitvoer is ongetwijfeld het voornaam
ste wapen dat men tegen Japan kan ophef
fen. Waar Amerika alleen al 85 van alle
Japansche ruwe zijde betrekt het eenige
Japansche export-artikel dat geen grond*
stoffen bevat die uit het buitenland betrok
ken worden zou een doorgevoerde boycot
in het bijzonder dit product zwaar treffen,
wat voor de binnenlandsche situatie in Ja
pan catastrophale gevolgen zou hebben.
Men wijst er in Amerika voorts op dat
Japan voor den invoer van olie en ruwijzer
op de Vereenigde Staten, Nederlandsch-Oost
Indic en Australië is aangewezen. Voor de
oorlogs-economie van aJpan zou het echter
wanneer het conflict in China niot binnen
enkele weken tot oplossing komt, nog be
denkelijker zijn. dat het land voor de mees
te producten der „zware industrie", zelfs
voor automobielen zoonis voorheen op den
invoer uit Westersche landen aangewezen
blijft.
Ook de levensmiddelenprodnctie
in gevaar
Bovendien zou door een langere duur van
het conflict zelfs de productie van de Japan
sche landbouw ernstig beïnvloed kunnen
worden, omdat die nu eenmaal afhankelijk
is van de handenarbeid van duizenden men-
schen, zoodat een millioenen-oproep van
mannen voor het leger en. van vrouwen
voor de munitie-fabrieken, onvermijdelijk
zou leiden tot een enorm gebrek aan ar
beidskrachten op het land en dus tot beper-
king van de levensmiddelen-productie.
Al deze omstandigheden bewijzen dat een
economische boycot een bijzonder sterk wa
pen beteekent in den strijd tegen de Japan
sche expansiedrift Het is noodeloos erover
te discussieeren wat daarvan de gevolgen
zouden zijn. Het is daarom, dat de interna
tionale wereld met groote belangstelling
naar de ontwikkeling van het conflict en
naar de houding der buitenlandsche mo
gendheden uitziet....