-LORD NUFFIELD RADIO VAN P AP Het verboden grondgebied De man, die zijn millioenen weggeejt: alias William Morris Autokoning in overall Van fietsenwinkelije iot autofabriek Italiaansch imperium ia Afrika PROGRAMMA GEÏLLUSTREERD j VERVOLGVERHAAL DOOR: lEDGAR RICEj Iburroughs No. 34. Intussen roeide het lafhartige scheepsvolk van „De Arrow" vlug naar 't schip. Tarzan waakte. Het in teressantste gezicht van alles was voor hem het gelaat van het mooie, blanke meisje. Hier was er tenslotte een van zijn eigen soort. Hij besloot de jonge Clayton te volgen en hem zo nodig te helpen. Plotseling kwam Tarzan met hem in aanraking. Clay ton was verdwaald. Met tussenpozen riep hij luid. Tarzan begreep, dat hij de oude man zocht. Opeens zag Tar zan een gele glimp van Sheeta, het luipaard, dat vlak achter de jonge man liep en zich gereed maakte voor de sprong! En toen, schril en onheil spellend weerklonk door de stilte van het woud het vreselijke ge schreeuw van een uitdagende aap. Sheeta aarzelde, keerde zich om en verdween in het struikgewas. Clay ton voelde zijn bloed verstijven zijn hart klopte hoorbaar. Nooit had hij een dergelijk geluid gehoord. Clayton kon niet vermoeden, dat het de stem van zijn eigen neef was, de echte Lord Greystoke, die hem het leven had gered. Hij begon terug te hollen in de richting, waar hij dacht, dat de hut lag. De duisternis viel spoedig. Hemel! om hier alleen te moeten sterven! Daar hoorde hg een zacht geluid, en zag wie het veroorzaakte. Het reus achtige lichaam van een volwassen leeuw dook voor hem op. Verlamcf van schrik bleef hij staan. Er kwam een geluid van boven, een pyi ver wondde het dier, dat van pijn en woede opsprong, maar op hetzelfde ogenblik sprong een reusachtige ge stalte van een boom naar beneden precies op de rug van het vrese lijke dier. (Nieuwe spelling). Niet ver van Oxford wijst men vreemdelingen de plaats, waar het fietsenwinkeltje stond, waarin Will Morris als leerling zijn loopbaan begon. 44 jaar geleden kwam daar een magere bleeke jongen de werk plaats binnen en vroeg om werk. Reeds als kind had hij zich bezig gehouden met mechanisch speelgoed. Als schooljongen had hij zelf zijn fiets volkomen uit elkaar gehaald en daarna weer in elkaar gezet, na eenige verbeteringen aangebracht te te hebben. Het vak had hij onmid dellijk onder de knie en in nog geen negen maanden had hij genoeg gezien van het bedrijf en voldoende gespaard om zelfstandig te kunnen beginnen. Hij begon een werkplaats in een schuurtje, zonder dat hij ook maar één fiets in zijn magazijn had. Maar hij beschikte over goede werktuigen en vooral over enthousiasme. moest komen van den loggen en zwaren auto van dien tijd. Bovendien wilde hij een voertuig fabriceeren, dat goedkooper was en zuiniger in het gebruik. M.a.w. deze onbeschaamde fantast Will Morris scheen ernaar te streven een Engelsche Hcnry Ford te worden. Maar „Ford van Oxford" liet zich niet van de wijs brengen en produceerde in 1912 een auto. die inder daad alle voordeelen bezat, die zijn construc teur had probeeren te bereiken. Licht en stevig gebouwd, en krachtige motor, die weinig benzine verbruikte, en, wat nog wel het belangrijkste was. eqn auto die veel goedkooper was dan andere. Op gang. Eenige studenten van de universiteit wist hij tot zijn klanten te maken, aldus de N. R. Crt. Hij repareerde hun fietsen en kocht deze van hen, wanneer ze met vacantie naar huis gingen, ruilde veel en kon al gauw een grootere werkplaats inrichten. Boven de deur hing een bord, waarop bescheiden was meegedeeld, dat W. R. Mor ris ale reparaties aan fietsen en aan andere machinerieën uitvoerde. Morris werkte zoo hard en tegen zulke concurreerende prijzen, dat hij al gauw de grootste rijwielhandelaar van Oxford was. Toen hij 30 jaar oud was. had hij een be hoorlijke bankrekening en- woonde in een eenvoudig, aardig huisje, waar zijn vrouw Elisabeth Maud, de dochter van William Jones Anstey uit Oxford voor de huishou ding zorgde. Men kon al bijna zeggen, dat Will Morris „binnen" was. Ford van Oxford. Toen echter waagde hij een experiment, dat hem in de achting van klanten en vrienden geenszins deed stijgen, doch hem integendeel eerder spot en hoon bracht. Hij had de eerste auto's gezien en onmiddellijk de beteekenis van deze uitvinding begre pen. Hij begon met de constructie van een lichten, kleinen auto. die in de plaats Strijd tegen Austin. Morris kreeg al gauw zooveel opdrachten, dat hij ze niet kon uitvoeren. Hij moest een fabriek bouwen en het daarvoor noo- dige kapitaal bij elkaar brengen. Na een jaar werd de fabriek uitgebreid en toen de oorlog uit'brak, was hij een van de leiden de Engelsche automobielfabrikanten. Na den oorlog had hij nog maar één concur rent: Austin. Austin is elf jaar ouder dan Morris, heeft techniek gestudeerd en be gon zich op de vervaardiging van automo bielen te concentreeren, toen er in Enge land voornamelijk nog slechts Amerikaan- sche, Fransche en Duitsche auto's reden. Tegen dezen concurrent wilde Morris den strijd aanbinden. Na den oorlog vochten ze beiden tegen de crisis. Beiden met goed resultaat en een paar jaar later begon de geweldige ontwikkeling van hun industrie. Morris, die iederen dag in een blauwe overall in zijn fabriek stond en Austin, de ingenieur, die sociale ambities had, waren beiden in enkele jaren, naar zij zelf zeg gen, tegen hun wil. millionnair. „Wat moet ik met mijn geld doen?" Persoonlijk heb ik weinig behoeften, ver telt William Morris, die door den Koning tot Lord Nuffield is gemaakt. Ik weet werkelijk niet. wat ik met al het geld, dat ik ieder uur verdien, moet doen. Ik heb geen dure liefhebberijen en ben niet jong genoeg meer om opnieuw te beginnen om als millionnair te leven. Bovendien moet je dat geleerd hebben. Mijn arbeiders hebben mij gehol pen de fabriek groot te maken, hun komt ©en deel van de winst toe. Lord Nuffield, die ook thans nog in een blauwe overall zijn fabriek in specteert, iederen morgen om zeven uur opstaat en om acht uur in de fabriek is, alsof hij op zijn plaats moet zijn op het moment, dat de sirene loeit, heeft zijn personeel aandeelen in de fabrieken geschon ken tot een waarde van meer dan twee millioen pond. De dividenden zijn voor de arbeiders. Wat moet ik met mijn geld doen, vraagt Lord Nuffield. Op de bank brengen? Dat heeft geen zin. Ik feteek mijn geld is in stellingen. die de wereld en dus mij en mijn vrienden van nut zijn. Deze man is plot seling bevangen door den wensch de menschheid nieuwen levenslust te geven. Hij heeft zooveel ellende gezien, zooveel zieken en armen, dat hij geen vreugde meer had aan zijn rijkdom. Eerst schonk hij betrekkelijk geringe bedragen aan zie ken- en armenhuizen, daarna gaf hij zijn personeel een groot aantal aandeelen. Hij bouwde voor zijn arbeiders vacantie-verblij- ven en herstellingsoorden,, sportterreinen en clublokalen. Ter bevordering van de me dische studie schonk hij de universiteit van Oxford twee millioen pond. Bijna dagelijks leest men van nieuwe giften van Nuffield voor medische doeleinden. Op het oogenblik heeft hij ongeveer een 10 millioen pond weggeven, de helft van zijn vermogen. Alleen nuttige gaven. Ik zal zoolang geven, als ik mij dat kan permitteeren. Doch altijd slechts voor zul ke instellingen, die het werkelijk noodig hebben en die mij persoonlijk nastaan. Maar ik zal geen penny weggeven, als ik er niet van overtuigd ben, dat deze goed be steed is. zegt de man, die millioenen heeft gegeven voor de noodlijdende gebieden en die overal commissies organiseerde, die het geld beheeren. Privé verzoeken om geld weigert hij principieel. Als ik mijn vermo gen aan alle vragers en onder alle nood- druftigen zou verdeelen, zou ik veel men- sohen een kort plezier doen, maar niemand zou definitief geholpen zijn. Lord Nuffield heeft een bijzonderen eer bied voor de medici en hij verklaart, dat dit zoo is omdat hij in den arbeid van een chirurg overeenkomst ziet met zijn eigen technische vak. Op het oogenblik studeert hij, leest wetenschappelijke boeken en poogt een weg te vinden in het labyrinth van het. medische onderzoek om overal te kunnen helpen, waar gebrek aan kapitaal wetenschappelijke vordering belemmert. Mohammedanen worden tegen Engeland opgehitst. Het door Italië aan den dag gelegde stre ven naar vorming van zijn imperium in Afrika wordt door Vernon Bartlett in de En gelsohe News Chronicle besproken. Hij gaat daarbij uit van inlichtingen „uit uitzonder lijk goed ingelichte" bronnen en begint met te zeggen, dat de aandacht der Itali- aansche autoriteiten vooral gericht is op propaganda bij de Mohammedanen. Er zal een groote Mohammedaansche universiteit gebouwd worden te Harrar in Abessinië waar de thans bijna voltooide radiozender een aanvulling moet vormen van dien van Bari. De Italiaansche propaganda raakt ook de Inlandsohe bevolkingen van den Soedan en van de Engelsche bezittingen in Afrika. Het zwarte leger van het Italiaansche rijk, zoo zegt men tegen hen, zal dienen tot hun be.vrijding. Ook Frankrijk blijft niet vrij van deze attenties eri in geval van oorlog zou het Abessijnsche leger als eerste doelstelling Djiboeti hebben, teneinde Ery- threa en Somalilnd met elkander te ver binden. De militarisatie van de Abessijnsche bevolking gaat gelijk op met do culturcele propaganda en de Itali aansche autoriteiten werken aan de uitvoering van een plan, strek kende tot het in vijf jaar op de been brengen van een Inlandsch leger van omstreeks drie en een half millioen soldaten, waarvan driehon derd duizend in actieven dienst. De reservisten van dit leger zullen een dag per week moeten geven aan militaire training. Voor de financiering van deze grootsche plannen wordt alles in het werk gesteld om van Abessinië een voorbeeld van economische autarkie te maken. IJzer en steenkoolmijnen zijn ontdekt in de pro vincie Harrar, waar staalfabrieken binnen kort zullen worden gebouwd. Volgens opti mistische verwachtingen zal men over drie jaar rails kunnen fabriceeren, over vier jaar kanonnen, over vijf jaar geweren en over zes jaar auto's. DONDERDAG 21 OCTOBER 1937. Hilversum I. 8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 KRO-orkest en gramofoonplaten. 2.00 Handwerkcursus. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Apollo-Trio. 6.30 „Uit het Bagno de vrijheid tegemoet", causerie. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS.-Berich- ten. 8.15 Collegium Musicum Noviomagense en gramofoonplaten. (Om 9.00 „Voor wie en wat", causerie). 10.00 Berichten ANP. 10.05 Orgelconcert. 10.45 Gymnastiekles. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schriftlezing. Hilversum H. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Het Omroeporkest en soliste. In de pauze: Declamatie. 12.30 Gramofoonmuziek. I.15 Orgelspel en zang. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Viool en piano. 3.00 Knipcursus. 3.454.00 Gramofoonmuziek. 4.05 Voor zieken en thuiszittenden. 4.35 Gramofoonmuziek. 4.50 Voor <3e kinderen. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30 Sportpraatje. 7.00 voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest. .7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest, Toonkunstkoor ea solisten. In de pauze: Interview. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Reportage Schaakmatch. II.00 Berichten ANP. Hierna: AVRO-Dans orkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Dennis Wheatley Vertaling Eva Raedt de Canter 40. ..Wij hebben elkaar in Londen gezien, In- Moskou en nu ontmoeten wij elkander in Ro manovsk. Nietwaar, mijnheer Aron?" Simon knikte. „Ik ben zeer verheugd u in Romanovsk te kunen begroeten, mijnheer Aron. Ik krjjg nu de gelegenheid mij eens op mijn manier met u te onderhouden. Ik heb daar al geruimen tijd naar verlangd." Er lag een wereld van onaangename bedoelingen in Leshkin's stem. „Dat is inderdaad buitengewoon vriendelijk van u," zei Simon achterdochtig. Leshkin ging met zijn vingernagels door zijn korte, roode baard, wat een schrapend geluid veroorzaakte. „Tot uw dienst", zei hjj met spottende beleefdheid. „Ik ben uw spe ciale schuldenaar voor de wijze waarop u Valeria Petrovna gezelschap hebt gehouden toen u in Moskou was. Mijn schuld zal op een ware, Russische manier aan u betaald wor den." „Ik heb gedacht dat Rusland sinds de re volutie ermee opgehouden had zgn schulden te betalen," antwoordde Simon. „Zwijg," snauwde de commissaris, plotse ling grof. „Nu jij," en hij wendde zich tot den hertog. „Jij noemt jezelf Richwater, niet waar?" „Ja zeker," stemde de hertog toe. „Die naam staat ook in mijn paspoort." „Dat paspoort liegt. Je bent in Londen en in Curzonstreet of in de Mausoleum Club b.v. niet onder dien naam bekend." De hertog glimlachte. „U schijnt heel goed ingelicht te zijn. Ik gebruik niet altijd mijn titel, en wanneer ik van tijd tot tijd mijn naam wensch te vertalen, is dat mijn zaak. Waar schijnlijk zult u dus ook wel weten, dat ik de hertog de Reichleau ben?" „Een bourgeois," spotte Leshkin. De hertog trok zijn grijze wenkbruwen op en zijn glimlach stierf op zijn gezicht. „Een bourgeois? Inderdaad, u zgt werkelijk be koorlijk, mijnheer de commissaris. Mijn vrien den en vijanden hebben mij vele malen een naam gegeven, maar nog nooit tevoren ben ik een bourgeois genoemd." „Je bent een erfvijand van de arbeiders, dat is genoeg," zei Leshkin, terwijl hg een cigaret aanstak en achterover leunde. Hij keek hen eenige oogenblikken stilzwijgen aan. Toen zei hij plotseling: „Wat heb jullie met je vriend den Ameri kaan gedaan? Waarom is hij niet bij jullie?" Simon en de hertog keken beide ontsteld. „Kom, kom, doe nu niet alsof jullie niet weten wie ik bedoel." De Russische stem was rustig en koud. „Jullie hebt inlichtingen over dezen man ingewonnen. Ikzelf heb de ge vraagde inlichtingen aan Valeria Petrovna verstrekt, namelijk dat hij in de gevangenis van Tobolsk zat. Hg is eerst gisteren ont snapt en in een slee, met jullie. Waar is hij „Wel, dat zal ik u vertellen," zei Simon langzaam. Hij had intusschen bedacht, dat, wanneer de commissaris hun bewegingen zoo goed had nagegaan zij er geen goed aan zou den doen, alle kennis omtrent Rex's verblijf plaats te ontkennen. „Van Ryn wilde met den trein teruggaan en wij gingen verder naar het Noorden. Zoodoende zijn wij van elkaar gescheiden en dat is de reden waarom hij niet hier is." „Wanneer was dat?" „Vanmorgen heel vroeg, nadat wij onze slee verloren hadden, begrijpt u." „Verloren," spotte Leshkin, „die is goed En je zegt, dat je vriend de Amerikaan, na dat hij zesduizend mijlen had afgelegd om een uurtje in Romanovsk te zijn, toen be sloot om weg te gaan? Op slechts twaalf kilometer afstand van zijn bestemming?" „Wanneer het niet zoo geweest was, was hij zeker bg ons geweest," weerde Simon af. „Zoo dan heeft hij zeker het geheim aan jou toevertrouwd, nietwaar?" „Geheim? Welk geheim?" vroeg Simon ver baasd. „Mr. Aron, ik moet om u lachen." Leshkin leunde achterover en sloeg met zijn vlakke hand op zgn maag. Maar hij lachte niet van harte. „Vertel mg eens, denk je, dat ik gek ben?" „O, neen," verzekerde Simon hem met een ernstig gezicht. „Dat zou ik niet kunnen." „Lijkt het je niet een beetje vreemd, dat ik hier alleen op jou zit te wachten?" „Nog nooit in mijn leven ben ik zoo ver rast geweest." Lashkin knikte. „Ik heb je bewegingen ge volgd sinds je Moskou hebt verlaten, mr. Aron. En wel met heel veel interesse. Gister avond kreeg ik bericht, dat van Ryn uit de gevangenis te Tobolsk was ontsnapt, dat jullie in Turinsk een slede gestolen hadden, wist ik reeds, en het leek mg niet onmogelijk, dat jullie vanavond hier zouden zijn. Ik verliet Moskou per vliegtuig en juist op tgd om jullie te ontmoeten zoo zit de zaak. Kom nu, je kent het geheim, laat ons geen tijd ver spillen." „Ik weet niet wat u bedoelt," zei Simon ter wijl hg zgn hoofd schudde. „Luister." De commissaris leunde voorover op de tafel en sloeg er op met zijn dikke, witte wijsvinger. „De Amerikaan komt naar Mos kou, twee, drie maanden geleden. Hij verdwijnt accoord. Wij vinden hem weer in onzen trein, toen hij pogingen aanwendde het ver boden grondgebied te betreden. Is hij een gek is hij een spion? Wij weten het niet. In orde. We zetten hem in de gevangenis. Dan kom jij naar Moskou. Alle dagen en zelfs nachten vraag je inlichtingen over den Ame rikaan. Op zekeren dag hoort onze agent je spreken met een man in den dierentuin de naam Shulimoff werd genoemd. Geheel Rus land weet van de verborgen schatten van de Shulimoffs. Wg weten eveneens, dat Roma novsk de bestemming van den Amerikaan was en dat hg alleen naar Rusland kwam voor de juweelen. Ik heb slechts door middel van Valeria Petrovna je laten inlichten dat hg in de gevangenis te Tobolsk vertoeft, en je gaat daarheen om hem te bevrijden. Want jij of hij. of wie ook van je kennissen komt hier alleen om dien schat te vinden. Het eenige wat ik dus te doen had was, mgn plannen zoo te maken, dat ik je hier zou ontmoeten. Waar zijn de juweelen? Laat ons nu alsjeblieft geen tgd meer verspillen." „Op en -top onze waarde Watson," fluisterde de hertog Simon in het oor. Simon lachte zgn eigenaardig lachje achter zgn hand. „Wat zei je daar?" snauwde Leshkin. De hertog boog. „Och, 't is slechts een grapje dat wij altijd maken op menschen met rood haar." Toen Leskin woedend naar den hertog keek, voegde Simon eraan toe: ,,'t Is jammer, maar wij kunnen u niet helpen." Er kwam een onaangenaam licht in de smalle, roodomrande oogen van den commis saris. „Dat denk je misschien nu," zei hij, „maar ik zal wel middelen weten te vinden om je te laten spreken." De hertog kwam tusschenbeiden. „U zult mij wel willen excuseeren," zei hij beleefd. „Aron heeft u reeds verteld dat de Ameri kaan van ons weggegaan is. Wij beiden heb ben wel over de juweelen gehoord, naar nie mand van ons weet waar zg zijn." De Rus keek hem met een sluwen blik aan. „Er kan iets waars zijn in hetgeen u zegt, maar de Amerikaan kan niet weg zijn. Wg zullen hem morgenavond wel weer gesnapt hebben. Maar, om kort te zijn, als u mij niets kunt vertellen, dan heb ik ook niets aan jullie. Waarom zou ik dan tijd verspillen: ik zal u laten doodschieten." „En waarom zoudt u dat doen?" vroeg de Reichleau rustig. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7